14 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap, zoals gewijzigd;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 14 mei 2009, Besluit :

Artikel 1.In de aanhef van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd tussen het 18e lid en het 19e lid : « Gelet op het decreet van 16 november 2007 betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;»; 2° er wordt een lid, luidend als volgt, inegvoegd tussen het 41e lid en het 42e lid : « Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 september 1991 tot organisatie van de socio-pedagogische onderwijsdistricten van de Franse Gemeenschap;»; 3° er wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd tussen het 42e lid en het 43e lid : « Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 1995 tot vaststelling van sommige aspecten van het leerplan in het secundair onderwijs;»; 4° er worden vier leden, luidend als volgt, ingevoegd tussen het 50e lid en het 51e lid : « Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 1997 betreffende het budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van het Fonds voor schoolgebouwen voor het gesubsidieerd officieel onderwijs van de Franse Gemeenschap; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 augustus 2000 tot oprichting van de Pedagogische raad voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 augustus 2004 tot regeling van haar werking;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 april 2008 tot uitvoering van de artikelen 5, 11, 12 en 13 van het decreet van 16 november 2007 betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; ».

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 6 wordt door de volgende twee paragrafen vervangen : « § 6.Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris-generaal, zorgt de administrateur-generaal van het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek voor de vervanging. § 7. Bij afwezigheid van de secretaris-generaal en van de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, wordt de vervanging van de secretaris-generaal overgenomen ofwel door de administrateur-generaal aangewezen door de secretaris-generaal, via een schriftelijke akte die vooraf aan iedere Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap dient te worden medegedeeld, ofwel door de administrateur-generaal die de grootste graadanciënniteit heeft, met dien verstande dat bij gelijke graadanciënniteit, er eerst rekening zal worden gehouden met de dienstanciënniteit, en daarna met de leeftijd. » 2° de laatste paragraaf wordt § 8.

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Onder « statuut » dient verstaan te worden, het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. »

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij § 1, 1°, wordt het huidige lid opgenomen onder een letter b) en wordt het voorafgegaan door een nieuw lid, luidend als volgt : « a) om de betrekkingen van de personeelsformatie van de niveaus 1 tot rang 10 inbegrepen, 2+, 2 en 3 vacant te verklaren die daartoe werden aangewezen door het orgaan bedoeld bij artikel 12 van het statuut of door het lid (de leden) van het orgaan waaraan dit laatste al of deel van deze aanwijzingsbevoegdheid toevertrouwt.»; 2° bij § 1, wordt het 2° vervangen door het volgende punt : « 2° om de overeenkomsten voor aanwerving, en de aanhangsels bij genoemde overeenkomsten, van de contractuele personeelsleden aangesteld door de secretaris-generaal, na advies van de Algemene Directie Personeel en Amtenarenzaken, om deel uit te maken van het personeel van het Algemeen Secretariaat of door iedere administrateur-generaal, ieder wat betreft de Algemene Directie waarvan hij de leiding heeft, te ondertekenen. Om de zes maand, zendt de secretaris-generaal aan de Minister een verslag over omtrent de toepassing van artikel 6, § 1, 2° van dit besluit. De Minister is ertoe gehouden een afschrift van dit verslag aan elk lid van de Regering dat het vraagt mee te delen. » 3° bij § 1, worden de punten 11° en 12° vervangen door de volgende punten : « 11° om de andere ambtenaren dan deze die tot de categorie van de ambtenaren-generaal behoren de volgende verloven toe te kennen : a) het opvangverlof met het oog op de adoptie van een kind;b) het ouderschapsverlof;c) het verlof wegens persoonlijke aangelegenheden;d) het verlof om een stage of een proefperiode te verrichten in een andere betrekking in een openbare dienst of in het gesubsidieerd onderwijs;e) het verlof om een ambt van lid van het bestuurspersoneel of onderwijzend personeel of een ambt van lid van het opvoedend hulppersoneel in de sector van het door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde onderwijs uit te oefenen;f) het verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de Europese Vergaderingen, de federale wetgevende kamers, de gewest- en gemeenschapsraden, de provincieraden en gemeenteraden;g) het verlof om dwingende redenen van familiaal belang.12° om een personeelslid toe te laten zijn ambt opnieuw te bekleden met deeltijdse opdracht.» 4° bij § 1, wordt het 16° door het volgende punt vervangen : « 16° om personeelsleden met arbeidsovereenkomst af te danken met inbegrip van de zware fout;» 5° § 1 wordt met de volgende punten aangevuld : « 24° om, op het voorstel of het voorafgaande advies van de betrokken administrateurs-generaal of directeurs-generaal, het genot van de bijzondere vaste toelage toe te kennen of op te schorten met toepassing van artikel 7, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 februari 2004 houdende toekenning van een bijzondere vaste toelage aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder Sector XVII ressorteren;25° om tot de administratieve inaanmerkingneming bedoeld bij artikel 36 van het statuut over te gaan.»; 6° bij § 2, worden de huidige twee leden opgenomen onder één letter b) en worden ze voorafgegaan door vier nieuwe leden, luidend als volgt : « a) De vacantverklaringen en aanstellingen bedoeld bij § 1, 1° en 2°, geschieden binnen de perken van een budgettaire enveloppe eigen aan het Algemeen Secretariaat en aan ieder algemeen bestuur. De begrotingsenveloppen bedoeld bij het vorige lid worden bepaald door de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken met inaanmerkingneming voor het algemeen secretariaat en ieder algemeen bestuur van de vervanging van de definitief vertrokken personeelsleden en van degenen die tijdelijk afwezig zijn zonder bezoldiging. Elke wettelijke of uitvoerende beslissing waarbij het bestuursvermogen om personeel aan te werven ingeperkt of verhoogd wordt, beperkt of verhoogt met zoveel de voornoemde middelen.

Elke enveloppe omvat het geheel aan ter beschikking gestelde middelen door het personeel waarvan de vervanging opgelegd wordt door een wets- of reglementaire bepaling en 2/3 van de andere middelen.

Het overschot (1/3) van de ter beschikking gestelde middelen met toepassing van het vorige lid wordt verder verdeeld over de verschillende enveloppen bedoeld bij het eerste lid door het orgaan bedoeld bij artikel 12 van het statuut, op het voorstel van de secretaris-generaal. »; 7° bij § 2, wordt een letter c) en een letter d) toegevoegd, luidend als volgt : « c) Artikel 3 van dit besluit, aangezien het het beginsel onderbouwt volgens hetwelk de delegaties verleend door of krachtens dit besluit uitgeoefend worden onverminderd de uitoefening van de bevoegdheden gedelegeerd door de delegerende overheden of door de hiërarchische meerderen, is niet van toepassing op de delegaties bedoeld bij § 1, 1) en 2°. De indienstnemingen en aanwervingen gedaan binnen de perken van het overschot bedoeld bij punt a), laatste lid, maken deel uit van een bijzonder wervingsschema goedgekeurd door de Regering op de voordracht van het orgaan bedoeld bij artikel 12 van het statuut. Bij gebrek aan beslissing door de Regering binnen de zestig dagen van de voorlegging, wordt dit bijzondere schema geacht goedgekeurd te zijn. d) Het advies uitgebracht met toepassing van § 1, 2°, houdt rekening, in afnemende voorrangsorde, met de mutaties, de staat van de bestaande wervingsreserves, de spontane kandidaatstellingen en de noodzaak om tot een oproep tot de kandidaten over te gaan. Dit advies houdt, desnoods, rekening met de mogelijkheid om een geïntegreerde programmering in te richten van een geheel van aanstellingen waarbij hetzelfde proces gevolgd wordt.

Het vaststellen van het profiel van iedere betrekking en de selectie van de kandidaten in vergelijking met dit profiel gebeuren op basis van een overleg tussen de dienst waarbinnen de betrekking te begeven is en de dienst, die, binnen de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken, het beheer van deze bevoegdheden waarneemt. « 8° bij § 4, worden de meldingen « 3°, 4°, 5°, 6°, 8°, 9°, 10°, 11°, 12°, 13°, 14°, 18°, 19°, 20° en 22°, » afgeschaft. »

Art. 5.De artikelen 6bis en 6ter van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 6.Artikel 7, § 1, wordt gewijzigd als volgt : 1° bij punt 1°, worden de woorden « , het omstandigsheidsverlof wegens overmacht » ingevoegd tussen de woorden « het jaarlijks vakantieverlof » en de woorden « en uitzonderlijk verlof »;2° het punt 2° van hetzelfde besluit wordt door het volgende punt vervangen : « 2° om, na advies van de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken, verlof toe te staan aan de andere ambtenaren dan deze die tot de categorie van de ambtenaren-generaal behoren in de volgende gevallen : a) om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep;b) om een politiek mandaat of ermee gelijkgesteld ambt uit te oefenen. »

Art. 7.In hetzelfde besluit, bij hoofdstuk II, wordt de afdeling 2 met het opschrift « Delegaties inzake gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten », vervangen als volgt : « Afdeling 2. - Delegaties inzake gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor de aanneming van werken, leveringen en diensten Onderafdeling 1 - Algemene bepalingen

Artikel 9.Deze onderafdeling is van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap - binnen de perken van hun bevoegdheden en onverminderd de uitoefening van de aanvullende bevoegdheden toegekend met toepassing van de bepalingen opgenomen in de onderafdeling 2.

Artikel 10.De financiële beperkingen van de bij dit besluit bepaalde delegaties worden verstaan exclusief de belasting op de toegevoegde waarde.

Artikel 11.De bevoegdheid om de wijze van gunning van de opdracht te kiezen, de bevoegdheid om de procedure in te zetten, de bevoegdheid om kwalitatief te selecteren, de bevoegdheid om het bestek of de bescheiden die het vervangen goed te keuren en de opdrachten goed te keuren, worden gedelegeerd aan de titularissen van de ambten opgenomen in de bijlage bij dit besluit, binnen de financiële perken vermeld tegenover elk ambt, volgens de in aanmerking genomen gunningswijze en het type van opdracht.

Dezelfde bevoegdheden, met uitzondering van deze om opdrachten goed te keuren, worden gedelegeerd aan de secretaris-generaal, wat betreft de opdrachten van een bedrag dat hoger is dan de bedragen bepaald in de bijlage bij dit besluit en dat lager is dan de bedragen vanaf dewelke de opdracht voorgelegd moet worden aan de beraadslaging van de Regering, alsook wat betreft de opdrachten van een bedrag dat hoger is waarop de Regering niet meer moet beraadslagen. De uitzondering betreffende de goedkeuring van de opdracht kan door de Regering of de bevoegde Minister(s) worden opgeheven.

Deze delegaties worden slechts uitgeoefend voor zover het voorwerp van de opdracht door de Regering van de Franse Gemeenschap of door het bevoegde lid ervan werd toegelaten, ofwel door de goedkeuring van een investeringsprogramma waarin dit voorwerp is opgenomen, ofwel door een bijzondere beslissing betreffende dit voorwerp.

De bij lid 3 van dit artikel bedoelde toelating is echter niet vereist wanneer het om uitgaven gaat voor de gewone behoeften van de diensten, lopende uitgaven voor de werking, het verbruik en de uitrusting waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 125.000,00 EUR wat de secretaris-generaal betreft, 87.500,00 EUR wat de administrateurs-generaal betreft, 50.000,00 EUR wat de directeurs-generaal betreft, 25.000,00 EUR wat de adjunct-directeurs-generaal betreft en 5.500,00 EUR wat de ambtenaren van rang 12 of minder betreft of voor uitgaven voor onderhoudswerken aan eigendommen van de Franse Gemeenschap, die dringend uitgevoerd moeten worden, mits zulks verantwoord wordt.

Artikel 12.De bevoegdheid om te beslissen, nadat de bevoegde Minister ervan op de hoogte werd gebracht, te gunnen tegen voorlopige prijzen of tegen terugbetaling, om de prijzencontrole op te leggen en om voor de toekenning van voorschotten te zorgen, wordt toegekend aan : a) de secretaris-generaal, voor de opdrachten die niet hoger geraamd worden dan 50.000,00 EUR; b) de administrateurs-generaal, voor de opdrachten die niet hoger geraamd worden dan 25.000,00 EUR; c) de directeurs-generaal, voor de opdrachten die niet hoger geraamd worden dan 12.500,00 EUR. De bevoegdheid om te beslissen over een wijziging van procedure inzake gunning van de opdracht met toepassing van artikel 17, § 2, 1°, d, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten, wordt aan de secretaris-generaal verleend.

