Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2014
gepubliceerd op 30 april 2014

Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2014014161
pub.
30/04/2014
prom.
19/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/19/2014014161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 65, gewijzigd bij de wetten van 29 februari 1984, 18 juli 1990 en 26 maart 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003014301 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 11 juni, 22 juli, 30 juli 2013 en 28 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 6 januari 2014;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerp van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de adviezen 54.081/4 en 55.053/4 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2013 en 12 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1.Enkel de bevoegde personen bedoeld in artikel 3, 1°, 2° en 7°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 31/03/2000 numac 1999000004 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg kunnen door de procureur-generaal bij het Hof van Beroep worden gemachtigd om de procedure die in dit besluit wordt geregeld, toe te passen.

Art. 2.Onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 65 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en hierna "wet betreffende de politie over het wegverkeer" genoemd : 1° kunnen de overtredingen bedoeld in het koninklijk besluit van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014181 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten type koninklijk besluit prom. 30/09/2005 pub. 09/11/2005 numac 2005014182 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer sluiten tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, per overtreding, aanleiding geven tot de inning van een som van : a) 110 euro voor de overtredingen van de tweede graad;b) 165 euro voor de overtredingen van de derde graad;c) 330 euro voor de overtredingen van de vierde graad.2° kan het overschrijden van de toegelaten maximumsnelheid bepaald in de reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, per overtreding, aanleiding geven tot de inning van de volgende som : a) voor de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid bedraagt de som 50 euro;b) binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 50 euro met telkens 10 euro vermeerderd voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximum-snelheid wordt overschreden;c) in alle andere gevallen wordt boven de eerste 10 kilometer per uur boven de toegelaten maximumsnelheid de som van 50 euro vermeerderd met telkens 5 euro voor elke bijkomende kilometer per uur waarmee de toegelaten maximumsnelheid wordt overschreden.3° kunnen de overige overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van de wet betreffende de politie over het wegverkeer aanleiding geven tot de inning van een som van 55 euro per overtreding.4° geeft een overtreding van artikel 34, § 1, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer aanleiding tot de onmiddellijke inning van 150 euro.

Art. 3.De inning en de consignatie zijn uitgesloten : 1° indien de overtreder minder dan 18 jaar oud is;2° indien meerdere overtredingen gelijktijdig zijn vastgesteld en één van de overtredingen geen aanleiding kan geven tot deze procedure.

Art. 4.De som die het voorwerp uitmaakt van een inning of een consignatie wordt steeds uitgedrukt in euro.

Art. 5.Elke overtreder kan slechts van één enkele betalingswijze gebruik maken, zoals voorzien door de artikelen 9, 12, 16 en 22 van dit besluit.

Art. 6.Alle bescheiden betreffende de inning en de consignatie van een som, bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 2 en in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van dit besluit, worden gedurende vijf jaar bewaard in de bureaus waartoe het in artikel 1 bedoelde personeel behoort. HOOFDSTUK 2. - Overtredingen begaan door een persoon met een woonplaats of vaste verblijfplaats in België Afdeling 1. - Algemeen

Art. 7.De inning is uitgesloten : a) wanneer de totale som van de inning meer bedraagt dan 330 euro.De overtreding bedoeld in artikel 2, 4°, van dit besluit wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde maximumsom. Of b) wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 40 kilometer per uur wordt overtreden.Of c) wanneer een snelheidsbeperking met meer dan 30 kilometer per uur wordt overtreden binnen de bebouwde kom, in een zone 30, schoolomgeving, woonerf en erf.Of d) wanneer een overtreding van de derde graad tegelijkertijd wordt vastgesteld met een andere overtreding.Of e) wanneer een overtreding van de vierde graad wordt vastgesteld. Afdeling 2. - In geval van onderschepping van de overtreder

Art. 8.Voor de onmiddellijke inning van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die zijn samengevoegd in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg.

Voor de toepassing van de procedure van inning mag dit formulier worden vervangen door een proces-verbaal wanneer de som niet wordt geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.

Art. 9.De betaling kan op de volgende manieren gebeuren : 1. Betaling met bank- of kredietkaart via een mobiele betaalterminal. De bevoegde persoon vult de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : a) strook A binnen een termijn van vijf dagen wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank;b) strook B aan het boekje gehecht blijft;c) strook C aan de overtreder wordt overhandigd.2. Betaling met overschrijving. 2.1. De bevoegde persoon vervult de formaliteiten bedoeld in 1. 2.2. Een verklarend document, overeenkomstig het model als bijlage, waarin de verschillende modaliteiten voor de betaling zijn opgenomen, wordt aan de overtreder tegelijkertijd met strook C van het formulier overhandigd of wordt tegelijkertijd met of na het afschrift van het proces-verbaal verstuurd. 2.3. De betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 2.2 bedoelde afgifte of de verzending van het document. 2.4. De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3. Betaling met bank- of kredietkaart op internet. De minister bevoegd voor Justitie bepaalt de datum van inwerkingtreding en de praktische modaliteiten van deze betalingswijze. 4. De betaling kan niet in geld gebeuren.

Art. 10.Wanneer een formulier overeenkomstig het model van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, ongeldig moet worden gemaakt, stelt de agent, die er houder van is, het ongeldig maken vast door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier. Afdeling 3. - In geval de overtreder niet wordt onderschept

Art. 11.Voor de inning van een som wordt een verklarend document, overeenkomstig het model als bijlage, waarin de verschillende modaliteiten voor de betaling zijn opgenomen, naar de vermoedelijke of aangeduide overtreder gestuurd, overeenkomstig de artikelen 67bis en 67ter van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, tegelijkertijd met het afschrift van het proces-verbaal bedoeld in artikel 62, achtste lid, van dezelfde wet.

Art. 12.De betaling kan op de volgende manieren gebeuren : 1. Betaling met overschrijving. 1.1. De betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de verzending van de documenten bedoeld in artikel 11 van dit besluit. 1.2. De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 2. Betaling met bank- of kredietkaart op internet. De minister bevoegd voor Justitie bepaalt de datum van inwerkingtreding en de praktische modaliteiten van deze betalingswijze. Afdeling 4. - In geval van gelijktijdig begane overtredingen door

dezelfde overtreder

Art. 13.Wanneer er meerdere overtredingen gelijktijdig worden vastgesteld ten laste van eenzelfde overtreder, moeten deze worden vermeld in hetzelfde formulier in geval van onderschepping of in hetzelfde proces-verbaal in geval van niet-onderschepping. HOOFDSTUK 3. - Overtredingen begaan door een persoon zonder woonplaats of vaste verblijfplaats in België Afdeling 1. - Algemeen

Art. 14.Indien meerdere overtredingen tegelijkertijd ten laste van eenzelfde overtreder worden vastgesteld, mag de geïnde som niet hoger zijn dan 825 euro. De overtredingen bedoeld in artikel 2, 4°, van dit besluit worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van voornoemde maximumsommen. Afdeling 2. - In geval van onderschepping van de overtreder

Art. 15.Voor de onmiddellijke inning van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die zijn samengevoegd in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg.

Art. 16.De betaling kan op de volgende manieren gebeuren : 1. Betaling in geld. 1.1. Voor die betaling vervult de bevoegde persoon de formaliteiten bepaald in artikel 9.1. 1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro of 50 cent. 2. Betaling met bank- of kredietkaart via een mobiele betaalterminal. Voor die betaling vervult de bevoegde persoon de formaliteiten bepaald in artikel 9.1.

Art. 17.§ 1. Wanneer de overtreder de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt is de in consignatie te geven som gelijk aan de totale som die zou kunnen worden geïnd, zoals bepaald in de artikelen 2 en 14 van dit besluit. § 2. In geval van consignatie van een som wordt gebruik gemaakt van genummerde formulieren, die zijn samengevoegd in genummerde boekjes en die overeenstemmen met het model van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg.

Voor die betaling vervult de bevoegde persoon de formaliteiten bepaald in artikel 9.1.

Art. 18.De sommen, die in geld zijn geïnd of in consignatie zijn gegeven overeenkomstig de artikelen 16.1 en 17, worden op regelmatige tijdstippen gestort, na aftrekking van de kosten, op de postrekening van een rekenplichtige van de Administratie die bij de Federale Overheidsdienst Financiën bevoegd is voor de niet-fiscale invordering.

Art. 19.Wanneer een formulier overeenkomstig het model van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, ongeldig moet worden gemaakt, stelt de agent, die er houder van is, het ongeldig maken vast door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier. Afdeling 3. - In geval de overtreder niet wordt onderschept

Art. 20.Deze afdeling zet de Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen gedeeltelijk om.

De in deze afdeling voorziene procedure is eveneens van toepassing op alle gevallen waarin de overtreder van één of meerdere overtredingen betreffende het wegverkeer geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en niet wordt onderschept.

Art. 21.Voor de inning van een som worden de hieronder opgesomde documenten naar de vermoedelijke of aangeduide overtreder gestuurd, overeenkomstig de artikelen 67bis en 67ter van de wet betreffende de politie over het wegverkeer : 1° een informatiebrief, met minstens de volgende elementen : a) de aard van de overtreding of de overtredingen;b) plaats, datum en tijdstip van de overtreding of de overtredingen;c) in voorkomend geval de aanwezige verkeerstekens op de dag van de feiten;d) het opschrift van de wettelijke of reglementaire teksten die de geschonden bepalingen bevatten;e) het bedrag van de inning, bepaald overeenkomstig de artikelen 2 en 14 van dit besluit;f) in voorkomend geval de informatie betreffende de apparatuur waarmee de overtreding is vastgesteld. De informatiebrief wordt opgesteld in de taal die wordt gebruikt in het inschrijvingsdocument, als dat beschikbaar is, of in een van de officiële talen van de lidstaat van inschrijving. 2° een verklarend document, overeenkomstig het model als bijlage, waarin de verschillende modaliteiten voor de betaling zijn opgenomen.

Art. 22.De betalingswijzen, bepaald in artikel 12 van dit besluit, zijn van toepassing. Afdeling 4. - In geval van gelijktijdig begane overtredingen door

dezelfde overtreder

Art. 23.Wanneer er meerdere overtredingen gelijktijdig worden vastgesteld ten laste van eenzelfde overtreder, moeten deze worden vermeld in hetzelfde formulier in geval van onderschepping of in dezelfde informatiebrief in geval van niet-onderschepping. HOOFDSTUK 4. - Opheffingsbepalingen

Art. 24.Het koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003014301 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten, wordt opgeheven.

Art. 25.Het koninklijk besluit van 22 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003014301 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij besluiten van 30 september 2005, 27 maart 2006, 1 september 2006, 9 oktober 2009, 27 februari 2013 en 28 maart 2013, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepalingen

Art. 26.De documenten, bedoeld in artikel 21 van dit besluit, worden vergezeld van of vervangen door het afschrift van het proces-verbaal, bedoeld in artikel 62, achtste lid, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, tot aan de door Ons te bepalen datum. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 27.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 28.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor de Financiën en de minister bevoegd voor het Wegverkeer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

Bijlage bij het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014.betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer.

Gegeven te Brussel, 19 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^