gepubliceerd op 08 maart 2024
Uittreksel uit arrest nr. 82/2023 van 25 mei 2023 Rolnummers 7778 en 7781 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 41 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Rechtbank van eerste aanle Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 82/2023 van 25 mei 2023 Rolnummers 7778 en 7781 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 41 van de
wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
16/03/1968
pub.
21/10/1998
numac
1998000446
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart
1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967
houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...)
sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune, E. Bribosia, W. Verrijdt en K. Jadin, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee vonnissen van 3 en 22 maart 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 18 en 25 maart 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 41 van de Wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, zoals hersteld bij artikel 20 van de Wet van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2003 pub. 25/02/2003 numac 2003014044 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid sluiten houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door bij de bestraffing van een verkeersinbreuk van de derde graad zoals beschreven in art. 3.36° van het Koninklijk Besluit van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014182 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 07/10/2005 numac 2005014157 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014181 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 12/08/2014 numac 2014000573 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot aanwijzing van de overtreding per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, waar een verval van het recht tot sturen facultatief kssn worden opgelegd, de rechter tóch te verplichten een dergelijk verval voor minstens 8 dagen effectief uit te spreken, aldus afwijkend van artikel 8 § 1 van de Wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie dat zonder onderscheid voor zowel hoofd- als bijkomende straffen de mogelijkheid van een volledig uitstel bepaalt, zonder dat daarin is voorzien dat andere wetten van die mogelijkheid kunnen afwijken, terwijl een facultatief verval van het recht tot sturen slechts een bijkomende straf is en de hoofdstraffen voor een zelfde inbreuk wél volledig met uitstel kunnen worden opgelegd ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7778 en 7781 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 41 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer » (hierna : de Wegverkeerswet), zoals ingevoegd bij artikel 20 van de wet van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2003 pub. 25/02/2003 numac 2003014044 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid sluiten « houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid » (hierna : de wet van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2003 pub. 25/02/2003 numac 2003014044 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid sluiten).
Artikel 41 van de Wegverkeerswet bepaalt : « In de gevallen waarin de rechter in toepassing van deze wet een verval van het recht tot sturen uitspreekt, moet hij, indien hij gebruik wenst te maken van artikel 8, § 1 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie een effectief gedeelte opleggen van minimum acht dagen ».
Artikel 8 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie » (hierna : de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten) bepaalt : « § 1. De vonnisgerechten kunnen wanneer zij niet tot één of meer hoofdvrijheidsstraffen van meer dan vijf jaar gevangenis veroordelen, gelasten dat de tenuitvoerlegging van de hoofd- en bijkomende straffen dan wel van een gedeelte ervan, wordt uitgesteld.
Een gewoon uitstel kan echter niet worden gelast indien de veroordeelde veroordeeld is geweest tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking genomen wordt overeenkomstig artikel 99bis van het Strafwetboek.
In geen enkel geval kan worden uitgesteld de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot : - een straf van verbeurdverklaring; - een straf onder elektronisch toezicht, een werkstraf of een autonome probatiestraf; - een vervangende straf.
De beslissing waarbij het uitstel en, in voorkomend geval, de probatie wordt toegestaan of geweigerd, moet met redenen omkleed zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering.
Nochtans, wanneer artikel 65, tweede lid, van het Strafwetboek wordt toegepast, vormen de vroegere straffen uitgesproken voor feiten die voortvloeien uit hetzelfde misdadige opzet, geen beletsel voor het toekennen van een uitstel.
De duur van het uitstel mag niet minder dan een jaar en niet meer dan vijf jaar bedragen, met ingang van de datum van het vonnis of het arrest.
De duur van het uitstel mag echter niet meer dan drie jaar bedragen voor de geldstraffen en de gevangenisstraffen die zes maanden niet te boven gaan. § 2. Dezelfde gerechten kunnen, onder de voorwaarden bepaald in § 1 van dit artikel, probatieuitstel gelasten, mits de veroordeelde zich verbindt tot naleving van de probatievoorwaarden die het gerecht bepaalt ».
B.1.2. Volgens het Hof van Cassatie volgt uit de in het geding zijnde bepaling « dat de rechter voor elke straf van het verval van het recht tot sturen die hij krachtens de wegverkeerswet uitspreekt en waarvoor hij uitstel van tenuitvoerlegging verleent, minstens acht dagen effectief dient op te leggen » (Cass., 7 januari 2014, P.13.1716.N, ECLI:BE:CASS:2014:ARR.20140107.2) en « dat indien de rechter krachtens de Wegverkeerswet een verval van het recht tot sturen uitspreekt van acht dagen, hij geen uitstel van tenuitvoerlegging kan verlenen » (Cass., 23 november 2021, P.21.1142.N, ECLI:BE:CASS:2021:ARR.20211123.2N3).
B.2. Het verwijzende rechtscollege wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de rechter die het verval van het recht tot sturen uitspreekt, verplicht om een dergelijk verval voor minstens acht dagen effectief uit te spreken, terwijl, enerzijds, de rechter de hoofdstraffen voor eenzelfde inbreuk wel volledig met uitstel kan uitspreken en, anderzijds, de rechter in het gemene strafrecht zowel de hoofdstraffen als de bijkomende straffen volledig met uitstel kan opleggen.
Krachtens artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten kan de tenuitvoerlegging van een straf tot verbeurdverklaring, een straf onder elektronisch toezicht, een werkstraf, een autonome probatiestraf of een vervangende straf in geen geval worden uitgesteld. Ten aanzien van die straffen gaat de door het verwijzende rechtscollege gemaakte vergelijking dus niet op aangezien zij niet met uitstel van tenuitvoerlegging kunnen worden opgelegd.
Het Hof begrijpt de prejudiciële vraag aldus dat ze, wat het uitstel van de tenuitvoerlegging betreft, de straf van het verval van het recht tot sturen vergelijkt met straffen die niet vermeld zijn in artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.
B.3. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.
B.4. De wet van 7 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2003 pub. 25/02/2003 numac 2003014044 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid sluiten, die onder meer de in het geding zijnde bepaling heeft ingevoegd in de Wegverkeerswet, is door de wetgever aangenomen om de verkeersveiligheid te bevorderen.
De parlementaire voorbereiding vermeldt : « De ongunstige situatie van België ten overstaan van verschillende andere lidstaten van de Europese Unie inzake verkeersveiligheid heeft de bijzondere aandacht van de regering getrokken.
Zij heeft zich uitgesproken voor een georganiseerde aanpak met doelstellingen die het aantal verkeersdoden tegen 2006 met 33 % en tegen 2010 met 50 % beoogt te doen dalen, zoals wordt aanbevolen door de Europese Commissie.
Dit georganiseerde beleid zal kunnen worden opgevolgd door de federale Commissie voor de Verkeersveiligheid die op grond van de ontwikkeling van de diverse indicatoren voorstellen zal doen aan het interministerieel Comité voor de Verkeersveiligheid die de federale overheid en de gewesten vervolgens overeenkomstig hun bevoegdheden zullen vertalen.
In dit opzicht zet de regering in dit wetsontwerp een vastberaden actie op betreffende controles, de classificatie en de gedifferentieerde behandeling van overtredingen en de rijopleiding » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1915/001, p. 6).
B.5. Inzake het bevorderen van de verkeersveiligheid beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsvrijheid.
Het staat aan hem, in het bijzonder wanneer hij een plaag wil bestrijden die andere preventieve maatregelen tot nog toe onvoldoende hebben kunnen indijken, te beslissen of voor een strengere bestraffing van sommige vormen van delinquentie moet worden geopteerd en/of dient te worden voorzien in alternatieve maatregelen met het oog op het verhogen van de verkeersveiligheid. Het aantal verkeersongevallen en de gevolgen daarvan verantwoorden dat diegenen die de verkeersveiligheid in het gedrang brengen het voorwerp uitmaken van daartoe geëigende procedures en sancties.
B.6. Het is gelet op het voorgaande redelijk verantwoord dat de wetgever om de verkeersveiligheid te bevorderen, bepaalt dat de rechter de tenuitvoerlegging van de straf van het verval van het recht tot sturen niet volledig kan uitstellen. Het betreft immers een pertinente maatregel om de verkeersveiligheid te bevorderen die slechts in zeer beperkte mate raakt aan de mogelijkheden die de rechter op grond van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten heeft om de straf van het verval van het recht tot sturen te moduleren. De modulatie van de straf van het verval van het recht tot sturen is overigens ook maar aan de orde indien de rechter die straf oplegt, wat niet steeds een verplichting is.
Het in B.2 vermelde verschil in behandeling is bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 41 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 25 mei 2023.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, L. Lavrysen