Artikel 13.Wat de te nemen maatregelen en beslissingen betreft in verband met de loutere uitvoering van een gegunde opdracht, wordt bevoegdheidsdelegatie verleend aan de ambtenaren die op grond van artikel 11 zelf de opdracht hebben gegund; waarbij de administrateur-generaal of de directeur-generaal van het betrokken bestuur echter bevoegd zijn voor de loutere uitvoering van de opdrachten die door de secretaris-generaal of door de bevoegde Minister(s) werden goedgekeurd.

Worden beschouwd als maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op de loutere uitvoering van een gegunde opdracht, deze die tot doel hebben het voorwerp van de initiale onderneming te verwezenlijken en die binnen de perken ervan blijven, zoals de van ambtswege te treffen maatregelen tegen de in gebreke gebleven aanbesteder, met uitsluiting van de maatregelen en beslissingen die gesteund zijn op een beoordelingsbevoegdheid die in de opdracht bepaald is.

Artikel 14.§ 1. Voor de afrekeningen die voortvloeien uit de loutere toepassing van de bedingen van de overeenkomsten, alsook voor de herzieningen van de overeenkomsten en de afrekeningen tot regularisatie van de geraamde hoeveelheden voor zover het om aanpassingen van hoeveelheden gaat en niet om aanvullende werken die niet opgenomen waren in de initiële opdracht, wordt delegatie van goedkeuring verleend aan de ambtenaar van rang 15, zonder beperking van het bedrag. § 2 - Wat de goedkeuring van een afrekening of van opeenvolgende afrekeningen betreft, andere dan deze bedoeld in § 1, kan het bedrag ervan of het totaalbedrag van de opeenvolgende afrekeningen goedgekeurd worden door de hierna vermelde ambtenaren ten belope van het percentage van het bedrag van de inschrijving dat tegenover hun graad vermeld is : - ambtenaar van rang 12 : tien percent tot 31.000,00 EUR; - ambtenaar van rang 15 : vijftien percent tot 100.000,00 EUR; - directeur-generaal : vijftien percent tot 175.000,00 EUR; - administrateur-generaal : twintig percent tot 200.000,00 EUR; - secretaris-generaal : vijfentwintig percent tot 250.000,00 EUR. Indien de percentages of de voor de secretaris-generaal vastgestelde bedragen zijn bereikt, wordt elke volgende afrekening steeds door de Minister goedgekeurd.

Artikel 15.Delegatie wordt verleend aan de ambtenaren vermeld in de artikelen 11, 13 en 14 binnen de perken die hun worden opgelegd voor de goedkeuring van de bestekken, de ramingsstaten en de afrekeningen, om verlengingen van termijnen toe te staan, die ofwel voortvloeien uit de handeling van het bestuur of uit het feit dat bepaalde omstandigheden zich hebben voorgedaan die de medecontracterende partij niet kon vermijden en waarvan zij de gevolgen niet kon verhelpen alhoewel zij al het nodige daartoe in het werk had gesteld, ofwel ook nog voortvloeien uit afrekeningen. De verlengingen van termijn waarvan sprake mogen niet langer zijn dan vijftig procent van de oorspronkelijke termijn.

Elke andere verlenging wordt steeds goedgekeurd door de bevoegde Minister(s), op met redenen omkleed verslag van het bestuur.

Artikel 16.Op eensluidend advies van de administrateur-generaal of van de directeur-generaal, is de secretaris-generaal ertoe gemachtigd boeten of straffen wegens laattijdige oplevering op te leggen ten belope van een bedrag van 25.000,00 EUR of van een hoger bedrag dat tien percent van het aanvankelijk bedrag van de opdracht ten belope van 125.000,00 EUR niet mag overschrijden.

Artikel 17.Ingeval de secretaris-generaal afwezig of verhinderd is, worden de bevoegdheden die in deze afdeling zijn opgesomd, in spoedgeval, uitgeoefend door de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

Onderafdeling 2. - Bijzondere bepalingen betreffende de gebouwen die onder de bevoegdheid van het Algemeen Bestuur Infrastructuur ressorteren.

Artikel 18.Onverminderd de artikelen 9 tot 17, is deze onderafdeling van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap - Ministerie van de Franse Gemeenschap - wat betreft de gebouwen die onder de bevoegdheid van het Algemeen Bestuur Infrastructuur ressorteren.

A. Algemene bepalingen

Artikel 19.In de zin van deze onderafdeling moet worden verstaan onder : - « delegatiehouder » : de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de betrokken gebouwen behoren of het bevoegde orgaan van de SPABS (Openbare Maatschappij voor het Beheer van de Schoolgebouwen) die eigenaar is van het betrokken gebouw; - « de administrateur-generaal » : de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Infrastructuur; - « de directeur-generaal » : de directeur-generaal van de Algemene Directie Infrastructuur; - « de gewestelijk directeur » : de ambtenaar van minstens niveau 1 aangesteld door de administrateur-generaal of diens afgevaardigde om te zorgen voor de leiding van een gewestelijke dienst die belast is met de infrastructuren van de Franse Gemeenschap.

Artikel 20.De bevoegdheid van de gewestelijke diensten wordt uitgeoefend binnen de territoriale grenzen van de provincie waar iedere dienst zijn zetel heeft, behalve wat betreft : 1° de gewestelijke dienst van Luik waarvan de bevoegdheid zich ook uitstrekt tot de Belgische schoolinrichtingen waarvan de onderwijstaal het Frans is en die op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland gelegen zijn;2° de gewestelijke dienst van Brussel waarvan de territoriale bevoegdheid uitgeoefend wordt binnen de perken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Artikel 21.De administrateur-generaal of diens afgevaardigde kan elke ambtenaar van minstens niveau 1 aanstellen die onder het Algemeen Bestuur Infrastructuur ressorteert om bij het centraal bestuur, in de materies die niet tot de bevoegdheid van de gewestelijke diensten behoren, voor het geheel of een deel van dezelfde bevoegdheden te zorgen als deze toegewezen aan de gewestelijke directeurs met toepassing van deze onderafdeling.

De administrateur-generaal of diens afgevaardigde kan : 1° beperkingen of voorwaarden opleggen voor de uitoefening van de delegaties toegewezen aan de gewestelijke directeurs met toepassing van deze afdeling;2° elke ambtenaar van minstens niveau 1 die onder het Algemeen Bestuur Infrastructuur ressorteert, aanstellen, om te zorgen voor het geheel of een deel van de bevoegdheden toegewezen aan een gewestelijk directeur met toepassing van deze afdeling.De bevoegdheden die aldus gedelegeerd worden, worden geacht niet meer onder de bevoegdheid te ressorteren van de betrokken gewestelijk directeur.

B. Verrichtingen tot voorbereiding van de gunning van opdrachten

Artikel 22.De gewestelijke directeurs hebben de bevoegdheid om de plans als bijlage bij de bestekken goed te keuren, wat ook het bedrag van de opdracht ook is.

C. Uitvoering van opdrachten

Artikel 23.De gewestelijke directeurs zijn bevoegd voor het uitvoeren van opdrachten, voor het toepassen van de bedingen van de overeenkomsten.

Voor de afrekeningen die voortvloeien uit de loutere toepassing van de bedingen van de overeenkomsten, alsook voor de herzieningen van de overeenkomsten en de afrekeningen tot regularisatie van de geraamde hoeveelheden voor zover het om aanpassingen van hoeveelheden gaat en niet om aanvullende werken die niet opgenomen waren in de initiële opdracht, wordt delegatie van goedkeuring verleend aan de gewestelijke directeurs, zonder begrenzing van het bedrag.

Wat de goedkeuring van een afrekening of van andere opeenvolgende afrekeningen dan deze bedoeld in § 1 betreft, kan het bedrag ervan of het totaalbedrag van de opeenvolgende afrekeningen goedgekeurd worden door de gewestelijke directeurs voor zover het gecumuleerde bedrag van de afrekeningen niet vijftien percent van het bedrag van de inschrijving overschrijdt, met een gecumuleerd maximum van 50.000,00 EUR.

