4 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omschakeling naar de euro, van diverse bepalingen inzake ambtenarenzaken die ressorteren onder de bevoegdheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de Provinciewet van 30 april 1836, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming, laatst gewijzigd bij de wet van 28 februari 1999;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1954 houdende statuut van het Korps burgerlijke bescherming, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 maart 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1966 houdende bijzondere regelen inzake reiskosten voor de instructeurs van de Civiele Bescherming, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 februari 1988;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 januari 1969 tot toekenning van de jaarlijkse toelagen aan de ambtenaren en beambten gehecht aan het kabinet van de provinciegouverneurs en de vice-gouverneur van de provincie Brabant, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 1973;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1970 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de provinciegouverneurs;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende toekenning van een forfaitaire residentievergoeding aan sommige commissarissen van de federale regering;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 2001 en 1 maart 2001;

Gelet op de bevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 juni 2001;

Gelet op de bevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 april 2001;

Gelet op het protocol nr. 105/2 d.d. 25 september 2001 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van diverse bepalingen Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 25 mei 1966

houdende bijzondere regelen inzake reiskosten voor de instructeurs van de Civiele Bescherming

Artikel 1.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 mei 1966 houdende bijzondere regelen inzake reiskosten voor de instructeurs van de Civiele Bescherming die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 13 januari

1969 tot toekenning van de jaarlijkse toelagen aan de ambtenaren en beambten gehecht aan het kabinet van de provinciegouverneurs en de vice-gouverneur van de provincie Brabant

Art. 2.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 januari 1969 tot toekenning van de jaarlijkse toelagen aan de ambtenaren en beambten gehecht aan het kabinet van de provinciegouverneurs en de vice-gouverneur van de provincie Brabant die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 3. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 10 december

1970 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de provinciegouverneurs

Art. 3.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 december 1970 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de provinciegouverneurs die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 4. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 20 juni 1983

betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen

Art. 4.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 juni 1983 betreffende de forfaitaire vergoeding voor representatiekosten van de arrondissementscommissarissen die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 5. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 10 april 1995

houdende toekenning van een forfaitaire residentievergoeding aan sommige commissarissen van de federale regering

Art. 5.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende toekenning van een forfaitaire residentievergoeding aan sommige commissarissen van de federale regering die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 6. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 22 maart 1999

tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming

Art. 6.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 maart 1999 tot invoering van een verlof voorafgaand aan het pensioen voor sommige ambtenaren van de operationele diensten van de Civiele Bescherming die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 7. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot

vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken

Art. 7.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE