gepubliceerd op 05 augustus 2009
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten
17 JULI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd o.a. bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003;
Gelet op het decreet I van 7 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest;
Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
Overwegende dat de Regering in staat moet worden gesteld om zo doeltreffend mogelijk te werken;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de Waalse Regering, opgericht overeenkomstig artikel 60 van voornoemde bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de continuïteit van de openbare dienst moet waarborgen;
Op de voordracht van de Minister-President, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : - « Minister » : een Minister, lid van de Waalse Regering; - « wet » : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd o.a. bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003; - « decreet » : het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van de uitoefening van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 2.De heer Rudy Demotte, Minister-President, is bevoegd voor : - de coördinatie en de mededeling van het Regeringsbeleid; - de intrabelgische betrekkingen, met inbegrip van de aanhangigmaking van zaken bij het Overlegcomité Federale Regering, Gemeenschaps- en Gewestregeringen, de werking van de instellingen en de betrekkingen met het Parlement; - evaluatie, prospectief beleid en statistiek; - de coördinatie van het « Plan Marshall 2.Vert »; - de coördinatie van de dossiers betreffende de Structuurfondsen, de tenuitvoerlegging en de evaluatie ervan, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese, de nationale en de gewestelijke instellingen; - de verdeling van de middelen ontvangen van de Nationale Loterij; - de administratieve vereenvoudiging; - e-government en bestuurlijke informatica; - de internationale betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese instellingen, onverminderd artikel 2, 8e streepje, en de ontwikkelingssamenwerking, zoals bedoeld in artikel 6ter van de wet; - « Espace Wallonie-Bruxelles »; - de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer; - het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor die met betrekking tot leger en politie; - de coördinatie van het « plan P.L.U.I.E.S. »
Art. 3.De heer Jean-Marc Nollet, Vice-President en Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, is bevoegd voor : het energiebeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VII, van de wet, met inbegrip van de valorisering van de steenbergen; - de huisvesting, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IV, van de wet; - de coördinatie van de allianties tewerkstelling en leefmilieu; - de ambtenarenzaken en het bestuur, met inbegrip van het Juridische Departement van het Transversale directoraat-generaal 1; - het wetenschappelijk onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6bis van de wet; - de infrastructuren voor de opvang van kinderen, ongeacht de aard ervan, de financiering van die infrastructuren en de opvolging van die financiering; - de vestiging van de diensten en instellingen, alsook het onroerend beheer.
Art. 4.De heer André Antoine, Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, is bevoegd voor : - de begroting, de financiën en de thesaurie, met inbegrip van de uitvoering van decreet I van 7 juli 1993 tot oprichting van vijf publiekrechtelijke vennootschappen voor het beheer van de schoolgebouwen van het door de overheid ingerichte onderwijs en de fiscale bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten; - het voorzitterschap van het Ministeriële comité voor de opvolging en de monitoring van de alternatieve financieringen en de financiële toestand van de openbare instelllingen, met inbegrip van de gespecialiseerde vennootschappen en filialen; - het werkgelegenheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet; - de sociale promotie, zoals bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet; - de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals bedoeld in artikel 3, 4°, van het decreet, behalve wat de landbouwsector betreft; - wat lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven betreft, de gemeentelijke, provinciale, intercommunale en private sportinfrastructuren, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van het decreet; - de luchthavens, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 7° en 9°, van de wet, alsook de uitrusting en uitbating ervan.
Art. 5.De heer Jean-Claude Marcourt, Vice-President en Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, is bevoegd voor : - de economie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 1° tot 3°, van de wet, met inbegrip van : - de K.M.O.'s en de erkenning van de ondernemers; - de industriezones bedoeld in artikel 6, § 1, I, 3°, van de wet; - het economische impulsfonds voor de reconversiegebieden en bijzondere achtergestelde gebieden, met inbegrip van de dossiercoördinatie; - de competitiviteitspolen en de coördinatie ervan; - de sociale economie; - het afzet- en uitvoerbeleid en de bevordering van landbouw- en tuinbouwproducten in het buitenland; - de ontvangst van de buitenlandse investeringen; - de nieuwe technologieën; - de telecommunicatie, met inbegrip van het beheer van het WIN-contract; - de cyberklassen en -scholen.
