gepubliceerd op 18 maart 2009
Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren
5 FEBRUARI 2009. - Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Het opschrift van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt vervangen door het volgende opschrift : « Decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten ».
Art. 2.In de nota onderaan de bladzijde waarnaar Titel I van datzelfde decreet verwijst, wordt het eerste streepje vervangen door wat volgt : « - de Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de transmissie van audiovisuele mediadiensten (richtlijn « audiovisuele mediadiensten »), zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EEG en bij Richtlijn 2007/65/EEG; ».
Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005, 19 juli 2007, 29 februari 2008, 5 juni 2008 en 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 3°, wordt het Franse woord « radiodiffusé » vervangen door het Franse woord « diffusé »;2° 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° Centrum voor de film en de audiovisuele sector : het Centrum voor de film en de audiovisuele sector, zoals geregeld bij de decreten en besluiten van de Franse Gemeenschap inzake de filmsector;»; 3° In 6°, wordt het woord « reclamecommunicatie » vervangen door de woorden « commerciële communicatie »;4° 7° wordt vervangen als volgt : « 7° commerciële communicatie : elke boodschapsvorm opgenomen in een audiovisuele mediadienst, welke dient om rechtstreeks of onrechtstreeks de goederen, de diensten of het imago van een natuurlijke of rechtspersoon die een economische activiteit verricht, te promoten.Die boodschappen worden opgenomen in een audiovisuele mediadienst, tegen betaling of een soortgelijke vergoeding of ten behoeve van zelfpromotie. Vormen van commerciële communicatie zijn onder meer interactieve commerciële communicatie, commerciële communicatie door middel van een splitscreen, reclame, virtuele reclame, sponsoring, telewinkelen, zelfpromotie en productplaatsing; »; 5° 7°bis wordt vervangen door wat volgt : « 7°bis Interactieve commerciële communicatie : elke interactieve commerciële communicatie : elke commerciële communicatie opgenomen in een audiovisuele mediadienst, die via een retourpad het mogelijk maken om de gebruikers - die er de individuele aanvraag van indienen via het opnemen van een elektronisch toegangsmiddel in de dienst - te verwijzen naar een nieuwe reclame-, promotie of commerciële omgeving;»; 6° 7°ter wordt vervangen door wat volgt : « 7°ter Commerciële communicatie door middel van een splitscreen : elke commerciële communicatie die samen met een televisieprogramma door middel van de ruimtelijke splitsing van het scherm wordt uitgezonden;»; 7° Er wordt een 7°quater ingevoegd, luidend als volgt : « 7°quater Commerciële sluikreclame : » : het vermelden of vertonen van goederen, diensten, naam, handelsmerk of activiteiten van een producent van goederen of een aanbieder van diensten in programma's, indien de dienstenuitgever daarmee beoogt reclame te maken en diensten en goederen te verkopen en het publiek kan worden misleid omtrent de aard van deze vermelding c.q. vertoning. Deze bedoeling wordt met name geacht aanwezig te zijn indien de vermelding c.q. vertoning tegen betaling of soortgelijke vergoeding geschiedt; »; 8° 8° wordt vervangen als volgt : 8° Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media : de Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media, zoals die geregeld wordt door de wetgeving van de Franse Gemeenschap inzake opvoeding tot de media;»; 9° In 12°, wordt het woord « radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten »;10° 13° wordt vervangen als volgt : « 13° dienstenuitgever : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de editoriale verantwoordelijkheid voor de keuze van de inhoud van de audiovisuele mediadiensten op zich neemt en die de wijze bepaalt waarop hij wordt georganiseerd;»; 11° In 14°, wordt het woord « radio-omroepdienst » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten »;12° Er wordt een 14°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 14bis publiek evenement : een al dan niet georganiseerd evenement, dat niet van vertrouwelijke aard is en waarvoor niets belet dat het publiek wordt gemaakt;»; 13° In 15°, worden de Franse woorden « d'émissions » vervangen door de Franse woorden « de programmes »;14° 20° wordt vervangen als volgt : « 20° Europees werk : a) het werk dat afkomstig is uit lidstaten van de Europese Unie dat voornamelijk met behulp van in één of meer lidstaten gevestigde auteurs en medewerkers wordt vervaardigd en dat voldoet aan één van de volgende drie voorwaarden : - het wordt vervaardigd door één of meer producenten die in één of meer van deze Staten gevestigd zijn, - de productie van dat werk wordt gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd door één of meer producenten die in één of meer van deze Staten gevestigd zijn, - de bijdrage van de coproducenten van die Staten in de totale kosten van de coproductie bedraagt meer dan de helft, en de coproductie wordt niet door één of meer buiten deze Staten gevestigde producenten gecontroleerd;b) het werk dat afkomstig is uit Europese derde Staten die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa, dat voornamelijk tot stand wordt gebracht met hulp van auteurs en medewerkers die in één of meer van die Staten gevestigd zijn en dat voldoet aan één van de drie volgende voorwaarden : - het wordt vervaardigd door één of meer producenten die in één of meer van deze Staten gevestigd zijn; - de productie van dat werk wordt gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd door één of meer producenten die in één of meer van deze Staten gevestigd zijn; - de bijdrage van de coproducenten van die Staten in de totale kosten van de coproductie bedraagt meer dan de helft, en de coproductie wordt niet door één of meer buiten deze Staten gevestigde producenten gecontroleerd.
Het werk dat afkomstig is uit Europese derde Staten die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa is echter alleen een Europees werk als de werken die afkomstig zijn uit de lidstaten van de Unie niet onderworpen zijn aan discriminerende maatregelen in de Europese derde Staten; c) het werk dat in coproductie wordt vervaardigd in het kader van akkoorden betreffende de audiovisuele sector, gesloten tussen de Europese Unie en derde landen en dat beantwoordt aan de voorwaarden die in elk van die akkoorden worden bepaald, op voorwaarde dat dit werk uit de lidstaten van de Unie niet onderworpen wordt aan discriminerende maatregelen in de betrokken derde landen;d) het werk dat een productie is in het kader van bilaterale coproductie-akkoorden die tussen lidstaten en derde landen werden gesloten, op voorwaarde dat de coproducenten van de Europese Unie voor meer dan de helft bijdragen in de totale productiekosten en dat de productie niet door één of meer buiten de lidstaten gevestigde producenten wordt gecontroleerd;»; 15° In 21°, wordt het woord « radio-omroepdiensten » vervangen door het woord « audiovisuele mediadiensten »;16° 22° wordt vervangen als volgt : « 22° Netwerkexploitant : iedere rechtspersoon die de technische bewerkingen van een radio-omroepnetwerk verricht die noodzakelijk zijn voor de transmissie en de uitzending van audiovisuele mediadiensten voor het publiek;»; 17° 23° wordt vervangen als volgt : « 23° Sponsoring » : elke bijdrage, tegen betaling of soortgelijke vergoeding, van een publieke of particuliere onderneming of een natuurlijke persoon die geen activiteit van dienstenuitgever of inzake productie van programma's uitoefent, in de financiering van audiovisuele mediadiensten of programma's met het doel haar naam, handelsmerk, imag°, activiteiten of producten meer bekendheid te geven;»; 18° 23°bis wordt vervangen als volgt : « 23°bis productplaatsing » : het opnemen van of het verwijzen naar een product of dienst of een desbetreffend handelsmerk binnen het kader van een programma, tegen betaling of soortgelijke vergoeding;»; 19° Er wordt een 23°ter ingevoegd, luidend als volgt : « 23°ter : « platform voor gesloten verdeling : platform voor verdeling van audiovisuele mediadiensten, waartoe de toegang voor een dienstenuitgever een voorafgaande instemming van de dienstenverdeler die verantwoordelijk is voor dit platform vereist.Als de dienstenuitgever zijn eigen verdeler is, worden de audiovisuele mediadiensten die hij uitgeeft en verdeelt, geacht aangeboden te worden door middel van een platform voor gesloten verdeling indien de toegang tot het elektronische communicatienetwerk de voorafgaande instemming van de netwerkexploitant of het bekomen van een capaciteit op hertznetwerken vereist; »; 20° In 25°, worden de woorden « met uitzondering van de programma's voor reclamecommunicatie » vervangen door de woorden « met uitzondering van de commerciële communicatieboodschappen »;21° 26° wordt vervangen als volgt : « 26° Onafhankelijke producent : de producent, - die een rechtspersoonlijkheid bezit die verschillend is van die van een dienstenuitgever, - die rechtstreeks of onrechtstreeks niet meer dan 15 % van het kapitaal van een dienstenuitgever bezit, - die, gedurende een periode van drie jaar, niet meer dan 90 % van zijn omzetcijfer boekt uit de verkoop van producties aan eenzelfde dienstenuitgever, - waarvan meer dan 15 % van het kapitaal niet rechtstreeks of onrechtstreeks in het bezit is van een dienstenuitgever; - waarvan meer dan 15 % van het kapitaal niet in het bezit is van een maatschappij die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 15 % van het kapitaal van een dienstenuitgever bezit;
De onafhankelijke producent van de Franse Gemeenschap is de producent die in het Frans taalgebied en in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad gevestigd dis en die beantwoordt aan de criteria vermeld in het vorige lid; »; 27° Er wordt een 28° ingevoegd, luidend als volgt : « 28° programma : een reeks bewegende beelden, al dan niet met geluid, als het om een televisieprogramma gaat, of met een geheel van geluiden, als het om een klankprogramma gaat, die een afzonderlijk element van een door een dienstenuitgever opgesteld schema of catalogus vormt;»; 28° 29°wordt vervangen als volgt : « 29° reclame : de door een publieke of particuliere onderneming of natuurlijke persoon, tegen betaling of soortgelijke vergoeding uitgezonden boodschap die in een audiovisuele mediadienst in verband met de uitoefening van een commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of van een beroep als zelfstandige, ter bevordering van de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;29° 30° wordt vervangen als volgt : « 30° virtuele reclame : reclame die in het beeld wordt opgenomen of die een voorhanden reclame op een evenementsplaats vervangt, via een elektronisch beeldvormingssysteem dat het uitgezonden signaal wijzigt;»; 30° 32° wordt vervangen als volgt : « 32° Netwerkradio : private klankdienst die beschikt over een radiofrequentienetwerk;31° In 33°bis, wordt het woord « uitzendingen » vervangen door het woord « programma's »;32° 35° wordt vervangen als volgt : « 35° Elektronisch communicatienetwerk : de transmissiesystemen en, in voorkomend geval, de uitrustingen voor omschakeling en routering en de andere middelen, die het overbrengen mogelijk maken van signalen via de kabel, radiogolven, optische middelen of andere elektromagnetische middelen, voor zover ze worden gebruikt voor de transmissie van signalen die drager zijn van audiovisuele mediadiensten;»; 33° 36° wordt vervangen als volgt : « 36° Teledistributienetwerk : teledistributienetwerk dat door éénzelfde netwerkexploitant wordt georganiseerd met het oog op het overbrengen aan het publiek, door middel van een kabel, van signalen die drager zijn van audiovisuele mediadiensten;»; 34° Er wordt een 36°bis ingevoegd, luidend als volgt : »36°bis Editoriale verantwoordelijkheid : de uitoefening van een effectieve controle zowel op de selectie van programma's als op de organisatie ervan, ofwel op een chronologisch rooster, voor de lineaire audiovisuele mediadiensten, ofwel op een catalogus, voor de non-lineaire audiovisuele mediadiensten;»; 35° Er wordt een 37°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 37°bis « audiovisuele mediadienst : een dienst die valt onder de editoriale verantwoordelijkheid van een dienstenuitgever, met als hoofddoel de levering, via elektronische communicatienetwerken, aan het publiek van televisie- of klankprogramma's ter informatie, vermaak of educatie, of met het oog op een commerciële communicatie.Naast de diensten die aan deze definitie beantwoorden, wordt teletekst ook beschouwd als een audiovisuele mediadienst die uitsluitend onder de artikelen 9 tot 15, 29 en 41 valt; »; 36° Er wordt een 37ter ingevoegd, luidend als volgt : « 37ter Lineaire dienst : audiovisuele mediadienst waarvan de programma's bestemd worden om gelijktijdig door het geheel of een deel van het publiek te worden ontvangen op het ogenblik dat de uitgever van audiovisuele mediadiensten heeft beslist op grond van een door hem opgemaakte programmarooster;»; 37° Er wordt een 37°quater ingevoegd, luidend als volgt : « 37°quater Non-lineaire dienst : een audiovisuele mediadienst : een audiovisuele mediadienst waarvan de programma's bestemd worden om ontvangen te worden op aanvraag en op het ogenblik dat door de gebruiker gekozen wordt, op grond van een programmacatalogus die door een uitgever van audiovisuele mediadiensten wordt opgemaakt;»; 38° Er wordt een 37° quinquies ingevoegd, luidend als volgt : « 37°quinquies Televisiedienst : een audiovisuele mediadienst waarvan de programma's televisieprogramma's zijn;». 39° Er wordt een 37°sexieses ingevoegd, luidend als volgt : « 37° sexies Klankdienst : een audiovisuele mediadienst waarvan de programma's klankprogramma's zijn;»; 40° In 38° worden de woorden « dienst voor televisieomroep » vervangen door het woord « televisiedienst »;41° In 39°wordt het woord « radio-omroepdienst » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadienst »;42° In 41° wordt het woord « omroepdiensten » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten »;43° 41 ter wordt opgeheven;44° In 42° worden de woorden « dienst voor televisie-omroep » vervangen door het woord « televisiedienst »;45° In 43° en 43°bis, wordt het woord « radio-omroepdienst » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadienst ».
Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, wordt het woord « radio-omroepactiviteit » vervangen door de woorden « activiteit in verband met de audiovisuele mediadiensten »;2° In § 4, wordt het woord « werkelijke » overal geschrapt;3° In § 4, worden de woorden « beslissingen inzake programmatie » overal vervangen door « editoriale beslissingen betreffende zijn audiovisuele mediadiensten »;4° In § 4 wordt het woord « radio-omroepactiviteiten » overal vervangen door de woorden « activiteiten van audiovisuele mediadiensten »;5° § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.Onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, de dienstenuitgever die niet gevestigd is in een lidstaat van de Europese Unie of die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die één of meer van zijn audiovisuele mediadiensten verdeelt of laat verdelen : a) door middel van een verbinding naar een satelliet toe, gevestigd in het Franse taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, als het gaat om en dienstenuitgever die, op grond van zijn activiteiten, moet worden beschouwd als uitsluitend tot de Franse Gemeenschap behorend;b) bij gebrek aan een verbinding naar een satelliet toe zoals bedoeld in punt a), door middel van een satellietcapaciteit die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoort »;6° In § 6, wordt het woord « uitgever » vervangen door het woord « dienstenuitgever »;7° In § 6, worden de meldingen « 52 en volgende » vervangen door de meldingen « 43 tot 48 »;8° § 7 wordt opgeheven;9° In § 8, eerste zin, wordt het woord « radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten »;10° In § 8, 1°, wordt het woord « radio-omroepnetwerk » vervangen door de woorden « elektronisch communicatienetwerk »;11° § 9 wordt vervangen als volgt : « § 9.Onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, elke netwerkexploitant die een exploitatiezetel in België heeft en die de technische bewerkingen uitvoert : - van een elektronisch communicatienetwerk voor het Frans taalgebied; - van een elektronisch communicatienetwerk voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, waarvan de activiteiten uitsluitend tot de Franse Gemeenschap behoren. »
Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 3.§ 1. Met het doel het recht van het publiek op de informatie betreffende de publieke evenementen te waarborgen, hebben de RTBF en iedere dienstenuitgever die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ressorteert, het recht de vrije toegang tot de publieke evenementen te krijgen, voor zover deze plaatsvinden in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, indien de organisator van dat evenement in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwd kan worden als uitsluitend tot de Franse Gemeenschap behorend, op grond van zijn activiteiten.
Als het gaat om een publiek evenement bedoeld in het eerste lid waarvoor een exclusiviteitsrecht wordt uitgeoefend door een andere dienstenuitgever die ressorteert onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap, kan hij het publiek evenement opnemen met als uitsluitend doel korte uittreksels daarvan in een nieuwsjournaal of in elk ander regelmatig geprogrammeerd actualiteitenprogramma op te nemen. In dat geval wordt het opnemen uitgevoerd met inachtneming van de materiële voorrang die wordt verleend aan de dienstenuitgever die over het exclusiviteitsrecht beschikt.
Voor de publieke sportevenementen bedoeld in het eerste lid waarvoor een exclusiviteitsrecht wordt uitgeoefend, kan hij uitsluitend beelden en/of klanken opnemen die naast die evenementen plaatsvinden. § 2. Met het doel het recht van het publiek op informatie ten opzichte van de publieke evenementen te waarborgen, als de RTBF en elke uitgever van lineaire diensten die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ressorteren geen toegang tot het publieke evenement bedoeld in § 1 hebben gehad uitsluitend om veiligheidsredenen en om redenen in verband met het voorkomen van belemmeringen bij het verloop ervan of in het geval van publieke sportevenementen bedoeld in § 1 of van elk ander publiek evenement dat niet bedoeld is in § 1, hebben ze het recht, mits een billijke, redelijke en niet discriminerende vergoeding die niet hoger kan zijn dan de bijkomende kosten die rechtstreeks veroorzaakt worden door die beeld- en/of klankopnamen van publieke evenementen die in het bezit zijn van dienstenuitgevers die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen met als uitsluitend doel korte uittreksels ervan in een nieuwsjournaal of in elk ander regelmatig geprogrammeerd actualiteitenprogramma. Dat recht kan worden uitgebreid tot dienstenuitgevers die onder de bevoegdheid van de andere Gemeenschappen en andere Staten van de Europese Unie vallen, onder voorbehoud van wederkerigheid en gelijkwaardigheid, en op voorwaarde dat de betrokken dienstenuitgever niet de mogelijkheid heeft om het publieke evenement op te nemen bij een dienstenuitgever die ressorteert onder de bevoegdheid van de Gemeenschap of van de Staat van de Europese Unie waarin hij gevestigd is.
In afwijking van het vorige lid : - Wanneer de organisator van een publiek sportevenement bedoeld in § 1 het exclusiviteitsrecht niet heeft afgestaan aan een dienstenuitgever; - Wanneer een dienstenuitgever die houder is van een dergelijk recht het opnemen van dit evenement niet heeft uitgevoerd of laten uitvoeren;
De RTBF en elke dienstenuitgever die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ressorteert, hebben het recht het evenement zelf op te nemen met als uitsluitend doel korte uittreksels daarvan te vertonen in een nieuwsjournaal of in elk ander regelmatig geprogrammeerd actualiteitenprogramma.
De dienstenuitgever die een opname uitvoert bij toepassing van het eerste lid, kiest vrijwillig de beelden en/of klanken die de uittreksels zullen uitmaken. Elk uittreksel moet een vermelding omvatten die de bron aangeeft van de beelden en/of klanken die het uittreksel uitmaken.
De uittreksels kunnen in totaal niet langer duren dan 90 seconden per publiek evenement in een televisiedienst en 30 seconden in een klankdienst. Als het echter gaat om een publiek evenement dat zelf uit verschillende publieke evenementen bestaat, geldt de beperking van 90 seconden of 30 seconden voor elk van die evenementen.
Een uittreksel kan in een nieuwsprogramma of in een regelmatig geprogrammeerd actualiteitenprogramma pas 20 minuten na het einde van het publiek evenement of van het evenement dat deel uitmaakt van dat publiek evenement worden opgenomen.
Een uittreksel kan in een programma dat wordt voorgesteld door een non-lineaire dienst van een dienstenuitgever pas worden opgenomen als dat programma reeds vooraf werd uitgezonden in het kader van een lineaire dienst van diezelfde dienstenuitgever overeenkomstig het vorige lid. § 3. Niemand kan het recht op het opnemen en gebruiken van in § 2 bedoelde uittreksels inroepen terwijl hij toegang had tot de publieke evenementen waarbij hij het opnemen van die evenementen kon uitvoeren of laten uitvoeren. § 4. Onverminderd akkoorden die werden gesloten tussen dienstenuitgevers, worden de nadere regels die noodzakelijk zijn voor de toepassing van § 2 bepaald door een reglement van het college voor advies van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 132, § 1, 5°, door de Regering goedgekeurd.
Dat reglement bepaalt inzonderheid : - de voorwaarden voor het eventuele hergebruik van de uittreksels; - de wijze waarop de oorspronkelijke uitgever de tweede uitgever informeert over de voorwaarden en kosten voor het gebruik van de uittreksels; - de inlichtingen die moeten worden uitgewisseld tussen de oorspronkelijke uitgevers en de tweede uitgevers; - het type en de duur van de vermelding van de bron; - inlichtingen betreffende de toegelaten zendduur en -termijn; - de nadere regels voor de eventuele bescherming van de exclusiviteitsrechten voor de regelmatig geprogrammeerde actualiteitenprogramma's; - inlichtingen betreffende de bepaling van een billijke vergoeding. »
Art. 6.In Titel I, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling II vervangen als volgt : « Afdeling II -.Recht van het publiek op toegang, in de lineaire televisiediensten, tot evenementen van het hoogste belang. »
Art. 7.In artikel 4 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° worden de woorden « televisie-omroepdiensten » en « televisie-omroepdienst » vervangen door de woorden « lineaire televisiediensten » en « lineaire televisiedienst »;2° In § 5, vijfde streepje, wordt « televisie-omroep » vervangen door « lineaire televisie ».
Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De RTBF en de dienstenuitgevers maken de basisinlichtingen over hen bekend, om het publiek in de mogelijkheid te stellen om een mening te hebben over de waarde van de informatie en de ideeën die worden uitgezonden in de programma's van de audiovisuele mediadiensten bedoeld bij dit decreet. De Regering bepaalt de lijst van de basisinlichtingen en de uitzendingswijzen waardoor de gemakkelijke, rechtstreekse en permanente toegang tot die wordt gewaarborgd. Die lijst vermeldt ten minste de naam, het adres van de maatschappelijke zetel, het telefoonnummer, het e-mail-adres en de website, het BTW-nummer en de lijst van de aandeelhouders of van de leden van de dienstenuitgever alsook de gegevens in verband met de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector, die het controleorgaan voor de dienstenuitgever is. »; 2° In § 2, 2°, worden de woorden « radio-omroepsector » vervangen door de woorden « de sector van de audiovisuele mediadiensten »;3° In § 2, 3°, worden de woorden « radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten ».
Art. 9.In artikel 7 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, worden de woorden « die houder is van een vergunning » en « die als zodanig wordt verklaard krachtens dit decreet » opgeheven;2° In § 1, eerste lid, en in § 2, eerste lid, wordt het woord « radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten »;3° In § 2, 1° en 3°, worden de woorden « televisie-omroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten »;4° In § 2, 2° en 4°, worden de woorden « klankradio-omroepdiensten » vervangen door het woord « klankdiensten »;5° In § 2, 2°, op het einde van de zin, wordt het woord « klankradio-omroepdiensten » vervangen door het woord « klankdiensten ».
Art. 10.In artikel 8 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « radio-omroepdienst » wordt vervangen door de woorden « audiovisuele mediadienst »;2° de woorden « elke dienst van een dienstenuitgever » worden vervangen door de woorden « elke audiovisuele mediadienst van een dienstenuitgever ».
Art. 11.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1°, worden de woorden « ras, geslacht, nationaliteit, godsdienst of filosofische overtuiging » vervangen door de woorden « vermeend ras, etnische afstamming, geslacht, nationaliteit, godsdienst of filosofische overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid »;2° 2° wordt vervangen als volgt : « 2° de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen ernstig zouden kunnen aantasten, inzonderheid programma's met pornografische scenes of met nodeloos geweld.Dit verbod geldt ook voor de andere programma's of programmafragmenten, inzonderheid trailers, die schade kunnen toebrengen aan de fysieke, mentale of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen, tenzij, : a)voor de lineaire diensten, door inzonderheid de keuze van het tijdstip van uitzending van het programma of via een voorwaardelijke toegang gewaarborgd wordt dat minderjarigen in het zendgebied de uitzendingen normaliter niet kunnen zien of beluisteren of voor zover dat programma voorafgegaan wordt door een akoestische waarschuwing of het gedurende de gehele uitzending herkenbaar is aan een visueel symbool; b)voor de non-lineaire diensten, inzonderheid via een voorwaardelijke toegang gewaarborgd wordt dat minderjarigen in het zendgebied de uitzendingen normaliter niet kunnen zien of beluisteren of voor zover dat programma voorafgegaan wordt door een akoestische waarschuwing of het gedurende de gehele uitzending herkenbaar is aan een visueel symbool.
De Regering bepaalt de nadere regels voor de toepassing van de punten a) en b).»
Art. 12.In Titel II van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt : « Hoofdstuk III. - Commerciële communicatie ».
Art. 13.In Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling I vervangen als volgt : « Afdeling I. - Algemene regels voor de lineaire en non-lineaire diensten ».
Art. 14.In artikel 10 van hetzelfde decreet, wordt het woord « reclamecommunicatie » vervangen door de woorden « commerciële communicatie ».
Art. 15.In artikel 11 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « reclamecommunicatie » wordt door de woorden « commerciële communicatie » vervangen;2° 2° wordt vervangen als volgt : « 2° discriminatie inhouden of aanmoedigen naar vermeend ras, etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid of nationaliteit, handicap of leeftijd;»; 3° In 5°, wordt het woord « ernstig » ingevoegd tussen de woorden « gedrag dat » en « schadelijk ».
Art. 16.In artikel 12 van hetzelfde decreet, wordt het woord « reclamecommunicatie » vervangen door het woord « commerciële communicatie ».
Art. 17.In artikel 13 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « reclamecommunicatie » wordt vervangen door de woorden « commerciële communicatie »;2° In 1°, worden de woorden « of de huur » ingevoegd tussen de woorden « tot de aankoop » en « van een bepaald product ».
Art. 18.In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de §§ 1, 2, 3 en 4, wordt het woord « reclamecommunicatie » vervangen door de woorden « commerciële communicatie » en worden de woorden « reclame »-aard » vervangen door de woorden « commerciële aard »;2° § 5 wordt vervangen als volgt : « § 5.De tweede zin van § 1 is niet van toepassing op sponsoring, virtuele reclame en productplaatsing. § 4 is niet van toepassing op sponsoring en zelfpromotie. »; 3° § 6 wordt vervangen als volgt : « § 6.Commerciële sluikreclame wordt verboden ».
Art. 19.In artikel 15 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « productplaatsing » worden ingevoegd tussen de woorden « sponsoring » en « en zelfpromotie »;2° het woord « reclamecommunicatie » wordt vervangen door de woorden « commerciële communicatie ».
Art. 20.In Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling II vervangen als volgt : « Afdeling II. - Bijzondere regels voor de lineaire en non-lineaire televisiediensten ».
Art. 21.Artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.§ 1. Onverminderd de voorwaarden vastgesteld in de §§ 2 en 3 kunnen reclame, telewinkelenspots en zelfpromotie in de programma's worden opgenomen, op zodanige wijze dat de integriteit en de waarde van die programma's niet worden geschaad, rekening houdend met de natuurlijke pauzes alsmede met de duur en de aard van het programma, en er geen afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de rechthebbenden. § 2. De uitzending van audiovisuele werken zoals speelfilms, televisiespeelfilms - met uitzondering van series en feuilletons -, actualiteitenprogramma's, documentaires, godsdienstprogramma's en programma's inzake niet-confessionele zedenleer mag één keer per volledig tijdvak van ten minste 30 minuten worden onderbroken door reclame, telewinkelen en zelfpromotie.
In de door de RTBF en de lokale televisies uitgegeven diensten, mogen reclame en zelfpromotie noch een speelfilm noch een werk waarvan de auteur de integriteit wil behouden, noch een fragment van een programma onderbreken. § 3. Reclame, telewinkelenspots en zelfpromotie mogen niet worden ingevoegd in televisiejournaals, uitzendingen voor kinderen, in de uitzending van godsdienstige erediensten en niet godsdienstige ceremonies. »
Art. 22.Artikel 18bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2007, wordt opgeheven.
Art. 23.In artikel 19 van hetzelfde decreet wordt de tweede zin aangevuld als volgt : « , behalve bij de uitzending van sportmanifestaties ».
Art. 24.Artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd op 22 december 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 20.§ 1. Voor de lineaire televisiediensten wordt de maximale zendtijd voor reclame en telewinkelenspots binnen een bepaalde periode van één klokuur door de Regering vastgesteld.
Hij mag niet meer dan 20 % van die periode bedragen. § 2. Voor de non-lineaire televisiediensten wordt de maximale zendtijd voor reclame en telewinkelenspots ingevoegd in een programma door de Regering vastgesteld.
Hij mag niet meer dan 20 % van de duur van dit programma bedragen. § 3. Virtuele reclame en productplaatsing worden niet bedoeld bij de §§ 1 en 2. ».
Art. 25.Artikel 21, geschrapt bij het decreet van 22 december 2005, wordt hersteld als volgt : «
Art. 21.§ 1. Productplaatsing is verboden. § 2. In afwijking van § 1 is productplaatsing toegestaan : 1° in de speelfilms voor de bioscoop en de televisie, alsook in de sportprogramma's en amusementsprogramma's, of 2° ten aanzien van bepaalde goederen of diensten die niet tegen betaling, maar uitsluitend gratis worden geleverd, zoals productiehulp en prijzen met het oog op de opneming ervan in een programma. Deze afwijkingen zijn niet van toepassing op kinderprogramma's, noch op televisiejournaals.
De programma's die productplaatsing bevatten, beantwoorden ten minste aan alle volgende voorwaarden : 1° De inhoud en, in geval van lineaire diensten, de programmering ervan, mogen in geen enkel geval zodanig beïnvloed worden dat de editoriale verantwoordelijkheid en de editoriale onafhankelijkheid van de dienstenuitgever aangetast worden;2° Ze sporen niet rechtstreeks aan tot aankoop of huur van goederen en diensten, inzonderheid door specifieke aanprijzing van die producten of diensten;3° Het betrokken product krijgt geen overmatige aandacht;4° Programma's die productplaatsing bevatten, worden aan het begin en het einde van de uitzending, alsook wanneer een programma na een reclamepauze wordt hervat, door optische en akoestische middelen als zodanig aangeduid om verwarring bij de kijker te voorkomen.Die laatste voorwaarde is niet alleen van toepassing op de programma's die geproduceerd of besteld werden door de dienstenuitgever of door een maatschappij die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn/haar aandeelhouder is of waarin hij rechtstreeks of onrechtreeks aandeelhouder is. § 3. De bepalingen van de §§ 1 en 2 zijn van toepassing op de programma's die na 19 december 2009 geproduceerd zullen worden. »
Art. 26.Onder de Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling III vervangen als volgt : « Afdeling III. - Bijzondere regels voor de lineaire en non-lineaire klankdiensten ».
Art. 27.Artikel 22 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.§ 1. Voor de lineaire klankdiensten wordt de maximale zendtijd voor reclame en telewinkelenspots binnen een bepaalde periode van één klokuur door de Regering vastgesteld.
Hij mag niet meer dan 20 % van die periode bedragen. § 2. Voor de non-lineaire klankdiensten wordt de maximale zendtijd voor reclame en telewinkelenspots ingevoegd in een programma door de Regering vastgesteld.
Hij mag niet meer dan 20 % van de duur van dit programma bedragen. »
Art. 28.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : «
Art. 23.Reclame, telewinkelen en zelfpromotie kunnen niet ingevoegd worden in televisiejournaals, kinderprogramma's, uitzending van godsdienstige erediensten en niet godsdienstige ceremonies. ».
Art. 29.Onder de Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling IV vervangen als volgt : « Afdeling IV. - Regels eigen aan sponsoring in de lineaire en non-lineaire diensten ».
Art. 30.In artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1° worden de woorden « , ingeval van een lineaire dienst » ingevoegd tussen de woorden « de inhoud en » en de woorden « programmering »;2° 2° wordt vervangen als volgt : « 2° Gesponsorde programma's moeten duidelijk herkend worden door een aankondiging van sponsoring met een logo of een ander symbool van sponsor in de generieken aan het begin en het einde van het programma of aan het begin of het einde van een programmafragment dat duidelijk herkenbaar is, alsook in de trailers die voor de promotie van dat programma zorgen.»; 3° 3°, 4° en 6° worden opgeheven;4° In 7° wordt het woord « klok » vervangen door de woorden « van het gesponsorde programma »;5° In 9° worden de woorden « voor politieke en algemene berichtgeving » vervangen door de woorden « voor actualiteiten ».
Art. 31.In artikel 25 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « Op televisie » vervangen door de woorden « In de televisiediensten »;2° In het eerste lid worden de woorden « van sportevenementen » vervangen door de woorden « van sportwedstrijden »;3° In het tweede lid wordt het woord « klok » vervangen door de woorden « van het gesponsorde programma ».
Art. 32.In artikel 26 van hetzelfde decreet worden de woorden « Op televisie » vervangen door de woorden « in de televisiediensten ».
Art. 33.Onder de Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2007, wordt het opschrift van de afdeling IVbis vervangen als volgt : « Afdeling IVbis. - Regels betreffende de nieuwe vormen van commerciële communicatie in de lineaire en non-lineaire diensten ».
Art. 34.Artikel 27bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2007, wordt vervangen als volgt : «
Art. 27bis.Wanneer een dienstenuitgever een beroep doet op de interactieve commerciële communicatie, moet de gebruiker verwittigd worden van de overdracht naar de publicitaire, promotionele of commerciële interactieve omgeving door middel van de gepaste optische of akoestische middelen zodat hij vrij en volstrekt terecht kan werken.
De Regering kan het aantal en de duur van de zichtbaarheid van de boodschappen van interactieve commerciële communicatie beperken.
Art. 35.In artikel 27ter van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid wordt de eerste zin die begint met de woorden « Op televisie » en eindigt met de woorden « met inachtneming van de volgende voorwaarden : » vervangen door de volgende zin : « Virtuele reclame is verboden behalve bij de rechtstreekse of onrechtstreekse uitzending van sportwedstrijden met inachtneming van de volgende voorwaarden : »;2° In 1° worden de woorden « het evenement » vervangen door de woorden « de sportwedstrijd »;3° 7° en 8° worden opgeheven;4° Het woord « dienst » wordt telkens vervangen door het woord « diensten »;5° In het laatste lid worden de woorden « de vermeldingen van virtuele reclame » vervangen door de woorden « van de virtuele reclame ».
Art. 36.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2007, wordt een artikel 27quater ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 27quater.Commerciële communicatie op splitscreen wordt toegelaten met inachtneming van de volgende voorwaarden : 1° Commerciële communicatie op splitscreen kan slechts reclame en zelfpromotie bevatten;2° Commerciële communicatie op splitscreen is verboden in televisiejournaals, actualiteitenprogramma's, uitzendingen van godsdienstige erediensten en niet godsdienstige ceremonies, godsdienstige uitzendingen, programma's voor niet confessionele zedenleer en kinderprogramma's;3° Commerciële communicatie op splitscreen kan slechts ingevoegd worden : - tijdens de andere eindgenerieken van programma's dan deze bedoeld in 2° en inzonderheid in de eindgenerieken van audiovisuele werken; - tijdens de rechtstreekse of onrechtstreekse uitzendingen van sportwedstrijden bij de natuurlijke onderbrekingen van deze wedstrijden; - tijdens de amusementsprogramma's met dien verstande dat een tijdvak van ten minste 20 minuten moet verlopen tussen iedere invoeging; 1° Commerciële communicatie op splitscreen kan de integriteit en de waarde van het programma waarin ze ingevoegd wordt, niet aantasten, noch de rechten van de rechthebbenden benadelen;2° Commerciële communicatie op splitscreen moet gemakkelijk als dusdanig herkenbaar worden, door een duidelijke ruimtelijke scheiding met het programma dankzij de geschikte optische middelen;3° De zendtijd toegewezen aan commerciële communicatie op splitscreen moet ook redelijk blijven en moet het mogelijk maken voor de kijker om het programma verder te volgen; De duur van reclameboodschappen uitgezonden op splitscreen wordt integraal meegeteld in de zendtijd voor reclame en telewinkelenspots bedoeld in artikel 20, § 1 of § 2.
De Regering kan het aantal en de duur van de zichtbaarheid van commerciële communicatie op splitscreen beperken. »
Art. 37.Onder de Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van de Afdeling V vervangen als volgt : « Afdeling V. - Regels eigen aan de telewinkelenprogramma's in de lineaire en non-lineaire diensten ».
Art. 38.In artikel 28 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden « die krachtens dit decreet de vergunning hebben verkregen » en de woorden « van de Regering en » opgeheven;2° In § 1, 1° worden de woorden « voor de lineaire diensten, » ingevoegd vóór de woorden « de duur van de dagelijkse uitzending »;3° In § 3, eerste zin, worden de woorden « door optische en akoestische middelen » ingevoegd na de woorden « als zodanig »;4° In § 3 worden de tweede en derde zinnen die beginnen met de woorden « Ze moeten verplicht » en eindigen met « wordt op 15 minuten vastgesteld » vervangen als volgt : « Ze mogen niet onderbroken worden, inzonderheid door reclame- of sponsoringsboodschappen. De minimale duur van een telewinkelenprogramma wordt op 15 minuten vastgesteld. ». 5° In § 4 worden de woorden « Voor de lineaire diensten » ingevoegd vóór de woorden « de Regering »;6° In § 6 worden de woorden « Voor de lineaire diensten » ingevoegd vóór de woorden « de duur van de uitzending ».
Art. 39.Onder de Titel II, hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van de afdeling VI opgeheven.
Art. 40.Onder de Titel II van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, luidend als volgt : « Hoofdstuk IV - Toegang tot programma's voor personen met een zintuiglijke handicap ».
Art. 41.In hetzelfde decreet wordt een artikel 30 ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 30.De dienstenuitgevers passen de reglementen toe van het College voor Advies van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector bedoeld in artikel 132, § 1, 5° en goedgekeurd door de Regering, die de toegang tot programma's regelen voor personen met een zintuiglijke handicap. ».
Art. 42.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van titel III vervangen als volgt : « TITEL III.- HET UITGEVEN VAN DE AUDIOVISUELE MEDIADIENSTEN ».
Art. 43.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de woorden « 36, 43, 44 en 46 » vervangen door de woorden « 34, 36, 40, 41bis, 43, 44, 46 en 47bis ».
Art. 44.Artikel 33 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 45.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 34.De RTBF en elke dienstenuitgever moeten procedures hebben ingezet voor het doen naleven van de wetgeving betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. »
Art. 46.Artikel 35 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 35.§ 1. De dienstenuitgever waarvan de audiovisuele mediadienst verdeeld wordt via een platform voor gesloten verdeling, moet : 1° een handelsvennootschap zijn waarvan het kapitaal uitsluitend uit aandelen op naam bestaat;2° als hij informatie uitzendt, per dienst, het beheer van de informatieprogramma's doen verrichten door beroepsjournalisten die bij een arbeidsovereenkomst aangeworven zijn en die erkend zijn overeenkomstig de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist, of die zich in de voorwaarden bevinden om er toegang toe te hebben, in voldoende aantal ten opzichte van de uitgegeven dienst;3° als hij informatie uitzendt, een huishoudelijk reglement opstellen betreffende de objectiviteit bij de verwerking van informatie en zich ertoe verbinden het na te leven;4° als hij informatie uitzendt, een interne journalistenmaatschappij erkennen als referentiepersoon en die raadplegen over vraagstukken die de redactionele lijn grondig kunnen wijzigen, over de organisatie van de redacties betreffende de informatieprogramma's en over de aanstelling van de hoofdredacteur.Die interne maatschappij is samengesteld uit journalisten die de redactie(s) van de dienstenuitgever vertegenwoordigen; 5° onafhankelijk zijn van elke regering, elke politieke partij of representatieve werkgevers- of werknemersorganisatie; § 2. Bij wijze van afwijkingsmaatregel worden de onafhankelijke radio's bedoeld in artikel 53 niet onderworpen aan § 1, 1°, 4° en 6°.
De uitgevers van klankdiensten bedoeld in artikel 58 worden niet onderworpen aan § 1, 1°. Worden ze opgericht als vereniging zonder winstoogmerk dan worden ze niet onderworpen aan § 1, 4° en 6°.
Nochtans moeten de onafhankelijke radio's bedoeld in artikel 53 en de dienstenuitgevers bedoeld in artikel 58, wanneer hun klankdienst verdeeld wordt via een platform voor gesloten verdeling, als rechtspersoon opgericht worden. »
Art. 47.Artikel 36 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, wordt vervangen als volgt : «
Art. 36.De RTBF en de dienstenuitgevers moeten een integrale kopie van hun programma's gedurende een periode van drie maanden vanaf de datum van hun invoeging in de audiovisuele mediadienst bewaren en die kopie ter beschikking stellen van elke overheid die dit zou aanvragen krachtens een wets- of verordeningsbepaling. Voor de lineaire diensten behouden ze gedurende dezelfde periode de dagelijkse leiding van elke uitgegeven audiovisuele mediadienst, die betrekking heeft op het geheel van de programma's, programmafragmenten en het juiste uur waarop die worden opgenomen.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de termijn voor de bewaring van de programma's voor de onafhankelijke radio's bedoeld in artikel 53 en voor de uitgevers van klankdiensten bedoeld in artikel 58, als ze opgericht zijn als vereniging zonder winstoogmerk of als ze natuurlijke personen zijn, twee maanden. Voor de uitgevers van televisiediensten die natuurlijke personen zijn, bedraagt die termijn ook twee maanden. »
Art. 48.Onder de Titel III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van Hoofdstuk III vervangen als volgt : « Hoofdstuk III. - Bijzondere regels voor de televisiediensten ».
Art. 49.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van de afdeling I vervangen als volgt : « Afdeling I. - Procedure voor de aangifte van de uitgevers van televisiediensten ».
Art. 50.Artikel 37 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 37.§ 1. De dienstenuitgever moet een voorafgaande aangifte per aangetekende brief bij het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector indienen en dit, voor elke televisiedienst die hij wil uitgeven.
In afwijking van het eerste lid moet de dienstenuitgever die radiofrequenties wenst te gebruiken voor de klankuitzending of televisiediensten langs digitale of analoge terrestrische radiogolven, toegelaten worden voor dit gebruik volgens de procedure bedoeld in de onderafdeling IV of V, naargelang het geval, van de afdeling I van Hoofdstuk III van Titel VI. § 2. De aangifte bevat de volgende gegevens : 1° de naam van de uitgever van de televisiedienst(en);2° het adres van de maatschappelijke zetel en van de exploitatiezetel van de dienstenuitgever;3° de statuten van de dienstenuitgever indien deze als rechtspersoon opgericht is;4° de gegevens betreffende het aandeelhouderschap van de dienstenuitgever indien deze als handelsvennootschap opgericht is;5° een financieel plan, opgemaakt over een periode van drie jaar;6° de aard en de beschrijving van de televisiedienst, met inbegrip van de beschrijving van het eventueel voorziene informatiesysteem alsook, in voorkomend geval, het bewijs dat journalisten tewerkgesteld zijn;7° de termijn waarin de televisiedienst uitgezonden zal worden;8° de persoonlijke gegevens van de dienstenverdelers bij wie de dienstenuitgever zijn televisiedienst wenst ter beschikking te stellen;9° indien de dienstenuitgever zelf verdeler is van de televisiedienst, de nadere regels voor de verkoop van die dienst. Elke wijziging van deze elementen moet voorafgaandelijk per aangetekende brief meegedeeld worden aan het College voor vergunning en controle. § 3. De Regering bepaalt het model van aangifte. »
Art. 51.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 38.Binnen de maand na de ontvangst van de aangifte bericht het College voor vergunning en controle ontvangst van de aangifte.
Binnen de acht werkdagen volgend op het ontvangstbewijs zendt het College voor vergunning en controle een afschrift van de aangifte en van het ontvangstbewijs over aan de Minister van Audiovisuele Sector, alsook aan het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Elke wijziging van de elementen van de aangifte die het College voor vergunning en controle heeft ontvangen met toepassing van het laatste lid van § 2 van artikel 37, wordt meegedeeld als afschrift, binnen dezelfde termijn, aan de Minister van Audiovisuele Sector, alsook aan het secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. »
Art. 52.Artikel 39 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 53.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling II vervangen als volgt : « Afdeling II. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de lineaire en
non-lineaire televisiediensten ».
Art. 54.Artikel 40 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 40.De RTBF en de uitgevers van televisiediensten moeten het College voor vergunning en controle een jaarverslag voorstellen met inzonderheid de informatie-elementen betreffende de naleving, ieder wat hem betreft, van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 34, 35, 41, 42, 43 en 47bis. Voor de verplichtingen bedoeld in artikelen 43 en 47bis zal het jaarverslag ook de informatie-elementen, dienst per dienst, bevatten. »
Art. 55.In artikel 41 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005 en 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, eerste lid, en in § 3 worden de woorden « televisie-omroep » telkens vervangen door de woorden « televisie »; 2° In § 3 worden de twee eerste streepjes vervangen als volgt : - « 0 % voor zijn omzet, indien deze tussen 0 en 300.000 euro ligt; - 1,4 % voor zijn omzet, indien deze tussen 300.000 en 5 miljoen euro ligt; 1° In § 4, eerste lid, worden het woord « boodschappen » en de woorden « , nationale en regionale » opgeheven;2° In § 4, eerste lid, wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « diensten »; <3° In § 4, eerste lid, wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « dienst »; 4° In § 4 worden de woorden « van diensten » telkens ingevoegd na het woord « verdeler »;5° In § 4, tweede lid, wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « diensten »;6° In § 4, tweede lid, worden de woorden « een aangifte wordt gemaakt of » ingevoegd tussen het woord « waarvoor » en de woorden « de vergunning heeft verkregen »;7° In § 5 wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « diensten ».
Art. 56.In hetzelfde decreet wordt een artikel 41bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 41bis.De RTBF en de uitgevers van televisiediensten mogen geen film uitzenden buiten de termijnen overeengekomen met de rechthebbenden. »
Art. 57.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt een afdeling IIbis « Afdeling IIbis. - Bijzondere bepalingen voor de lineaire televisiediensten » ingevoegd tussen de artikelen 41bis en 42.
Art. 58.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « De uitgever van televisie-omroepdiensten » worden vervangen door de woorden « De dienstenuitgever moet in zijn lineaire televisiediensten »;2° In 2° wordt het woord « of » ingevoegd tussen het woord « zelfpromotie » en het woord « telewinkelen »;3° In 2° worden de woorden « of teleteksdiensten » opgeheven.
Art. 59.In artikel 43 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de §§ 1 en 2 worden de woorden « televisie-omroep » telkens opgeheven;2° In de §§ 1 en 2 worden de woorden « lineaire televisie » telkens ingevoegd na de woorden « moeten, in hun »;3° In de §§ 1 en 2 wordt het woord « of » telkens ingevoegd tussen het woord « zelfpromotie » en het woord « telewinkelen »;4° In de §§ 1 en 2 worden de woorden « of teleteksdiensten » telkens opgeheven;5° In § 2 worden de woorden « d'antenne » in de Franse tekst vervangen door de woorden « de diffusion »;6° In § 2 worden de woorden « de uitgevers van televisie-omroepdiensten » opgeheven;7° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de lineaire televisiediensten bestemd voor een lokaal publiek die niet behoren tot een nationaal netwerk en tot de lineaire televisiediensten die op zich uitsluitend of voornamelijk niet-Europese werken voorstellen. Onder voornamelijk wordt verstaan ten minste 80 % van de zendtijd bedoeld in § 1. Ze zijn evenmin van toepassing op de lineaire televisiediensten die uitsluitend een andere taal gebruiken dan de officiële talen of de talen die door de Staten van de Europese Unie erkend worden en waarvan de programma's uitsluitend bestemd zijn om te worden ontvangen buiten de Europese Unie en die niet rechtstreeks of onrechtstreeks door het publiek van één of verschillende lidstaten worden ontvangen.
Paragraaf 2 is niet van toepassing op de lineaire televisiediensten waarvan de zendtijd bedoeld in § 1 ten minste 80 % van de eigen productie telt. »
Art. 60.In hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de artikelen 44, 45 en 46 opgeheven.
Art. 61.In artikel 47 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de woorden « televisie-omroep » vervangen door de woorden « lineaire televisie ».
Art. 62.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt een afdeling IIter genoemd « Afdeling IIter. - Bijzondere bepalingen voor de non-lineaire televisiediensten » ingevoegd tussen de artikelen 47 en 47bis.
Art. 63.In hetzelfde decreet wordt een artikel 47bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 47bis.De RTBF en de dienstenuitgevers moeten, in hun non-lineaire televisiediensten, zorgen voor een bijzondere herwaardering van de Europese werken vermeld in hun catalogus, met inbegrip van de originele auteurswerken van de Franse Gemeenschap, waarbij de lijst van de beschikbare Europese werken, dankzij een aantrekkelijke voorstelling, naar voren wordt gebracht. »
Art. 64.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling III vervangen als volgt : « Afdeling III. - Bepalingen betreffende het recht op verplichte
verdeling voor de lineaire televisiediensten ».
Art. 65.In artikel 48 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « lineaire televisie » worden ingevoegd vóór het woord « diensten » en na het woord « welbepaalde « ;2° De woorden « van televisie-omroep » worden opgeheven.
Art. 66.In artikel 49, § 1 van hetzelfde decreet, worden de woorden « Nadat het College voor vergunning en controle aan de aanvrager een in artikel 33 bedoelde vergunning heeft toegekend » opgeheven.
Art. 67.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de §§ 1, 2 en 4 worden de woorden « lineaire televisie » telkens ingevoegd vóór het woord « dienst ».2° In § 2, 1° worden de woorden « in artikel 41, § 2 » vervangen door de woorden « in artikel 41, § 3 »;3° In § 2, 1° worden de woorden « in artikel 41, § 3 » vervangen door de woorden « in artikel 41, § 4 »;4° In § 5 worden de woorden « in artikel 46 » vervangen door de woorden « in artikel 40 ».
Art. 68.Artikel 51 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «
Art. 51.De dienstenuitgevers die over een recht op verplichte verdeling beschikken, zijn ertoe gehouden de lineaire televisiedienst te verdelen binnen de zes maanden na de toekenning van het bovenvermelde recht. ».
Art. 69.Onder de Titel III, Hoofdstuk III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van afdeling IV vervangen als volgt : « Afdeling IV. - Bepalingen eigen aan de telewinkelendiensten voor de lineaire en non-lineaire televisiediensten ».
Art. 70.In artikel 52 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de §§ 1 en 3 wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « dienst » en na het woord « telewinkelen »;2° In § 2 wordt het woord « televisie » ingevoegd vóór het woord « diensten » en na het woord « telewinkelen »;3° In § 4 worden de woorden « in artikel 46 » vervangen door de woorden « in artikel 40 ».
Art. 71.Onder de Titel III van hetzelfde decreet wordt het opschrift van Hoofdstuk IV vervangen als volgt : « Hoofdstuk IV. - Bijzondere regels voor de private klankdiensten ».
Art. 72.Onder de Titel III, Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt het opschrift van Afdeling I vervangen als volgt : « Afdeling I. - Aanvraag en procedure voor het verlenen van de vergunning aan uitgevers van klankdiensten via analoge terrestrische radiogolven ».
Art. 73.In artikel 53 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « voor klankradio-omroep » vervangen door het woord « klank »;2° In het tweede lid wordt het woord « programma's » vervangen door de woorden « klankdiensten ».
Art. 74.In artikel 54 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 februari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden « voor elke dienst door het College voor vergunning en controle » ingevoegd tussen de woorden « krijgen de vergunning » en « ingevolge een offerteaanvraag »;2° In § 2 wordt het woord « klank » ingevoegd tussen de woorden « de uitgevers van » en de woorden « dienst bepaalt »;3° In § 2, 1°, wordt het woord « programma » vervangen door de woorden « inhoud van de klankdienst »;4° In § 2, 2°, a) wordt het woord « programma » vervangen door het woord « klankdienst ».
Art. 75.In artikel 55 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Voor de netwerkradio's moet de aanvraag samen worden ingediend met : - de naam van de dienstenuitgever en van de uigever van de klankdienst; - het adres van de maatschappelijke zetel en van de exploitatiezetel van de dienstenuitgever; - de statuten van de dienstenuitgever; - de gegevens betreffende het aandeelhouderschap van de dienstenuitgever; - de beschrijving van de klankdienst, met inbegrip van de beschrijving van het eventueel voorziene informatiesysteem alsook, in voorkomend geval, het bewijs dat journalisten tewerkgesteld zijn of het bewijs van de verbintenis journalisten tewerk te stellen zodra de vergunning verleend wordt; - een financieel plan, opgemaakt over een periode van drie jaar; - de lijst van de exploitanten of kandidaat-exploitanten van het netwerk, waarbij de hoofdvoorwaarden worden gevoegd van de exploitatiecontracten die met deze werden gesloten of gesloten moeten worden; 1° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.Voor de onafhankelijke radio's moet de aanvraag samen worden ingediend met : 1° de naam van de dienstenuitgever en van de uitgever van de klankdienst;2° het adres van de maatschappelijke zetel en van de exploitatiezetel van de dienstenuitgever;3° de statuten van de dienstenuitgever;4° de gegevens betreffende het aandeelhouderschap van de dienstenuitgever indien deze als handelsvennootschap opgericht is;5° de beschrijving van de klankdienst, met inbegrip van de beschrijving van het eventueel voorziene informatiesysteem;6° een financieel plan, opgemaakt over een periode van drie jaar.»
Art. 76.In artikel 56 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 2° worden de woorden « in artikel 37, § 2, 5°, vervangen door de woorden « 55, §§ 2 en 3 »;2° het artikel wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt : « Een vergunning is onoverdraagbaar en wordt verleend voor een hernieuwbare periode van negen jaar.».
Art. 77.In artikel 56bis, zevende en achtste leden van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 28 februari 2008, worden de woorden « van het decreet » opgeheven.
Art. 78.Onder de Titel III, Hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt het opschrift van de afdeling II vervangen als volgt : « Afdeling II. - Procedure voor de aangifte van uitgevers van klankdiensten die andere omroepmiddelen gebruiken dan de analoge terrestrische radiogolven ».
Art. 79.Artikel 58 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 58.§ 1. De dienstenuitgever moet vooraf een aangifte bij aangetekend schrijven indienen bij het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector voor iedere klankdienst die hij wenst uit te geven.
In afwijking van het eerste lid dient de dienstenuitgever die het gebruik van radiofrequenties wenst te genieten voor de uitzending van zijn klankdienst(en) via analoge terrestrische radiogolven daartoe een vergunning te bekomen volgens de procedure bedoeld in de onderafdeling III van de eerste afdeling van Hoofdstuk III van Titel VI. § 2. De aangifte omvat de volgende gegevens : 1° de benaming van de dienstenuitgever en van de klankdienst;2° het adres van de maatschappelijke zetel en van de uitbatingszetel van de dienstenuitgever;3° de statuten van de dienstenuitgever indien hij als rechtspersoon opgericht is;4° de gegevens van de aandeelhouders van de dienstenuitgever als hij als handelsvennootschap opgericht is;5° een financieel plan, opgemaakt over een periode van drie jaar;6° de aard en de beschrijving van de klankdienst, met inbegrip van de beschrijving van het eventueel voorgenomen informatiesysteem alsook, desgevallend, het bewijs dat journalisten tewerkgesteld worden;7° het netwerk van elektronische communicaties via hetwelk de klankdienst uitgezonden zou worden en, zo nodig, de personalia van de dienstenverdeler(s). Van elke wijziging van deze elementen moet vooraf kennis worden gegeven bij aangetekend schrijven aan het College voor vergunning en controle. § 3. De Regering bepaalt het model van de aangifte. »
Art. 80.Artikel 59 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 59.Binnen de maand volgend op de ontvangst van de aangifte, bericht het College voor vergunning en controle ontvangst van de aangifte.
Binnen de acht werkdagen die volgen op het ontvangstbewijs, zendt het College voor vergunning en controle afschrift van de aangifte en van het ontvangstbewijs over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Elke wijziging van de elementen van de aangifte verkregen door het College voor vergunning en controle met toepassing van het laatste lid van § 2 van artikel 58 wordt tevens als afschrift overgezonden, binnen dezelfde termijn, aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. »
Art. 81.In artikel 60 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 29 februari 2008 en van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de eerste zin, worden de woorden « van wie de klankdienst via een gesloten verdelingsplatform geschiedt, » tussen de woorden « De dienstuitgever » en de woorden « heeft de verplichting »;2° In 2°, worden de woorden « in een lineaire klankdienst » ingevoegd tussen de woorden « eigen productie » en de woorden « aan te bieden »;3° In 4°, worden de woorden « in een lineaire klankdienst, » ingevoegd voor de woorden « in voorkomend geval ».
Art. 82.In artikel 61 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1°, worden de woorden « of de catalogus van de programma's » ingevoegd tussen de woorden « met inbegrip van een rooster van de programma's » en de woorden « , een nota over het programmatiebeleid »;2° In 1°, worden de woorden « , in voorkomend geval, » ingevoegd tussen de woorden « , een nota » en de woorden « over het programmatiebeleid »;3° In 2°, worden de woorden « of van de natuurlijke persoon » ingevoegd tussen de woorden « zonder winstoogmerk » en de woorden « die op 31 december van elk jaar worden vastgesteld ».
Art. 83.Artikel 62 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005, van 29 februari 2008 en 5 juni 2008, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 62.§ 1. In afwijking van de artikelen 33 tot 36 en 53 tot 57, en na advies van de Hoge Raad voor Opvoeding tot de Media, kunnen de instellingen voor basisonderwijs en secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd, van de Regering de vergunning krijgen een schoolradio te organiseren waarvan de radiofrequentie toegewezen wordt krachtens artikel 106.
De instelling dient bij de Secretaris-generaal van de Franse Gemeenschap een aanvraag in die de beschrijving van het onderwijsproject alsook de gewenste zendplaats vermeldt.
De vergunning wordt toegekend voor een periode van hoogstens twee schooljaren. Ze kan worden vernieuwd voor dezelfde vergunninghouder.
De aanvraag om vernieuwing moet ten minste zes maanden voordat de vergunning verstrijkt, worden ingediend. § 2. In afwijking van de artikelen 33 tot 36 en 58 tot 61, moeten de instellingen voor basisonderwijs en secundair onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd vooraf een aangifte indienen bij aangetekend schrijven bij de Regering als ze van plan zijn een radioschool uit te geven die door andere middelen dan een radiofrequentie bedoeld bij § 1 worden uitgezonden.
De aangifte bevat de persoonlijke gegevens van de onderwijsinrichting en de beschrijving van het onderwijsproject. § 3. Schoolradio's mogen geen reclame, sponsoring en telewinkelen gebruiken. § 4. De Regering brengt de Hoge Raad voor de audiovisuele sector op de hoogte van elke vergunning aan of aangifte van een schoolradio en, in voorkomend geval, van de radiofrequentie die haar toegewezen is. »
Art. 84.In hetzelfde decreet, wordt het opschrift van titel IV vervangen door hetgeen volgt : « TITEL IV. - Het plaatselijke uitgeven van openbare televisiediensten ».
Art. 85.In artikel 63 van hetzelfde decreet worden de woorden « televisie-omroepdienst » vervangen door de woorden « televisiedienst ».
Art. 86.In artikel 64 van hetzelfde decreet wordt het vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2005, vervangen door wat volgt : « De Regering sluit met elke lokale televisiezender een overeenkomst waarbij de lokale televisiezender ertoe gemachtigd wordt diensten uit te geven en waarin de bijzondere uitvoeringsmodaliteiten worden beschreven van de opdrachten van openbare dienst aangepast aan de specifieke kenmerken van elke lokale televisiezender. »
Art. 87.In artikel 65 van hetzelfde decreet, in het laatste lid ingevoegd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de woorden « op een of meerdere radio-omroepnetwerken » vervangen door de woorden « op een of meerdere elektronische communicatienetwerken ».
Art. 88.In artikel 66 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 3° en 10°, worden de woorden « van radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « van radiodiensten »;2° In § 1, 6°, worden de woorden « voor elke lineaire dienst » ingevoegd voor de woorden « in zijn programmatie »;3° In § 1, 6°, worden tussen de woorden « ter beschikking gesteld door andere lokale televisies » en de woorden « en de heruitzendingen », de woorden « , programma's die niet een eigen productie zijn die ze moet uitzenden met toepassing van haar overeenkomst » ingevoegd.
Art. 89.In artikel 68 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Voorzover de lokale televisiezenders de ontvangst van hun programma's tot het Belgisch grondgebied beperken, kunnen ze, in een lineaire dienst, een videotekstprogramma produceren waarvan de zendtijd uitgesloten is van de dagelijkse zendtijd voor reclame en de telewinkelenspots, zoals bedoeld in artikel 20.
In de enkele zin van dit artikel, moet onder videotekstprogramma worden verstaan, een programma met vaste beelden dat in de dienst van de lokale televisiezender wordt opgenomen. De videotekst onderscheidt zich van de teletekst doordat hij onmiddellijk toegankelijk is voor het publiek zonder zijn toedoen en dat hij deel uitmaakt van de lineaire dienst. »
Art. 90.In artikel 69, § 1, 2°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 7 december 2007 en 18 juli 2008, wordt het woord « magazines » vervangen door het woord « programma's ».
Art. 91.In artikel 70 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005 en 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 5, wordt het woord « Raad » vervangen door het woord « Parlement »;2° § 9 wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 9.De vertegenwoordigers van de verdeler(s) die de dienst van de lokale televisiezender in zijn zendgebied ter beschikking stelt(len), en de gemeenten die zich in het zendgebied bevinden, kunnen met raadgevende stem zitting hebben in de algemene vergadering van de lokale televisiezender. ».
Art. 92.In artikel 71 van hetzelfde decreet, wordt het woord « Raad » vervangen door het woord « Parlement ».
Art. 93.In artikel 74bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de private dienstenuitgevers » worden vervangen door de woorden « de private klankdienstenuitgevers »;2° de woorden « van radio-omroep » vervangen door de woorden « uitgezonden ».
Art. 94.In artikel 75 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, worden de woorden « bij de Regering en » vervangen door de woorden « bij aangetekend schrijven bij;2° In § 2, 2°, worden de woorden « van het dienstenaanbod alsook » vervangen door de woorden « van het aanbod aan audiovisuele mediadiensten alsook » 3° In § 2, laatste lid, worden de woorden « aan de Regering en » opgeheven;4° er wordt een § 4 ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.Binnen de maand volgend op de ontvangst van de aangifte bericht het College voor vergunning en controle ontvangst van de aangifte.
Binnen de acht werkdagen die volgen op het ontvangstbewijs, zendt het College voor vergunning en controle afschrift van de aangifte en van het ontvangstbewijs over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Elke wijziging van de elementen van de aangifte verkregen door het College voor vergunning en controle met toepassing van het laatste lid van § 2 wordt tevens als afschrift overgezonden, binnen dezelfde termijn, aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. »
Art. 95.Artikel 76 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : « Voor hetzelfde aanbod van audiovisuele mediadiensten, moet de dienstenverdeler eenzelfde prijs waarborgen voor iedere dienstengebruiker. ».
Art. 96.Artikel 78 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 97.In artikel 79 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, eerste lid, worden de woorden « van televisieomroepdiensten » vervangen door de woorden « van televisiediensten »;2° In § 1, derde lid, eerste zin, worden de woorden « van de maanden januari en juli » vervangen door de woorden « van de maanden februari en augustus »;3° In § 1, derde lid, 2°, worden de woorden « de verdeler » vervangen door de woorden « de dienstenverdeler »;4° In § 4, 1°, worden de woorden « om de diensten aan te bieden waarvoor » vervangen door de woorden « om de televisiediensten aan te bieden waarvoor »;5° In § 4, 1°, worden de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet de vergunning heeft gekregen » vervangen door de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet, na een aangifte te hebben gedaan, de vergunning heeft gekregen »;6° In § 4, wordt het 2° door de volgende bepaling vervangen : « 2° de dienstenverdeler die een aanvullend televisiedienstenaanbod voorlegt, terwijl hij reeds bijdraagt tot de productie van audiovisuele werken bedoeld in § 1 op grond van het aantal gebruikers op zijn basisaanbod bedoeld in artikel 81, waarbij deze vrijstelling enkel geldig is voor de gebruikers die tegelijkertijd gebruik maakten van het basisaanbod en het aanvullende aanbod gedurende het jaar en op voorwaarde dat de verdeler voor de forfaitaire bijdrage per gebruiker koos bedoeld bij punt 1° van § 3.»
Art. 98.In artikel 80 van hetzelfde decreet, vervangen door het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, worden de woorden « een dienst van » ingevoegd tussen de woorden « houdende » en de woorden « een lokale televisiedienst »;2° In § 2, worden de woorden « bij zijn dienstenaanbod verschillende lokale televisiediensten aanbiedt » vervangen door de woorden « bij zijn dienstenaanbod de diensten van verschillende lokale televisies aanbiedt ».
Art. 99.In Titel V, eerste hoofdstuk van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling II, hersteld door het decreet van 2 juli 2007, vervangen door wat volgt : « Afdeling II. - Verdeling van audiovisuele mediadiensten langs de kabel ».
Art. 100.Artikel 81 van hetzelfde decreet, hersteld door het decreet van 2 juli 2007, wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 81.§ 1. Voor zover een beduidend aantal personen hun netwerken gebruiken als hoofdmiddel voor de ontvangst van audiovisuele mediadiensten, waarborgen de netwerkexploitanten bedoeld bij artikel 97 de distributie op hun netwerken van een basisaanbod houdende ten minste de diensten met verplichte verdeling bedoeld bij artikel 82.
Het basisaanbod wordt geleverd door een dienstenverdeler. Als er geen dienstenverdeler is, zijn de netwerkexploitanten ertoe gehouden de verdelersactiviteit uit te oefenen door het basisaanbod te leveren. § 2. Iedere dienstenverdeler kan enkel aan de gebruikers van het basisaanbod een aanvullend dienstenaanbod voorleggen. »
Art. 101.In artikel 82 van hetzelfde decreet, hersteld bij het decreet van 2 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De dienstenverdelers bedoeld in artikel 81, § 1, tweede lid, moeten, op het ogenblik dat ze worden uitgezonden en in hun geheel, de volgende lineaire televisiediensten verdelen : 1° de diensten van de RTBF die prioritair voor het publiek van de Franse Gemeenschap worden bestemd;2° de diensten aangeboden door de lokale televisiezenders in hun zendgebied;3° de door de Regering aangewezen diensten van de uitgevers van internationale diensten in het kapitaal waarvan de RTBF deelneemt;4° twee diensten van de openbare dienst van de Vlaamse Gemeenschap, voor zover de verdelers waaraan die Gemeenschap de vergunning verleent, ertoe gehouden zijn twee televisiediensten van de RTBF door te geven;5° één of verschillende diensten van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap, voor zover de verdelers waaraan die Gemeenschap de vergunning verleent, ertoe gehouden zijn één of verschillende televisiediensten van de RTBF door te geven. De dienstenverdelers bedoeld bij artikel 81, § 1, tweede lid, worden ertoe gehouden de volgende non-lineaire televisiediensten te verdelen : 1° De door de Regering aangewezen diensten van de RTBF;2° De door de Regering aangewezen diensten van de lokale televisiediensten in hun zendgebied;3° De door de Regering aangewezen diensten van de uitgevers van internationale diensten in het kapitaal waarvan de RTBF deelneemt;2° In § 2, worden de woorden « de televisie-omroepdiensten » vervangen door de woorden « lineaire televisiediensten »;3° In § 2, worden de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet de vergunning heeft gekregen » vervangen door de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet, na een aangifte te hebben ingediend, de vergunning heeft gekregen »;4° In § 3, wordt het woord « televisie-omroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten »;5° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.De dienstenverdelers bedoeld in artikel 81, § 1, tweede lid, moeten, op het ogenblik dat ze worden uitgezonden en in hun geheel, de volgende lineaire klankdiensten verdelen : 1° de diensten van de RTBF die in frequentiemodulatie worden uitgezonden;2° twee diensten van de openbare dienst van de Vlaamse Gemeenschap, voor zover de verdelers waaraan die Gemeenschap de vergunning heeft verleend, ertoe worden gehouden twee klankdiensten van de RTBF door te geven;3° een dienst van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap, voor zover de verdelers waaraan die Gemeenschap de vergunning heeft verleend, ertoe worden gehouden een klankdienst van de openbare dienst van de Franse Gemeenschap door te geven. De dienstenverdelers bedoeld bij artikel 81, § 1, tweede lid, worden ertoe gehouden de door de Regering gekozen non-lineaire klankdiensten van de RTBF te verdelen. « .
Art. 102.In artikel 83 van hetzelfde decreet, hersteld bij het decreet van 2 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « bedoeld in artikel 81, § 1, tweede lid, » worden telkens opgeheven;2° in de eerste en tweede paragrafen, worden de woorden « televisie-omroepdiensten » telkens vervangen door de woorden « televisiediensten »;3° in § 1, 2°, worden de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet de vergunning heeft gekregen » vervangen door de woorden « waarvoor hij krachtens dit decreet, na een aangifte te hebben ingediend, de vergunning heeft gekregen »;4° in § 1, wordt het 4° vervangen door wat volgt : « 4° de diensten van iedere dienstenuitgever die buiten een lidstaat van de Europese Unie gevestigd is maar die gebruik maakt van een aarde-satelliet-verbinding gelegen in een lidstaat van de Europese Unie of, bij gebrek daaraan, van een door een lidstaat van de Europese Unie toegekende satellietcapaciteit;». 5° in § 3, worden de woorden « klankradio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « klankdiensten ».
Art. 103.In Titel V, Hoofdstuk één, afdeling III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling III vervangen door hetgeen volgt : « Afdeling III. - Verdeling van audiovisuele mediadiensten via digitale terrestrische radiogolven ».
Art. 104.In Titel V, Hoofdstuk één, afdeling III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de Onderafdeling I vervangen door hetgeen volgt : « Onderafdeling I. - Televisiediensten ».
Art. 105.In Titel V, Hoofdstuk één, afdeling III van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de onderafdeling II vervangen door hetgeen volgt : « Onderafdeling II. - Klankdiensten ».
Art. 106.In Titel V, Hoofdstuk één, van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de afdeling IV vervangen door hetgeen volgt : « Afdeling IV. - Verdeling van audiovisuele mediadiensten per satelliet of door elk ander zendsysteem dan de kabel of de digitale terrestrische radiogolven ».
Art. 107.In Titel V, Hoofdstuk één, afdeling IV van hetzelfde decreet, wordt een artikel 87bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 87bis.Voor zover een beduidend aantal personen hun netwerken gebruiken als hoofdmiddel voor de ontvangst van audiovisuele mediadiensten, staan de netwerkexploitanten bedoeld bij de artikelen 121 en 122bis in voor de distributie op hun netwerk, op het ogenblik dat ze worden uitgezonden en in hun geheel, van de lineaire audiovisuele mediadiensten van de RTBF en van de lineaire diensten, aangewezen door de Regering, van de uitgevers van internationale diensten in het kapitaal waarvan de RTBF deelneemt. Ze staan ook in voor de distributie op hun netwerk van de door de Regering aangewezen non-lineaire audiovisuele mediadiensten van de RTBF en van de uitgevers van internationale diensten in het kapitaal waarvan de RTBF deelneemt.
Deze diensten worden geleverd door een dienstenverdeler. Als dat niet het geval is, worden de netwerkexploitanten ertoe gehouden de activiteit van verdeler uit te oefenen door het leveren van de audiovisuele mediadiensten bedoeld in het eerste lid.
De eerste twee leden van dit artikel zijn niet van toepassing als de RTBF zelf de audiovisuele mediadiensten bedoeld bij het eerste lid verdeelt over de netwerken die gelijksoortig zijn met deze bepaald bij de artikelen 121 en 122bis die haar door de Regering ter beschikking werden gesteld. »
Art. 108.In artikel 88 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste, tweede en derde paragrafen, worden de woorden « of door elk ander zendsysteem dan de kabelverdeling en de digitale terrestrische radiogolven » ingevoegd tussen de woorden « De dienstenverdelers per satelliet » en de woorden « kunnen »;2° in de eerste en tweede paragrafen, wordt het woord « televisie-omroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten »;3° in de derde paragraaf, wordt het woord « klankradio-omroepdiensten » vervangen door het woord « klankdiensten ».
Art. 109.Artikel 89 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 89.Het College voor vergunning en controle kan de RTBF en de uitgevers van lineaire televisiediensten van de Franse Gemeenschap toelaten : 1° de uitzending van hun diensten te onderbreken, om, op dezelfde radiofrequentie of op hetzelfde kanaal, het geheel of een deel van een lineaire televisiedienst van iedere andere dienstenuitgever die de vergunning heeft verkregen van de Franse Gemeenschap of van elke andere Staat, uit te zenden;2° het geheel of een deel van hun lineaire televisiediensten op te nemen of te aanvaarden, in het geheel of een deel van de lineaire televisiedienst van elke andere dienstenuitgever die de vergunning heeft verkregen van de Franse Gemeenschap of van elke andere Staat. De betrokken dienstenuitgevers bepalen, in onderlinge overeenstemming, de voorwaarden waaronder het geheel of een deel van hun respectieve lineaire televisiediensten op dezelfde radio-frequentie of op hetzelfde kanaal kunnen worden uitgezonden, en brengen daar het College voor vergunning en controle op de hoogte van.
De lineaire televisiediensten of de delen ervan geleverd door de RTBF of de dienstenuitgevers van de Franse Gemeenschap ressorteren onder de exclusieve verantwoordelijkheid van deze uitgevers. »
Art. 110.In hetzelfde decreet, wordt het opschrift van Titel VI vervangen door wat volgt : « TITEL VI. - ELEKTRONISCHE COMMUNICATIENETWERKEN EN VERWANTE MIDDELEN EN DIENSTEN ».
Art. 111.In artikel 97 van hetzelfde decreet, hersteld door het decreet van 2 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, worden de woorden « bij de Regering en » vervangen door de woorden « bij aangetekend schrijven bij;2° In § 2, laatste lid, worden de woorden « aan de Regering en » opgeheven;3° er wordt een § 4 ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.Binnen de maand volgend op de ontvangst van de aangifte bericht het College voor vergunning en controle ontvangst van de aangifte.
Binnen de acht werkdagen die volgen op het ontvangstbewijs, zendt het College voor vergunning en controle afschrift van de aangifte en van het ontvangstbewijs over aan de Minister tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Elke wijziging van de elementen van de aangifte verkregen door het College voor vergunning en controle met toepassing van het laatste lid van § 2 wordt tevens als afschrift overgezonden, binnen dezelfde termijn, aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort alsook aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. »
Art. 112.In Titel VI van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van Hoofdstuk III vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk III. - Netwerken voor elektronische communicaties via de ether ».
Art. 113.In artikel 99 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de analoge televisie-omroep » vervangen door de woorden « de uitzending van televisiediensten »;2° in het eerste lid worden de woorden « aan elke categorie diensten bedoeld in deze afdeling » vervangen door de woorden « aan elke categorie audiovisuele mediadiensten bedoeld in deze afdeling »;3° in het derde lid wordt het woord « radio-omroepdiensten » telkens vervangen door de woorden audiovisuele mediadiensten ».
Art. 114.In artikel 102, § 1, 2° van hetzelfde decreet, wordt het woord « radio-omroepdiensten » telkens vervangen door de woorden audiovisuele mediadiensten ».
Art. 115.In Titel VI, Hoofdstuk III, eerste afdeling van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de onderafdeling II vervangen door hetgeen volgt : « Onderafdeling II. - Private analoge klankdiensten ».
Art. 116.In artikel 103 van hetzelfde decreet, wordt het woord « klankradio-omroepdiensten » vervangen door het woord « klankdiensten ».
Art. 117.In artikel 104 van hetzelfde decreet, worden de woorden « aan de analoge klankradio-omroep » vervangen door de woorden « aan de analoge klankomroepdiensten ».
Art. 118.In Titel VI, Hoofdstuk III, eerste afdeling van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de onderafdeling III vervangen door wat volgt : « Onderafdeling III. - Private digitale klankdiensten ».
Art. 119.Artikel 106, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet, wordt aangevuld met de volgende woorden : « behoudens afwijking toegestaan door de Regering en voor zover het effectief uitgestraald vermogen beperkt is om voor een analoog dienstgebied te zorgen ».
Art. 120.In artikel 108, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 februari 2008, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Voor de andere netwerkradio's, bepaalt de Regering het bedrag van het luistergeld, op advies van het College voor vergunning en controle, rekening houdend met hun structuur en hun dienstgebied zoals bepaald ter uitvoering van artikel 103bis. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast en voor de eerste keer op 1 januari 2003 volgens het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen. » Het voormalige tweede lid van artikel 108, § 1, wordt het derde lid, waarin de woorden « de andere netwerkradio's » geschrapt worden.
Art. 121.In artikel 109 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « klankradio-omroep » wordt vervangen door het woord « klankdiensten ».2° het woord « afdeling » wordt vervangen door het woord « onderafdeling ».
Art. 122.In artikel 110, eerste lid van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 juli 2008, worden de woorden « voor de digitale klankradio-omroep » vervangen door de woorden « voor de digitale klankdiensten ».
Art. 123.In artikel 111 van hetzelfde decreet, wordt de eerste paragraaf, vervangen bij het decreet van 18 juli 2008, vervangen door hetgeen volgt : « § 1. De kandidaturen voor de offerteaanvraag worden gesteld door kandidaten bij ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst gestuurd aan de voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector.
De offerteaanvraag bepaalt de inhoud van de verklaring tot kandidaatstelling die minstens de volgende elementen bevat : 1° Als het gaat om een kandidaat die niet in aanmerking komt voor het verkrijgen van een vergunning met toepassing van de eerste afdeling van Hoofdstuk IV van Titel III of van wie de aangifte nog niet aangenomen werd met toepassing van de afdeling II van Hoofdstuk IV van Titel III, alle gegevens bedoeld in artikel 58, § 2;2° Als het gaat om een dienstenuitgever met vergunning of van wie de aangifte aangenomen werd in geval van volledige overname van een of meerdere van zijn klankdiensten, de benaming van de uitgever en van de betrokken klankdienst(en);3° Als het gaat om een kandidaat die niet in aanmerking komt voor het verkrijgen van een vergunning met toepassing van de eerste afdeling van Hoofdstuk IV van Titel III, een financieringsplan over een periode van drie jaar;4° De benodigde spraakbandbreedte voor de bedoelde klankdienst(en);5° In voorkomend geval, de nadere regels voor de commercialisering van de bedoelde klankdienst(en) alsmede elk akkoord gesloten of beoogd met een exploitant van het systeem voor voorwaardelijke toegang;6° In voorkomend geval, de geografische zones beoogd voor de uitzending van de klankdienst;7° De voorstellen van de kandidaat betreffende de keuze van het digitaal netwerk waarin hij wenst te verschijnen;8° De eventuele voorstellen van de kandidaat betreffende de technische of commerciële groepering van zijn klankdienst(en) met andere diensten uitgegeven door derden.»
Art. 124.In artikel 112 van hetzelfde decreet, vervangen door het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De eerste paragraaf wordt vervangen als volgt : « § 1.Het college voor vergunning en controle reikt de vergunningen voor het gebruik van de radiofrequenties uit aan de uitgevers van klankdiensten binnen een termijn van drie maanden vanaf de sluiting van de offerteaanvraag.
Het College voor vergunning en controle neemt een beslissing over het geheel van de aanvragen ingediend krachtens artikel 111, § 1, en reikt vergunningen uit voor het gebruik van de radiofrequenties met inachtneming van het belang van elke aanvraag wat betreft de noodzakelijkheid de pluraliteit en de verscheidenheid van de verschillende culturen binnen de klankdiensten in de Franse Gemeenschap te garanderen. Het houdt eveneens bijzondere rekening met de samenhang van de voorstellen geformuleerd door de aanvragers wat betreft de technische of commerciële groepering van diensten binnen een digitaal netwerk.
In zover het financieel en economisch mogelijk blijft, wordt er voorrang verleend aan de diensten die geen luistergeld aan de gebruikers vragen. »; 2° In § 2, eerste lid, wordt het woord « dienst » vervangen door het woord « klankdienst »;3° In § 2, derde lid, worden de woorden « met de uitgevers en netwerkexploitanten » vervangen door de woorden « met de dienstenuitgevers en netwerkexploitanten »;4° In § 3, eerste lid, wordt het woord « diensten » vervangen door het woord « klankdiensten »;5° In § 3, laatste lid, 2°, wordt het woord « klankradio-omroep » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadiensten ».
Art. 125.In Titel VI, Hoofdstuk III, eerste afdeling van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van de onderafdeling IV vervangen door hetgeen volgt : « Onderafdeling IV. - Private digitale televisiediensten ».
Art. 126.In artikel 113 van hetzelfde decreet, gewijzijigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « digitale televisie-omroepnetwerken via terrestrische radiogolven » worden vervangen door de woorden « digitale televisiediensten via terrestrische radiogolven »;2° het woord « afdeling » wordt vervangen door het woord « onderafdeling ».
Art. 127.In artikel 113bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « televisieomroepdiensten » wordt vervangen door het woord « televisiediensten »;2° bij letter a), in de Franse tekst, worden de woorden « de télévision » vervangen door het woord « télévisuels »;3° bij letter b), in de Franse tekst, worden de woorden « de télévision mobile personnelle » vervangen door de woorden « télévisuels mobiles personnels ».
Art. 128.In artikel 114, eerste lid van hetzelfde decreet, vervangen door het decreet van 18 juli 2008, wordt het woord « televisieomroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten ».
Art. 129.In artikel 115 van hetzelfde decreet, wordt § 1 vervangen bij het decreet van 18 juli 2008, vervangen door wat volgt : « § 1. De kandidaturen voor de offerteaanvraag worden gesteld door de kandidaten bij ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst gestuurd aan de voorzitter van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector.
De offerteaanvraag bepaalt de inhoud van de verklaring tot kandidaatstelling die minstens de volgende elementen bevat : 1° Als het om een kandidaat gaat die nog niet als in aanmerking komend verklaard werd voor het verkrijgen van een vergunning met toepassing van de eerste afdeling van hoofdstuk III van titel III, alle gegevens bedoeld bij artikel 37;2° Als het gaat om een dienstenuitgever van wie de aangifte aangenomen werd in geval van volledige overname van één of meerdere van zijn televisiediensten, de benaming van de uitgever en van de betrokken televisiedienst(en);3° een financieringsplan verdeeld over een periode van drie jaar;4° Als het gaat om een dienstenuitgever die over een vergunning beschikt of elke gelijkwaardige akte uitgereikt door een lidstaat van de Europese Unie in geval van volledige overname van een of meerdere van zijn televisiediensten, de benaming van de uitgever en van de betrokken televisiedienst(en), alsook een afschrift van de overeenstemmende vergunningen of van elke gelijkwaardige akte;5° De benodigde spraakbandbreedte voor de bedoelde televisiedienst(en);6° In voorkomend geval, de nadere regels voor de commercialisering van de bedoelde televisiedienst(en) alsmede elk akkoord gesloten of beoogd met een exploitant van het systeem voor voorwaardelijke toegang;7° In voorkomend geval, de geografische zones beoogd voor de uitzending van de televisiedienst;8° De voorstellen van de kandidaat betreffende de keuze van het digitale netwerk waarin hij wenst opgenomen te worden;9° De eventuele voorstellen van de kandidaat betreffende de technische of commerciële groepering van zijn televisiedienst(en) met andere diensten uitgegeven door derden.»
Art. 130.In artikel 116 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 1.Het college voor vergunning en controle reikt de vergunningen voor het gebruik van de radiofrequenties uit aan de uitgevers van televisiediensten binnen een termijn van drie maanden vanaf de afsluiting van de offerteaanvraag.
Het College voor vergunning en controle neemt een beslissing over het geheel van de aanvragen ingediend krachtens artikel 115, § 1, en reikt vergunningen uit voor het gebruik van de radiofrequenties met inachtneming van het belang van elke aanvraag wat betreft de noodzakelijkheid de pluraliteit en de verscheidenheid van de verschillende culturen in de televisiediensten in de Franse Gemeenschap te garanderen, en van de verbintenissen aangegaan door de kandidaten met toepassing van artikel 41, § 1, zevende lid of van hun bijdrage tot het Centrum voor de film en de audiovisuele sector met toepassing van artikel 41, § 1. Het houdt eveneens bijzondere rekening met de samenhang van de voorstellen geformuleerd door de aanvragers wat betreft de technische of commerciële groepering van diensten binnen een digitaal netwerk.
In zover het financieel en economisch mogelijk blijft, wordt er voorrang verleend aan de diensten die geen luistergeld aan de gebruikers vragen.
In geval van offerteaanvragen die een of meer digitale netwerken met gewestelijke of lokale uitstraling bevat, zorgt hij ervoor dat elke lokale televisiedienst die een aanvraag heeft ingediend voor de integrale opname van een van zijn televisiediensten over het nodige vermogen beschikt binnen het betrokken netwerk dat zijn zendgebied dekt, zodat ze zijn opdracht als openbare dienst zou kunnen verwezenlijken overeenkomstig artikel 64. » 2° § 2 wordt door hetgeen volgt vervangen : « § 2.Wanneer de gebruiksvergunningen van een radiofrequentie aan televisiedienstenuitgevers met een vergunning of iedere gelijkwaardige akte gegund in een lidstaat van de Europese Unie uitgereikt worden, worden de betrokken televisiediensten beschouwd als televisiediensten die onder dit decreet ressorteren en die dus onderhevig zijn aan al zijn bepalingen. »; 3° In § 3, eerste lid, worden de woorden « de bedoelde dienst » vervangen door de woorden « de bedoelde televisiedienst »;4° In § 3, derde lid, worden de woorden « met de uitgevers en netwerkexploitanten » vervangen door de woorden « met de dienstenuitgevers en netwerkexploitanten »;5° In § 3, laatste lid, 2°, worden de woorden « de bedoelde diensten » vervangen door de woorden « de bedoelde televisiediensten »;6° In § 4, laatste lid, 2°, wordt het woord « klankradio-omroep » vervangen door het woord « audiovisuele mediadiensten ».
Art. 131.In Titel VI, Hoofdstuk III, eerste afdeling van hetzelfde decreet, wordt het opschrift van onderafdeling V vervangen door hetgeen volgt : « Onderafdeling V. - Private analoge televisiediensten ».
Art. 132.In artikel 117 van hetzelfde decreet, wordt het woord « televisie-omroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten ».
Art. 133.Artikel 118 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 118.Elke dienstenuitgever die wenst één of meerdere radiofrequenties te gebruiken om analoog uit te zenden, richt zijn aanvraag bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs aan de voorzitter van de Hoge Raad.
De aanvraag bevat de volgende elementen : 1° Als het gaat om een dienstenuitgever van wie de aangifte aangenomen werd in geval van volledige overname van een van zijn televisiediensten, de benaming van de dienstenuitgever en van de televisiedienst waarvoor de radiofrequentie(s) aangevraagd wordt(en);2° Als het gaat om een kandidaat-dienstenuitgever van wie de aangifte nog niet aangenomen werd met toepassing van de eerste afdeling van Hoofdstuk III van Titel III, alle gegevens bedoeld bij artikel 37;3° een financieringsplan over een periode van drie jaar;4° de geografische ligging van de vermoede uitzendingsplaats alsmede de antennehoogte boven de grond;5° de gewenste radiofrequentie(s). De dienstenuitgever kan aan de Regeringsdiensten vragen om de eventueel beschikbare radiofrequenties te identificeren. In dat geval moet de dienstenuitgever een rekenrecht betalen krachtens de voorwaarden bepaald in artikel 101. »
Art. 134.In artikel 120 van hetzelfde decreet worden de woorden « van radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « van audiovisuele mediadiensten ».
Art. 135.Artikel 121 van hetzelfde decreet wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 121.Elke rechtspersoon die de activiteit van netwerkexploitant via satelliet wenst uit te oefenen door bemiddeling van één of meer satelliet-aarde-radiofrequenties om uit te zenden, richt zijn aanvraag bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs aan de voorzitter van de Hoge Raad.
De aanvraag bevat de volgende elementen : 1° de gegevens voor het identificeren van de rechtspersoon alsook zijn adres;2° een financieringsplan verdeeld over een periode van drie jaar;3° de plaats van de aarde-satelliet-verbinding alsmede de benaming van de exploitant die de verbinding uitvoert;4° de gewenste radiofrequentie(s).»
Art. 136.In artikel 122, § 2, van hetzelfde decreet, worden de woorden « een dienstenverdeler » vervangen door de woorden « de netwerkexploitant ».
Art. 137.In Titel VI van hetzelfde decreet wordt een Hoofdstuk IIIbis ingevoegd, luidend als volgt : « Hoofdstuk IIIbis. - Andere elektronische communicatienetwerken ».
Art. 138.In hetzelfde decreet wordt een artikel 122bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 122bis.§ 1. Elke rechtspersoon die de activiteit van netwerkexploitant voor elektronische communicatie ander dan die bedoeld in de artikelen 97 tot 122 wenst uit te oefenen, moet, binnen de maand vanaf het begin van zijn activiteit, per aangetekend schrijven een aangifte indienen voor het College voor vergunning en controle. § 2. De aangifte bevat de volgende elementen : 1° De identificatiegegevens van de rechtspersoon alsook zijn adres;2° De beschrijving van het (de) netwerk(en);3° De datum van het begin van de activiteit. Elke wijziging van die elementen moet aan het College voor vergunning en controle gemeld worden. § 3. De Regering bepaalt het model van de aangifte. § 4. Binnen de maand van ontvangst van de aangifte meldt het College voor vergunning en controle ontvangst van de aangifte.
Binnen de acht werkdagen volgend op het ontvangstbewijs maakt het College voor vergunning en controle een kopie van de aangifte en van het ontvangstbewijs over aan de Minister bevoegd voor de Audiovisuele Sector alsook aan het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. Elke wijziging van de elementen van de aangifte die het College voor vergunning en controle gekregen heeft bij toepassing van het laatste lid van § 2 wordt eveneens binnen dezelfde termijn in kopie overgemaakt aan de Minister bevoegd voor de Audiovisuele Sector alsook aan het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art. 139.In artikel 123 van hetzelfde decreet worden de woorden « televisie-omroepdiensten » vervangen door het woord « televisiediensten ».
Art. 140.In artikel 124 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het woord « verdelers » wordt vervangen door het woord « dienstenverdeler »;2° De woorden « digitale televisie-omroepdiensten » worden vervangen door de woorden « digitale televisiediensten ».
Art. 141.In artikel 125 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « digitale televisie-omroepdiensten » worden telkens vervangen door de woorden « digitale televisiediensten ».2° De woorden « van radio-omroepdiensten » worden geschrapt.
Art. 142.In artikel 127 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het 1e lid worden de woorden « van digitale radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « van digitale audiovisuele mediadiensten »;2° In het 1e lid worden de woorden « in het kader van de digitale radio-omroep » vervangen door de woorden « in het kader van de uitzending van digitale audiovisuele mediadiensten »;3° 1° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 1° de installatie, op de ontvangtoestellen voor digitale audiovisuele mediadiensten, van een elektronische gids voor basisprogramma's die in staat is een audiovisuele mediadienst op te zoeken op het geheel van beschikbare diensten zonder enige discriminatie uit te voeren;» 4° In 3° worden de woorden « beschikbare diensten » vervangen door de woorden « beschikbare audiovisuele mediadiensten ».
Art. 143.In artikel 128 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « digitale radio-omroepdiensten » worden vervangen door de woorden « digitale audiovisuele mediadiensten »;2° De woorden « elke uitgever » worden vervangen door de woorden « elke dienstenuitgever ».
Art. 144.In artikel 129, 2e lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « een digitaal televisiesignaal » vervangen door de woorden « een digitale televisiedienstensignaal ».
Art. 145.In artikel 130 van hetzelfde decreet worden de woorden « de radio-omroep » vervangen door de woorden « de audiovisuele sector ».
Art. 146.In artikel 132 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 en § 2 worden de woorden « de Raad » telkens vervangen door de woorden « het Parlement »;2° In § 1, 1°, wordt het woord « reclamecommunicatie » vervangen door de woorden « commerciële communicatie »;3° In § 1, wordt punt 5° vervangen door hetgeen volgt : « 5° reglementen opstellen en bijhouden over de commerciële communicatie, over het respect van de menswaardigheid, over de bescherming van minderjarigen, over de toegankelijkheid van de programma's voor personen met een zintuiglijke handicap, over de uitzending van korte fragmenten van publieke gebeurtenissen en over de politieke informatie tijdens verkiezingsperioden.Om een verplicht karakter te krijgen, zullen deze reglementen door de Regering moeten worden goedgekeurd. »
Art. 147.In artikel 133, § 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005 en van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Punt 1° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 1° akte te nemen van de aangiften van de dienstenuitgevers en sommige dienstenuitgevers toe te laten, met uitzondering van de plaatselijke televisies en van de RTBF »;2° In 6° worden de woorden « in de artikelen 41, 42 en 43 » vervangen door de woorden « in de artikelen 41, 42, 43 en 47bis »;3° Er wordt een punt 8°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 8°bis de verplichtingen bedoeld in de artikelen 81, 82 en 87bis regelmatig opnieuw te onderzoeken en, na dat nieuwe onderzoek, een advies te geven als het College acht dat het niet meer noodzakelijk is die verplichtingen toe te passen;»; 4° In 10° worden de woorden « in de radio-omroepsector » vervangen door de woorden « in de audiovisuele sector ».
Art. 148.In artikel 135, § 2, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 4° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 4° de uitgevers van private klankdiensten »;2° Punt 7° wordt vervangen door hetgeen volgt : « 7° de private uitgevers van televisiediensten »;3° In 8° worden de woorden « de verdelers van radio-omroepdiensten » vervangen door de woorden « de dienstenverdelers ».
Art. 149.In de artikelen 136, § 1, 139, § 5 en 143, laatste lid, van hetzelfde decreet, worden de woorden « de Raad » telkens vervangen door de woorden « het Parlement ».
Art. 150.In artikel 140 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 1.Het onderzoekssecretariaat van de Hoge Raad ontvangt de klachten die naar de Hoge Raad worden gericht. Het onderzoekt de dossiers. Het kan ook op eigen initiatief een onderzoek openen. ». 2° § 3 wordt opgeheven.
Art. 151.In artikel 145, 3e lid, van hetzelfde decreet, wordt het woord « zeven » vervangen door het woord « zes ».
Art. 152.In artikel 151 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « een radio-omroepdienst » worden vervangen door de woorden « een audiovisuele mediadienst »;2° De woorden « zonder de vergunningen » worden vervangen door de woorden « zonder een aangifte te hebben ingediend of zonder de vergunningen ».
Art. 153.In artikel 152 van hetzelfde decreet wordt het woord « radio-omroepdienst » vervangen door de woorden « audiovisuele mediadienst ».
Art. 154.In artikel 156 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005 en van 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden« inzake radio-omroep » vervangen door de woorden « betreffende de audiovisuele sector »;2° In § 1 worden de woorden « of de niet-uitvoering van een sanctie hieronder bedoeld » ingevoegd tussen de woorden « bedoeld bij dit decreet » en « , kan het College voor vergunning en controle »;3° In § 3 worden de woorden « de televisie-omroepdiensten » vervangen door de woorden « de lineaire televisiediensten »;4° In § 3 worden de woorden « en in artikel 88, § 1, 1° en 2° » ingevoegd tussen de woorden « in artikel 83, § 1, 3° en 4°, » en de woorden « wanneer ze »;5° Er wordt een § 4 ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.Het College voor vergunning en controle kan, mits de naleving van de hierna bedoelde procedure, de verdeling van niet-lineaire televisiediensten bedoeld in artikel 83, § 1, 3° en 4° en in artikel 88, § 1, 1° en 2°, opschorten indien zij een ernstig risico inhouden voor de volgende doelstellingen : - De openbare orde, in het bijzonder de preventie van, het onderzoek naar, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten, waaronder de bescherming van minderjarigen en de bestrijding van het aanzetten tot haat wegens ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit en van aantasting van de menselijke waardigheid, - De bescherming van de volksgezondheid, - De openbare veiligheid, met inbegrip van het waarborgen van de nationale veiligheid en defensie, - De bescherming van consumenten, met inbegrip van beleggers.
Het College voor vergunning en controle kan de verdeling van een in het 1e lid bedoelde dienst slechts opschorten als het op voorhand aan de bevoegde overheid van de lidstaat waaronder de betrokken dienstenuitgever ressorteert, gevraagd heeft aangepaste maatregelen te treffen om te vermijden dat het bereiken van een doelstelling bedoeld in het 1e lid opnieuw in het gedrang zou komen en dat die maatregelen niet genomen zijn of niet geschikt waren.
Vooraleer de verdeling van een in het 1e lid bedoelde dienst op te schorten, maakt het College voor vergunning en controle per aangetekend schrijven aan de betrokken dienstenuitgever alsook aan de bevoegde overheid van de lidstaat bevoegd voor de dienstenuitgever en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen de schendingen over die aan de betrokken dienstenuitgever verweten worden en haar voornemen om de opschorting te voeren.
Het 2e lid en het 3e lid worden genomen onverminderd eventuele rechtszaken, met inbegrip van het vooronderzoek van een geschil en in het kader van een strafrechtelijk onderzoek verrichte handelingen.
Bij dringende noodzakelijkheid kan het College voor vergunning en controle afwijken van het 2e lid en het 3e lid en de bedoelde dienst onmiddellijk opschorten. Binnen de 3 dagen volgend op de beslissing om opschorting, maakt het College de verweten schendingen, zijn beslissing om opschorting en de motivering van de dringende noodzakelijkheid per aangetekend schrijven mee aan de betrokken dienstenuitgever, alsook aan de bevoegde overheid van de lidstaat waaronder de betrokken dienstenuitgever ressorteert en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. » 6° Er wordt een § 5 ingevoegd, luidend als volgt : « § 5.Wanneer het College voor vergunning en controle vaststelt dat een of meerdere lineaire televisiediensten van een dienstenuitgever gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zich volledig of hoofdzakelijk richten tot het publiek van de Franse Gemeenschap, verzendt het naar de bevoegde overheid van de staat waarin de bedoelde dienstenuitgever gevestigd is een gemotiveerde aanvraag waarbij het die overheid uitnodigt om de betrokken dienstenuitgever te vragen zich te schikken naar de bepalingen van Titel II en van de artikelen 40 en 41 van dit decreet.
Bij gebrek aan resultaten of aan een antwoord vanwege de bevoegde overheid binnen de twee maanden van de versturing van de aanvraag, en als het College voor vergunning en controle acht dat de dienstenuitgever zich op het grondgebied van de bevoegde staat gevestigd heeft teneinde zich te onttrekken aan de regels die hij zou moeten toepassen als hij onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap zou ressorteren, kan het College voor vergunning en controle, na beraadslaging van de Europese Commissie, sancties jegens de dienstenuitgever uitspreken teneinde die te onderwerpen aan de bepalingen van Titel II en van de artikelen 40 en 41 van dit decreet.
Die sancties moeten genomen worden onder de sancties bedoeld in artikel 156, § 1, 1°, 2°, 6° en 7°. Deze moeten objectief noodzakelijk zijn, niet-discriminerend toegepast worden en in verhouding zijn tot de beoogde doelstellingen.
De raadpleging van de Europese Commissie bedoeld in het 2e lid wordt als volgt georganiseerd : a) De regering maakt het ontwerp van sanctie van het College voor vergunning en controle alsook de motieven waarop het College zich baseert, bekend aan de Europese Commissie en aan de staat waarin de uitgever gevestigd is;b) Het College voor vergunning en controle wordt slechts toegelaten de sanctie uit te spreken als de Europese Commissie acht, binnen een termijn van drie maanden volgend op de bekendmaking, dat het bedoelde ontwerp in overeenstemming is met het gemeenschapsrecht.Een gebrek aan antwoord vanwege de Europese Commissie binnen de vastgestelde termijn geldt als toestemming van deze. » 7° Er wordt een § 6 ingevoegd, luidend als volgt : « § 6.Wanneer het College voor vergunning en controle vaststelt dat een of meerdere lineaire televisiediensten van een dienstenuitgever gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die Partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, zich volledig of hoofdzakelijk richten tot het publiek van de Franse Gemeenschap, verzendt het naar de bevoegde overheid van de staat waarin de bedoelde dienstenuitgever gevestigd is een gemotiveerde aanvraag waarbij het die overheid uitnodigt om de betrokken dienstenuitgever te vragen zich te schikken naar de bepalingen van Titel II en van de artikelen 40 en 41 van dit decreet.
Bij gebrek aan resultaten of aan een antwoord vanwege de bevoegde overheid binnen de twee maanden na de versturing van de aanvraag, kan het College voor vergunning en controle, sancties jegens de dienstenuitgever uitspreken teneinde die te onderwerpen aan de bepalingen van Titel II en van de artikelen 40 en 41 van dit decreet.
Het College voor vergunning en controle moet daarvoor over elementen beschikken die aanwijzen dat de dienstenuitgever zich gevestigd heeft in die staat met het doel zich te onttrekken aan de regels die hij zou moeten toepassen als hij onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap zou ressorteren. »
Art. 155.In artikel 158 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met hetgeen volgt : « Deze paragraaf is niet van toepassing wanneer een schending of een tekortkoming vastgesteld wordt in het kader van een advies van het College voor vergunning en controle over de uitvoering van de verplichtingen van de dienstenuitgevers en -verdelers bedoeld in artikel 133, § 1, 5° tot 8°, in welk geval dat advies de basis vormt van de bekendmaking van de grieven.» 2° In § 2, eerste zin, worden de woorden « of in voorkomend geval het advies over het nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 133, § 1, 5° tot 8° » ingevoegd tussen de woorden « het verslag » en de woorden « mede aan de overtreder ».
Art. 156.In artikel 159 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het 1e lid wordt het woord « onderzoekssecretariaat » vervangen door de woorden « College voor vergunning en controle »;2° In het 2e lid, worden de woorden « en de onderzoekssecretaris of zijn vertegenwoordiger kunnen » vervangen door het woord « kan »;3° In het 2e lid wordt de zin « De voorzitter kan de zitting opschorten om de overtreder en de onderzoekssecretaris of zijn plaatsvervanger de mogelijkheid te bieden om er kennis van te nemen.» opgeheven.
Art. 157.In artikel 160, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden « die radio-omroepdiensten uitgeven of verdelen die bedoeld zijn bij dit decreet » vervangen door de woorden « die audiovisuele mediadiensten uitgeven of verdelen ».
Art. 158.In artikel 161, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 29 februari 2008 en 18 juli 2008, worden de woorden « van klankradio-omroepdiensten verdeeld op een digitaal klankradio-omroepnetwerk » vervangen door de woorden « waarvan de klankdiensten verdeeld worden op een netwerk ».
Art. 159.In artikel 162, § 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 februari 2008, wordt de zin « Bijdrage van de netwerkradio's en van de uitgevers van klankradio-omroepdiensten verdeeld op een netwerk voor digitale klankradio-omroep. » vervangen door de zin « Bijdrage van de netwerkradio's en de klankdienstenuitgevers verdeeld op een digitaal terrestrisch radiogolvennetwerk ».
Art. 160.In artikel 162quater, 1e lid, tweede streepje en in artikel 162 quinquies, 7e lid, vijfde streepje van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 29 februari 2008, worden de woorden « privédiensten voor klankradio » telkens vervangen door de woorden « private klankdiensten ».
Art. 161.In artikel 33bis, 1. en artikel 36bis, § 1, van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, ingevoegd bij het decreet van 27 februari 2003, worden de woorden « inzake radio-omroep » telkens vervangen door de woorden « betreffende de audiovisuele sector ».
Art. 39, 5e lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « hetzelfde geldt bij de definitieve vacature van een betrekking. In dat geval stelt de Regering een Regeringscommissaris aan in de afwachting van een benoeming in vast verband ».
Art. 162.In artikel 167bis, § 1, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, ingevoegd bij het decreet van 29 februari 2008, worden de woorden « een dienst voor radio-omroep uitzenden zonder vergunning, voeren, naargelang van het geval, de buitendienststelling van hun terrestrische uitszendingsstation in frequentiemodulatie uit » vervangen door de woorden « een klankdienst uitzenden zonder vergunning voeren, naargelang van het geval, de buitendienststelling van hun terrestrische uitszendingsstation in frequentiemodulatie uit ».
Art. 163.De Regering kan de bepalingen van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep coördineren alsook de bepalingen die deze uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben op het moment waarop de coördinatie zal gebeuren.
Daartoe kan zij : 1° De rangschikking, de nummering en, in het algemeen, de voorstelling van de te coördineren bepalingen wijzigen;2° De referenties, die in de te coördineren bepalingen zouden vervat zijn, wijzigen met het oog op de overeenstemming met de nieuwe nummering;3° De opstelling van de te coördineren bepalingen wijzigen met het oog op hun concordantie en de eenheid van de terminologie ervan te verrichten zonder dat er inbreuk gedaan kan worden op de principes ingeschreven in die bepalingen. De coördinatie zal het volgende opschrift dragen : gecoördineerd decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten ».
Ze zal in werking treden op de datum van bevestiging bij decreet.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 5 februari 2009.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 634-1. - Commissieamendementen, nr. 634-2. - Verslag, nr. 634-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 634-4.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 3 februari 2009.