Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2014
gepubliceerd op 25 juli 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort" en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012248
pub.
25/07/2014
prom.
25/04/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort" en vaststelling van zijn statuten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012 Oprichting van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 1 februari 2013 onder het nummer 113232/CO/301.04)

Artikel 1.De organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort te weten : - het Werkgeversverbond der Belgische havens, vertegenwoordigd door de heer D. Penel; - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België, vertegenwoordigd door de heer M. Soens; - het Algemeen Belgisch Vakverbond vertegenwoordigd door de heer R. Vermote; hebben op 30 november 2012 de hierna vermelde collectieve arbeidsovereenkomst voor de havens van Oostende en Nieuwpoort afgesloten.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1999 pub. 05/10/2000 numac 1999012823 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van een "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid" en tot vaststelling van zijn statuten sluiten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2000, gewijzigd en gecoördineerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011012044 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de toekenning van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 07/09/2011 numac 2011012049 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende een aanvullend sociaal voordeel type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 07/09/2011 numac 2011203415 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar sluiten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 september 2011, enerzijds opgezegd door de werkgeversvertegenwoordiging met aangetekend schrijven van 23 december 2011.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt tevens de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2012, houdende oprichting en vaststellen van de statuten van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort", afgesloten voor een bepaalde duur en eindigend van kracht te zijn op 31 december 2012, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, houdende wijziging van de statuten van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort", afgesloten voor een bepaalde duur en eindigend van kracht te zijn op 31 december 2012.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort" en vaststelling van zijn statuten Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel Benaming

Artikel 1.Vanaf 1 januari 1997 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort".

Zetel

Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd te Oostende, Zwaaidok 2.

Doel

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : a) aan de arbeiders en arbeidsters welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort aanvullende sociale voordelen toe te kennen zoals bepaald in hoofdstuk VI, artikelen 20 en 21;b) het innen van bijdragen ten laste van de werkgevers die havenarbeid laten verrichten binnen het gebied van de havens van Oostende en Nieuwpoort, zoals bepaald bij koninklijk besluit van 12 augustus 1974Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/08/1974 pub. 19/10/2007 numac 2007000859 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en tot vaststelling van het aantal leden ervan. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het havenbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan;c) het innen van bijdragen ten laste van de werkgevers die havenarbeid laten verrichten binnen het gebied van de havens van Oostende en Nieuwpoort, zoals bepaald bij koninklijk besluit van 12 augustus 1974Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/08/1974 pub. 19/10/2007 numac 2007000859 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en tot vaststelling van het aantal leden ervan. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het havenbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, op locaties waar goederen ter voorbereiding van hun verdere distributie of verzending een transformatie ondergaan die indirect leidt tot een aanwijsbare toegevoegde waarde. De inning van de bijdragen van de werkgevers, zoals vermeld in de artikelen b) en c) hierboven en de toekenning van aanvullende sociale voordelen worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort. HOOFDSTUK II. - Beheer Samenstelling raad van beheer

Art. 4.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, samengesteld uit minstens vier leden, waarvan de helft aangeduid wordt door de werkgeversvertegenwoordigers en de andere helft door de werknemersvertegenwoordigers in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort.

Het paritair subcomité duidt onder zijn effectieve of plaatsvervangende leden, de leden van de raad van beheer van het fonds aan.

Het mandaat eindigt terzelfdertijd als hun functie als lid van het paritair subcomité.

Nochtans ingeval hun mandaat in het paritair subcomité eindigt, blijven de leden van de raad van beheer in functie tot het nieuw samengesteld paritair subcomité een lid behorende tot dezelfde vertegenwoordiging als de uitgetreden beheerder aangeduid heeft.

Voorzitter- en ondervoorzitterschap

Art. 5.Ieder jaar duidt de raad van beheer in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Hij duidt de persoon aan die belast wordt met het secretariaat. Deze moet geen lid zijn van de raad van beheer.

Het voorzitterschap dient om het jaar waargenomen door een lid van de werkgeversvertegenwoordiging of een lid van de werknemersvertegenwoordiging. De vertegenwoordiging waartoe de voorzitter behoort, wordt voor het eerste jaar bij loting aangeduid.

De ondervoorzitter wordt altijd aangeduid in de andere vertegenwoordiging dan deze waartoe de voorzitter behoort.

Vergadering raad van bestuur

Art. 6.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter.

De voorzitter is gehouden minstens ieder kwartaal en telkens wanneer minstens twee leden van de beheerraad erop verzoeken, de raad bijeen te roepen.

De oproepingen vermelden de beknopte agenda.

De verslagen van de vergaderingen worden opgemaakt door de secretaris en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.

Uittreksels van deze verslagen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.

De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden.

De stemming is geldig indien ze genomen wordt door minstens één lid van iedere vertegenwoordiging, op voorwaarde dat het ter stemming gebracht punt duidelijk vermeld wordt op de agenda van de bijeenroeping tot de vergadering.

De beheerders mogen niet deelnemen aan de beraadslaging of stemming betreffende aangelegenheden waarbij zij persoonlijk betrokken zijn.

Hun onthouding wordt in de verslagen opgetekend.

Opdracht van de raad van beheer

Art. 7.De raad van beheer heeft als opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij heeft tot meest uitgebreide machten voor het beheer en het besturen van het fonds en voor de verwezenlijking van zijn doel.

Hij mag namelijk hiervoor alle contracten sluiten en ondernemingen aannemen; alle roerende en onroerende goederen die nodig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel, kopen, verkopen, ruilen, huren en verhuren; alle leningen op korte of lange termijn aangaan; toestemmen in de hypotheken op de onroerende goederen van het fonds; alsook alle voorrechten, alle private of officiële subsidies, tegemoetkomingen en legaten aanvaarden, van alle zakelijke of uit de verplichting voortspruitende rechten afstand doen, evenals van alle zakelijke of persoonlijke waarborgen, handlichting geven voor of na betaling van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, de dadelijke uitwinnen toestaan; laten pleiten, als eiser of als verweerder voor alle rechtbanken; uitvoeren of doen uitvoeren van alle vonnissen; dading treffen, compromis aangaan.

De rechtsvorderingen en als eiser en als verweerder, worden ingesteld of verdedigd, uit naam van het fonds, door de raad van beheer daartoe afgevaardigd.

De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden aan één van haar leden of zelfs aan derden overdragen.

Voor alle andere akten dan die waarvoor door de raad van beheer bijzondere opdrachten werd gegeven, volstaan, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd zou zijn tegenover derden, de gezamenlijke handtekeningen van twee beheerders, één van iedere vertegenwoordiging, zonder dat deze beheerders enige beraadslaging, machtiging of bijzondere machtiging moeten laten blijken.

De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer, ten opzichte der verbintenissen van het fonds. HOOFDSTUK III. - Financiering Schuldenaars bijdragen

Art. 8.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 3, b) en c) bedoelde werkgevers.

Bijdragen

Art. 9.Het bedrag van de bijdragen verschuldigd op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt als volgt vastgelegd : Voor de werkgevers bedoeld in artikel 3, b) a) tot de financiering der voordelen voorzien in artikel 20, 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15 op 8,40 pct.op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters; b) tot financiering der voordelen voorzien in artikel 20.3 op 4,60 pct. op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters; c) tot verwezenlijking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 1989 betreffende de opleiding van havenarbeiders, waaronder de voordelen voorzien in artikel 20.10., op 1,00 pct. op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters; d) tot financiering der voordelen voorzien in artikel 20.6.12. op 14,75 pct. op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters;

Voor de werkgevers bedoeld in artikel 3, c) e) tot financiering van de syndicale premie op 3,5 pct.op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, c) bedoelde arbeiders en arbeidsters.

Inning bijdragen

Art. 10.De bijdragen worden voor toedoen van het fonds voor bestaanszekerheid geïnd.

Art. 11.De bijdragen zijn om de maand door de werkgevers verschuldigd.

De voor elke vervallen kalendermaand verschuldigde bijdragen moeten uiterlijk de 15de van de volgende maand gestort worden door de werkgever op het krediet van het fonds.

Aangifte

Art. 12.De werkgever doet maandelijks en binnen dezelfde termijn aan het fonds een aangifte geworden, ter staving van de verschuldigde bijdragen, op formulieren welke door het fonds in omloop worden gebracht.

Verhoging verschuldigde bijdragen

Art. 13.Van de eerste dag der tweede maand af volgend op de maand waarop de bijdragen betrekking hebben, is de werkgever verplicht een verhoging van 10 pct. op het bedrag der verschuldigde bijdragen te betalen, verhoogd met een nalatigheidsinterest van 5 pct. per maand op hetzelfde bedrag, zonder dat hiervoor ingebrekestelling vereist is.

Ingeval van behoorlijk gerechtvaardigde overmacht kan het fonds op overeenkomstig advies van het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, van de betaling der verhoogde bijdragen en nalatigheidsinteresten afzien.

Kosten

Art. 14.De beheerskosten van het fonds omvatten inzonderheid : 1. de kosten van inning en invordering der bijdragen;2. de kosten van uitkering der prestaties;3. de kosten van controle zoals voorzien bij hoofdstuk IV van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Zij worden gedekt : a) door de interesten der kapitalen, welke door middel van de storting der bijdragen gevormd worden; b) door de opbrengt van een inhouding op de bijdragen, waarvoor het percentage bepaald wordt op 4,00 pct.. Dit percentage ingehouden op de bijdragen bedoeld in artikel 9, a) en b) komt voor 1/3de ten goede aan het eigenlijk beheer van het fonds en voor 2/3den aan de uitbetalende organismen; c) door de inning van 2,00 pct.extra-beheersbijdrage op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters.

Aanpassing bijdragen

Art. 15.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, - kan het bedrag der bijdragen verschuldigd in artikel 9 slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair subcomité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit; - kan het bedrag der beheerskosten verschuldigd volgens artikel 14 slechts gewijzigd worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair subcomité en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK IV. - Balans en rekeningen Maatschappelijk jaar

Art. 16.Het maatschappelijk jaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Begroting

Art. 17.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring van het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort voorgelegd.

Afsluiting boekjaar

Art. 18.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. Indien een balans, zoals respectievelijk vermeld in artikel 9, a), b), c), d) en e) bij de afsluiting van het boekjaar een gezamenlijk boni vertoont, wordt dit boni ten bedrage van ten hoogste 1 pct. op de brutolonen aan 100 pct. van de in artikel 3, a) en b) bedoelde arbeiders en arbeidsters doorgestort aan de "Centrale der Werkgevers Haven Oostende", die het verdeelt onder zijn leden. De afsluiting van de balans dient op rekenplichtig gebied voldoende omschreven te worden.

Het beheersorgaan alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten door het paritair subcomité aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht betreffende het verlopen jaar.

De balans samen met hogerbedoelde schriftelijke jaarlijkse verslagen dienen uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring aan het paritair subcomité voorgelegd te worden. HOOFDSTUK V. - Ontbinding - vereffening Ontbinding

Art. 19.Het fonds kan slechts bij beslissing van het paritair subcomité ontbonden worden.

Deze beslissing dient tevens de vereffenaars aan te duiden, hun machten en hun bezoldiging te bepalen en vast te stellen welke bestemming aan het sociaal vermogen gegeven wordt. HOOFDSTUK VI. - Toegekende voordelen Toegekende voordelen

Art. 20.De hierna opgesomde voordelen worden onder de gestelde voorwaarden aan de bij artikel 3, a) bedoelde arbeiders en arbeidsters toegekend :

Art. 20.1. Aanwezigheidsvergoeding/bestaanszekerheid Art. 20.1.1. Toepassingsmodaliteiten a) aan alle havenarbeiders van het algemeen contingent in rang A bij werkloosheid, beroepsopleiding en dopverlof. Toekenningsregels tot het bekomen van rang A : a) tenminste twee jaar anciënniteit bezitten in rang B;b) de havenarbeid aanvaarden en uitvoeren volgens het gedegen vakmanschap en in overeenstemming met de overeenkomsten en gebruiken in het havenbedrijf;c) in voorkomend geval voldoen aan de tewerkstellingsnormen voorzien in het koninklijk besluit van 15 maart 1979 tot vaststelling van de referteperiode en de wijze van berekening van het aantal taken met betrekking tot de intrekking van de erkenning als havenarbeid in het havengebied van Oostende en Nieuwpoort (Belgisch Staatsblad van 3 mei 1979);d) de toestemming krijgen van het paritair subcomité dat in zijn beslissing rekening houdt met de behoefte aan arbeidskrachten in de havens van Oostende en Nieuwpoort. De havenarbeiders B die voorheen tot de rang A behoorden, komen in aanmerking om opnieuw de rang A te verwerven indien : a) zij niet langer het voorwerp uitmaken van een disciplinaire maatregel van tijdelijk rangverlaging; b) zij na een terugzetting in de rang B, opnieuw voldoen aan artikel 9.I - 3°, 1c van de codex. b) aan alle havenarbeiders van het algemeen contingent rang A in het volledige stelsel van verminderd arbeidsgeschikt bij werkloosheid. Toekenningsregels tot het bekomen van het volledig stelsel van verminderd arbeidsgeschikt : a) de leeftijd bereikt hebben van 55 jaar;b) vanaf de leeftijd van 59 jaar nog geen volledige pensioenloopbaan van 45/45sten hebben bereikt. Duur van de uitbetaling van de vergoeding : Tot en met de maand waarin betrokkene jarig is in het jaar dat de volledige pensioenloopbaan bereikt wordt. c) Aan alle havenarbeider van het algemeen contingent rang A in het halftijds stelsel van verminderd arbeidsgeschikt bij werkloosheid. Toekenningsregels tot het bekomen van het halftijds stelsel van verminderd arbeidsgeschikt : a) de leeftijd bereikt hebben van 50 jaar. Art. 20.1.2. Berekening van de dagvergoeding 66 pct. van het loon voor een dagshift op 1 januari van ieder kalenderjaar verminderd met het bedrag van werkloosheidsuitkering.

Art. 20.1.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de aanwezigheidsvergoeding/bestaanszekerheid wordt uitbetaald door de uitbetalingsinstellingen;b) voor iedere volledige dag wordt een volledige vergoeding uitbetaald;voor elke halve dag wordt de vergoeding gehalveerd; c) voor de havenarbeiders, vermeld in artikel 20.1.1., c) is het maximaal aantal vergoedingen beperkt tot 10 vergoedingen per maand.

Art. 20.2. Dopverlof met verhoogde bestaanszekerheid Art. 20.2.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent in rang A die in het voorafgaand vakantiedienstjaar voldoen aan de volgende voorwaarden : a) meer dan 150 RSZ-dagen hebben gepresteerd;b) geen recht hebben op 20 betaalde vakantiedagen. Art. 20.2.2. Berekening van de dagvergoeding 66 pct. van het loon voor een dagshift op 1 januari van ieder kalenderjaar verminderd met het bedrag van werkloosheidsuitkering.

Art. 20.2.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de dagvergoeding wordt uitbetaald door het fonds rechtstreeks aan betrokken havenarbeider;b) de vergoeding wordt per dag dopverlof betaald bovenop de normale werkloosheidsvergoeding en de aanwezigheidsvergoeding/bestaanszekerheid. Art. 20.3. Betaalde feestdagen Art. 20.3.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent Art. 20.3.2. Berekening van de dagvergoeding a) gewerkte feestdag : feestdagloon Gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.b) niet gewerkte feestdag : Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkeringen. Art. 20.3.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor een gewerkte feestdag wordt uitbetaald door het fonds rechtstreeks aan betrokken havenarbeider;b) de vergoeding voor een niet gewerkte feestdag wordt uitbetaald door de uitbetalingsinstelling;c) de vergoeding voor een niet gewerkte feestdag wordt ook uitbetaald binnen een periode van dertig kalenderdagen arbeidsongeschiktheid. Art. 20.4. Klein verlet Art. 20.4.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.4.2. Berekening van de dagvergoeding Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkering.

Feestdagloon is het gemiddeld tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.4.3. Uitbetalingsmodaliteiten De vergoeding voor een dag klein verlet wordt uitbetaald door de uitbetalingsinstelling.

Art. 20.5. Dwingend familiaal verlof Art. 20.5.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.5.2. Berekening van de dagvergoeding Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkering Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.5.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor een dag klein verlet wordt uitbetaald door de uitbetalingsinstelling;b) per kalenderjaar heeft een havenarbeider recht op tien dagen dwingend familiaal verlof met een vergoeding voor de eerste twee dagen. Art. 20.6. Anciënniteitsverlof Art. 20.6.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent met volgende anciënniteit : - vanaf 5 jaar tot en met 9 jaar : . . . . . 1 dag - vanaf 10 jaar tot en met 14 jaar : . . . . . 2 dagen - vanaf 15 jaar tot en met 19 jaar : . . . . . 3 dagen - vanaf 20 jaar tot en met 24 jaar : . . . . . 4 dagen - vanaf 25 jaar tot en met 29 jaar : . . . . . 5 dagen.

Art. 20.6.2. Berekening van de dagvergoeding Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkering.

Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.6.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor een dag anciënniteitsverlof wordt uitbetaald door de uitbetalingsinstelling;b) de dagen anciënniteitsverlof kunnen pas opgenomen worden nadat alle dagen betaald verlof zijn opgebruikt;c) de dagen anciënniteitsverlof kunnen niet overgedragen worden naar een volgend kalenderjaar. Art. 20.7. Herverdelingsdagen Art. 20.7.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.7.2. Berekening van de dagvergoeding Feestdagloon vermeerderd met de vaste premie.

Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.7.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor een herverdelingsdag wordt rechtstreeks uitbetaald door het fonds aan de betrokken havenarbeider;b) de vergoeding is loon en is dus onderworpen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en bedrijfsvoorheffing;c) het aantal te presteren taken wordt vastgelegd bij nationale collectieve arbeidsovereenkomst. Art. 20.8. Extra-legale vergoeding ziekte Art. 20.8.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.8.2. Berekening van de dagvergoeding Voor de eerste ziektedag is de uitkering gelijk aan het feestdagloon.

Vanaf de tweede ziektedag tot en met de zevende ziektedag, met een maximum van 4 werkdagen, is de uitkering gelijk aan het verschil tussen het feestdagloon en 6/5den van de daguitkering vanwege de mutualiteit.

Vanaf de achtste ziektedag tot en met de dertigste kalenderdag, met een maximum van 17 werkdagen, is de uitkering gelijk aan 25,88 pct. van het feestdagloon.

Art. 20.8.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de extra legale vergoeding voor ziekte wordt rechtstreeks uitbetaald door het fonds aan de betrokken havenarbeider;b) de vergoeding wordt pas uitbetaald bovenop de uitkering van de mutualiteit;c) de vergoeding is enkel onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing;d) een periode van ziekte die niet aanvaard is door de mutualiteit geeft geen recht op een vergoeding. Art. 20.9. Educatief verlof Art. 20.9.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.9.2. Berekening van de dagvergoeding Feestdagloon.

Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.9.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor educatief verlof wordt rechtstreeks door het fonds uitbetaald aan de betrokken havenarbeider;b) de vergoeding is onderworpen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en bedrijfsvoorheffing;c) de havenarbeider dient vooraf het attest van inschrijving aan het fonds over te maken;d) ieder kwartaal bezorgt de havenarbeider het attest van aanwezigheid aan het fonds;e) bij een inbreuk op de reglementering aangaande aanwezigheid op de cursus wordt het reeds uitbetaalde loon teruggevorderd van de betrokken havenarbeider. Art. 20.10. Beroepsopleiding Art. 20.10.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.10.2. Berekening van de dagvergoeding a) voor de havenarbeiders in rang A : Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkering en de bestaanszekerheid. Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag. b) voor de havenarbeiders in rang B : Feestdagloon verminderd met werkloosheidsuitkering. Feestdagloon is het gemiddelde tussen het basisloon voor een dagshift en morgenshift en namiddagshift op de dag van de betaalde feestdag.

Art. 20.10.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding voor beroepsopleiding wordt rechtstreeks uitbetaald door het fonds aan de betrokken havenarbeider;b) de vergoeding is een extra-legale werkloosheidsvergoeding en wordt pas uitbetaald bovenop de werkloosheidsuitkering;c) de vergoeding is enkel onderworpen aan bedrijfsvoorheffing;d) een beroepsopleiding dient altijd vooraf goedgekeurd te zijn door de Cel beroepsopleiding. Art. 20.11. Vervoer Art. 20.11.1. Toepassingsmodaliteiten Aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent.

Art. 20.11.2. Berekening van de dagvergoeding Vergoeding wordt betaald door de nationale collectieve arbeidsovereenkomst en wordt jaarlijks aangepast op 1 februari.

De vergoeding wordt berekend volgens het aantal kilometer tussen de woonplaats van de betrokken havenarbeider en het aanwervingslokaal.

Art. 20.11.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de vergoeding vervoer wordt jaarlijks uitbetaald door het fonds rechtstreeks aan de betrokken havenarbeider;b) de havenarbeider heeft recht op een vergoeding vervoer per volledige werkloosheidsdag;c) de vergoeding vervoer valt onder de reglementering van het vervoer van thuis naar de werkplaats. Art. 20.12. Eindejaarspremie Art. 20.12.1. Toepassingsmodaliteiten a) aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent erkend op 31 december van het kalenderjaar;b) aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent die het contingent uit vrije wil hebben verlaten en die bovendien minstens drie maanden actief waren in het kalenderjaar;c) aan alle erkende havenarbeiders van het algemeen contingent die het contingent hebben verlaten door intrekking van erkenning, behalve om dringende reden. Art. 20.12.2. Berekening van de eindejaarspremie De eindejaarspremie wordt bekomen door het aantal rechthebbende dagen te vermenigvuldigen met de som van het feestdagloon en de vaste premie op 1 september van het kalenderjaar, en met de breuk 21/30sten.

Art. 20.12.3. Uitbetalingsmodaliteiten a) de eindejaarspremie wordt jaarlijks in de maand januari van het jaar volgend op het refertejaar rechtstreeks uitbetaald door het fonds aan de betrokken havenarbeider;b) de eindejaarspremie is onderworpen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de bedrijfsvoorheffing;c) de referteperiode voor de berekening van het aantal rechthebbende dagen loopt van 1 janauri tot en met 31 december;d) het maximum aantal rechthebbende dagen wordt bepaald op 240 dagen;e) de volgende dagen worden beschouwd als rechthebbende dagen voor de berekening van de eindejaarspremie : - prestaties; - arbeidsongeval (onbeperkt); - herverdelingsdagen; - educatief verlof; - beroepsopleiding; - anciënniteitsdagen; - klein verlet; - dwingend familiaal verlof; - ziektedagen eerste week; - ziektedagen van de achtste kalenderdag tot en met de driehonderd vijfenzestigste dag, gereduceerd met de formule : Dagen ziekte gedeeld door het resultaat van de breuk (som van prestaties en werkloosheid gedeeld door prestaties).

Art. 20.13 Occasionele premie De toekennings- en uitkeringsmodaliteiten, en het bedrag van de premie moeten in een algemeen verbindend te verklaren collectieve arbeidsovereenkomst worden vastgelegd.

De raad van bestuur mag hiervoor een voorstel doen, maar deze dient steeds bekrachtigd te worden door het paritair subcomité via een algemeen verbindend te verklaren collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.14. Voordelen toegekend bij artikel 2 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het "Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers".

Gelijkwaardige voordelen als deze voorzien in artikel 2 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het "Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers", worden aan de werklieden en werksters bedoeld in artikel 20 verleend ten laste van het fonds.

Art. 20.15. Andere sociale voordelen Andere sociale voordelen vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, van het Nationaal Paritair Comité voor het havenbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, en regeringsmaatregelen, alsook de voordelen toegekend op voorstel van de raad van beheer van het compensatiefonds vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, worden ten laste genomen door het compensatiefonds. HOOFDSTUK VII. - Voordelen voor de havenarbeiders van het "logistiek" contingent

Art. 21.Beroepsopleiding Het verstrekken van de nodige beroepsopleiding en beroepsscholing aan erkende- en kandidaat havenarbeiders, mede in uitvoering van de beschikkingen van artikel 4, § 2, 6° van het koninklijk besluit van 5 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/07/2004 pub. 04/08/2004 numac 2004202238 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid sluiten (Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2004), betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het havengebied van Oostende en Nieuwpoort.

De Cel beroepsopleiding staat in voor de praktische uitvoering van de beroepsopleiding. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere beschikkingen

Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 tot oprichting van een "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid" en tot vaststelling van zijn statuten, overeenkomst geregistreerd onder het nummer 45271/CO/301.04, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1999 pub. 05/10/2000 numac 1999012823 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de havens van Oostende en Nieuwpoort, tot oprichting van een "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid" en tot vaststelling van zijn statuten sluiten (Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2000) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, tot wijzigen en coördineren van de statuten van het compensatiefonds voor bestaanszekerheid, geregistreerd onder het nummer 93425/CO/301.04, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011012044 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de toekenning van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 07/09/2011 numac 2011012049 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende een aanvullend sociaal voordeel type koninklijk besluit prom. 12/07/2011 pub. 07/09/2011 numac 2011203415 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar sluiten, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 1 september 2011.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt tevens de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2012, houdende oprichting en vaststellen van de statuten van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort", afgesloten voor een bepaalde duur en eindigend van kracht te zijn op 31 december 2012, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2012, houdende wijziging van de statuten van het "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid voor de havens van Oostende en Nieuwpoort", afgesloten voor een bepaalde duur en eindigend van kracht te zijn op 31 december 2012 (registratienummer 110523/CO/301.04).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^