Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 februari 2008
gepubliceerd op 09 april 2008

Decreet tot wijziging van de titels I, III, VI, IX en XI van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2008029195
pub.
09/04/2008
prom.
29/02/2008
ELI
eli/decreet/2008/02/29/2008029195/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 FEBRUARI 2008. - Decreet tot wijziging van de titels I, III, VI, IX en XI van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 1, 15°, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, worden de woorden « aan de associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding » ingevoegd tussen de woorden « voor creatie op radio » en de woorden « en aan de ontvangstvoorzieningen ».

Art. 2.In artikel 1, 33°, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, worden de woorden « in zijn oorspronkelijke vergunning » ingevoegd tussen de woorden « die » en « over een enkele radiofrequentie beschikt ».

Art. 3.In artikel 1 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een 33° bis toegevoegd, luidend als volgt : « 33°bis Associatieve en expressieradio met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding : zelfstandige radio die hoofdzakelijk een beroep doet op vrijwilligerswerk en die het grootste deel van de programma's ofwel aan informatieuitzendingen, uitzendingen voor permanente opvoeding, voor culturele ontwikkeling en burgerlijke medewerking ofwel aan muziekgenres die niet bij de meest verkochte of de meest uitgezonden behoren, besteedt; deze radio laat noodzakelijk vrijwilligers meewerken die actief zijn binnen de beheersorganen. ».

Art. 4.In artikel 54, § 2, 1°, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt de tekst van punt d) vervangen door de volgende tekst : « d) in voorkomend geval, behoudens gemotiveerde afwijking toegekend door het College voor vergunning en controle met het oog op het garanderen van de taal- en culturele verscheidenheid, de verplichting ten minste dertig procent Franstalige muziek jaarlijks uit te zenden en ten minste 4,5 procent muziekwerken van componisten, uitvoerende kunstenaars of producenten wier woonplaats, exploitatiezetel of maatschappelijke zetel gelegen is in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. ».

Art. 5.In het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een artikel 56bis toegevoegd, luidend als volgt : « Het College voor vergunning en controle kan de toelating geven voor de fusie van : - ofwel associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding; - ofwel associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding en zelfstandige radio's; - ofwel zelfstandige radio's; - ofwel zelfstandige radio's en netwerkradio's; - ofwel netwerkradio's.

De fusie kan slechts toegelaten worden als de betrokken radio's over radiofrequenties beschikken die bestemd zijn voor het dekken van verschillende dienstzones.

Elke fusie die een associatieve en expressieradio met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding betrekt, kan niet leiden tot het verlies van die uit de fusie ontstane radiohoedanigheid.

De vergunning wordt uitsluitend verleend om redenen van levensvatbaarheid van het project en op voorwaarde dat er een nabijheidsrelatie behouden wordt met de publieksgroepen die in de oorspronkelijke vergunningen bedoeld waren. De vergunning wordt verleend op de gemeenschappelijke aanvraag van de betrokken radio's.

Het College voor vergunning en controle laat elke fusie van radio's toe door ervoor te zorgen dat er een verscheidenheid in het radiolandschap zou zijn en een evenwicht tussen de verschillende radioformaten, doorheen het muziek-, cultuur- en informatieaanbod.

Wanneer er een aanvraag voor de fusie van radio's, aan het College voor vergunning en controle voorgelegd wordt, publiceert het, binnen de maand in het Belgisch Staatsblad een advies over die fusieaanvraag.

Binnen de maand van die bekendmaking kan elke toegelaten zelfstandige of in netwerk zijnde radio alsmede elke persoon die een belang van handelen doet blijken, aan het College voor vergunning en controle elk motief meedelen dat al dan niet de fusie kan motiveren.

De vergunning voor de fusie wordt uitgereikt met inachtneming van artikel 7 van het decreet.

Een nieuw vergunningsbewijs wordt opgesteld overeenkomstig artikel 57 van het decreet.

De duur van de nieuwe vergunning kan de duur van de oudste vergunning onder de gefusioneerde radio's niet overschrijden. »

Art. 6.In het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een artikel 56ter toegevoegd, luidend als volgt : « Het College voor vergunning en controle kan de verwisseling van een of meerdere radiofrequenties toelaten : - ofwel tussen associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding; - ofwel tussen associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding en zelfstandige radio's; - ofwel tussen zelfstandige radio's; - ofwel tussen zelfstandige radio's en netwerkradio's; - ofwel tussen netwerkradio's.

De verwisseling van radiofrequenties kan slechts toegelaten worden als de betrokken radio's over radiofrequenties beschikken die bestemd zijn voor het dekken van dezelfde dienstzones.

De vergunning wordt verleend op de gemeenschappelijke aanvraag van de betrokken radio's.

Wanneer er een aanvraag voor de verwisseling van radiofrequenties, aan het College voor vergunning en controle voorgelegd wordt, maakt het binnen de maand in het Belgisch Staatsblad een advies bekend over die aanvraag om verwisseling. Binnen de maand van die bekendmaking kan elke toegelaten zelfstandige of in netwerk zijnde radio alsmede elke persoon die een belang van handelen doet blijken, aan het College voor vergunning en controle elk motief meedelen dat de niet-toelating van die frequentieverwisseling motiveert. »

Art. 7.§ 1. In artikel 57, § 1 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een 6°bis toegevoegd, luidend als volgt : « 6°bis in voorkomend geval de hoedanigheid van associatieve en expressieradio met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding; ». § 2. In artikel 57, § 4, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, wordt een 4° toegevoegd, luidend als volgt : « 4° in voorkomend geval een verslag dat aantoont waarom de houder van de vergunning het behoud van zijn hoedanigheid als associatieve en expressieradio met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding heeft kunnen rechtvaardigen. »

Art. 8.In artikel 60 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, wordt de tekst van punt 4° vervangen door de volgende tekst : « 4° in voorkomend geval, behoudens gemotiveerde afwijking toegekend door het College voor vergunning en controle met het oog op het garanderen van de taal- en culturele verscheidenheid, de verplichting ten minste dertig procent Franstalige muziek jaarlijks uit te zenden en ten minste 4,5 procent muziekwerken van componisten, uitvoerende kunstenaars of producenten wier woonplaats, exploitatiezetel of maatschappelijke zetel gelegen is in het Frans taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. »

Art. 9.In artikel 62, § 1, 3e lid, worden de woorden « , ingaande vanaf het begin van het eerste schooljaar dat volgt op de toekenning van de vergunning » geschrapt.

Art. 10.In artikel 105 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, wordt een vierde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de artikelen 56bis en 56ter kan het College voor vergunning en controle de lijst van de radiofrequenties wijzigen tegenover de radiofrequenties die oorspronkelijk toegekend waren aan de zelfstandige radio's of gefusioneerde netwerkradio's. »

Art. 11.§ 1. De tekst van artikel 108 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt omgevormd in een § 1. § 2. In artikel 108 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. De associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding worden ervan vrijgesteld de in artikel 100, § 2, bedoelde bijdrage te betalen. »

Art. 12.Artikel 161, § 1, 2e lid, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt vervangen door een lid luidend als volgt : « Die bijdrage bedraagt : - 2.500 euro als het zakencijfer van de dienstenuitgever minder dan 500.000 euro bedraagt; - 5.000 euro als het zakencijfer van de dienstenuitgever tussen 500.000 euro en 1 miljoen euro bedraagt; - 10.000 euro als het zakencijfer van de dienstenuitgever meer dan 1 miljoen euro en minder dan 2 miljoen euro bedraagt; - 15.000 euro als het zakencijfer van de dienstenuitgever meer dan 2 miljoen euro en minder dan 3 miljoen euro bedraagt; - 30.000 euro als het zakencijfer van de dienstenuitgever meer dan 3 miljoen euro en minder dan 4 miljoen euro bedraagt. - Boven 4 miljoen euro zakencijfer van de dienstenuitgever wordt het bedrag van de bijdrage vermeerderd met 30.000 euro per bijkomende schijf van 2 miljoen euro .

Art. 13.In artikel 162, § 1, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, wordt de derde kolom van de tabel aangevuld met een tweede lid « Steun aan de associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding ».

Art. 14.Een artikel 162bis, luidend als volgt, wordt toegevoegd in het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « De Regering kan een forfaitaire werkingssubsidie toekennen aan de associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding. Die forfaitaire subsidie kan slechts berekend worden volgens de volgende criteria : het al dan niet beroep doen op commerciële communicatieberichten en de wijze van verspreiding van de diensten.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de toekenning van de werkingssubsidies aan de associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding.

De gecumuleerde subsidies die toegekend kunnen worden aan de associatieve en expressieradio's met een cultureel doeleinde of voor permanente opvoeding zullen het totale bedrag van 100.000 euro ten gunste van eenzelfde begunstigde niet mogen overschrijden over een periode van drie opeenvolgende jaren ».

Art. 15.Een artikel 162 ter, luidend als volgt, wordt toegevoegd in het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « § 1. De Regering kan onthaalstructuren voor de creatie op radio erkennen en subsidiëren na advies van de Adviescommissie voor creatie op radio bedoeld in artikel 162quinquies.

Om erkend te worden, moet een onthaalstructuur voor creatie op radio de volgende opdrachten uitoefenen : 1° De algemene opdracht van de onthaalstructuur is de verspreiding, de promotie en de herwardering van de creatie op radio van de Franse Gemeenschap;2° Haar bijzondere opdrachten zijn : - De bevordering van de initiatieven inzake creatie op radio; - Het garanderen van een omkadering aan de auteurs van projecten inzake creatie op radio door op te treden in de verschillende stappen van hun ontwikkeling : van het scenario tot de verdeling en de verschijning. Er zal bijzonder aandacht besteed worden aan de omkadering van jong gediplomeerden uit kunstscholen door hen in contact te brengen met de beroepssector; - De ontwikkeling van de promotie van de uitzendingen van programma's voor creatie op radio, inzonderheid bij publieke manifestaties zoals festivals en publieke luisterevenementen.

Na advies van de Adviescommissie voor creatie op radio kan de Regering de erkenning van de onthaalstructuur intrekken als deze niet voldoet aan de voorwaarden van haar erkenning. § 2. Elk jaar deelt de onthaalstructuur ten laatste op 1 maart van het jaar volgend op het betrokken jaar aan de Minister tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort een activiteitenverslag en een financiële stand van zaken mee volgens de nadere regels bepaald door de Regering. § 3. De erkenning heeft niet de automatische toekenning van een subsidie tot gevolg. De Regering kan evenwel de erkend onthaalstructuren subsidiëren; op basis van een jaarlijks voorprogramma van activiteiten voorgelegd door elke onthaalstructuur.

Het totale bedrag van die subsidies kan een derde van de jaarlijkse ontvangsten van het Steunfonds voor creatie op radio niet overschrijden. Ten minste 50 % van de steun verleend aan een onthaalstructuur moet verplicht besteed worden aan de productie en de promotie van de uitzendingen voor creatie op radio.

De subsidies voor eenzelfde onthaalstructuur zullen een bedrag van 200.000 euro niet kunnen overschrijden berekend over een periode van drie opeenvolgende jaren.

De Regering kan bijkomende bijdragen verlenen voor het aanwerven van een kern van ambtenaren en de terbeschikkingstelling van infrastructuur of materiaal. »

Art. 16.Een artikel 162quater, luidend als volgt, wordt toegevoegd in het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « De Regering kan op advies van de Consultatieve commissie voor creatie op radio een deel van de jaarlijkse opbrengsten van het Steunfonds voor creatie op radio besteden aan projecten die het volgende beogen : - Het garanderen van de verzameling en de valorisering van archieven van privédiensten voor klankradio; - Het garanderen van de internationale uitzending van programma's voor radiocreatie.

De subsidies toegekend aan zulke projecten zullen een gecumuleerd bedrag van 200.000 euro niet kunnen overschrijden ten gunste van dezelfde begunstigde over een periode van drie opeenvolgende jaren ».

Art. 17.Een artikel 162quinquies, luidend als volgt, wordt toegevoegd in het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « Er wordt een Adviescommissie voor creatie op radio opgericht.

De Commissie geeft een advies, op eigen initiatief of op aanvraag van de Regering, over elke vraag betreffende de creatie op radio.

De Commissie geeft jaarlijks een voorafgaand advies over de bestemming door de Regering van een deel van de jaarlijkse ontvangsten van het Steunfonds voor creatie op radio aan projecten bedoeld in artikel 162quater van het decreet.

Zij geeft een advies voorafgaand aan de erkenning van onthaalstructuren voor de creatie op radio bedoeld in artikel 162ter.

Deze commissie bestaat uit 10 werkende leden en 10 plaatsvervangende leden aangesteld door de Regering voor een duur van vier jaar, eenmaal hernieuwbaar.

De 10 werkende leden en de 10 plaatsvervangende leden worden aangesteld met inachtneming van de wet van 16 juli 1973 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd wordt.

De leden van de Adviescommissie voor creatie op radio worden gekozen onder de personen die behoren tot een van de volgende categorieën : - De auteursvennootschappen; - De verenigingen voor permanente opvoeding, actief in de audiovisuele scetor; - De leraars uitzendings- en communicatiekunst; - De audiovisuele beroepen in het algemeen; - De private klankradio-omroepdiensten.

De secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of zijn vertegenwoordiger is van rechtswege lid van de commissie met beraadslagende stem.

Twee afgevaardigden van de Regering nemen deel aan de werkzaamheden van de commissie met adviserende stem.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de werking van de commissie.

De hoedanigheid van lid van de commissie is onverenigbaar met het behoren tot een instelling die de principes van democratie niet eerbiedigt zoals inzonderheid vermeld door het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, door de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en door de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.

Art. 18.Een artikel 167bis, luidend als volgt, wordt toegevoegd in het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « Art. 167 bis. § 1. De aanvragers die antwoorden op de offerteaanvraag bedoeld in artikel 55 van dit decreet en die een dienst voor radio-omroep uitzenden zonder vergunning, voeren, naargelang van het geval, de buitendienststelling van hun terrestrische uitszendingsstation in frequentiemodulatie uit : - De 30ste dag volgend op de dag waarop de voorzitter van de CSA bij een ter post per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de aanvragers heeft bekendgemaakt dat hun aanvraag niet in aanmerking werd genomen; - De 30ste dag volgend op de dag waarop het College voor vergunning en controle bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de aanvragers heeft bekendgemaakt dat geen enkele frequentie of geen enkel frequentienetwerk die zij hadden aangevraagd hen toegekend werd; - De dag vóór de inwerkingtreding van de vergunning over de radiofrequentie(s) die zij gebruiken, om middernacht, vastgesteld overeenkomstig artikel 57, § 1, 10° van het decreet. § 2. Onverminderd artikel 57, § 1, 10°, van het decreet, kunnen de zelfstandige radio's en de netwerkradio's overeenkomen over de inwerkingstelling van een deel of het geheel van de radiofrequenties die hen werden toegekend, op datums die verschillen van hun vergunning. Zij informeren de Hoge raad voor de audiovisuele sector ervan op voorhand. Deze faculteit verjaart van rechtswege achttien maanden na voornoemde datum bedoeld in artikel 57, § 1, 10°. § 3. Elke radiofrequentie die achttien maanden na de datum bedoeld in artikel 57, § 1, 10°, niet in dienst wordt gesteld, wordt ingetrokken door het College voor vergunning en controle, behalve als er aangetoond wordt dat de toegelaten radio op tijd alle maatregelen getroffen heeft voor de inwerkingstelling van de radiofrequentie, maar dat deze nog niet heeft kunnen plaatsvinden omdat de vergunning inzake stedenbouwkunde en milieu niet is verkregen. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel op 29 februari 2008.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Cultuur en de Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK. _______ Nota (1) Zitting 2007-2008. Stukken van de Raad. - Decreetsontwerp nr. 509-1. - Commissieamendementen, nr. 509-2. - Verslag nr. 509-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 509-4.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 26 februari 2008.

^