Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 25 januari 2011

Uittreksel uit arrest nr. 161/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4769 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 betreffende de audiovisuele me Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010206592
pub.
25/01/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 161/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4769 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 betreffende de audiovisuele mediadiensten, zoals gewijzigd bij artikel 16 van het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten, ingesteld door de nv « INADI » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 september 2009 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 september 2009, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 betreffende de audiovisuele mediadiensten, zoals gewijzigd bij artikel 16 van het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 april 2003, tweede editie, en 18 maart 2009, tweede editie) door de nv « INADI », met maatschappelijke zetel te 1030 Brussel, Georginlaan 2, de nv « Cobelfra », met maatschappelijke zetel te 1030 Brussel, Georginlaan 2, en de nv « Nostalgie », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Hooikaai 55. (...) II. In rechte (...) B.1.1. Vóór de wijziging ervan, bij het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten, bepaalde artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep : « Reclamecommunicatie mag noch de politieke partijen noch de representatieve werkgevers- of werknemersorganisaties als doel hebben ».

Die bepaling verving artikel 27bis, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, zoals het was ingevoegd bij artikel 30 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 19 juli 1991 « tot wijziging van de wet van 6 februari 1987 betreffende de radiodistributie en teledistributienetten en betreffende de handelspubliciteit op radio en televisie, van het decreet van 12 december 1977 houdende het statuut van de ' Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (RTBF) ' en van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector ».

De eerste zin van dat artikel 27bis, § 1, bepaalde : « De reclame mag noch de politieke partijen, noch de beroepsorganisaties als voorwerp hebben ».

B.1.2. Het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten « tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren » wijzigt het opschrift van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten. Dat decreet heeft voortaan als opschrift het « decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten ».

Artikel 16 van het voormelde decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten vervangt, in artikel 12 van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten, het woord « reclamecommunicatie » door het woord « commerciële communicatie ». Uit de parlementaire voorbereiding van het bestreden decreet blijkt dat « men het begrip ' commerciële communicatie ' verkiest boven het begrip ' reclamecommunicatie ' omdat dit begrip niet alleen reclame beoogt, maar eveneens telewinkelen, sponsoring, zelfpromotie, enz. » (Parl.

St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2008-2009, nr. 634/1, p. 8).

Overigens moet volgens artikel 1, 7°, van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten, zoals ingevoegd bij het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten, onder commerciële communicatie worden verstaan : « elke boodschapsvorm opgenomen in een audiovisuele mediadienst, welke dient om rechtstreeks of onrechtstreeks de goederen, de diensten of het imago van een natuurlijke of rechtspersoon die een economische activiteit verricht, te promoten. Die boodschappen worden opgenomen in een audiovisuele mediadienst, tegen betaling of een soortgelijke vergoeding of ten behoeve van zelfpromotie. Vormen van commerciële communicatie zijn onder meer interactieve commerciële communicatie, commerciële communicatie door middel van een splitscreen, reclame, virtuele reclame, sponsoring, telewinkelen, zelfpromotie en productplaatsing ».

B.1.3. Artikel 12, § 1, eerste zin, bepaalt voortaan : « Commerciële communicatie mag noch de politieke partijen noch de representatieve werkgevers- of werknemersorganisaties als doel hebben ».

Dit is de bestreden bepaling.

B.1.4. Bij een besluit van 26 maart 2009 is de Franse Gemeenschapsregering overgegaan tot de coördinatie van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten betreffende de radio-omroep, zoals het werd « gewijzigd bij de decreten van 22 december 2005, 2 juli 2007, 19 juli 2007, 7 december 2007, 29 februari 2008, 5 juni 2008, 18 juli 2008, 12 december 2008, 5 februari 2009, bij het arrest nr. 163/2006 van het Arbitragehof van 8 november 2006 en bij besluit van de Regering van 19 januari 2007 ». Dat besluit werd bekrachtigd bij een decreet van de Franse Gemeenschap van 30 april 2009.

Artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap betreffende de audiovisuele mediadiensten, dat op 26 maart 2009 werd gecoördineerd, komt overeen met het voormelde artikel 12, § 1, eerste zin, van het voormelde decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep B.2. De Franse Gemeenschapsregering betwist het belang om in rechte te treden van de verzoekende partijen die, als uitgevers van radio-omroepdiensten, niet de rechtstreekse adressaten zouden zijn van het decreet, dat uitsluitend de politieke partijen en de representatieve werkgevers- of werknemersorganisaties zou beogen.

B.3. De bestreden bepaling kan de situatie van de verzoekende partijen rechtstreeks en ongunstig beïnvloeden door hun een reclameactiviteit te ontzeggen die andere media niet wordt ontzegd door het bestreden decreet.

De exceptie wordt verworpen.

Ten gronde Wat het eerste middel betreft B.4. Een eerste middel is afgeleid uit de schending van artikel 19 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bestreden bepaling op onverantwoorde wijze de vrijheid van meningsuiting zou aantasten.

B.5. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

In tegenstelling tot hetgeen de Franse Gemeenschapsregering beweert, bevat het verzoekschrift tot vernietiging een duidelijke uiteenzetting van de manier waarop, volgens de verzoekende partijen, de vrijheid van meningsuiting, begrepen zowel in haar actieve als passieve dimensie, door de bestreden bepaling wordt geschonden.

B.6.1. Artikel 12, § 1, van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten maakt deel uit van de regeling van de programma's die worden uitgezonden door elke audiovisuele mediadienst die door de RTBF wordt uitgegeven en elke audiovisuele mediadienst van een dienstenuitgever die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap ressorteert (artikel 8 van het decreet van 27 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/02/2003 pub. 17/04/2003 numac 2003029202 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de radio-omroep sluiten).

B.6.2. Het verbod, voor de uitgevers van mediadiensten, om reclame voor politieke partijen uit te zenden, werd als volgt verantwoord in de parlementaire voorbereiding van het voormelde decreet van 19 juli 1991 : « Paragraaf 1 verbiedt reclame voor politieke partijen. De Europese richtlijn en onze reglementering bevatten op dat vlak geen specifiek verbod. Niettemin beoogt de wet van 6 februari 1987 het verbod voor handelsreclame, om politieke, religieuze, syndicale, ideologische of filosofische strekkingen voor te stellen. Reclame die duidelijk van een politieke partij uitgaat, valt bijgevolg niet noodzakelijk onder die omschrijving.

Teneinde elke discriminatie tussen politieke strekkingen te vermijden en om de toegang van de burger tot evenwichtige politieke informatie te bevorderen, wordt dan ook voorgesteld om reclame voor politieke partijen te verbieden, maar overwegende dat het organiseren van politieke informatie door middel van zendtijd die op evenwichtige wijze wordt toegekend, naar aanleiding van de verkiezingscampagnes, niet onder dat verbod valt » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 1990-1991, nr. 196/1, p. 8).

B.7. Die wil om, enerzijds, een niet-discriminerende behandeling tussen de politieke strekkingen en, anderzijds, de toegang van de burger tot evenwichtige politieke informatie te waarborgen, vormt een legitieme doelstelling die een inmenging kan verantwoorden in de vrijheid van meningsuiting die is gewaarborgd in artikel 19 van de Grondwet en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EHRM, 28 juni 2001, VgT Verein gegen Tierfabriken t.

Zwitserland, § 62; EHRM, 11 december 2008, TV Vest AS & Rogaland Pensjonistparti t. Noorwegen, § 70). Hetzelfde geldt, mutatis mutandis, voor het verbod om reclame uit te zenden voor de representatieve werkgevers- of werknemersorganisaties.

B.8. Het Hof moet niettemin nagaan of de bestreden bepaling redelijk verantwoord is ten opzichte van dat doel.

In dat opzicht beschikt de wetgever, in principe, over een beperkte beoordelingsmarge wanneer hij de vrijheid belemmert om meningen uit te drukken die, zoals die van de werkgevers- of werknemersorganisaties, behoren bij een debat dat betrekking heeft op het algemeen belang, zelfs wanneer zij in de vorm van reclame worden geuit (zie, mutatis mutandis, EHRM, 28 juni 2001, voormeld, §§ 70-71). Er dient eveneens een strikte evenredigheidstoetsing te worden toegepast wanneer de wetgever het gebruik van reclamemiddelen door politieke partijen wil beperken (EHRM, 11 december 2008, voormeld, § 64).

B.9.1. Artikel 3, derde lid, van het decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997029295 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (1) sluiten « houdende het statuut van de ' Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) ' » bepaalt : « Het bedrijf zorgt, bij het vaststellen van zijn programma-aanbod, ervoor dat de kwaliteit en de diversiteit van de aangeboden uitzendingen het bijeenbrengen van het ruimste publiek mogelijk maken, dat ze tot de maatschappelijke cohesie bijdragen, met inachtneming van de verwachtingen van socio-culturele minderheden, en dat de verschillende levensbeschouwelijke strekkingen van de maatschappij vertegenwoordigd worden, zonder discriminatie tussen mensen, inzonderheid wegens hun cultuur, ras, geslacht, ideologie, levensovertuiging of godsdienst, en zonder sociale segregatie. Deze uitzendingen strekken ertoe een debat te veroorzaken en de democratische inzet van de samenleving duidelijk te maken, bij te dragen tot het verstevigen van de maatschappelijke waarden, inzonderheid door een ethiek waaraan de eerbied voor de mens en de burger ten grondslag ligt, de integratie en de opvang van bevolkingsgroepen van vreemde afkomst die in de Franse Gemeenschap leven, te bevorderen ».

Bij artikel 68 van het op 26 maart 2009 gecoördineerde decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten wordt aan de lokale televisiezenders eenzelfde verplichting opgelegd.

B.9.2. Krachtens artikel 3, zevende lid, van hetzelfde decreet, sluit de RTBF met de Franse Gemeenschap een beheerscontract om de nadere regels voor de uitvoering van zijn opdracht van openbare dienst vast te stellen.

Het derde « beheerscontract van de ' Radio-Télévision belge de la Communauté française ' voor de jaren 2007 tot en met 2011 », dat op 13 oktober 2006 werd gesloten, bevat verschillende bepalingen betreffende de verspreiding van de meningen van de politieke partijen en van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties.

Artikel 7 van het genoemde contract bepaalt : « 7.1. De RTBF verbindt zich op algemene wijze ertoe geen programma's en audiovisuele inhouden te producen, te coproducen, te verwerven, te programmeren en uit te zenden : a) die strijdig zouden zijn met de wetten of met het algemeen belang, wat geenszins afbreuk doet aan de mogelijkheid waarover zij beschikt om in zijn programma's en audiovisuele inhouden het initiatief te nemen tot een debat, en de democratische inzet van de samenleving duidelijk te maken;b) die afbreuk zouden doen aan de inachtneming van de menselijke waardigheid, waarbij de RTBF zich in staat acht om bij te dragen tot het verstevigen van de maatschappelijke en burgerlijke waarden;c) die een aanzet zouden bevatten tot geweld, haat of vormen van discriminatie of segregatie, meer bepaald op grond van geslacht, seksuele geaardheid, zogenaamd ras, huidskleur, taal, etnische of nationale afstamming, sociale afkomst, politieke overtuiging of enige andere overtuiging, geloof of levensbeschouwing, een handicap, leeftijd, vermogen, geboorte, waarbij de RTBF zich in staat acht bij te dragen tot sociale samenhang, meer bepaald ten aanzien van de sociale minderheden, alsook tot de opvang en de harmonieuze integratie van de verschillende bevolkingsgroepen van de Franse Gemeenschap;d) die ertoe zouden strekken de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd of elke andere vorm van genocide, te ontkennen, te minimaliseren, te rechtvaardigen of goed te keuren;e) die een levensbeschouwelijke strekking, geloof of denkbeeld zouden bevorderen die een bedreiging vormen voor de fundamentele vrijheden die gewaarborgd zijn bij de Grondwet of bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, of die ertoe strekken het publiek te misleiden;f) die de lichamelijke, mentale of morele ontplooiing van minderjarigen zouden kunnen schaden ». Artikel 22 van hetzelfde contract bepaalt : « 22.1. De RTBF programmeert radio- en televisieprogramma's en zendt ze regelmatig uit, op terugkerende tijdstippen waarover zijn raad van bestuur beslist, en biedt, in de mate van het mogelijke en op verzoek, audiovisuele inhouden aan om meer bepaald bij te dragen tot opleiding, opvoeding, informatie van de consument, het sensibiliseren voor het leefmilieu en leefklimaat, gezondheidsopvoeding en het vulgariseren van wetenschappelijke kennis, het begrijpen van het maatschappelijke, politieke en economische leven, het informeren en aansporen van jongeren, ouderschap, opvoedkundige kwesties, mediaopvoeding en opvoeding tot burgerschap. 22.2. Op het gebied van permanente vorming ziet de RTBF erop toe dat hij, in zijn programma's en audiovisuele inhouden, en meer bepaald in zijn magazines en documentaires, op transversale wijze behandelt : a) de kwesties die betrekking hebben op het overbrengen van de democratische inzet, om deze voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk te maken, en meer bepaald de kwesties die te maken hebben met het verstevigen van de sociale samenhang, individuele en collectieve responsabilisering, de rol van relaties binnen het gezin en tussen generaties, het belang van sociaal bewust engagement en van jongeren, in het bijzonder in de Franse Gemeenschap, [...] ».