Artikel 24.De gewestelijke directeurs zijn ertoe gemachtigd : 1° de betaalbewijzen goed te keuren, ofwel als afbetaling, ofwel voor het saldo, na inzage van de processen-verbaal van gedeeltelijke, voorlopige oplevering of van laatste voorlopige oplevering, opgemaakt door de leidende ambtenaren;2° de terugbetaling van het vrije gedeelte van de waarborg toe te staan na inzage van de processen-verbaal van voorlopige oplevering en van definitieve oplevering, opgemaakt door de leidende ambtenaren;3° bij een met redenen omklede beslissing de verlengingen van termijnen toe te staan die voortvloeien uit de toepassing van de bedingen van de overeenkomsten, met inbegrip van de afrekeningen;4° bij een met redenen omklede beslissing de verlengingen van termijnen toe te staan die kunnen voortvloeien uit een beslissing van algemene aard die het beginsel van die verlengingen aanneemt.

Artikel 25.De gewestelijke directeurs zijn bevoegd voor het aanwijzen van de leidende ambtenaren, overeenkomstig artikel 2 van de bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, die door deze aanwijzing bekleed zijn met al de aan dit ambt verbonden bevoegdheden, onverminderd de voorafgaande bepalingen.

D. Aankopen, vervreemdingen

Artikel 26.De administrateur-generaal kan de procedures inzetten voor het verwezenlijken van de door de delegatiehouder toegestane onroerende verrichtingen.

De administrateur-generaal kan aan de gewestelijke directeurs, ieder wat hem betreft, de bevoegdheden die hem toegewezen zijn met toepassing van het vorige lid, delegeren.

E. Huurkosten

Artikel 27.De administrateur-generaal mag : 1° de door de Minister toegelaten overeenkomsten voor het huren van gebouwen verhandelen evenals de aanhangsels ervan; 2° de bedoelde overeenkomsten en de aanhangsels ervan goedkeuren, voor zover het bedrag van de jaarlijkse huur lager is dan 5.000.000 EUR; 3° de overeenkomsten tot regeling van de vergoedingen voor huurschade goedkeuren waarvan het bedrag lager moet zijn dan 2.500.000 EUR of gelijk eraan; 4° de overeenkomsten van het door de delegatiehouder gemachtigde verhuren van gebouwen verhandelen evenals de aanhangsels ervan. De administrateur-generaal kan aan de gewestelijke directeurs, ieder wat hem betreft, de bevoegdheden die hem toegewezen zijn met toepassing van het vorige lid, delegeren.

F. Thermische installaties

Artikel 28.Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal om, binnen de perken van de toegekende kredieten, de opdrachten en onderhoudscontracten en regulatiecontracten voor de thermische installaties van de gebouwen van de Franse Gemeenschap of betreffende het beheer van genoemde contracten, te sluiten en goed te keuren.

G. Transacties

Artikel 29.De administrateur-generaal mag, in alle aangelegenheden, dadingen treffen en de onkosten die er het gevolg van zijn goedkeuren, voor zover het bedrag van de uitgave niet hoger is dan 2.500.000 EUR. H. Afwezigheid en subdelegatie

Artikel 30.§ 1. Ingeval de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem door de voorgaande bepalingen door de directeur-generaal uitgeoefend.

Ingeval de directeur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties, in geval van dringende noodzaak, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar-generaal van ten minste rang 15 van dezelfde algemene directie, ofwel door de ambtenaar van ten minste rang 12 aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van ten minste rang 12 met de hoogste graad met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd. § 2. Ingeval de gewestelijke directeurs afwezig of verhinderd zijn, worden de delegaties die hen door deze onderafdeling zijn verleend, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar van de betrokken dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van de betrokken dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.

I. Bijzondere bepalingen betreffende het Fonds voor de schoolgebouwen van het onderwijs van de Franse Gemeenschap - Dienst met afzonderlijk beheer

Artikel 31.In het kader van de uitvoering van de werkingsbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer van het Fonds voor de schoolgebouwen van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, beschikt de administrateur-generaal over de gedelegeerde bevoegdheid voor het gunnen en goedkeuren van opdrachten, binnen de perken bepaald bij de artikelen 9 tot 17 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, voor de aanneming van werken, leveringen en diensten in verband met de volgende voorwerpen : 1° inrichting van de voor de werking van de diensten nodige lokalen;2° onderhoud en herstelling van die lokalen;3° aankoop, huur, onderhoud en herstelling van het materieel en meubilair, aankoop van verbruikbare werkingsleveringen, dienstleveringen, verbruiksuitgaven, aankoop van documentatie;4° communicatie- en informatiemiddelen met betrekking tot dienstopdrachten.

