gepubliceerd op 01 juni 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 26 maart 1999;
Gelet op het protocol nr. 88/2 van 26 april 1999 van het Sectorcomité I, Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de uitvoering van dit besluit, dat op 1 juli 1999 in werking treedt, zo vlug mogelijk dient aangevat te worden;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De weddeschaal van elk der bijzondere graden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld als volgt : A. Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel : 1° Ambtenaren van niveau 1 : a) De centrumdirecteur geniet de weddeschaal 13A.b) De hoofdingenieur-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) geniet de weddeschaal 13D.c) De ingenieur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) geniet de weddeschaal 10D. De ingenieur (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10E. 2° Ambtenaren van niveau 2 : a) De operationeel adjunct (rang 22) geniet de bijzondere weddeschaal 22/SI die volgt : 746 487 - 1 112 975 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 102 x 24 907 KL.20 jaar - N.2 - G.A.) De operationeel adjunct die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende bijzondere weddeschaal 22/S2 bekomen : 851 145 - 1 217 634 31 x 10676 22 x 14 232 22 x 28 463 102 x 24 907 ( KL. 20 jaar - N.2 - G.A.) b) De operationeel assistent (rang 20) geniet de bijzondere weddeschaal 20/S1 die volgt : 546 922 - 884 947 31 x 10 676 12 x 10 676 12 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (KL.20 jaar - N.2 - G.A.) De operationeel assistent die vier jaar graandanciënniteit heeft, bekomt de bijzondere weddeschaal 20/S2 die volgt : 576 098 - 910 567 31 x 10 676 22 x 14 232 112 x 24 907 (KL. 20 jaar - N.2 - G.A.) De operationeel assistent die slaagt in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de bijzondere weddeschaal 20/S3 die volgt : 641 253 - 982 834 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (KL. 20 jaar - N.2 - G.A.) c) Veiligheidsassistent (rang 20) : 635 253 - 959 041 31 x 10 676 22 x 28 463 62 x 24 907 62 x 14 232 (KL.20 jaar - N.2 - G.A.) De veiligheidsassistent die tenminste acht jaar graadanciënniteit heeft kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende weddeschaal bekomen : 684 383 - 1 008 171 31 x 10 676 22 x 28 463 62 x 24 907 62 x 14 232 (KL. 20 jaar - N.2 - G.A.) d) De adjunct-veiligheidsassistent (rang 20) geniet de weddeschaal 20A. De adjunct-veiligheidsassistent die 4 jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 20B. 3° Ambtenaren van niveau 3 : a) De operationeel brigadier (rang 32) geniet de bijzondere weddeschaal 32/S1 die volgt : 576 591 - 784 820 31 x 8 733 42 x 10 655 102 x 13 941 (R.32 - G.A. - KL. 18 j.) De operationeel brigadier die drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de bijzondere weddeschaal 32/S2 die volgt bekomen : 588 591 - 796 820 31 x 8733 42 x 10 655 102 x 13 941 (R.32 - G.A. - KL. 18 j.) b) De operationeel agent (rang 30) geniet de bijzondere weddeschaal 30/S1 die volgt : 510 990 - 664 078 31 x 5 595 52 x 7 755 62 x 10 655 22 x 16 749 (R.30 - G.A. - KL 18 j.) De operationeel agent die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de bijzondere weddeschaal 30/S2 die volgt : 518 190 - 677 410 31 x 5 595 52 x 7 775 62 x 10 655 (R.30 - G.A. - KL 18 j.) De operationeel agent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de bijzondere weddeschaal 30/S3 die volgt bekomen : 537 046 - 721 064 31 x 5 595 52 x 11 141 82 x 13 941 (R.30 - G.A. - KL 18 j.) c) Sectiechef (rang 32) : 632 981 - 842 800 31 x 8 733 42 x 10 655 102 x 14 100 (R.32 - G.A. - Kl. 18 j) d) veiligheidsbeambte (rang 30) : 514 700 - 681 888 31 x 5 595 52 x 7 775 82 x 13 941 ( R.30 - G.A. - Kl. 18 j.) De veiligheidsbeambte die 4 jaar graadanciënniteit heeft, geniet de volgende weddeschaal : 539 968 - 733 400 31 x 8 733 52 x 11 141 82 x 13 941 (R.30 - G.A. - KL. 18 j.) De veiligheidsbeambte die ten minste 12 jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende weddeschaal bekomen : 565 790 - 770 733 31 x 8 733 52 x 10 655 92 x 13 941 (R.30 - G.A. - KL. 18 j.) B. Personeel onderworpen aan een ander statuut dan onder A vermeld : 1° Voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht : 2 158 571 - 2 728 444 33 x 94 979 43 x 71 234 (KL.24 jaar - N.1 - G.B.) 2° Provinciegouverneur : Vast bedrag : 2 787 789 3° Arrondissementscommissaris en adjunct-arrondissementscommissaris : De wedde van de arrondissementscommissaris en van de adjunct-arrondissementscommissaris wordt vastgesteld in de schaal 13A, na negen jaar graadanciënniteit in de schaal 13B en na achttien jaar graadanciënniteit in de schaal 15A. In afwijking van het eerste lid blijft de wedde van de arrondissementscommissaris en van de adjunct-arrondissementscommissaris die dat ambt uitoefenden op 12 december 1987 en op dat ogenblik een anciënniteit gelijk aan of hoger dan acht jaar hadden, vastsgesteld in de weddeschaal : 1 348 258 - 2 134 818 52 x 44 522 102 x 56 395 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) De arrondissementscommissaris en de adjunct-arrondissementscommissaris die dat ambt uitoefenden op 12 december 1987 en op het ogenblik van hun benoeming in deze graad, minder dan acht jaar anciënniteit hadden in de onder het tweede lid vermelde schaal, genieten, zonder dat er met hun reële anciënniteit rekening gehouden wordt, de schaal : 1 526 346 - 2 134 818 12 x 44 522 102 x 56 395 (Kl. 24 jaar - N.1. - G.B.) 4° Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en Voorzitter van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen : 16A 5° Adjunct-commissaris voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, Vaste Bijzitter van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen en Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid : 15A 6° Adjunct-Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid : 13A Art.2. De volgende bijzondere geldelijke bepalingen zijn van toepassing : § 1. De ambtenaar benoemd in de graad van adjunct-adviseur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van afdelingschef (provinciaal gouvernement) die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 988 491 - 1 484 491 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) § 2. De ambtenaar benoemd in de graad van bestuurschef, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend secretaris en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 25/3. § 3. De ambtenaar benoemd in de graad van bestuurschef, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste administratief secretaris die negen jaar graadanciënniteit heeft en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 915 474 - 1 278 785 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 12 x 21 730 (Kl. 20 jaar - N.2 - G.A.) § 4. De ambtenaar benoemd in de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van secretaris-huismeester en die in dienst was op 1 januari 1994 behoudt het voordeel van de weddeschaal 21/3. § 5. De bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van secretaris-huismeester waaraan de hiernavermelde bijzondere weddeschaal is verbonden, en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van deze schaal : 597 618 - 932 087 31 x 10 676 22 x 14 232 112 x 24 907 (Kl. 20 jaar - N.2 - G.A.) § 6. De ambtenaar benoemd in de graad van operationeel assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van detachementschef (afgeschafte graad) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 23/2. § 7. De ambtenaar benoemd in de graad van klerk, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste identificatieambtenaar en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 33/4. § 8. De ambtenaar benoemd in de graad van operationeel agent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct pelotonschef (afgeschafte graad) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 32/4. § 9. De ambtenaar benoemd in de graad van operationeel agent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van agent verreberichtgeving en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 30/3. § 10. De ambtenaar benoemd in de graad van geschoold arbeider, voorheen bekleed met de geschrapte graad van sectiechef (afgeschafte graad) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 574 765 - 664 415 31 x 4 342 22 x 6 042 102 x 6 454 (Kl. 18 jaar - N.4 - G.A.) § 11. De ambtenaar, benoemd in de graad van geschoold arbeider, voorheen bekleed met de geschrapte graad van ploegchef (afgeschafte graad) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal 43/6.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 18 mei 1998 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid worden belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY