Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 september 2005
gepubliceerd op 09 november 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014181
pub.
09/11/2005
prom.
30/09/2005
ELI
eli/besluit/2005/09/30/2005014181/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wijzigt het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten.

Dit besluit geeft uitvoering aan artikel 65 van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

Dit besluit legt de bedragen van de voorstellen tot onmiddellijke inning vast.

De bedragen van de onmiddellijke inningen in geval van het overtreden van de reglementen uitgevaardigd op grond van de verkeerswet zijn afhankelijk van de indeling van de overtredingen per graad. Voor deze indeling van overtredingen per graad verwijs ik naar het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer.

Voor overtredingen van de eerste graad bedraagt de onmiddellijke inning 50 euro.

Voor overtredingen van de tweede graad bedraagt de onmiddellijke inning 100 euro.

Voor overtredingen van de derde graad bedraagt de onmiddellijke inning 150 euro.

Voor overtredingen van de vierde graad wordt aan personen die in België wonen geen onmiddellijke inning voorgesteld. Het proces-verbaal wordt overgemaakt aan het openbaar ministerie die in principe tot strafvervolging overgaat. Aan personen die niet in België wonen kan de onmiddellijke inning wegens een overtreding van de vierde graad wel worden voorgesteld. In dat geval bedraagt ze 300 euro. Dit onderscheid tussen personen die wel en personen die niet in België wonen heeft enkel tot doel de mogelijke straffeloosheid met betrekking tot personen die niet in België wonen te vermijden.

Begaat de betrokkene die in België woont meer dan één overtreding tegelijk, dan kan hem slechts een onmiddellijke inning worden voorgesteld zolang de totale som van de inning niet meer dan 300 euro bedraagt en zolang hij geen overtreding van de derde graad begaat samen met een andere overtreding van de eerste,tweede of derde graad.

Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en één of meerdere overtredingen bij dezelfde gelegenheid te zijnen laste zijn vastgesteld, mag de geïnde som niet hoger zijn dan 750 euro. Deze som wordt bovendien beperkt tot 350 euro wanneer het uitsluitend gaat om overtredingen van de eerste graad, overtredingen van de tweede graad of een combinate van beiden.

Snelheidsovertredingen worden niet ingedeeld per graad, maar maken het voorwerp uit van een sui generis bepaling. Voor het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid met niet meer dan 10 kilometer per uur, bedraagt de som 50 euro.

Voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden wordt het basisbedrag van 50 euro vermeerderd met : - 5 euro buiten de bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf of; - 10 euro binnen de bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf.

Aan wie bijvoorbeeld tussen de 50 of 60 kilometer per uur rijdt binnen de bebouwde kom, wordt een onmiddellijke inning van 50 euro voorgesteld.

Aan wie 65 kilometer per uur rijdt binnen de bebouwde kom, wordt een onmiddellijke inning van 100 euro voorgesteld (het basisbedrag van 50 euro + 5 x 10 euro).

Aan wie 65 kilometer per uur rijdt weliswaar buiten de bebouwde kom maar wel op een plaats waar de maximaal toegelaten snelheid 50 kilometer per uur bedraagt, wordt een onmiddellijke inning van 75 euro voorgesteld (het basisbedrag van 50 euro + 5 x 5 euro).

Er wordt geen onmiddellijke inning voorgesteld wanneer de betrokkene die in België woont de maximaal toegelaten snelheid met meer dan 40 kilometer per uur overschrijdt, of wanneer hij de maximaal toegelaten snelheid met meer dan 30 kilometer per uur overschrijdt binnen de bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf.

De gewesten werden op de volgende wijze betrokken bij het ontwerp van koninklijk besluit : op 20 mei 2005 werd het door de federale ministerraad goedgekeurde ontwerp overgemaakt aan de minister-presidenten en ministers van mobiliteit van de drie gewesten en op de agenda geplaatst van de interministeriële conferentie voor Mobiliteit, Infrastructuur en Telecommunicatie van 8 juni 2005, samen met het ontwerp van wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en het ontwerp van koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. Het ontwerp werd eveneens toegelicht en besproken op de voorbereidende vergadering van de interministeriële conferentie van 6 juni 2005. De interministeriële conferentie is op 8 juni 2005 in vergadering unaniem akkoord gegaan dat met deze conferentie de betrokkenheidsprocedure officieel wordt afgesloten voor wat betreft het ontwerp van wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968, het ontwerp van koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad en het hiervoorliggende ontwerp.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.

De Minister Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

30 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 65;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten;

Gelet op de adviezen van de Inspecties van Financiën gegeven op 19 mei, 24 mei en 27 mei 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 25 mei 2005;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op advies nr. 38863 van de Raad van State, gegeven op 24 augustus 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Mobiliteit, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.Onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 : 1° De overtredingen bedoeld in het koninklijk besluit van [???] tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, kunnen, per overtreding, aanleiding geven tot de inning van een som van : - 100 euro voor de overtredingen van de tweede graad; - 150 euro voor de overtredingen van de derde graad; - 300 euro voor de overtredingen van de vierde graad. ». 2° Het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid bepaald in de reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer kan, per overtreding, aanleiding geven tot de inning van de volgende som : - voor de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid bedraagt de som 50 euro; - binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf wordt boven de eerste 10 km/u. boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 50 euro met telkens 10 euro vermeerderd voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden; - in alle andere gevallen wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 50 euro vermeerderd met telkens 5 euro voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden. 3° De overige overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer kunnen aanleiding geven tot de inning van een som van 50 euro per overtreding.4° Een overtreding van artikel 34, § 1, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer geeft aanleiding tot de inning van 137,50 euro.».

Art. 2.Artikel 4, 3° van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « 3° indien de overtreder een woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft : - wanneer de totale som van de inning meer bedraagt dan 300 euro. De overtreding bedoeld in artikel 3, 4°, van dit besluit wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde maximumsom. Of; - wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 40 kilometer per uur wordt overtreden. Of; - wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 30 kilometer per uur wordt overtreden binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf. Of; - wanneer een overtreding van de derde graad tegelijkertijd wordt vastgesteld met een andere overtreding. Of; - wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld. ».

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en één of meerdere overtredingen bij dezelfde gelegenheid te zijnen laste zijn vastgesteld, mag de geïnde som niet hoger zijn dan 750 euro. Deze som wordt beperkt tot 350 euro wanneer het uitsluitend gaat om meerdere overtredingen van de eerste of tweede graad.

De overtreding bedoeld in artikel 3, 4°, van dit besluit wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde maximumsommen. ».

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 6.Indien de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft, en niet onmiddellijk de voorgestelde som betaalt, is de in consignatie te geven som gelijk aan de totale som zoals vastgesteld in artikel 3 of 5 vermeerderd met een forfaitair bedrag van 110 euro. ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2006.

Art. 6.Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Mobiliteit zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^