FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

12 AUGUSTUS 1974. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en tot vaststelling van het aantal leden ervan. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van het koninklijk besluit van 12 augustus 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en tot vaststelling van het aantal leden ervan (Belgisch Staatsblad van 10 september 1974), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij : - het koninklijk besluit van 5 november 1990 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en tot vaststelling van het aantal leden ervan (Belgisch Staatsblad van 14 november 1990); - het koninklijk besluit van 13 december 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en tot vaststelling van het aantal leden ervan (Belgisch Staatsblad van 10 januari 2001).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij de Adjunct-arrondissementscommissaris in Malmedy in uitvoering van artikel 76 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij artikel 16 van de wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 21 april 2007.

MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT 12. AUGUST 1974 - [Königlicher Erlass zur Einrichtung und Festlegung der Bezeichnung und Zuständigkeit der Paritätischen Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste und zur Festlegung der Mitgliederzahl] [Überschrift ersetzt durch Art.1 des K.E. vom 13. Dezember 2000 (B.S. vom 10. Januar 2001)] Artikel 1 - [§ 1 - Es wird eine paritätische Kommission, « Paritätische Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste » genannt, eingerichtet, die zuständig ist für die Arbeitnehmer im Allgemeinen und ihre Arbeitgeber, die folgenden Beschäftigungszweigen angehören: 1. Einrichtungen und Dienste mit Internats- oder Halbinternatssystem für Minderjährige und/oder behinderte Erwachsene, 2.Dienste für die Unterbringung in Familien, 3. Dienste, die Familienhäuser organisieren, 4.Dienste, die entweder im Rahmen der Jugendhilfe oder der Eingliederung von Personen mit Behinderung eine ambulante Hilfe und Begleitung sowohl kollektiver als auch individueller Art im eigenen Umfeld oder in einem offenen Dienst bieten, 5. Einrichtungen und Dienste, die den Vorschriften zur Festlegung der Bedingungen für die Zulassung oder Bezuschussung der « autonome centra voor algemeen welzijnswerk » und der Aufnahmezentren oder der Aufnahmeeinrichtungen für bestimmte Alleinstehende unterliegen, 6.Einrichtungen und Dienste, die bestimmten sozial benachteiligten Gruppen Unterkunft und Hilfe bieten.

Unter den in Absatz 1 Nr. 4 erwähnten Diensten im Rahmen der Jugendhilfe ist unter anderem Folgendes zu verstehen: a) Zentren für Erziehungsunterstützung, b) Dienste für erzieherische oder philanthropische Leistungen, c) Dienste für gerichtliche Vormundschaft, d) Dienste für offene Jugendhilfe, e) Tagesstätten, f) Dienste für Hilfe und erzieherische Intervention, g) Dienste für Aufnahme und Erziehungshilfe, h) Dienste für häusliche Betreuung, i) Dienste für betreutes selbstständiges Wohnen. Unter den in Absatz 1 Nr. 4 erwähnten Diensten im Rahmen der Eingliederung von Personen mit Behinderung ist unter anderem Folgendes zu verstehen: a) Frühhilfedienste für behinderte Kinder und deren Eltern, b) Dienste für Hilfe bei den Aktivitäten des täglichen Lebens, c) Begleitdienste, d) Dienste für häusliche Betreuung, e) Dienste für selbstständiges Wohnen von Personen mit Behinderung, f) Dienste für Übergangswohnen, g) Dienste für betreutes Wohnen geistig Behinderter. § 2 - Die Paritätische Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste ist nicht zuständig für die Arbeitgeber, die auf der Grundlage der verrichteten Tätigkeit einer anderen paritätischen Kommission unterstehen.] [Art. 1 ersetzt durch Art. 2 des K.E. vom 13. Dezember 2000 (B.S. vom 10. Januar 2001)] Art.2 - [Die Paritätische Kommission für Erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste setzt sich zusammen aus sechsundzwanzig ordentlichen Mitgliedern und sechsundzwanzig Ersatzmitgliedern.] [Art. 2 ersetzt durch Art. 3 des K.E. vom 13. Dezember 2000 (B.S. vom 10. Januar 2001)] Art.3 - Unser Minister der Beschäftigung und der Arbeit ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.