gepubliceerd op 22 mei 2009
Decreet houdende diverse wijzigingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en het Provinciedecreet van 9 december 2005 wat de regeling van de procedure inzake verkiezingsbezwaren betreft
30 APRIL 2009. - Decreet houdende diverse wijzigingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en het Provinciedecreet van 9 december 2005 wat de regeling van de procedure inzake verkiezingsbezwaren betreft (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende diverse wijzigingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en het Provinciedecreet van 9 december 2005 wat de regeling van de procedure inzake verkiezingsbezwaren betreft. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932
Art. 2.In artikel 85bis van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. In iedere provincie wordt een administratief rechtscollege, Raad voor Verkiezingsbetwistingen te noemen, opgericht.
De Raad voor Verkiezingsbetwistingen behandelt de bezwaren tegen de verkiezing en de bezwaren op grond van de schending van de regelgeving inzake de verkiezingsuitgaven door kandidaten en lijstaanvoerders.
De Raad voor Verkiezingsbetwistingen controleert ambtshalve de zetelverdeling tussen de lijsten en de rangorde waarin de raadsleden en de opvolgers gekozen zijn verklaard.
De Raad voor Verkiezingsbetwistingen zetelt in het provinciehuis. »
Art. 3.In artikel 85ter van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragrafen 1 en 2 worden vervangen door wat volgt : « § 1.Alleen de kandidaten zijn gerechtigd bezwaren tegen de verkiezing en bezwaren inzake de verkiezingsuitgaven, bedoeld in artikel 85bis, § 1, tweede lid, in te dienen bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen.
Het bezwaar wordt ingediend bij wijze van verzoekschrift.
Op straffe van onontvankelijkheid wordt het verzoekschrift ingediend binnen veertig dagen na de datum van het proces-verbaal van de verkiezingen. § 2. Het verzoekschrift vermeldt op straffe van onontvankelijkheid : 1° de naam en de woonplaats van de verzoeker.Wanneer de verzoeker woonplaatskeuze doet bij zijn raadsman wordt dat in het verzoekschrift aangegeven; 2° de handtekening van de verzoeker of zijn raadsman;3° de naam en de woonplaats van de bezwaarde;4° de datum van het verzoekschrift;5° het voorwerp van het bezwaar, met inbegrip van een feitelijke omschrijving van de ingeroepen argumenten. Het verzoekschrift wordt tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de voorzitter van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of zijn gemachtigde, of aangetekend verzonden via de post.
Het is verboden, op straffe van gevangenisstraffen van een maand tot twee jaar, het ontvangstbewijs te antidateren. »; 2° in § 3, eerste lid, worden de woorden "het bestuur" vervangen door de woorden "de Raad voor Verkiezingsbetwistingen";3° § 4 wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 85quater van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2006, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Een verkozen kandidaat die de bepalingen van artikel 8ter, § 2 en § 3, of 8sexies van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden of van artikel 23, § 1 en § 2, niet naleeft, wordt geschorst in de uitoefening van zijn mandaat voor een periode van maximum drie maanden of definitief van zijn mandaat vervallen verklaard.
Het mandaat van een lijstaanvoerder van een gemeentelijst die de bepalingen van artikel 8ter, § 1, of 8sexies van hetzelfde decreet van 7 mei 2004 of van artikel 23, § 1 en § 2, niet naleeft, wordt voor een periode van maximum drie maanden in de uitoefening van zijn mandaat geschorst of definitief van zijn mandaat vervallen verklaard.
De schorsing en de vervallenverklaring treden in werking nadat ze gezag van gewijsde hebben gekregen. De schorsing treedt ten vroegste in werking na de eedaflegging als gemeenteraadslid. Voor de duur van de schorsing verkeert het gemeenteraadslid in een staat van verhindering, zoals bedoeld in artikel 14 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. » HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen
Art. 5.Artikel 37/1 van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2006, wordt vervangen door wat volgt : « Bezwaren tegen de verkiezing en bezwaren inzake de verkiezingsuitgaven worden ingediend bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. De bezwaarprocedure zoals vastgelegd in de artikelen 85ter tot en met 85octies van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat "gemeenteraadslid" wordt gelezen als "provincieraadslid", "gemeenteraad" als "provincieraad", "gemeentelijst" als "provincielijst" en "hoofdstembureau" als "districtshoofdbureau". »
Art. 6.De artikelen 37/1bis tot 37/5 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 7 juli 1994 en gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000 en bij het decreet van 10 februari 2006, worden opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005
Art. 7.Aan artikel 14 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2006 en 23 januari 2009, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° het gemeenteraadslid dat geschorst is op grond van artikel 85quater, § 2 van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932. » HOOFDSTUK V.- Wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005
Art. 8.Aan artikel 14 van het Provinciedecreet van 9 december 2005 wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3° het provincieraadslid dat geschorst is op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 85quater, § 2 van de Gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus 1932. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 30 april 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken : - Voorstel van decreet : 2112 - Nr. 1. - Verslag : 2112 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2112 - Nr. 3.
Handelingen : - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 22 april 2009.