gepubliceerd op 12 februari 2003
Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg
9 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van het Waalse Gewest van 4 april 1996 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, inzonderheid op artikel 24;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 7 november 1996 tot uitvoering van het decreet van 4 april 1996 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, inzonderheid op afdeling 12;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot regeling van haar werking;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 oktober 2002 tot benoeming van de leden van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg;
Gelet op het huishoudelijk reglement opgemaakt door de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg tijdens zijn zitting van 23 december 2002;
Overwegende dat het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg door de Waalse Regering goedgekeurd moet worden;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art. 2.Het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, dat bij dit besluit gaat, is goedgekeurd door de Waalse Regering.
Art. 3.Het besluit van 20 februari 1997 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het door de Regering aangenomen wordt.
Art. 5.De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 9 januari 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage GEWESTELIJKE RAAD VAN DE DIENST VOOR GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Huishoudelijk reglement HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Behalve andersluidende bepaling, wordt het door de Minister aan de Raad gevraagde advies binnen twee maanden gegeven voorzover de Regering geen andere termijn heeft vastgelegd.
Op gemotiveerd verzoek kan de Minister om dringende adviesverlening verzoeken. In dat geval legt hij een redelijke termijn vast.
Art. 2.De Raad bepaalt de kalender van de gewone vergaderingen aan het begin van elk kalenderjaar. HOOFDSTUK II. - Oproepingen
Art. 3.De voorzitter roept de leden van de Raad op, alsook de personen die de vergaderingen met raadgevende stem bijwonen.
Art. 4.De oproeping wordt minstens acht dagen vóór de vergadering naar de leden verzonden en bevat systematisch een volmachtsformulier.
De notulen van de vorige vergadering worden bij de oproeping gevoegd als ze niet eerder werden toegezonden.
De oproeping vermeldt de agenda van de vergadering. De oproepingen worden gezonden aan het adres dat de leden hebben meegedeeld. Ze vermelden de plaats en het uur van de vergadering. In spoedgevallen kan de termijn van acht dagen ingekort worden.
Art. 5.De agenda wordt door het bureau bepaald.
De agenda en het verslag van de vorige vergadering worden bij de opening van de vergadering goedgekeurd. De agenda kan gewijzigd of aangevuld worden. HOOFDSTUK III. - De Raad
Art. 6.§ 1. Het advies of het verslag van de Raad wordt pas dan op geldige wijze uitgebracht als minstens de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
De afwezige leden mogen zich bij volmacht laten vertegenwoordigen. Elk aanwezig lid mag slechts over één volmacht beschikken.
De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Als het aanwezigheidsquorum niet bereikt wordt, worden de leden opnieuw opgeroepen uiterlijk binnen de volgende veertien dagen. Een punt dat weer op de agenda opgenomen wordt, vereist de gewone meerderheid van de aanwezige leden.
Een lid dat driemaal achtereenvolgens niet deelneemt aan de Raad, wordt geïnterpelleerd door de voorzitter, die op grond van de gegeven uitleg zijn ontslag aan de Minister kan voorstellen. § 2. De uitslag van de stemming wordt bij het advies gevoegd; de minderheid kan op verzoek bij het advies van de meerderheid een nota voegen waarin ze melding maakt van haar standpunt.
Art. 7.Alleen de bij de oproeping gevoegde agendapunten kunnen op geldige wijze aan de stemming onderworpen worden.
In geval van behoorlijk gemotiveerde dringende noodzakelijkheid kan een punt tijdens de zitting evenwel aan de agenda toegevoegd worden als de aanwezige leden bereid zijn het te onderzoeken.
Art. 8.Een lid van de Raad dat een rechtstreeks belang heeft bij een aan de Raad onderworpen verzoek om advies - met name als lid van de inrichtende macht of van het personeel van de eisende instelling - mag niet deelnemen aan het debat noch aan de stemming betreffende het advies i.v.m. dat verzoek.
Indien betwist wordt dat één of meer leden een rechtstreeks belang hebben, beraadslaagt de Raad daarover in aanwezigheid van het (de) betrokken lid (leden).
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Art. 9.Als de Raad het nodig acht, kan hij de Dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan het dossier op de agenda staat, uitnodigen teneinde bijkomende of aanvullende informatie te verkrijgen.
Art. 10.De Raad kan een beroep doen op deskundigen die hij aanwijst. HOOFDSTUK IV.- Het bureau
Art. 11.§ 1. Binnen de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, hierna « de Raad » genoemd, wordt een bureau opgericht dat belast wordt met de organisatie en de coördinatie van de werken.
Het bureau bereidt de vergaderingen van de Raad voor en zorgt voor de mededeling van de voorstellen of adviezen die hij goedkeurt.
Behalve de adviesaanvragen van de Minister kan het bureau zelf adviesaanvragen formuleren en aan de Raad voorleggen. § 2. Het bureau is samengesteld uit de voorzitter en uit twee vice-voorzitters aangewezen bij besluit van de Waalse Regering van 24 oktober 2002.
Bij verhindering van de voorzitter, wordt het voorzitterschap van de zittingen beurtelings door de vice-voorzitters waargenomen.
Art. 12.De twee vertegenwoordigers van de Regering worden op de vergaderingen van het bureau uitgenodigd.
Art. 13.Het bureau kan een deel of het geheel van de leden van de Raad oproepen om aan zijn werkzaamheden deel te nemen. HOOFDSTUK V. - Werkgroepen
Art. 14.Om zijn opdracht te vervullen kan de Raad hetzij vaste, hetzij tijdelijke werkgroepen oprichten voor een specifiek probleem of in het kader van een door de Regering of door de Minister geformuleerde aanvraag om advies.
In het kader van die werkgroepen kan hij een beroep doen op deskundigen.
Art. 15.De leden van de Raad kunnen deel uitmaken van de werkgroepen.
De leden van een werkgroep die niet tot de Raad behoren, worden op voorstel van de voorzitter van de werkgroep en met de instemming van het bureau persoonlijk uitgenodigd op grond van hun bevoegdheid.
Al naargelang de behandelde materies kan het bureau, na advies van de voorzitter, ertoe gebracht worden het aantal leden van de werkgroepen te beperken.
De deskundigen worden bij beslissing van de Raad aangewezen.
Art. 16.De stukken van de werkgroepen worden slechts aan de leden van die werkgroepen gestuurd, met uitzondering van de notulen.
De andere leden van de Raad die erom verzoeken, kunnen de stukken inkijken op het secretariaat.
Het lid dat drie achtereenvolgende vergaderingen van een werkgroep mist, wordt geacht ontslagnemend te zijn.
Art. 17.Het secretariaat van de Raad coördineert de activiteiten van de werkgroepen al naargelang de middelen die de Regering hem toewijst.
Art. 18.De voorzitters van de vaste werkgroepen worden op voorstel van het bureau door de Raad aangewezen voor een termijn van drie jaar.
Die termijn kan één keer verlengd worden.
Ze brengen regelmatig verslag uit aan de Raad over de stand van de werken. De Raad moet het verslag goedkeuren.
De voorzitter van de Raad mag van rechtswege alle vergaderingen van de verschillende werkgroepen bijwonen en eventueel voorzitten.
Art. 19.Elke werkgroep maakt een driemaandelijks verslag over aan het bureau en aan de Raad.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 januari 2003 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Gewestelijke raad van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg.
Namen, 9 januari 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE