gepubliceerd op 26 april 2024
Decreet over de weginfrastructuur en het wegenbeleid en de waterinfrastructuur en het waterbeleid
22 MAART 2024. - Decreet over de weginfrastructuur en het wegenbeleid en de waterinfrastructuur en het waterbeleid (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet over de weginfrastructuur en het wegenbeleid en de waterinfrastructuur en het waterbeleid HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 12 juli 1956Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1956 pub. 06/07/2011 numac 2011000414 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen sluiten tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen
Art. 2.In artikel 4, § 2, van de wet van 12 juli 1956Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1956 pub. 06/07/2011 numac 2011000414 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen sluiten tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen wordt na de woorden "in verband met de dienst van de autosnelweg" de zinsneden ", hetzij voor de plaatsing van installaties voor hernieuwbare energie of telecommunicatie. Een afwijking kan alleen worden toegestaan voor zover deze verenigbaar is met de functie van de autosnelweg" ingevoegd. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968
Art. 3.In artikel 29quater, § 2, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, ingevoegd bij het decreet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten6, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° de snelheidsovertreding wordt begaan door meerderjarige natuurlijke personen, vermoed of aangeduid overeenkomstig artikel 67bis en 67ter;".
Art. 4.In artikel 38, § 1, eerste lid, 5°, van dezelfde wet, gecoördineerd op 16 maart 1968, vervangen bij de wet van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2003 pub. 25/02/2003 numac 2003014044 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid type wet prom. 07/02/2003 pub. 21/01/2004 numac 2003015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Belgische Regering en de Macedonische Regering, en de Bijlage, ondertekend te Brussel op 22 oktober 1998 (2) type wet prom. 07/02/2003 pub. 14/10/2003 numac 2003015130 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Nieuw-Zeeland inzake luchtvervoer, en de Bijlage, ondertekend te Wellington op 4 juni 1999 (2) type wet prom. 07/02/2003 pub. 04/12/2003 numac 2003015196 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Staat Bahrein inzake luchtvervoer, en de Bijlage, ondertekend te Brussel op 30 juni 1998 (2) type wet prom. 07/02/2003 pub. 14/10/2003 numac 2003015090 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Oezbekistan, en de Bijlage, ondertekend te Brussel op 14 november 1996 (2) type wet prom. 07/02/2003 pub. 14/10/2003 numac 2003015093 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Zuid-Afrika inzake luchtvervoer, en de Bijlage, ondertekend te Brussel op 2 mei 2000 (2) type wet prom. 07/02/2003 pub. 18/09/2003 numac 2003015097 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Kroatië inzake luchtvervoer, en de Bijlage, ondertekend te Zagreb op 12 maart 1996 (2) sluiten en gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2005 en 4 juni 2007, wordt de zinsnede "artikelen 30, § 1 of 33, § 1, 33, § 3, 1° " vervangen door de zinsnede "artikel 30, § 1 en § 2, 1°, artikel 33, § 1 of § 3, 1° ". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen
Art. 5.In artikel 1 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4bis wordt het derde lid opgeheven;2° er wordt een paragraaf 4ter ingevoegd, die luidt als volgt: " § 4ter.De Vlaamse Regering kan, met het oog op de uitvoering van de bevoegdheden en de taken, vermeld in deze wet of met het oog op de uitvoering van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, retributies bepalen in het kader van: 1° de behandeling van een aanvraag tot, de vernieuwing of uitbreiding van of het toezicht op een erkenning, vergunning, aanwijzing, validatie of de goedkeuring van een voertuig;2° de overeenstemming van productie;3° het opstellen en uitreiken van documenten of het wijzigen van gegevens;4° de kosten van technische controle of technische keuring;5° aanvragen van toelatingen of afwijkingen;6° opleidingen of examens. De Vlaamse Regering bepaalt het tarief en de betalingswijze van de retributies, vermeld in het eerste lid, en ook de procedure bij niet-betaling ervan.
De retributies, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, en 5°, zijn verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de aanvraag indient, door de houder van de erkenning, de vergunning of de aanwijzing of door de begunstigde van de dienst.
De retributies, vermeld in het eerste lid, 4°, zijn verschuldigd door de persoon die een voertuig voor keuring aanbiedt of door de natuurlijke persoon of rechtspersoon op wiens naam het voertuig dat aangeboden wordt voor keuring, is ingeschreven.
De retributies, vermeld in het eerste lid, 6°, zijn verschuldigd door de deelnemer aan de opleiding of het examen."; 3° paragraaf 7 wordt vervangen door wat volgt: " § 7.Met het oog op de uitvoering van de bevoegdheden en de taken, vermeld in deze wet of met het oog op de uitvoering van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden de volgende gegevens verwerkt: 1° de gegevens over erkenningen, vergunningen, aanwijzingen, validaties, toelatingen, afwijkingen, opleidingen of examens;2° de gegevens over het toezicht op de naleving van de technische voorschriften voor voertuigen en de technische keuring;3° de gegevens van het voertuig en de gegevens van de houder van dat voertuig;4° alle informatie over het toezicht, de vaststellingen, de sancties en de maatregelen. Bij de verwerking van de gegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen rijksregistergegevens worden verzameld en verwerkt, als dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de bevoegdheden en de taken, vermeld in deze wet of met het oog op de uitvoering van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Voor het toezicht op de naleving van de technische voorschriften voor voertuigen en de technische keuring, vermeld in het eerste lid, 2°, kunnen ook medische gegevens als vermeld in artikel 9, lid 1, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), worden verwerkt.
De Vlaamse Regering wijst de bevoegde overheden en instanties die belast zijn met een taak van openbaar belang ter uitvoering van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan aan die de verwerkingsverantwoordelijken, vermeld in artikel 4, 7), van de voormelde verordening, zijn voor de verwerking van de gegevens, vermeld in het eerste lid.
Bij de uitvoering van de doeleinden, vermeld in het eerste lid, kan de instantie, vermeld in het vierde lid, gegevens in verband met de voertuigen en gegevens over de houders van het voertuig opvragen bij en uitwisselen met de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen en andere bevoegde overheden en instanties die belast zijn met een taak van openbaar belang ter uitvoering van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
De Vlaamse Regering kan de doeleinden van de verwerking, vermeld in het eerste lid, nader regelen.
De persoonsgegevens die verbonden zijn aan een erkenning, vergunning, aanwijzing, toelating, afwijking, opleiding of examen, worden niet langer bewaard dan vijf jaar nadat de geldigheid van de voormelde erkenning, vergunning, aanwijzing, toelating, afwijking, opleiding of examen is verstreken. Persoonsgegevens die geen betrekking hebben op de voormelde erkenning, vergunning, aanwijzing, toelating, afwijking, opleiding of examen en de persoonsgegevens over het toezicht op de naleving van de technische voorschriften voor voertuigen en de technische keuring kunnen gedurende de levenscyclus van het voertuig worden bewaard. De gegevens van een dossier over de handhaving van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden niet langer dan twintig jaar bewaard na de laatste daad van toezicht, opsporing, vaststelling of vervolging voor de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de verwerking. De persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt.
De Vlaamse Regering kan de bewaartermijn nader bepalen.".
Art. 6.In artikel 4bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. De strafvordering vervalt bij de overtredingen, vermeld in paragraaf 1, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de som, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, is betaald;2° voor de door de Vlaamse Regering aangewezen overtredingen is de vastgestelde inbreuk geregulariseerd binnen de termijn die de Vlaamse Regering heeft vastgesteld;3° de betrokkene heeft binnen een maand te rekenen vanaf de dag waarop aan punt 1° en, voor de door de Vlaamse Regering aangewezen overtredingen, aan punt 1° en 2° voldaan is, geen kennisgeving ontvangen van het openbaar ministerie dat er een voornemen is om de strafvordering in te stellen.De kennisgeving gebeurt bij een ter post aangetekende brief en wordt geacht te zijn ontvangen op de eerste werkdag na de dag van de afgifte op de post.
De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en nadere regels over de regularisatie van de inbreuk, vermeld in punt 2°.
In dit artikel wordt verstaan onder werkdag: elke dag, uitgezonderd zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen als vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods, bootman en diepzeeloods
Art. 7.In artikel 7 van het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende de brevetten van havenloods, bootman en diepzeeloods, gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 26/10/2006 numac 2006036572 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 2ter ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2ter.Voor de deelname aan het examen is de aanvrager een vergoeding verschuldigd van 1460 euro. Van dat bedrag komt 25 procent toe aan de bevoegde instantie. De aanvrager van een verklaring van vrijstelling legt het bewijs van betaling voor bij de aanvraag."; 2° paragraaf 2ter, ingevoegd bij punt 1°, wordt opgeheven;3° er wordt een paragraaf 2quater ingevoegd, die luidt als volgt: " § 2quater.Elke deelname aan de bekwaamheidsproef om een algemene vrijstelling te verkrijgen, is afhankelijk van de betaling van een retributie.
Het bedrag van de retributie, vermeld in het eerste lid, staat in verhouding tot de administratieve kosten voor de behandeling van de aanvraag voor de verklaring van vrijstelling en de organisatie van de bekwaamheidsproef, vermeld in het eerste lid.
Het bedrag van de retributie, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari automatisch geïndexeerd overeenkomstig de Belgische consumptieprijsindex, op basis van het indexcijfer van de maand december van het voorafgaande jaar (basis 2013 = 100). Het verkregen resultaat wordt tot de hogere euro afgerond.
De Vlaamse Regering stelt het tarief en de nadere modaliteiten van de retributie, vermeld in het eerste lid, vast.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035821 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035825 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht
Art. 8.In artikel 5, § 2, tweede lid, van het decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035821 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035825 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2016 en 26 april 2019, wordt een punt 8° septies ingevoegd, dat luidt als volgt: "8° septies het optreden als de vervolgingsinstantie en beboetingsinstantie, vermeld in artikel 135, eerste lid, van het Scheepvaart decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten7;".
Art. 9.Aan artikel 5bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten1 en gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° voor de taken, vermeld in artikel 5, § 2, tweede lid, 8° septies, binnen het ambtsgebied, vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid, en binnen het Belgische gedeelte van het gebied bepaald in artikel 3 van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied, ondertekend in Middelburg op 21 december 2005, en de IJzermonding tot aan de landzijde van de basislijn.". HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014182 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 12/08/2014 numac 2014000573 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014181 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer
Art. 10.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014182 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 12/08/2014 numac 2014000573 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014181 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, bekrachtigd bij de wet van 21 december 2006 en het laatst gewijzigd bij de wet van 24 januari 2022, wordt een punt 39° /3 ingevoegd, dat luidt als volgt:
39° /3 De maximaal toegelaten massa op het onderbord bij het verkeersbord C23 overschrijden. 5 en 68.3 (onderbord bij het verkeers- bord C23)
". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het
decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/06/2006
pub.
26/10/2006
numac
2006036572
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum
sluiten betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum
Art. 11.Aan hoofdstuk 1 van het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 26/10/2006 numac 2006036572 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum sluiten betreffende de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen en de organisatie van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum, gewijzigd bij de decreten van 6 juli 2012 en 12 juli 2013, wordt een artikel 3bis toegevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 3bis.De Vlaamse Regering kan voor de materies die bij dit decreet worden geregeld, de nodige maatregelen nemen ter uitvoering van internationale standaarden of van verplichtingen die voortvloeien uit de internationale verdragen, vermeld in artikel 3, en de internationale akten die krachtens die verdragen tot stand komen.
De Vlaamse Regering kan aan de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied en binnen het havengebied aan de havenkapiteinsdienst verplichtingen opleggen over de volgende aspecten om onder meer uitvoering te geven aan de toepasselijke internationale en Unierechtelijke verplichtingen: 1° de werking van het verkeersbegeleidingssysteem in het VBS-werkingsgebied, respectievelijk over de werking van het verkeersbegeleidingssysteem binnen het havengebied;2° de eisen waaraan de uitrusting van het verkeersbegeleidingssysteem binnen het VBS-werkingsgebied, respectievelijk binnen het havengebied moet voldoen, met inbegrip van de technische apparatuur en de infrastructuur; 3° andere vereisten dan de vereisten, vermeld in punt 1° en 2°, waaraan de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied respectievelijk de havenkapiteinsdienst moet voldoen.".
Art. 12.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, bekrachtigd bij het decreet van 3 juli 2020, wordt een artikel 4ter ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4ter.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder: 1° accreditatie van een VBS-opleidingscentrum: de formele bevestiging door de bevoegde instantie, vermeld in de paragraaf 2, eerste lid, dat een VBS-opleidingscentrum werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem om de VBS-opleidingen doeltreffend te verstrekken, en daarvoor voldoet aan de vereiste voorwaarden;2° goedkeuring van een VBS-opleiding: de formele bevestiging door de bevoegde instantie, vermeld in de paragraaf 2, eerste lid, dat een VBS-opleidingscentrum voldoet aan de normen van IALA voor de implementatie, het verschaffen en de beoordeling van een VBS-opleiding;3° IALA: International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities, in het Nederlands Internationale Associatie voor Autoriteiten voor Maritieme Navigatiehulpmiddelen en Vuurtorens, zoals die wordt omgevormd naar een gouvernementele organisatie, International Organization for Marine Aids to Navigation, of in het Nederlands de Internationale Organisatie voor Maritieme Navigatiehulpmiddelen voor de scheepvaart;4° VBS-opleiding: elke opleiding die een personeelslid die belast is met het begeleiden van de scheepvaart, nodig heeft om te kunnen worden beschouwd als bekwaam voor de uitvoering van de functie. § 2. De Vlaamse Regering wijst de bevoegde instantie aan die belast is met al de volgende aspecten: 1° de accreditatie van de VBS-opleidingscentra;2° de goedkeuring van VBS-opleidingen;3° de controle en aanvaarding van certificaten en kwalificaties van de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart. De Vlaamse Regering kan, in overeenstemming met internationaal vastgestelde bepalingen, zoals die zijn opgenomen in de toepasselijke IALA-standaarden en de eraan verbonden IALA-aanbevelingen, -richtlijnen en modelcursussen: 1° de voorwaarden bepalen waaraan personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart, moeten voldoen en de VBS-opleidingen die moeten worden gevolgd om gekwalificeerd te zijn voor de uitoefening van de functie.In die voorwaarden zijn ook de voorwaarden voor het behoud van de kwalificaties voor de uitvoering van de functie begrepen; 2° de nadere regels bepalen voor de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart voor het verkrijgen van hun persoonlijk trainingsoverzicht en om persoonlijk trainingslogboek bij te houden door de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst waarbij de houder werkt;3° de voorwaarden en de procedure bepalen voor de accreditatie van VBS-opleidingscentra en de goedkeuring van VBS-opleidingen, met inbegrip van: a) de organisatie van audits voor het verkrijgen van de accreditatie of de goedkeuring;b) de voorwaarden en de procedure voor de goedkeuring van de VBS-opleidingen die kunnen worden gegeven door de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, aan de eigen personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart;c) de voorwaarden en de procedure bepalen voor de vernieuwing, schorsing en intrekking van een accreditatie van een VBS-opleidingscentrum, of van een goedkeuring van een VBS-opleiding;4° de voorwaarden en de procedure bepalen voor de uitreiking van certificaten, voor de vernieuwing, schorsing en intrekking van certificaten en voor vermeldingen in het persoonlijk trainingsoverzicht, vermeld in punt 2° ;5° de geldigheidsduur vaststellen van de verschillende documenten die zijn uitgereikt en de gegevens die erin vermeld moeten worden;6° een controlemechanisme uitwerken voor certificaten die niet zijn behaald bij een VBS-opleidingscentrum die door de bevoegde instantie, vermeld in het eerste lid, is geaccrediteerd, of voor een VBS-opleiding die de bevoegde instantie, vermeld in het eerste lid, heeft goedgekeurd. § 3. Met het oog op de uitvoering van de bevoegdheden en de taken, vermeld in dit artikel of met het oog op de uitvoering van dit artikel en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden persoonsgegevens verwerkt. De verwerking van de persoonsgegevens in dit kader is beperkt tot de persoonsgegevens die nodig zijn voor het dos- sierbeheer als taak van algemeen belang.
De verwerking van de persoonsgegevens in het kader van het eerste lid is nodig voor al de volgende aspecten: 1° om een accreditatie van een VBS-opleidingscentrum te verlenen en om een goedkeuring aan een VBS-opleiding te verlenen;2° voor audits in het kader van de accreditatie van een VBS-opleidingscentrum of een goedkeuring van een VBS-opleiding;3° om te verifiëren of de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart beschikken over de benodigde kwalificaties voor hun functie. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit artikel heeft, afhankelijk van de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens nodig zijn voor elk van de verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers, vermeld in dit artikel, betrekking op de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° identificatiegegevens, met inbegrip van documenten met een uniek identificatienummer die gelinkt kunnen worden aan de persoon;2° opleidings- en kwalificatiegegevens, met inbegrip van de relevante vermeldingen op certificaten of in persoonlijke trainingsoverzichten;3° contactgegevens. De Vlaamse Regering kan de categorieën en de verwerkingen, vermeld in het tweede en derde lid, nader omschrijven. § 4. De persoonsgegevens die de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, in het kader van dit artikel bijhouden, zijn uitsluitend toegankelijk voor: 1° de eigen personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart voor hun eigen gegevens;2° de eigen personeelsleden die betrokken zijn bij de opleiding, kwalificatie, inzet of verloning van een personeelslid dat belast is met het begeleiden van de scheepvaart. De persoonsgegevens van de contactpersonen bij een VBS-opleidingscentrum en bij de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, in het kader van het verkrijgen van een accreditatie van een VBS-opleidingscentrum of van een goedkeuring van een VBS-opleiding, zijn uitsluitend toegankelijk voor: 1° de personeelsleden van de bevoegde instantie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die betrokken zijn bij de behandeling van de aanvraag;2° de auditoren die instaan voor de uitvoering van de audit. Elk VBS-opleidingscentrum beschermt de beoordelingsoverzichten van elke leerling afdoende en verzekert dat die alleen toegankelijk zijn voor de volgende personen die daarvoor geautoriseerd zijn: 1° de eigen lesgevers en beoordelaars, die instaan voor de VBS-opleiding binnen het opleidingscentrum;2° de personeelsleden van de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, die hiërarchische meerdere zijn van, of verantwoordelijk zijn voor de opvolging van opleidingen en de kwalificaties van de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart en die een opleiding volgen in het VBS-opleidingscentrum;3° de personeelsleden van de bevoegde instantie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die betrokken zijn bij de uitvoering van een audit, of de auditoren die betrokken zijn bij de uitvoering van een audit;4° de leerling zelf voor elke beoordeling die deze leerling betreffen. De contactgegevens van auditoren zijn uitsluitend toegankelijk voor: 1° de aanvrager van een audit;2° de personeelsleden van de bevoegde instantie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, die de aanvraag behandelen en het auditrapport verwerken;3° de bevoegde IALA-personeelsleden;4° de betrokken auditoren voor hun eigen gegevens. Als er persoonsgegevens in een auditrapport verwerkt worden, zijn die persoonsgegevens uitsluitend toegankelijk voor: 1° de persoon op wie de gegevens betrekking hebben;2° de personeelsleden van de bevoegde instantie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, en van de aanvrager, die een auditrapport verwerken;3° de bevoegde IALA-personeelsleden. De Vlaamse Regering kan de toegankelijkheid tot de persoonsgegevens, vermeld in deze paragraaf, nader regelen. § 5. De persoonsgegevens die een VBS-opleidingscentrum bijhoudt om een accreditatie van het VBS-opleidingscentrum te krijgen of om een goedkeuring van een VBS-opleiding te krijgen, of die de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, bijhoudt om een goedkeuring van een VBS-opleiding te verkrijgen, met inbegrip van een opleiding in het kader van het kwalificatieproces van de eigen personeelsleden, worden bewaard gedurende 45 jaar, of uiterlijk totdat het personeelslid dat belast is met het begeleiden van de scheepvaart, met pensioen gaat.
Met behoud van toepassing van de regelgeving over de bewaring door de bevoegde instanties die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, van de persoonsgegevens van hun eigen personeelsleden, stelt de Vlaamse Regering de maximale bewaartermijn vast voor de overige persoonsgegevens die in het kader van dit artikel verwerkt worden. De persoonsgegevens worden in ieder geval niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt. De door de Vlaamse Regering vastgestelde maximale bewaartermijnen gaan de termijn van tien jaar na het overlijden van de houder van het certificaat, van de kwalificatie of van het persoonlijk trainingsoverzicht, niet te boven.
Bij de vaststelling van de maximale bewaartermijnen wordt in het bijzonder rekening gehouden met de mogelijke noodzaak aan gegevens omtrent de opleidingen en kwalificaties, tijdens de beroepsloopbaan en in voorkomend geval nog erna.
Persoonsgegevens die in een auditrapport verwerkt worden, worden geanonimiseerd tien jaar nadat het rapport is gefinaliseerd. § 6. De volgende instanties treden op als verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens, vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit artikel: 1° de bevoegde instantie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, voor de persoonsgegevens die door haar worden verwerkt in het kader van het verlenen van een accreditatie van een VBS-opleidingscentrum en het verlenen van een goed keuring van een VBS-opleiding, met inbegrip van een opleiding in het kader van het kwalificatieproces van de eigen personeelsleden, of in het kader van een individuele beslissing betreffende de aanvaarding of niet-aanvaarding van een certificaat;2° de VBS-opleidingscentra, voor de persoonsgegevens die door hen worden verwerkt in het kader van de opleiding en het verwerven van de benodigde kwalificaties door de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart, en in het kader van een accreditatie van het VBS-opleidingscentrum of goedkeuring van een VBS-opleiding;3° de bevoegde instantie voor het VBS-werkingsgebied, respectievelijk de havenkapiteinsdienst, voor de persoonsgegevens van de eigen personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart, die door hen worden ver- werkt in het kader van het verkrijgen van een goedkeuring van een VBS-regio-opleiding, of van een VBS-opleiding in het kader van het kwalificatieproces, van de personeelsleden die belast zijn met het begeleiden van de scheepvaart, met inbegrip van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het persoonlijk trainingsoverzicht, vermeld in paragraaf 2, tweede lid, 2°. De auditoren treden op als verwerker, vermeld in artikel 4, 8), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de persoonsgegevens die verwerkt moeten worden bij een audit in het kader van de accreditatie van een opleidingscentrum of een goedkeuring van een VBS-opleiding.
De verwerkingsverantwoordelijken en de verwerker zien erop toe dat de te verwerken persoonsgegevens juist zijn en, als dat nodig is, dat die gegevens worden geactualiseerd.". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 22/10/2008 numac 2008203684 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het beheer en de uitbating van de regionale luchthavens Oostende-Brugge en Kortrijk-Wevelgem sluiten betreffende het beheer en de uitbating van de regionale luchthavens Oostende-Brugge, Kortrijk-Wevelgem en Antwerpen
Art. 13.In artikel 65, § 4, van het decreet 10 juli 2008 betreffende het beheer en de uitbating van de regionale luchthavens Oostende-Brugge, Kortrijk-Wevelgem en Antwerpen, ingevoegd bij het decreet van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten3, wordt de zinsnede "tijdelijk, en uiterlijk tot 31 maart 2024" vervangen door de woorden "zolang de nv Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem belast is met de luchthavenexploitatie". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten0 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport
Art. 14.In artikel 2 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten0 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, gewijzigd bij de decreten van 7 juli 2017 en 18 december 2020, worden een punt 1° /1 tot en met punt 1° /3 ingevoegd, die luiden als volgt: "1° /1 emissiearm voertuig: een zwaar bedrijfsvoertuig dat geen emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig is, vermeld in artikel 3, punt 12, van verordening (EU) 2019/1242 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad; 1° /2 emissievrij voertuig: een emissievrij zwaar bedrijfsvoertuig als vermeld in artikel 3, punt 11, van verordening (EU) 2019/1242 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr.595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad; 1° /3 milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer: het vervoer van deelbare ladingen verricht met een emissievrij of emissiearm voertuig of een combinatie van voertuigen getrokken door een emissievrij of emissiearm voertuig waarvan de afmetingen, de eigen massa, de massa onder de assen of de massa in beladen toestand, door zijn constructie of samenstelling, de maxima overschrijden die zijn bepaald in het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en in het technisch reglement;".
Art. 15.Aan hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 31 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten9, wordt een afdeling 5 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 5. Milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer".
Art. 16.In hetzelfde decreet wordt in afdeling 5, ingevoegd bij artikel 8/3, een artikel 13/7 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/7.Het milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer is alleen mogelijk in het kader van een door de Vlaamse Regering opgezet pilootproject en onder de volgende voorwaarden: 1° de voertuigen of combinaties van voertuigen voldoen aan de volgende voorwaarden: a) de lengte van de sleep bedraagt niet meer dan 22 meter;b) de hoogte van het voertuig bedraagt niet meer dan 4,30 meter;c) de voertuigen en de combinaties van voertuigen voldoen, op het vlak van massa's, aan de bepalingen van het technisch reglement; 2° er wordt, in de vergunningsaanvraag, aangetoond dat het laadvolume van het voertuig of de sleep niet hoger is dan het laadvolume van een vergelijkbaar klassiek aangedreven voertuig of een vergelijkbare klassiek aangedreven combinatie.".
Art. 17.In hetzelfde decreet wordt in dezelfde afdeling 5 een artikel 13/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/8.De Vlaamse Regering bepaalt de volgende aspecten van het pilootproject, vermeld in artikel 13/7: 1° de start- en einddatum;2° de toegelaten voertuigen of voertuigcombinaties;3° de technische voorwaarden van de voertuigen en combinaties van voertuigen;4° de aard van de lading die vervoerd mag worden. De Vlaamse Regering kan het maximum aantal vergunningen bepalen dat in het kader van het pilootproject kan worden uitgereikt.".
Art. 18.In hetzelfde decreet wordt in dezelfde afdeling 5 een artikel 13/9 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/9.De Vlaamse Regering kan in het kader van het pilootproject, vermeld in artikel 13/7, het milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer beperken tot de trajecten of gebieden die ze bepaalt.
De Vlaamse Regering kan in het kader van het pilootproject, vermeld in artikel 13/7, het milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer verbieden op bepaalde tijdstippen, plaatsen of in bepaalde omstandigheden, of het onderwerpen aan bepaalde voorwaarden.".
Art. 19.In hetzelfde decreet wordt in dezelfde afdeling 5 een artikel 13/10 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/10.Met het oog op het uitreiken van een vergunning in het kader van het pilootproject, vermeld in artikel 13/7, bepaalt de Vlaamse Regering de volgende elementen: 1° de inhoud van de vergunning.De vergunning vermeldt minstens de maatregelen om schade aan de verkeersinfrastructuur te voorkomen en om het milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer veilig te laten verlopen; 2° de procedure voor de aanvraag en de afgifte van de vergunning. De Vlaamse Regering kan voor het uitreiken van de vergunning, vermeld in het eerste lid, en het gebruik van de verkeersinfrastructuur voor milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer een vergoeding bepalen.".
Art. 20.In hetzelfde decreet wordt in dezelfde afdeling 5 een artikel 13/11 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/11.In het kader van het pilootproject, vermeld in artikel 13/7, kan de Vlaamse Regering bepalen dat de dienst van de Vlaamse administratie die ze aanwijst op de hoogte gebracht wordt van het tijdstip en de gevolgde reisweg en de voertuigen van het milieuvriendelijk uitzonderlijk vervoer. De Vlaamse Regering bepaalt in dat geval ook de wijze waarop dat gebeurt en de eventuele uitzonderingen.".
Art. 21.In hetzelfde decreet wordt in dezelfde afdeling 5 een artikel 13/12 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 13/12.Het pilootproject, vermeld in artikel 13/7, wordt geëvalueerd. De Vlaamse Regering bepaalt de frequentie van evaluatie en de procedure voor de evaluatie van het project.".
Art. 22.In artikel 17, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten6, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid is het tarief van de administratieve geldboete voor de inbreuken die de Vlaamse Regering bepaalt, gelijk aan een bedrag dat de Vlaamse Regering bepaalt, verhoogd met de opdeciemen. Het voormelde bedrag ligt hoger dan de minimumgeldboete, vermeld in artikel 14, en is hoogstens gelijk is aan de maximumgeldboete, vermeld in artikel 14.". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) sluiten betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006
Art. 23.In artikel 17 van de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) sluiten betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006, vervangen bij het decreet van 10 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "een eigen vermogen dat eventueel is aangevuld" vervangen door de woorden "kapitaal en reserves die eventueel zijn aangevuld";2° in het derde lid wordt de zinsnede "Het eigen vermogen, vermeld in het tweede lid, 1°, wordt aangetoond" vervangen door de zinsnede "Kapitaal en reserves als vermeld in het tweede lid, 1°, worden aangetoond". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten2 houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B
Art. 24.In artikel 2 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten2 houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° bestuur: het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;"; 2° punt 4° wordt opgeheven.
Art. 25.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "intrekking" vervangen door het woord "opheffing"; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering bepaalt de regels voor de toekenning, weigering, verlenging, schorsing en opheffing van de erkenning van de lesgevers die een onderdeel van het terugkommoment geven.".
Art. 26.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt het opschrift van hoofdstuk 4/1 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 4/1. De toekenning en het behoud van de erkenning".
Art. 27.Artikel 7/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 7/1.De erkenning als instelling die het terugkommoment organiseert en de erkenning als lesgever die een onderdeel van het terugkommoment geeft, worden toegekend en blijven behouden als de aanvrager over de noodzakelijke moraliteit en betrouwbaarheid voor de uitoefening van activiteiten in het kader van het terugkommoment beschikt en als de aanvrager voldoet aan de overige voorwaar- den, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de aanvrager in elk geval niet beschikt over de noodzakelijke moraliteit en betrouwbaarheid voor de uitoefening van activiteiten in het kader van het terugkommoment, vermeld in het eerste lid.".
Art. 28.Artikel 7/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 7/2.Het bestuur maakt via zijn website de volgende lijsten bekend: 1° de erkende instellingen;2° de lesgevers die erkend zijn om een onderdeel van het terugkommoment te geven. Het bestuur vermeldt in de lijsten, vermeld in het eerste lid, de volgende gegevens: 1° de soort erkenning;2° de volgende gegevens als het een lesgever betreft: a) de naam en de voornaam;b) het adres;3° de volgende gegevens als het een instelling betreft: a) de commerciële naam;b) de maatschappelijke zetel;c) het ondernemingsnummer;d) het adres van het oefenterrein;e) het adres van het leslokaal;4° de toekenningsdatum van de erkenning;5° het nummer van de erkenning. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en nadere regels om de lijsten, vermeld in het eerste lid, bekend te maken.".
Art. 29.Aan hoofdstuk 4/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt een artikel 7/3 toegevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 7/3.§ 1. Het bestuur kan de erkenning als instelling die het terugkommoment organiseert, volledig of gedeeltelijk schorsen of opheffen als niet of niet langer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
De schorsing wordt beëindigd volgens de modaliteiten die in de beslissing tot schorsing worden bepaald. § 2. Het bestuur kan de erkenning als lesgever die een onderdeel van het terugkommoment geeft, volledig of gedeeltelijk schorsen of opheffen als niet of niet langer voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
De schorsing wordt beëindigd volgens de modaliteiten die in de beslissing tot schorsing worden bepaald. § 3. De houder van de erkenning als instelling die het terugkommoment organiseert of de erkenning als lesgever die een onderdeel van het terugkommoment geeft, wordt in geval van de toepassing van paragraaf 1 en 2 met een beveiligde zending op de hoogte gebracht van het initiatief tot schorsing of opheffing. De betrokkene wordt op zijn verzoek gehoord.
In het eerste lid wordt verstaan onder beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen: 1° een aangetekende brief;2° een afgifte tegen ontvangstbewijs;3° elke andere betekeningswijze die de Vlaamse Regering bepaalt, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld. § 4. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en nadere regels bepalen voor de schorsing of de opheffing, vermeld in dit artikel.".
Art. 30.Aan hoofdstuk 4/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt een artikel 7/4 toegevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 7/4.Als een erkenning als instelling die het terugkommoment organiseert of de erkenning als lesgever die een onderdeel van het terugkommoment geeft, conform artikel 7/3 wordt geschorst of opgeheven, maakt het bestuur dat bekend op zijn website. De voormelde informatie kan tot maximaal zes maanden na afloop van de schorsing of tot maximaal zes maanden na de beslissing dat een erkenning wordt opgeheven, beschikbaar blijven op de website.
In de bekendmaking, vermeld in het eerste lid, vermeldt het bestuur de volgende gegevens: 1° de soort erkenning die is geschorst of opgeheven;2° de volgende gegevens als het een lesgever betreft: a) de naam en de voornaam;b) het adres;3° de volgende gegevens als het een instelling betreft: a) de commerciële naam;b) de maatschappelijke zetel;c) het ondernemingsnummer;d) het adres van het oefenterrein;e) het adres van het leslokaal;4° de datum van de beslissing tot schorsing of opheffing;5° het nummer van de erkenning die is geschorst of opgeheven. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en nadere regels voor de bekendmaking, vermeld in het eerste lid.".
Art. 31.Artikel 8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 8.Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving van 14 juli 2023 is, met inbegrip van hoofdstuk 10, afdeling 2, 4, 5, 10 en 12, van toepassing op de handhaving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.".
Art. 32.Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 9.De Vlaamse Regering kan uitsluitend personeelsleden van het bestuur aanwijzen als beboetingsinstantie als vermeld in artikel 2, 3°, van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving van 14 juli 2023 of als herstelinstantie als vermeld in artikel 2, 15°, van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving van 14 juli 2023.".
Art. 33.Artikel 10 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 10.Iedereen die het terugkommoment, vermeld in artikel 4, niet tijdig volgt, wordt bestraft met een exclusieve bestuurlijke geldboete van maximaal 4000 euro per vastgestelde inbreuk.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt elk jaar op 1 januari automatisch aangepast aan de gezondheidsindex van de maand november van het voorgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt afgerond naar de hogere euro als het deel in decimalen groter is dan of gelijk is aan 50 cent. Het verkregen resultaat wordt afgerond naar de lagere euro als het deel in decimalen kleiner is dan 50 cent. Het basisindexcijfer is dat van de maand november 2023.
De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag van de bestuurlijke geldboete dat per inbreuk is verschuldigd, naargelang de aard van de inbreuk en de pleger van de inbreuk en binnen de grenzen van het bedrag, vermeld in het eerste lid, zoals geïndexeerd conform het tweede lid.".
Art. 34.Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 11.De instellingen en de lesgevers die het terugkommoment of onderdelen van het terugkommoment aanbieden of geven in strijd met de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden bestraft met een exclusieve bestuurlijke geldboete van maximaal 10.000 euro per vastgestelde inbreuk.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt elk jaar op 1 januari automatisch aangepast aan de gezondheidsindex van de maand november van het voorgaande jaar. Het verkregen resultaat wordt afgerond naar de hogere euro als het deel in decimalen groter is dan of gelijk is aan 50 cent. Het verkregen resultaat wordt afgerond naar de lagere euro als het deel in decimalen kleiner is dan 50 cent. Het basisindexcijfer is dat van de maand november 2023.
De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag van de bestuurlijke geldboete dat per inbreuk is verschuldigd, naargelang de aard van de inbreuk en de pleger van de inbreuk en binnen de grenzen van het bedrag, vermeld in het eerste lid, zoals geïndexeerd conform het tweede lid.
Wat de noodzakelijke moraliteit en betrouwbaarheid voor de uitoefening van activiteiten in het kader van het terugkommoment, vermeld in artikel 7/1, eerste lid, betreft, geldt de strafbaarstelling, vermeld in het eerste lid, alleen in de gevallen die conform artikel 7/2, tweede lid, door de Vlaamse Regering worden bepaald.".
Art. 35.Artikel 11/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten4, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 11/1.§ 1. Het bestuur verzamelt de volgende gegevens in een gegevensbank: 1° alle informatie over het voorlopig rijbewijs B en het rijbewijs B van de personen die het terugkommoment moeten volgen conform artikel 3 en 4 van dit decreet;2° alle informatie over de personen die het terugkommoment moeten volgen conform artikel 3 en 4 van dit decreet;3° alle informatie over de aanvragen tot uitstel om te voldoen aan de verplichting om het terugkommoment te volgen en de genomen beslissingen;4° alle informatie over de te organiseren terugkommomenten en ook alle informatie over de georganiseerde terugkommomenten en de deelnemers, met inbegrip van de uitgereikte getuigschriften of attesten;5° alle informatie in het kader van aanvragen om erkend te worden als instelling die het terugkommoment organiseert;6° alle informatie over de uitgereikte erkenningen en goedkeuringen aan instellingen die het terugkommoment organiseren en over de instellingen waaraan ze zijn uitgereikt, vermeld in artikel 2, 2°, van dit decreet en ook alle informatie over de verantwoordelijken van de instellingen;7° alle informatie in het kader van aanvragen om erkend te worden als lesgever die een onderdeel van het terugkommoment geeft;8° alle informatie over de uitgereikte erkenningen aan lesgevers die een onder deel van het terugkommoment geven en over de lesgevers aan wie ze zijn uitgereikt;9° alle informatie over de goedkeuring van opleidingen en bijscholingen door opleidingsverstrekkers;10° alle informatie over de geweigerde aanvragen tot erkenning en goedkeuring en de reden van weigering, met inbegrip van strafrechtelijke veroordelingen;11° alle informatie over de opleidingen en bijscholingen waaraan de lesgevers die een onderdeel van het terugkommoment geven of willen geven, deelnemen, met inbegrip van de uitgereikte getuigschriften of attesten;12° alle informatie over de geschorste erkenningen, de datum waarop de beslissing tot schorsing is genomen en de reden ervan, met inbegrip van strafrechtelijke veroordelingen;13° alle informatie over de opgeheven erkenningen, de datum waarop de beslissing tot opheffing is genomen en de reden ervan, met inbegrip van strafrechtelijke veroordelingen;14° alle informatie over de retributies door de instellingen die het terugkommoment organiseren en de lesgevers die een onderdeel van het terugkommoment geven;15° alle informatie over de subsidies voor de instellingen die het terugkommoment organiseren;16° alle informatie over het toezicht, de vaststellingen, de sancties en de maatregelen ter uitvoering van het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving van 14 juli 2023;17° de contactgegevens en identificatiegegevens, met inbegrip van handtekeninen, rijksregistergegevens en ondernemingsgegevens als dat van toepassing is, die noodzakelijk zijn bij de verwerking van de gegevens, vermeld in punt 1° tot en met 16°. De Vlaamse Regering kan de lijst van gegevens, vermeld in het eerste lid, verder preciseren. § 2. De gegevens, vermeld in paragraaf 1, worden verzameld en verwerkt voor de volgende doeleinden: 1° de uitvoering van de bevoegdheden en de taken, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;2° het administratieve beheer door het bestuur van het systeem van de erkenningen en de subsidies;3° het toezicht op en de handhaving van de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan;4° statistische doeleinden. De gegevens die verzameld en verwerkt worden voor het doeleinde, vermeld in het eerste lid, 4°, worden geanonimiseerd.
De Vlaamse Regering kan, onverminderd de doeleinden, vermeld in het eerste lid, de nadere doeleinden van de verwerking vaststellen. § 3. De volgende personen en instellingen kunnen gegevens invoeren in de gegevensbank, vermeld in paragraaf 1: 1° het bestuur;2° de erkende instellingen, vermeld in artikel 2, 2° ;3° de lesgevers die erkend zijn om een onderdeel van het terugkommoment te geven;4° de opleidingsverstrekkers. De Vlaamse Regering bepaalt welke persoon of instelling welke soort gegevens in de gegevensbank, vermeld in paragraaf 1, invoert en ook de frequentie van de invoering. § 4. De gegevensbank, vermeld in paragraaf 1, is onderworpen aan een strikt gebruikers- en toegangsbeheer. De toegang tot de gegevensbank is beperkt tot de gegevens die strikt noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, rekening houdend met de rol van de toegangsgerechtigde.
De Vlaamse Regering kan bepalen tot welke gegevens uit de gegevensbank de personen of de instellingen, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, toegang hebben.
De Vlaamse Regering kan bepalen welke gegevens als vermeld in paragraaf 1 kunnen worden uitgewisseld tussen of met andere overheidsinstanties en entiteiten die belast zijn met een taak van openbaar belang ter uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, en voor welke doeleinden, vermeld in paragraaf 2. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden en nadere regels voor de gegevensuitwisseling bepalen. § 5. De Vlaamse Regering stelt de maximale bewaartermijn van de gegevens vast. De persoonsgegevens die verbonden zijn aan een erkenning of goedkeuring worden niet langer bewaard dan vijf jaar nadat de geldigheid van die erkenning of goedkeuring is verstreken.
Persoonsgegevens die geen betrekking hebben op een erkenning of goedkeuring kunnen worden bewaard gedurende de levensloop van de betrokken persoon of tot op het moment dat de instelling de activiteiten vrijwillig of onvrijwillig stopzet. De gegevens van een dossier over de handhaving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan worden niet langer bewaard dan twintig jaar na vaststelling van de inbreuk. De persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt. § 6. Het bestuur is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten5 houdende de havenkapiteinsdienst
Art. 36.In artikel 11 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten5 houdende de havenkapiteinsdienst wordt het woord "misdrijven" vervangen door het woord "inbreuken".
Art. 37.In artikel 14 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De vaststellingen die de havenkapiteins, haveninspecteurs of havenagenten hebben gedaan met beeldmateriaal als vermeld in artikel 18, § 1, derde en vierde lid, hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel als de voormelde vaststellingen het voorwerp uitmaken van een proces-verbaal dat de volgende gegevens bevat: 1° bij mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, de identiteit van het personeelslid dat het beeldmateriaal heeft gemaakt of de instructie daarvoor heeft gegeven;2° de dag, de datum, het uur waarop en de exacte beschrijving van de plaats waar het beeldmateriaal is gemaakt;3° de identificatie van het technische hulpmiddel waarmee het beeldmateriaal is gemaakt;4° een beschrijving van wat op dat beeldmateriaal te zien is, en ook het verband met de vastgestelde inbreuk;5° een afdruk van het beeldmateriaal of, als dat onmogelijk is, een kopie ervan op een drager als bijlage bij het proces-verbaal, en ook een volledige opgave van alle nodige technische specificaties om de kopie van dat beeldmateriaal te kunnen bekijken; 6° als er verschillende afdrukken of dragers zijn, een nummering van die afdrukken of die dragers, die ook moet voorkomen in de ermee overeenstemmende beschrijving, in het proces-verbaal, van wat op het beeldmateriaal is te zien.".
Art. 38.In artikel 16 van hetzelfde decreet wordt het woord "misdrijven" vervangen door het woord "inbreuken".
Art. 39.In artikel 17, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten7, worden tussen de woorden "geldboete bepalen" en de zinsnede ". Die geldboete" de woorden "en voor de betaling ervan een minnelijke schikking voorstellen" ingevoegd.
Art. 40.In artikel 18, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De havenkapiteins, de haveninspecteurs en de havenagenten kunnen vaststellingen doen met detectieapparatuur, met inbegrip van radar en marifoon."; 2° tussen het tweede en derde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Voor het toezicht op en de handhaving van de reglementen van bijzondere administratieve politie inzake de in artikel 4 vermelde aangelegenheden, kunnen de havenkapiteins, de haveninspecteurs en de havenagenten vaststellingen doen met beeldmateriaal van vaste en mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, ongeacht de drager daarvan. De havenkapiteins, de haveninspecteurs en de havenagenten kunnen beeldmateriaal gebruiken dat is gemaakt door een derde partij op instructie van de havenkapiteinsdienst, of ander beeldmateriaal van derden gebruiken, als die personen dat beeldmateriaal rechtmatig hebben gemaakt of verkregen.".
Art. 41.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 januari 2022 en 25 februari 2022, wordt een artikel 18/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 18/1.Het beeldmateriaal dat verzameld wordt met vaste en mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, kan geregistreerd en bewaard worden voor een duur van niet meer dan twaalf maanden vanaf het moment van opname.
Het beeldmateriaal, vermeld in het eerste lid, kan alleen langer dan de termijn, vermeld in het eerste lid, bewaard en gebruikt worden om vastgestelde inbreuken of schadeverwekkende daden te bewijzen of om de daders ervan te identificeren. In dat geval kunnen de beelden maximaal vijf jaar bewaard worden, tenzij de camerabeelden een onderdeel zijn van een gerechtelijke procedure, in welk geval de camerabeelden uitzonderlijk langer bewaard mogen worden tot op het moment dat er geen enkel gewoon of buitengewoon rechtsmiddel meer open staat tegen de definitieve beslissing in het kader van die gerechtelijke procedure.
De toegang tot het beeldmateriaal, vermeld in het eerste lid, is beperkt tot: 1° de personeelsleden van de havenkapiteinsdienst op voorwaarde dat dit operationeel gemotiveerd is;2° de personeelsleden met specifieke taken in het kader van de verwerking van de door de camera's verkregen gegevens;3° de personen, diensten of entiteiten die op basis van bijzondere wetgeving toegang hebben tot de camerabeelden. De toegang tot deze gegevens is beveiligd.
Het beeldmateriaal, vermeld in het eerste lid, kan na anonimisering worden gebruikt voor didactische en pedagogische doeleinden in het kader van opleiding.
De camera's, vermeld in het eerste lid, leveren geen beelden op die de intimiteit van een persoon schenden, of beelden die gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke, syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.
De personen die toegang hebben tot het beeldmateriaal, vermeld in het eerste lid, hebben een geheimhoudingsverplichting voor de persoonsgegevens die die beelden opleveren.
Bij incidenten of vermoeden van gevaar voor de openbare veiligheid of voor het milieu kan het beeldmateriaal, vermeld in het eerste lid, realtime of achteraf gedeeld worden met brandweerdiensten, civiele bescherming en andere veiligheidsdiensten.".
Art. 42.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 januari 2022 en 25 februari 2022, wordt een artikel 18/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 18/2.§ 1. Met het oog op de uitoefening van hun taken, vermeld in dit decreet, verwerken de personeelsleden van de havenkapiteinsdienst persoonsgegevens.
De gegevens, vermeld in het eerste lid, zijn in het bijzonder gegevens over de identiteit, het adres, de contactgegevens, vaar- en voertuiggegevens en afbeeldingen van overtreders, van mogelijke overtreders of, in de gevallen, vermeld in artikel 17, § 7 of § 8, van veronderstelde overtreders, van personen die burgerrechtelijk aansprakelijk kunnen worden geacht voor een inbreuk, van getuigen en van andere personen die bij de feiten zijn betrokken. § 2. De havenkapiteinsdienst stelt een register op waarin de volgende gegevens worden bewaard: 1° een kopie van het proces-verbaal;2° in voorkomend geval, de stukken over de verzending van een afschrift van het proces-verbaal aan de overtreder, of, in de gevallen, vermeld in artikel 17, § 7 of § 8, de veronderstelde overtreder;3° het voorstel tot betaling van een geldboete, vermeld in artikel 17, § 1 of § 2;4° in voorkomend geval, alle beschikbare stukken over de borgstelling, vermeld in artikel 17, § 4;5° als de volgende gegevens bekend zijn, de identiteit en het adres van de woonplaats of de maatschappelijke zetel van de overtreder of, in de gevallen, vermeld in artikel 17, § 7 of § 8, de veronderstelde overtreder;6° in voorkomend geval en als de volgende gegevens bekend zijn, de identiteit en het adres van de woonplaats of de maatschappelijke zetel van iedere persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk geacht wordt voor een inbreuk;7° de kwalificatie van de vastgestelde inbreuken of inbreuken. Het openbaar ministerie bij de hoven en rechtbanken en de onderzoeksrechters hebben toegang tot de gegevens, vermeld in het eerste lid, in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdracht. § 3. Voor de verwerking van persoonsgegevens, vermeld in dit artikel, is het betrokken havenbedrijf de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
De verwerking van de gegevens, vermeld in dit artikel, is noodzakelijk voor de vervulling van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de betrokken havenkapiteinsdienst is opgedragen. Meer bepaald worden de persoonsgegevens verzameld en verwerkt met het oog op de handhaving van havenpolitieverordeningen en havenverkeersverordeningen in de havengebieden.
Met behoud van paragraaf 2, tweede lid, hebben de personeelsleden van de havenkapiteinsdienst alleen toegang tot de verwerkte persoonsgegevens bij de uitoefening van hun taken, vermeld in dit decreet.
De persoonsgegevens, vermeld in dit artikel, worden tien jaar bijgehouden na het einde van de inbreuk of, als geen inbreuk is vastgesteld, vijf jaar na het einde van het onderzoek.".
Art. 43.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 januari 2022 en 25 februari 2022, wordt een artikel 18/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 18/3.Met toepassing van artikel 23, lid 1, e) en h), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) kunnen de personeelsleden van de havenkapiteinsdienst beslissen om de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, niet toe te passen bij de verwerkingen van persoonsgegevens in het kader van een onderzoek dat betrekking heeft op een welbepaalde natuurlijke persoon, als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het tweede tot en met het negende lid.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt alleen gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle, een onderzoek of de voorbereidende werkzaamheden die daarmee verband houden, in het kader van de decretale en reglementaire opdrachten van de havenkapiteinsdienst, en op voorwaarde dat het voor het goede verloop van het onderzoek noodzakelijk is of kan zijn dat de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, niet worden toegepast. De duur van de voorbereidende werkzaamheden bedraagt in voorkomend geval niet meer dan een jaar vanaf de ontvangst van een verzoek tot uitoefening van een van de rechten, vermeld in artikel 12 tot en met 22 van de voormelde verordening.
De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, heeft geen betrekking op de gegevens die losstaan van het voorwerp van het onderzoek dat of van de controle die de weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid, rechtvaardigt.
Als de betrokkene in het geval, vermeld in het eerste lid, tijdens de periode, vermeld in het tweede lid, een verzoek indient op basis van artikel 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, bevestigt de bevoegde functionaris voor gegevensbescherming de ontvangst daarvan.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming brengt de betrokkene schriftelijk, zo snel mogelijk en in elk geval binnen een maand vanaf de dag die volgt op de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen, op de hoogte van elke beslissing van de verwerkingsverantwoordelijke tot weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid. De verdere informatie over de nadere redenen voor die weigering of die beperking hoeft niet te worden verstrekt als dat de decretale en reglementaire opdrachten van de havenkapiteinsdienst zou ondermijnen, met behoud van de toepassing van het achtste lid. Als het nodig is, kan de voormelde termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met het aantal aanvragen en de complexiteit ervan. De verwerkingsverantwoordelijke brengt de betrokkene binnen een maand vanaf de dag die volgt op de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen, op de hoogte van die verlenging en van de redenen voor het uitstel.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming informeert de betrokkene ook over de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens conform artikel 10/5 van het decreet van 18 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2008 pub. 29/10/2008 numac 2008036273 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer sluiten betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en om een beroep in rechte in te stellen.
De bevoegde functionaris voor gegevensbescherming noteert de feitelijke of juridische gronden waarop de beslissing is gebaseerd, en houdt die informatie ter beschikking van de voormelde Vlaamse toezichtcommissie.
Nadat het onderzoek afgesloten is, worden de rechten, vermeld in artikel 13 tot en met 22 van de voormelde verordening, in voorkomend geval opnieuw toegepast, conform artikel 12 van de voormelde verordening.
Als een dossier dat persoonsgegevens als vermeld in het eerste lid bevat, is verzonden naar het Openbaar Ministerie en kan leiden tot activiteiten onder leiding van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, en er onduidelijkheid is over het geheim van het onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, mogen de personeelsleden van de havenkapiteinsdienst op verzoek van de betrokkene overeenkomstig artikel 12 tot en met 22 van de voormelde verordening pas antwoorden nadat het Openbaar Ministerie of, in voor- komend geval de onderzoeksrechter aan de betrokken personeelsleden van de havenkapiteinsdienst heeft bevestigd dat een antwoord het onderzoek niet in het gedrang brengt of kan brengen.". HOOFDSTUK 1 4. - Wijzigingen van het Scheepvaart decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten7
Art. 44.In artikel 80 van het Scheepvaart decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° bijboten terwijl ze worden ingezet voor het aan en van boord brengen van personen en goederen, en bij redding, berging en werkzaamheden."; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "vermeld in punt 1° en 3° van het eerste lid," vervangen door de zinsnede "vermeld in het eerste lid, 1°, 3° en 7°, ";3° aan de bestaande tekst, die paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2.Woonvaartuigen die beschikken over een geldige vergunning of concessie om een ligplaats in te nemen, als ze zich op hun ligplaats bevinden, of als ze gesleept worden naar een andere locatie, zijn vrijgesteld van de betaling van de retributie, vermeld in artikel 79, om een waterwegenvergunning te verkrijgen.".
Art. 45.In artikel 133, eerste lid, van hetzelfde decreet worden een punt 3° /1 en een punt 3° /2 ingevoegd, die luiden als volgt: "3° /1 degene die zich schuldig maakt aan een overtreding van artikel 39; 3° /2 degene die zich schuldig maakt aan de miskenning van een tijdelijk verbod of een tijdelijke beperking als vermeld in artikel 41.".
Art. 46.In artikel 198 van hetzelfde decreet wordt de datum "1 januari 2024" vervangen door de datum "1 januari 2026". HOOFDSTUK 1 5. - Slotbepalingen
Art. 47.De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om artikel 3, 39° /3, van het koninklijk besluit van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014182 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 12/08/2014 numac 2014000573 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014181 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer te wijzigen, te vervangen of volledig of gedeeltelijk op te heffen.
Art. 48.In artikel 601ter van het Gerechtelijk Wetboek van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1956 pub. 06/07/2011 numac 2011000414 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen sluiten0, ingevoegd bij de wet van 13 mei 1999 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 oktober 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2006 pub. 08/06/2006 numac 2006014133 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse maatregelen inzake vervoer sluiten6, wordt punt 7° opgeheven.
Art. 49.Artikel 24 tot en met 35 en artikel 48 treden in werking op een datum die de Vlaamse Regering bepaalt en uiterlijk op 31 december 2025.
Artikel 7, 1°, heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2004.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 22 maart 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1986 - Nr.1 - Amendementen : 1986 - Nr. 2 - Verslag : 1986 - Nr. 3 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1986 - Nr. 4 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 20 maart 2024.