Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 april 2004
gepubliceerd op 02 juni 2004

Decreet betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004201572
pub.
02/06/2004
prom.
29/04/2004
ELI
eli/decreet/2004/04/29/2004201572/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2004. - Decreet betreffende de organisatie van het medisch-sanitair vervoer (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° medisch-sanitair vervoer : elk vervoer van patiënten per ambulance, met uitzondering van het vervoer bedoeld in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening;2° patiënt : elke persoon wiens medische toestand vervoer per ambulance vereist;3° ambulance : voertuig ingericht voor het vervoer van en de zorgverlening aan zieken en gekwetsten.Dat voertuig is uitgerust voor het vervoer van liggende patiënten en van patiënten die een bijzonder medisch toezicht vereisen; 4° dienst voor medisch-sanitair vervoer : elke natuurlijke of rechtspersoon die medisch-sanitair vervoer verricht in het Franse taalgebied van het Waalse Gewest;5° ambulancier : elke persoon die beschikt over de bevoegdheden bedoeld in artikel 4, § 1, 3°, om medisch-sanitair vervoer te verrichten.

Art. 3.§ 1. Elke dienst voor medisch-sanitair vervoer moet erkend zijn.

Om erkend te worden voldoen de diensten voor medisch-sanitair vervoer aan de normen opgelegd bij of krachtens dit decreet.

De erkenning wordt voor maximum vijf jaar door de Regering toegekend. § 2. Een voorlopige erkenning wordt voor een eenmalig hernieuwbare duur van zes maanden toegekend aan de diensten voor niet dringend medisch-sanitair vervoer die een eerste aanvraag indienen. § 3. Als de normen niet in acht worden genomen, kan de Regering de erkenning of de voorlopige erkenning intrekken.

Bij vaststelling van een ernstige overtreding van de normen die schadelijk kan zijn voor de gezondheid of de veiligheid van de vervoerde personen, wordt de erkenning of de voorlopige erkenning onmiddellijk door de Regering ingetrokken. § 4. De Regering bepaalt de procedures voor de toekenning, de intrekking en de dringende intrekking van de erkenning en de voorlopige erkenning. Ze bepaalt eveneens de regels voor de hernieuwing van de erkenning.

Ze geeft betrokken dienst o.a. de mogelijkheid om zijn standpunt te laten gelden vóór elke intrekking van de erkenning of voorlopige erkenning of vóór elke weigering van hernieuwing van de erkenning. § 5. Een administratief beroep wordt ingesteld tegen alle beslissingen tot weigering van erkenning of hernieuwing van erkenning, van intrekking en dringende intrekking van de erkenning of de voorlopige erkenning.

Het beroep tegen de beslissingen tot intrekking is opschortend.

Het beroep tegen de beslissingen tot weigering van de erkenning of tot weigering van hernieuwing van de erkenning, alsook tot dringende intrekking is niet opschortend.

De Regering legt de beroepsprocedures vast.

Zij voorziet o.a. in de mogelijkheid voor betrokken dienst om zijn standpunt te laten gelden.

Art. 4.§ 1. De Regering erkent de diensten voor medisch-sanitair vervoer die voldoen aan de door haar voorgeschreven normen of, als bepaalde normen slechts tijdens de werkingsduur vervuld kunnen worden, aan de diensten die zich ertoe verbinden aan die normen te voldoen en die betrekking hebben op : 1° de tarifering van de diensten, met inachtneming van de kosten voor de tenlasteneming, het aantal afgelegde kilometers en de wijze waarop het berekend wordt, de toelaatbare toeslagen en de maximale kost ervan;2° het aanplakken van de tarieven, alsmede de gegevens die de factuur moet vermelden;3° de vereiste kwalificaties van de ambulanciers en de gelijkstellingen met die kwalificaties, alsook hun permanente opleiding.Bij elke patiëntenvervoer zijn twee personen aanwezig die over de kwalificaties van ambulancier beschikken; 4° de modaliteiten voor de controle op de kwaliteit en de prijs van de geboden diensten;5° de hygiëne;6° de door de diensten voor medisch-sanitair vervoer te vervullen functies;7° de modaliteiten voor de samenwerking met een apotheker;8° de nodige logistieke en menselijke middelen om een vervoer te waarborgen dat aan de gezondheidstoestand van de patiënt beantwoordt;9° de specificiteiten van de ambulance;10° de medische uitrusting van de ambulance. § 2. Om erkend te worden sluiten de diensten voor medisch-sanitair vervoer een verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid voor de dienst en voor elk lid van zijn personeel.

Art. 5.§ 1. Elke belanghebbende kan bij de administratie of bij de Regering een klacht indienen i.v.m. de werking van een dienst voor medisch-sanitair vervoer. Elke klacht wordt door de administratie behandeld.

De klacht is het voorwerp van een bericht van ontvangst binnen tien dagen. § 2. De administratie waar de klacht wordt ingediend verwittigt onmiddellijk de Regering. De verantwoordelijke van de medisch-sanitaire dienst wordt eveneens in kennis gesteld van elke klacht die hem betreft, met inachtneming van de anonimiteit van de klager. § 3. Als er een bemiddelingsmogelijkheid bestaat, kan de administratie aanzetten tot een minnelijke schikking en aanbevelingen formuleren die volgens haar tot een oplossing kunnen leiden. § 4. De administratie bezorgt de Regering een verslag over de gegevens die ze heeft kunnen inwinnen.

De verantwoordelijke van de medisch-sanitaire dienst geeft de administratie zo spoedig mogelijk kennis van de gevolgen die hij aan de klacht heeft gegeven.

De Regering of de administratie geeft de klager en de verantwoordelijke van de medisch-sanitaire dienst kennis van het gevolg dat aan de klacht werd gegeven.

Art. 6.Degenen die een activiteit van medisch-sanitair vervoer uitoefenen zonder erkenning of voorlopige erkenning worden gestraft met drie maanden à twee jaar opsluiting en met een boete van 1.000 à 10.000 euro of slechts met één van die straffen.

Degenen die de andere regels overtreden die bij of krachtens dit decreet worden voorgeschreven, worden gestraft met veertien dagen à zes maanden opsluiting en met een boete van 100 à 1.000 euro of met één van die straffen.

Art. 7.De Regering wijst de ambtenaren en personeelsleden aan die zullen toezien op de naleving van de bepalingen van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan.

Die ambtenaren en personeelsleden mogen de diensten voor medisch-sanitair vervoer de ambulances binnenstappen en verzoeken om alle stukken en gegevens die ze nodig achten om hun opdracht te vervullen.

Ze mogen elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis nuttig is om toezicht uit te oefenen.

Hun vaststellingen worden in een verslag opgenomen en blijven geldig behoudens tegenbewijs. Een afschrift van het verslag wordt naar de overtreder gestuurd binnen veertien dagen na de dag waarop de overtreding is vastgesteld.

Ze mogen een beroep doen op de openbare macht om hun opdracht te vervullen.

De aangewezen ambtenaren hebben de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie hulpofficier van de procureur des Konings. Die ambtenaren moeten voor de vrederechter van hun woonplaats de eed afleggen die bij het decreet van 20 juli 1831 opgelegd wordt.

Art. 8.De Regering bepaalt de regels op grond waarvan de diensten voor medisch-sanitair vervoer die functioneren op de datum van inwerkingtreding van dit decreet hun activiteiten zullen mogen blijven uitoefenen tot de dag waarop over hun aanvraag om erkenning beslist zal worden.

Ze voorziet ook in de overgangsbepalingen voor de kwalificatie en de opleiding van de ambulanciers die hun activiteit uitoefenen op de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 9.De Regering legt de datum van inwerkingtreding van dit decreet vast.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 29 april 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling, Vorming en Huisvesting, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2003-2004 Stukken van de Raad 676 (2003-2004) Nrs.1 tot 7.

Volledig verslag. - Bespreking en stemming. Openbare vergadering van 28 april 2004.

^