B.9.3. Artikel 36, § 1, van het op 26 maart 2009 gecoördineerde decreet van de Franse Gemeenschap « betreffende de audiovisuele mediadiensten » bepaalt : « De dienstenuitgever waarvan de audiovisuele mediadienst verdeeld wordt via een platform voor gesloten verdeling, moet : [...] 3° als hij informatie uitzendt, een huishoudelijk reglement opstellen betreffende de objectiviteit bij de verwerking van informatie en zich ertoe verbinden het na te leven; [...] 5° onafhankelijk zijn van elke regering, elke politieke partij of representatieve werkgevers- of werknemersorganisatie ». Artikel 67, § 1, van hetzelfde decreet bepaalt : « Om de vergunning te verkrijgen en om zijn vergunning te behouden, moet elke lokale televisiezender voldoen aan de volgende voorwaarden : [...] 8° verantwoordelijk zijn voor zijn programmatie en de editoriale lijn van de informatie leiden in een geest van objectiviteit, zonder voorafgaande censuur of enige inmenging van een publieke of private overheid;9° bij de verwerking van de informatie, zorgen voor een evenwicht tussen de verschillende in het zendgebied voorkomende ideologische tendensen die de democratische beginselen in acht nemen;10° in zijn programmatie, zorgen voor zijn onafhankelijkheid ten aanzien van de regeringen, de gemeentelijke en provinciale overheden, de publieke en intercommunale instellingen, de verdelers van radiodiensten, de politieke partijen, de werkgevers- of werknemersorganisaties en de filosofische of godsdienstige bewegingen; [...] ».

B.10. Zonder dat het nodig is uitspraak te doen over de vraag of het al dan niet redelijk is verantwoord om de politieke partijen, de kandidaten en derden die reclame wensen te maken voor politieke partijen of kandidaten, te verbieden commerciële reclamespots uit te zenden op de radio en de televisie, dient te worden vastgesteld dat het in het geding zijnde verbod op reclame voor politieke partijen een absolute en permanente draagwijdte heeft en zich niet beperkt tot de verkiezingscampagne. Wegens het absolute en permanente karakter van het verbod, dat aan de audiovisuele media wordt opgelegd, om reclame uit te zenden voor politieke partijen en representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties is dit niet redelijk verantwoord. Het kan tot gevolg hebben dat aan bepaalde formaties de toegang wordt verhinderd tot een belangrijk middel waarover zij beschikken om hun standpunten aan het publiek bekend te maken (zie EHRM, 11 december 2008, voormeld, § 73).

B.11. Het eerste middel is gegrond.

B.12. In zoverre het tweede middel en het ambtshalve opgeworpen middel niet tot een ruimere vernietiging kunnen leiden, dienen zij niet te worden onderzocht.

Om die redenen, het Hof vernietigt artikel 12, § 1, eerste zin, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 betreffende de audiovisuele mediadiensten, zoals het werd gewijzigd bij het decreet van 5 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/02/2009 pub. 18/03/2009 numac 2009029140 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep en van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren sluiten.

Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december 2010.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^