Art. 6.De heer Paul Furlan, Minister van de Plaatselijke Besturen en van de Stad, is bevoegd voor : - de ondergeschikte besturen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, van de wet; - het toezicht, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet; - het toezicht op de politiezones, zoals bepaald bij het decreet van 12 februari 2004 tot wijziging van het decreet van 1 april 1999 tot organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en de intercommunales van het Waalse Gewest; - de wetgeving inzake de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop; - de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VIII, 6° van de wet; - de stadsvernieuwing, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 4°, van de wet; - het toerisme, zoals bedoeld in artikel 3, 2°, van het decreet.
Art. 7.Mevr. Eliane Tillieux, Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, is bevoegd voor : - het gezondheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, van het decreet; - de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van het decreet, met uitzondering van de wetgeving betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop; - de coördinatie van het plan « Permanente bewoning van toeristische uitrustingen »; - het gelijke-kansenbeleid.
Art. 8.De heer Philippe Henry, Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, is bevoegd voor : - het openbaar vervoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 8°, van de wet, en de acties van programma 14.02 van de begroting; - het schoolvervoer, zoals bedoeld in artikel 3, 5°, van het decreet. - de zachte mobiliteit, met inbegrip van, o.a., de bevordering van de waterwegen en van de « R.A.V.E.L. »; - de gewestelijke aspecten van de uitvoering van het investeringsplan van de NMBS; - de ruimtelijke ordening, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, van de wet, behalve 3°, 4°, en 7°; - het leefmilieu, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, II, 1° tot 4°, van de wet, met inbegrip van milieuopleiding; - de ontwatering, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, 9°, van de wet; - het beheer van de bodemrijkdommen; - de cartografie.
Art. 9.De heer Benoît Lutgen, Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, is bevoegd voor : - de openbare werken, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 1° tot 6°, van de wet, met inbegrip van de groene stroken langs de de wegen en de bevaarbare waterwegen en de verkeersveiligheid; - de grote kunstwerken, zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot overdracht van de waterwegen aan de Gewesten; - het landbouwbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, V, van de wet, met inbegrip van het « Centre de Recherches agronomiques de Gembloux », de slachthuizen en van de aanvullende en suppletieve hulp aan landbouwbedrijven, behalve de toepassing van de wetten op de economische expansie en de bevordering van landbouw- en tuinbouwproducten in het buitenland; - de landinrichting, het natuurbehoud en de ruilverkaveling, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, van de wet, met uitzondering van punt 9° (ontwatering), met inbegrip van de natuuropleiding; - het impulsfonds voor de landelijke economische ontwikkeling, met inbegrip van de dossiercoördinatie; - de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals bedoeld in artikel 3, 4°, van het decreet wat de landbouwsector betreft; - het erfgoed, met inbegrip van de monumenten en sites, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7°, van de wet, alsook de opgravingen.
Art. 10.De binnen de Regering beraadslaagde decreetsontwerpen en besluiten worden ondertekend door de Minister die bevoegd is voor de aangelegenheid waarop zij betrekking hebben.
De besluiten en beslissingen van de Regering inzake Ambtenarenzaken van de instellingen van algemeen belang worden gezamenlijk ondertekend door de Minister van Ambtenarenzaken en door de Minister(s) die het toezicht uitoefent (uitoefenen) op de betrokken instellingen van algemeen belang.
Art. 11.Als een delegatie wordt verleend overeenkomstig het besluit tot regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie die delegatie wordt verleend.
In geval van afwezigheid of verhindering van een Minister kan hij de Minister aanwijzen die bevoegd is om in zijn naam en opdracht te tekenen.
Art. 12.De ondertekening van de decreten en besluiten kan in de titel van de Minister enkel de materie vermelden waarop de decreten en besluiten betrekking hebben.
De decreten en besluiten van de Regering worden medeondertekend door de Minister-President.
Art. 13.Het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2009 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten wordt opgeheven.
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking op 16 juli 2009.
Art. 15.De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 17 juli 2009.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van de Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN