gepubliceerd op 06 februari 2017
Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten
23 DECEMBER 2016. - Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het
decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
27/10/2006
pub.
22/01/2007
numac
2006037062
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het
decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
25/04/2014
pub.
27/08/2014
numac
2014035706
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende complexe projecten
type
decreet
prom.
25/04/2014
pub.
23/10/2014
numac
2014036510
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de omgevingsvergunning
sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het
decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
25/04/2014
pub.
27/08/2014
numac
2014035706
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende complexe projecten
type
decreet
prom.
25/04/2014
pub.
23/10/2014
numac
2014036510
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de omgevingsvergunning
sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 3.Aan artikel 4.1.4 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. De administratie beschikt over voldoende expertise om de rapporten te onderzoeken. Als dat nodig is, heeft ze toegang tot voldoende expertise om de rapporten te onderzoeken.".
Art. 4.In artikel 4.1.7, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten, wordt tussen de zinsnede "ook bij de uitwerking ervan," en de woorden "rekening met het goedgekeurde rapport" het woord "terdege" ingevoegd.
Art. 5.Aan artikel 4.3.1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012, worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Bij de milieueffectrapportage over projecten worden de directe en indirecte aanzienlijke effecten van een project geval per geval op passende wijze geïdentificeerd, beschreven en beoordeeld op de volgende disciplines: 1° de bevolking en de menselijke gezondheid;2° de biodiversiteit, met bijzondere aandacht voor de beschermde soorten en habitats, vermeld in bijlage I tot en met IV van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;3° het land, de bodem, het water, de lucht en het klimaat;4° de materiële goederen, het cultureel erfgoed en het landschap;5° de samenhang tussen de disciplines, vermeld in punt 1° tot en met 4°. De effecten op de disciplines, vermeld in het tweede lid, omvatten de verwachte effecten die voortvloeien uit de kwetsbaarheid van het project voor risico's op zware ongevallen of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie.".
Art. 6.Aan artikel 4.3.2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten, vervangen bij het decreet van 23 maart 2012 en gewijzigd bij de decreten van 28 februari 2014 en 25 april 2014, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5. De Vlaamse Regering kan besluiten dit hoofdstuk niet toe te passen op projecten, of projectonderdelen, die uitsluitend bestemd zijn voor defensie, dan wel op projecten die uitsluitend de respons op civiele noodsituaties tot doel hebben, als ze van oordeel is dat de toepassing ervan in die gevallen nadelige gevolgen heeft voor deze doeleinden.".
Art. 7.In artikel 4.3.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 23 maart 2012, 1 maart 2013, 28 februari 2014 en 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.De Vlaamse Regering kan op gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer een welbepaald project dat conform artikel 4.3.2 en dit artikel aan milieueffectrapportage moet worden onderworpen, in uitzonderlijke gevallen vrijstellen van de verplichting tot milieueffectrapportage als de toepassing van de bepalingen over de milieueffectrapportage nadelige gevolgen heeft voor het doel van het project en als aan de doelstellingen, vermeld in dit hoofdstuk, wordt voldaan. De Vlaamse Regering kan de nadere regels over de inhoud van het gemotiveerde verzoek van de initiatiefnemer bepalen.
De Vlaamse Regering gaat in dat geval na of er geen andere vorm van beoordeling geschikt is en stelt de verzamelde informatie ter beschikking van het publiek.
Als het project aanzienlijke effecten kan hebben voor mens of milieu in andere lidstaten van de Europese Unie of in verdragspartijen bij het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, ondertekend in Espoo op 25 februari 1991, of in andere gewesten, of als de bevoegde autoriteiten van die lidstaten, verdragspartijen of gewesten daarom verzoeken, worden de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, verdragspartijen of gewesten betrokken bij de milieueffectrapportageprocedure voor er een beslissing wordt genomen.
De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de vrijstelling, vermeld in het eerste lid, en voor de grens- en gewestgrensoverschrijdende procedure, vermeld in het derde lid."; 2° er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1bis.Een project dat met een specifiek decreet wordt aangenomen, kan door het decreet in kwestie vrijgesteld worden van de bepalingen over de openbare raadpleging over het project-MER, zoals vastgelegd in de toepasselijke vergunningsprocedure, als aan de doelstellingen, vermeld in dit hoofdstuk, wordt voldaan.
Als het project aanzienlijke effecten kan hebben voor mens of milieu in andere lidstaten van de Europese Unie of in verdragspartijen bij het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, ondertekend in Espoo op 25 februari 1991, of in andere gewesten, of als de bevoegde autoriteiten van die lidstaten, verdragspartijen of gewesten daarom verzoeken, worden de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, verdragspartijen of gewesten betrokken bij de milieueffectrapportageprocedure voor er een beslissing wordt genomen."; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zin "De beslissing dat al dan niet een project-MER moet worden opgesteld, wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de wijze, bepaald door de Vlaamse Regering." vervangen door de zin "De beslissing dat al dan niet een project-MER moet worden opgesteld, wordt openbaar gemaakt door de vergunningverlenende overheid."; 4° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Het verzoek, vermeld in paragraaf 3, bevat ten minste: 1° een beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen project, met in het bijzonder: a) een beschrijving van de fysieke kenmerken van het hele project en, als dat relevant is, van sloopwerken;b) een beschrijving van de locatie van het project, met bijzondere aandacht voor de kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project een invloed kan hebben;2° een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen project;3° als er informatie over deze effecten beschikbaar is: een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen project ten gevolge van: a) de verwachte residuen en emissies en de productie van afvalstoffen, als dat van toepassing is;b) het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name bodem, land, water en biodiversiteit;4° in voorkomend geval een beschrijving van de kenmerken van het voorgenomen project of van de geplande maatregelen om te vermijden of te voorkomen wat anders wellicht aanzienlijke milieueffecten zouden zijn geweest. Bij het verzoek, vermeld in paragraaf 3, wordt, als dat relevant is, rekening gehouden met de criteria, vermeld in bijlage II, die bij dit decreet is gevoegd, en wordt, als dat relevant is, rekening gehouden met de beschikbare resultaten van andere relevante beoordelingen van de milieueffecten die zijn gemaakt met toepassing van deze titel of met toepassing van andere gewestelijke of federale regelgeving.
De initiatiefnemer bezorgt het verzoek aan de administratie door betekening of door afgifte tegen ontvangstbewijs."; 5° paragraaf 6 wordt vervangen door wat volgt: " § 6.De administratie neemt onverwijld en uiterlijk binnen een termijn van zestig dagen na de ontvangst van het verzoek, vermeld in paragraaf 3, een beslissing. In voorkomend geval bevat de beslissing ook de voorwaarden die aan de ontheffing zijn verbonden.
Als besloten wordt dat een project-MER moet worden opgesteld, bevat de beslissing de belangrijkste redenen waarom een project-MER moet worden opgesteld, waarbij verwezen wordt naar de relevante criteria, vermeld in bijlage II, die bij dit decreet is gevoegd.
Als besloten wordt dat er geen project-MER hoeft te worden opgesteld, bevat de beslissing de belangrijkste redenen waarom er geen project-MER hoeft te worden opgesteld, waarbij verwezen wordt naar de relevante criteria, vermeld in bijlage II, die bij dit decreet is gevoegd, en, als de initiatiefnemer die heeft voorgesteld, de kenmerken van het project of de geplande maatregelen om te vermijden of te voorkomen wat anders wellicht aanzienlijke nadelige milieueffecten zouden zijn geweest.
De administratie houdt, als dat relevant is, bij de beslissing rekening met de resultaten van voorafgaande controles die zijn verricht of beoordelingen van de effecten op het milieu die zijn gemaakt met toepassing van deze titel of met toepassing van andere gewestelijke of federale regelgeving.
De ontheffing wordt verleend voor een beperkte duur en vervalt als het project niet wordt aangevangen binnen de termijn die in de beslissing is vastgesteld. De ontheffing vervalt in elk geval zodra de initiatiefnemer zijn vergunningsaanvraag niet heeft ingediend binnen een termijn van vier jaar na de ontheffingsbeslissing.
De beslissing wordt binnen een termijn van zeventig dagen na de ontvangst van het verzoek bekendgemaakt, ter inzage gelegd bij de administratie en aan de initiatiefnemer betekend."; 6° in paragraaf 8 worden de woorden "De definitieve beslissing wordt" vervangen door de zinsnede "In de gevallen, vermeld in paragraaf 1 en 6, wordt de definitieve beslissing";7° paragraaf 9 wordt vervangen door wat volgt: " § 9.De administratie zorgt ervoor dat een afschrift van de definitieve beslissing of beslissingen wordt verstuurd naar de Commissie van de Europese Gemeenschap: 1° in de gevallen, vermeld in paragraaf 1: onverwijld en in ieder geval voor de vergunningsbeslissing is genomen; 2° in de gevallen, vermeld in paragraaf 1bis: om de twee jaar na 16 mei 2017."; 8° in paragraaf 10 worden de woorden "de vrijstelling en" opgeheven.
Art. 8.In artikel 4.3.4 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en vervangen bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten, worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden tussen de zinsnede "het project, met inbegrip van" en de woorden "een beknopte beschrijving van" de woorden "de locatie en de technische capaciteit ervan en met inbegrip van" ingevoegd;2° in paragraaf 4, tweede lid, worden tussen de woorden "verleent de administratie een advies over" en de woorden "de informatie die de initiatiefnemer" de woorden "de reikwijdte en het detailleringsniveau van" ingevoegd.
Art. 9.Aan artikel 4.3.6 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. De administratie vervult haar taken op objectieve wijze en ziet erop toe dat ze zich niet bevindt in een situatie die tot een belangenconflict aanleiding geeft.".
Art. 10.In artikel 4.3.7 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Als een milieueffectrapport is vereist, stelt de initiatiefnemer een project-MER op en dient hij die in. De door de initiatiefnemer te verstrekken informatie bevat ten minste: 1° een beschrijving van het project met informatie over de locatie, het ontwerp, de omvang en andere relevante kenmerken van het project;2° een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project;3° een beschrijving van de kenmerken van het project of de geplande maatregelen om de waarschijnlijk aanzienlijke nadelige milieueffecten te vermijden, te voorkomen of te beperken en, als dat mogelijk is, te compenseren;4° een beschrijving van de redelijke alternatieven die de initiatiefnemer heeft onderzocht en die relevant zijn voor het project, en de specifieke kenmerken ervan, met opgave van de belangrijkste motieven voor de gekozen optie, in het licht van de milieueffecten van het project;5° een niet-technische samenvatting van de gegevens, vermeld in punt 1° tot en met 4° ;6° alle aanvullende informatie als vermeld in bijlage IIbis, die bij dit decreet is gevoegd, die van belang is voor de specifieke kenmerken van een bepaald project of projecttype en voor de milieuaspecten die daardoor kunnen worden beïnvloed. Als er een advies wordt uitgebracht met toepassing van artikel 4.3.4, § 4, is het project-MER gebaseerd op dat advies en bevat het de informatie die redelijkerwijs mag worden vereist om tot een gemotiveerde conclusie over de aanzienlijke milieueffecten van het project te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de bestaande kennis en beoordelingsmethodes. Om overlappingen van beoordelingen te voorkomen, houdt de initiatiefnemer bij het opstellen van het project-MER rekening met de beschikbare resultaten van andere uitgevoerde relevante beoordelingen met toepassing van deze titel of met toepassing van andere gewestelijke of federale regelgeving.".
Art. 11.In artikel 4.6.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden paragraaf 1 en 2 vervangen door wat volgt: " § 1. Er wordt over een project of over categorieën van projecten die gedurende een bepaalde periode zijn uitgevoerd, die aanzienlijke nadelige milieueffecten kunnen veroorzaken en waarvoor een project-MER is opgesteld, een evaluatie of een monitoringonderzoek georganiseerd van de aanzienlijke nadelige milieueffecten ten gevolge van de bouw en exploitatie van het project of de projecten.
Als dat passend is, kan worden gebruikgemaakt van bestaande monitoringregelingen op grond van andere wetgeving om overlapping van monitoring te vermijden. § 2. Het soort parameters dat wordt gemonitord, en de looptijd van de monitoring moeten evenredig zijn met de aard, de locatie en de omvang van het project en met het belang van de milieueffecten.".
Art. 12.Bijlage II bij hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/12/2002 pub. 13/02/2003 numac 2003035183 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 maart 2012, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit decreet is gevoegd.
Art. 13.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 12 juni 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/06/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015035963 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen sluiten, wordt een bijlage IIbis ingevoegd, die als bijlage 2 bij dit decreet is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten
Art. 14.In artikel 47bis, § 3, van het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2014 pub. 04/09/2014 numac 2014035673 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming type decreet prom. 28/03/2014 pub. 22/08/2014 numac 2014035709 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de landinrichting sluiten, worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Als besloten wordt dat een project-MER moet worden opgesteld, bevat de beslissing van de OVAM, vermeld in het eerste lid, de belangrijkste redenen waarom een project-MER moet worden opgesteld, waarbij verwezen wordt naar de relevante criteria, vermeld in bijlage II bij het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid.
Als besloten wordt dat er geen project-MER hoeft te worden opgesteld, bevat de beslissing van de OVAM de belangrijkste redenen waarom er geen project-MER hoeft te worden opgesteld, waarbij verwezen wordt naar de relevante criteria, vermeld in bijlage II bij het voormelde decreet, en, als de exploitant die heeft voorgesteld, de kenmerken van het project of de geplande maatregelen om te vermijden of te voorkomen wat anders wellicht aanzienlijke nadelige milieueffecten zouden zijn geweest.
De OVAM houdt bij de beslissing, vermeld in het eerste lid, als dat relevant is, rekening met de resultaten van voorafgaande controles die zijn verricht of beoordelingen van de effecten op het milieu die zijn gemaakt met toepassing van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid of met toepassing van andere gewestelijke of federale regelgeving.".
Art. 15.In artikel 47ter, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2014 pub. 04/09/2014 numac 2014035673 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming type decreet prom. 28/03/2014 pub. 22/08/2014 numac 2014035709 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de landinrichting sluiten, worden de tekens "4.3.4, § 5" vervangen door de tekens "4.3.4, § 2".
Art. 16.In artikel 50 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2014 pub. 04/09/2014 numac 2014035673 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming type decreet prom. 28/03/2014 pub. 22/08/2014 numac 2014035709 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de landinrichting sluiten, wordt paragraaf 1bis vervangen door wat volgt: " § 1bis. Als het bodemsaneringsproject activiteiten omvat waarvoor een project-MER is vereist, wordt de termijn van negentig dagen, vermeld in paragraaf 1, verlengd tot 150 dagen na de ontvangst van het ontvankelijke en volledige bodemsaneringsproject. In het conformiteitsattest van het bodemsaneringsproject neemt de OVAM een gemotiveerde conclusie over de aanzienlijke effecten van het project op het milieu. Ze houdt daarbij rekening met het advies van de administratie die bevoegd is voor milieueffectrapportage, met de adviezen van de adviesverlenende instanties en met de inspraak in het kader van het openbaar onderzoek.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten
Art. 17.In het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten wordt een artikel 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 6/1.De bevoegde overheid, vermeld in artikel 6, vervult haar taken voortvloeiende uit richtlijn 2011/92/EU op objectieve wijze en ziet erop toe dat ze zich niet bevindt in een situatie die tot een belangenconflict aanleiding geeft.".
Art. 18.In artikel 23, derde lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 4° wordt de zinsnede "met inbegrip van een samenvatting van deze opmerkingen, adviezen en overwegingen" toegevoegd;2° aan punt 9° wordt de zinsnede "met inbegrip van een beschrijving van alle kenmerken van het ontwerp van projectbesluit en/of de geplande maatregelen om aanzienlijke nadelige effecten op het milieu te vermijden, te voorkomen of te beperken en, als dat mogelijk is, te compenseren" toegevoegd.
Art. 19.Aan artikel 26, derde lid, van hetzelfde decreet worden de volgende zinsnede en zin toegevoegd: "en bevat bovendien een gemotiveerde conclusie over de aanzienlijke effecten van het project op het milieu. Bij het nemen van de gemotiveerde conclusie wordt rekening gehouden met de beslissing over de goedkeuring van het MER van de dienst die bevoegd is voor milieueffectrapportage, en met de adviezen en de inspraak in het kader van het projectbesluit.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning
Art. 20.In het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning wordt een artikel 15/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 15/1.Voor de kennisneming van en de beslissing over een vergunningsaanvraag voor een project of voor de verandering van een project, waarvoor overeenkomstig artikel 15 het college van burgemeester en schepenen bevoegd is, is evenwel de deputatie bevoegd als voldaan is aan volgende twee voorwaarden: 1° voor het project moet een milieueffectrapport worden opgesteld en is er geen ontheffing van de rapportageverplichting verkregen;2° het college van burgemeester en schepenen is initiatiefnemer en aanvrager van het project. Voor de kennisneming van en de beslissing over een vergunningsaanvraag voor een project of voor de verandering van een project, waarvoor overeenkomstig artikel 15 de deputatie bevoegd is, is evenwel de Vlaamse Regering bevoegd als voldaan is aan volgende twee voorwaarden: 1° voor het project moet een milieueffectrapport worden opgesteld en is er geen ontheffing van de rapportageverplichting verkregen; 2° de deputatie is initiatiefnemer en aanvrager van het project.". HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 21.In artikel 394 van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Milieueffectrapportages over projecten waarvoor de kennisgeving, vermeld in artikel 4.3.4, § 2, van het DABM, ter beschikking is gesteld van de administratie die bevoegd is voor milieueffectrapportage, vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van de terbeschikkingstelling van de kennisgeving.".
Art. 22.§ 1. Milieueffectrapportages over projecten waarvoor de project-m.e.r.-screeningsnota, vermeld in artikel 4.3.3, § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ter beschikking is gesteld van de bevoegde overheid vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van de terbeschikkingstelling van de project-m.e.r.-screeningsnota.
Milieueffectrapportages over projecten waarvoor het gemotiveerde verzoek tot ontheffing, vermeld in artikel 4.3.3, § 3, van het voormelde decreet van 5 april 1995, ter beschikking is gesteld van de administratie die bevoegd is voor milieueffectrapportage, vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van de terbeschikkingstelling van het gemotiveerde verzoek tot ontheffing. § 2. Milieueffectrapportages over projecten waarvoor de kennisgeving, vermeld in artikel 4.3.4, § 2, van het voormelde decreet van 5 april 1995, ter beschikking is gesteld van de administratie die bevoegd is voor milieueffectrapportage, vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van de terbeschikkingstelling van de kennisgeving.
Art. 23.Milieueffectrapportages over complexe projecten waarvoor de projectonderzoeksnota bezorgd werd aan de dienst bevoegd voor milieueffectrapportage overeenkomstig artikel 18, § 2, van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van het bezorgen van de alternatievenonderzoeksnota.
Art. 24.Milieueffectrapportages over bodemsaneringsprojecten waarvoor de kennisgeving bezorgd werd aan de OVAM overeenkomstig het besluit dat genomen werd krachtens artikel 48 van het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die van toepassing was op de datum van de indiening van het bodemsaneringsproject.
Art. 25.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 december 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Documenten. - Ontwerp van decreet, 965 - Nr. 1. - Verslag, 965 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 965 - Nr.3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 14 december 2016.
Bijlage 1 en 2 bij het decreet van 23 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten Bijlage 1 bij het decreet van 23 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten Bijlage II bij het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid "Bijlage II. - Criteria als vermeld in artikel 4.3.2, § 1, § 2, § 2bis, § 3, § 3bis en § 4 De criteria overeenkomstig artikel 4.3.2, § 1, § 2, § 2bis, § 3, § 3bis en § 4, zijn: 1° de kenmerken van de projecten.Bij de kenmerken van de projecten moeten in het bijzonder de volgende aspecten in overweging worden genomen: a) de omvang en het ontwerp van het hele project;b) de cumulatie met andere bestaande of goedgekeurde projecten;c) het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name land, bodem, water en biodiversiteit;d) de productie van afvalstoffen;e) verontreiniging en hinder;f) de risico's op zware ongevallen of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie, waaronder rampen die worden veroorzaakt door klimaat-verandering, in overeenstemming met wetenschappelijke kennis;g) de risico's voor de menselijke gezondheid (bijvoorbeeld als gevolg van waterverontreiniging of luchtvervuiling);2° de locatie van de projecten.Bij de mate van kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop de projecten van invloed kunnen zijn, moeten in het bijzonder de volgende aspecten in overweging worden genomen: a) het bestaande en goedgekeurde landgebruik;b) de relatieve rijkdom aan en de beschikbaarheid, de kwaliteit en het regeneratievermogen van natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van bodem, land, water en biodiversiteit) in het gebied en de ondergrond ervan;c) het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor de volgende types van gebieden: 1) wetlands, oeverformaties, riviermondingen;2) kustgebieden en het mariene milieu;3) berg en bosgebieden;4) natuurreservaten en parken;5) gebieden die in de wetgeving van de lidstaten zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd;6) Natura 2000-gebieden die zijn aangewezen krachtens het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;7) gebieden waarin de milieukwaliteitsnormen die in de wetgeving van de Unie zijn vastgesteld en die relevant zijn voor het project, niet worden nagekomen of worden beschouwd als nietnagekomen;8) gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid;9) landschappen en plaatsen van historisch, cultureel of archeologisch belang;3° de soort en de kenmerken van het potentiële effect.De waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van projecten moeten, in samenhang met de criteria, vermeld in punt 1° en 2°, in aanmerking worden genomen, met aandacht voor het effect van het project op de disciplines, vermeld in artikel 4.3.1, tweede lid, met inachtneming van: a) de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (bijvoorbeeld geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden);b) de aard van het effect;c) het grensoverschrijdende karakter van het effect;d) de intensiteit en de complexiteit van het effect;e) de waarschijnlijkheid van het effect;f) de verwachte aanvang, de duur, de frequentie en de omkeerbaarheid van het effect;g) de cumulatie van effecten met de effecten van andere bestaande of goedgekeurde projecten; h) de mogelijkheid om de effecten doeltreffend te verminderen.".
Gezien om gevoegd te worden bij het decreet van 23 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodem bescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten.
Brussel, 23 december 2016.
De ministerpresident van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage 2 bij het decreet van 23 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten Bijlage IIbis bij het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid "Bijlage IIbis. - Informatie op te nemen in het project-MER als vermeld in artikel 4.3.7, § 1 1° een beschrijving van het project, met in het bijzonder: a) een beschrijving van de locatie van het project;b) een beschrijving van de fysieke kenmerken van het hele project, en, als dat relevant is, met inbegrip van de vereiste sloopwerken, en de eisen met betrekking tot landgebruik tijdens de bouw en bedrijfsfasen;c) een beschrijving van de voornaamste kenmerken van de bedrijfsfase van het project (met name productieprocessen), bijvoorbeeld energievraag en energieverbruik, aard en hoeveelheden van de gebruikte materialen en natuurlijke hulpbronnen (waaronder water, land, bodem en biodiversiteit);d) een prognose van de soort en de hoeveelheid van de verwachte residuen en emissies (zoals water, lucht, bodem en ondergrondverontreiniging, geluidshinder, trillingen, licht, warmte, straling) en de hoeveelheden en soorten afvalstoffen die geproduceerd zijn tijdens de bouw en bedrijfsfasen;2° een beschrijving van de door de opdrachtgever onderzochte redelijke alternatieven (bijvoorbeeld met betrekking tot het projectontwerp, de technologie, de locatie, de omvang en de schaal) die relevant zijn voor het voorgestelde project en de specifieke kenmerken ervan, en een opgave van de belangrijkste redenen voor de selectie van de gekozen optie, met inbegrip van een vergelijking van de milieueffecten; 3° een beschrijving van de relevante aspecten van de huidige toestand van het milieu (referentiescenario) en een schets van de mogelijke ontwikkeling daarvan als het project niet wordt uitgevoerd voor zover natuurlijke veranderingen van het referentiescenario redelijkerwijs kunnen worden beoordeeld op basis van de beschikbaarheid van milieuinformatie en wetenschappelijke kennis; 4° een beschrijving van de disciplines, vermeld in artikel 4.3.1, tweede lid, waarop het project van aanzienlijke invloed kan zijn: bevolking, menselijke gezondheid, biodiversiteit (bijvoorbeeld fauna en flora), land (bijvoorbeeld ruimte-beslag), bodem (bijvoorbeeld organisch materiaal, erosie, verdichting, afdekking), water (bijvoorbeeld hydromorfologische veranderingen, kwantiteit en kwaliteit), lucht, klimaat (bijvoorbeeld broeikasgasemissies, effecten die van belang zijn voor adaptatie), materiële goederen, cultureel erfgoed, inclusief architectonische en archeologische aspecten, en het landschap; 5° een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project ten gevolge van, onder meer: a) de bouw en het bestaan van het project, met inbegrip van, als dat relevant is, sloopwerken;b) het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name land, bodem, water en biodiversiteit, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de duurzame beschikbaarheid van die hulpbronnen;c) de uitstoot van verontreinigende stoffen, geluidshinder, trillingen, licht, warmte, straling, het ontstaan van milieuhinder en het verwijderen en terugwinnen van afvalstoffen;d) de risico's voor de menselijke gezondheid, het cultureel erfgoed of het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen of rampen);e) de cumulatie van effecten met andere bestaande of goedgekeurde projecten, waarbij rekening wordt gehouden met alle bestaande milieuproblemen met betrekking tot gebieden die vanuit milieuoogpunt van bijzonder belang zijn en waarop het project van invloed kan zijn, of met het gebruik van natuurlijke hulpbronnen;f) het effect van het project op het klimaat (bijvoorbeeld de aard en de omvang van emissies van broeikasgassen) en de kwetsbaarheid van het project voor klimaatverandering;g) de gebruikte technologieën en stoffen;6° een beschrijving van de methoden of bewijsstukken die gebruikt zijn voor de identificatie en de beoordeling van de aanzienlijke milieueffecten, met inbegrip van een overzicht van de moeilijkheden (bijvoorbeeld technische gebreken of ontbrekende kennis) die zijn ondervonden bij het verzamelen van de vereiste informatie en de belangrijkste onzekerheden;7° een beschrijving van de geplande maatregelen om alle geïdentificeerde aanzienlijke nadelige milieueffecten te vermijden, te voorkomen, te beperken of zo mogelijk te compenseren en, in voorkomend geval, van eventuele voorgestelde monitoringsregelingen (bijvoorbeeld de voorbereiding van een postproject analyse).In die beschrijving moet worden uitgelegd in welke mate aanzienlijke nadelige milieueffecten worden vermeden, voorkomen, beperkt of gecompenseerd, zowel in de bouwfase als in de bedrijfsfase; 8° een beschrijving van de verwachte aanzienlijke nadelige milieueffecten van het project die voortvloeien uit de kwetsbaarheid van het project voor risico's op zware ongevallen of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie.Daarvoor kan gebruikgemaakt worden van beschikbare relevante informatie die is verkregen met toepassing van het samenwerkingsakkoord van 5 juni 2015Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/06/2015 pub. 20/08/2015 numac 2015021040 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken of de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leef milieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle of overeenkomstig andere uitgevoerde relevante beoordelingen die zijn gemaakt met toepassing van titel IV of met toepassing van andere gewestelijke of federale regelgeving, als aan de vereisten, vermeld in titel IV, hoofdstuk III, wordt voldaan. In voorkomend geval moet de beschrijving de geplande maatregelen ter voorkoming of verzachting van de aanzienlijke nadelige milieueffecten van dergelijke gebeurtenissen omvatten, alsook details over de paraatheid en het voorgenomen reactievermogen bij dergelijke noodsituaties; 9° een niet-technische samenvatting van de informatie die verstrekt is conform punt 1° tot en met 8° ;10° een referentielijst waarin de bronnen worden vermeld die zijn gebruikt voor de in het rapport opgenomen beschrijvingen en beoordelingen. De beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten, vermeld in punt 5°, op de disciplines, vermeld in artikel 4.3.1, tweede lid, moet betrekking hebben op de directe en, in voorkomend geval, de indirecte, secundaire, cumulatieve en grensoverschrijdende effecten op korte termijn, middellange termijn en lange termijn, permanente en tijdelijke, positieve en negatieve effecten van het project. De aanzienlijke milieueffecten worden onder meer beoordeeld in het licht van de conform titel II, hoofdstuk II, vastgestelde milieukwaliteitsnormen.
Gezien om gevoegd te worden bij het decreet van 23 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende de omgevingsvergunning en het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 27/08/2014 numac 2014035706 bron vlaamse overheid Decreet betreffende complexe projecten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 23/10/2014 numac 2014036510 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de omgevingsvergunning sluiten betreffende complexe projecten, wat betreft de milieueffectrapportage van bepaalde openbare en particuliere projecten.
Brussel, 23 december 2016.
De ministerpresident van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE