Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 mei 1998
gepubliceerd op 25 juni 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012330
pub.
25/06/1998
prom.
06/05/1998
ELI
eli/besluit/1998/05/06/1998012330/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MEI 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976, en op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1976, 8 augustus 1983, 26 januari 1984, 21 januari 1991, 7 augustus 1991, 4 maart 1993, 25 november 1993, 20 mei 1994, 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het advies van het Beheerscomité;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën van 19 november 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 april 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 20 april 1998;

Gelet op het protocol van 29 april 1998 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XI zijn vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de loopbanen van de gemene graden van de ministeries behorende tot de niveaus 1 en 2+ geherstructureerd werden waarbij de geldelijke aspecten uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994 of 1 juni 1994;

Overwegende dat die hervorming ook de integratie in de nieuwe gemene loopbanen vereist van sommige bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bestaande bijzondere loopbanen en graden;

Overwegende dat deze integratie zo spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd aangezien de nauwe verbondenheid tussen de nieuwe gemene loopbanen en sommige huidige bijzondere loopbanen of graden het normale verloop van alle loopbanen belemmert waardoor zowel de belangen van de betrokken personeelsleden als de optimale werking van de instelling worden geschaad;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke regeling

Artikel 1.§ 1. Aan de afgeschafte graad van controleur (rang 20) wordt de weddeschaal 20 A verbonden. § 2. De controleur die vier jaar graadanciënniteit telt, bekomt de weddeschaal 20 B. § 3. De controleur die negen jaar graadanciënniteit telt, bekomt de volgende weddeschaal : 594.558 - 936.139 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.)

Art. 2.De weddeschaal verbonden aan de graad van sectiechef (rang 22) wordt vastgesteld als volgt : (R 22 S) 781.541 - 1.148.029 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.)

Art. 3.De weddeschaal verbonden aan de graad van adjunct-adviseur van de werkloosheid wordt vastgesteld als volgt : (10 S) 1.143.431 - 1.610.918 31 x 24.933 92 x 43.632 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 4.Aan de graad van adviseur van de werkloosheid wordt de weddeschaal 13 B verbonden.

Art. 5.Aan de graad van directeur wordt de weddeschaal 13 D verbonden.

Art. 6.De bijzondere graden waarvan sprake in de artikelen 1 tot 6 behoren tot de personeelscategorie van het administratief personeel onderworpen aan het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 7.De wedde van sommige ambtenaren die op 1 januari 1994 ambtshalve benoemd zijn in een nieuwe graad opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in uitvoering van het koninklijk besluit van 14 september 1994 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, wordt vastgesteld in de weddeschaal opgenomen in de tabel gevoegd bij dit besluit.

Art. 8.De ambtenaar benoemd in de graad van arbeider, voorheen bekleed met de bijzondere graad van geschoold werkman A en in dienst op 1 januari 1994 en die de hiernavolgende weddeschaal geniet, behoudt het voordeel van deze weddeschaal : 499.063 - 581.193 31 x 4.342 22 x 4.342 102 x 6.042 (Kl. 18 j. - N.4 - G.A.)

Art. 9.De weddeschaal verbonden aan de volgende bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden vastgesteld als volgt vanaf 1 juni 1994 : Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut. - Inspecteur-boekhouding (rang 10); Tolk-vertaler (rang 10) : 826.981 - 1.284.690 31 x 24.933 102 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - Inspecteur-boekhouding (rang 10); Tolk-vertaler (rang 10) na 4 jaar graadanciënniteit : 898.575 - 1.394.575 31 x 24.933 112 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - Eerstaanwezend inspecteur (rang 11); Eerstaanwezend tolk-vertaler (rang 11) : 898.575 - 1.394.575 31 x 24.933 112 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - Adjunct-adviseur-hoofd van dienst (rang 12); Eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (rang 12) : 1.018.768 - 1.514.768 31 x 24.933 112 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - Tolk-vertaler-directeur (rang 13) : 1.115.290 - 1.703.009 112 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) - Hoofdinspecteur-directeur (rang 13) : 1.357.137 - 1.944.856 112 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)

Art. 10.De wedde van sommige ambtenaren die bij de inwerkingtreding van dit besluit ambtshalve benoemd zijn in een nieuwe graad opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in uitvoering van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+ en van het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksambtenaren, wordt vastgesteld in de weddeschaal opgenomen in de tabel gevoegd bij dit besluit.

Art. 11.De ambtenaar benoemd in de graad van boekhouder, voorheen bekleed met de bijzondere graad van eerste verificateur boekhouding en in dienst bij de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 708.069 - 1.074.557 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.)

Art. 12.De ambtenaar benoemd in de graad van adviseur, voorheen bekleed met de bijzondere graad van hoofdinspecteur-directeur en in dienst bij de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal 13/3. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 13.Het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening wordt opgeheven.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Art. 15.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 mei 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage aan het koninklijk besluit van 6 mei 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 6 mei 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^