Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 april 2014
gepubliceerd op 18 juni 2014

Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029351
pub.
18/06/2014
prom.
03/04/2014
ELI
eli/decreet/2014/04/03/2014029351/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2014. - Decreet tot bevordering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.§ 1. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder "adviesorganen", de raden, commissies, comités en andere organen, die onder welke benaming ook : 1° opgericht zijn : a.ofwel bij wet, bij besluit dat kracht van wet heeft, bij koninklijk besluit of bij ministerieel besluit; b. ofwel bij decreet van het Parlement van de Franse Gemeenschap, bij besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap of bij besluit van één of meer ministers;2° en voornamelijk, op eigen initiatief of op verzoek, advies aan het Parlement van de Franse Gemeenschap, de Regering, één of meer ministers verlenen. § 2. De structurele onderverdelingen van een adviesorgaan, met uitzondering van de tijdelijke werkgroepen, worden ook als adviesorganen beschouwd indien ze zelf bevoegd zijn om met advies de instanties bedoeld bij paragraaf 1, 2°, bij te staan. § 3. De Regering stelt een lijst vast van de adviesorganen en van de structurele onderverdelingen van een adviesorgaan die binnen het toepassingsgebied van dit decreet vallen.

De Regering bepaalt de nadere regels voor het vaststellen van deze lijst, het vervolledigen en het bijstellen ervan.

Art. 2.§ 1. Wanneer één of meer mandaten van een werkend lid (werkende leden) of plaatsvervanger(s) van een adviesorgaan toegekend moet (moeten) worden als gevolg van een voordrachtsprocedure en wanneer de voorgedragen kandidaturen niet toelaten de tweederde verplichting bedoeld bij artikel 3 in acht te nemen, zal de voordrachtsprocedure bedoeld bij paragraaf 2 toegepast worden. § 2. Elke voordragende instantie, dient, voor ieder mandaat, de kandidatuur van minstens één man en één vrouw in.

Wanneer de verplichting opgelegd bij het eerste lid niet vervuld is, zendt de overheid belast met de benoemingsmacht de kandidaturen aan de instantie belast met het voordragen van de kandidaturen terug. Indien aan de verplichting niet wordt voldaan zes maanden nadat het mandaat (de mandaten) vacant is (zijn) geworden, kan de Regering, volgens de procedure die zij bepaalt, voor de bekleding van het mandaat (de mandaten) zorgen zonder de voordrachtsprocedure in acht te nemen maar in overleg met de instantie of de instanties belast met het voordragen van één of meer kandidatuur (-uren) die niet voldeed (voldeden). § 3. Wanneer de voordrachtsprocedure op een openbare oproep tot de kandidaten berust en deze niet toelaat aan de verplichting bedoeld bij artikel 3 te voldoen, kan de Regering de organisatie overwegen van een tweede oproep tot de kandidaten.

In voorkomend geval, na de tweede oproep tot de kandidaten, kan de Regering, naargelang de procedure die ze bepaalt, voor de bekleding van het mandaat (de mandaten) zorgen zonder de voordrachtsprocedure te volgen om de voornoemde verplichting te vervullen.

Art. 3.Hoogstens twee derde van de leden van een adviesorgaan mogen van hetzelfde geslacht zijn. Deze quota is afzonderlijk van toepassing op de werkende leden en op de plaatsvervangende leden.

Art. 4.Onverminderd artikel 2, kan de Regering een afwijking toekennen indien het onmogelijk blijkt aan de verplichting bedoeld bij artikel 3 te voldoen om functionele redenen of redenen in verband met de specifieke aard ervan.

De Regering bepaalt de voorwaarden voor de indiening van de aanvraag alsook de nadere regels voor de afwijking en de procedure.

De afwijking wordt verleend voor de duur van het mandaat en moet opnieuw geëvalueerd worden ter gelegenheid van de hernieuwing van de mandaten binnen het adviesorgaan.

Indien geen afwijking wordt toegekend, beschikt het adviesorgaan over een termijn vaan zes maanden om aan de voorwaarde bepaald bij artikel 3 te voldoen.

Art. 5.Indien geen afwijking toegekend wordt overeenkomstig artikel 4, kan een adviesorgaan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien zijn samenstelling in overeenstemming is met artikel 3.

Art. 6.Een evaluatieverslag over de toepassing van dit decreet wordt om de vijf jaar opgemaakt en aan de Regering en aan het Parlement voorgelegd.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de verwezenlijking van dit evaluatieverslag, waarbij het eerste verslag in 2017 verwezenlijkt moet worden.

Art. 7.De samenstelling van de adviesorganen opgericht vóór de inwerkingtreding van dit decreet, wordt aangepast aan de bepaling van artikel 3, bij de eerstvolgende volledige hernieuwing van de mandaten.

Bij de hernieuwing van één of meerdere mandaten in afwachting van een volledige hernieuwing, wordt een kandidaat van het ondervertegenwoordigde geslacht aangewezen zolang de quota, bedoeld bij artikel 3, niet bereikt wordt.

Ten laatste tegen 1 januari 2016, zal de samenstelling van alle adviesorganen die vóór de inwerkingtreding van dit decreet werden opgericht, aan de bepaling van artikel 3 aangepast worden.

Art. 8.Het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 13/09/2002 numac 2002029464 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bevordering van de gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen sluiten tot bevordering van de gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesorganen, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit decreet treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 april 2014.

De Minister-president van de Regering van de Franse Gemeenschap, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota (1) Zitting 2013 - 2014. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 621-1. - Verslag, nr. 621- 2.

Integraal verslag - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 2 april 2014.

^