Artikel 32.De administrateur-generaal kan de bevoegdheden die hem toegewezen zijn met toepassing van artikel 31 delegeren aan de ambtenaren-generaal van de Algemene Directie Infrastructuur en aan de gewestelijke directeurs, ieder wat de gewestelijke directie betreft waaronder hij ressorteert.

Artikel 33.Bij afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, worden de hem met toepassing van artikel 31 toegewezen delegaties door de directeur-generaal uitgeoefend.

Ingeval de directeur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 31 verleend zijn, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar van de betrokken dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van de betrokken dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.

J. Bijzondere bepalingen betreffende het Fonds voor de schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs - Dienst met afzonderlijk beheer

Artikel 34.In het kader van de uitvoering van de werkingsbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer van het Fonds voor de schoolgebouwen van het gesubsidieerd officieel onderwijs, beschikt de administrateur-generaal over de gedelegeerde bevoegdheid voor het gunnen en goedkeuren van opdrachten, binnen de perken bepaald bij de artikelen 9 tot 17 voor de aanneming van werken, leveringen en diensten in verband met de volgende voorwerpen : 1° inrichting van de voor de werking van de diensten nodige lokalen;2° onderhoud en herstelling van die lokalen;3° aankoop, huur, onderhoud en herstelling van het materieel en meubilair, aankoop van verbruikbare werkingsleveringen, dienstleveringen, verbruiksuitgaven, aankoop van documentatie;4° communicatie- en informatiemiddelen met betrekking tot dienstopdrachten. De bevoegdheden bedoeld bij het vorige lid worden enkel gedelegeerd in het kader van de toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten alsook de toepassingsbesluiten van deze wetgeving.

Artikel 35.1° De contracten voor het huren van onroerende goederen waarvan het jaarlijks huurbedrag hoger is dan 15.000.000 EUR, bestemd om in de behoeften van de diensten te voorzien, en de aankoop van motorrijtuigen zijn afhankelijk van de voorafgaande instemming van de delegatiehouder. 2° De ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde openbare infrastructuren beschikt over de gedelegeerde bevoegdheid voor het goedkeuren van overeenkomsten tot regeling van de vergoedingen voor huurschade tot een bedrag van 2.500.000 EUR.

Artikel 36.§ 1. De administrateur-generaal kan de bevoegdheden die hem toegewezen zijn met toepassing van artikel 34 delegeren aan de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde openbare infrastructuren. § 2. Ingeval de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 34 toegewezen worden door de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde openbare infrastructuren, uitgeoefend.

Ingeval de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde openbare infrastructuren afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 34 toegewezen worden, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar van de betrokken dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van de betrokken dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.

K. Bijzondere bepalingen betreffende het Waarborgfonds voor de schoolgebouwen - Dienst met afzonderlijk beheer

Artikel 37.In het kader van de uitvoering van de werkingsbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer van het Waarborgfonds voor de schoolgebouwen, beschikt de administrateur-generaal over de gedelegeerde bevoegdheid voor het gunnen en goedkeuren, binnen de perken bepaald bij de artikelen 9 tot 17, van opdrachten, voor de aanneming van werken, leveringen en diensten in verband met de volgende voorwerpen : 1° inrichting van de voor de werking van de diensten nodige lokalen;2° onderhoud en herstelling van die lokalen;3° aankoop, huur, onderhoud en herstelling van het materieel en meubilair, aankoop van verbruikbare werkingsleveringen, dienstleveringen, verbruiksuitgaven, aankoop van documentatie;4° communicatie- en informatiemiddelen met betrekking tot dienstopdrachten. De bevoegdheden bedoeld bij het vorige lid worden enkel gedelegeerd in het kader van de toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten alsook de toepassingsbesluiten van deze wetgeving.

Artikel 38.1° De contracten voor onroerende goederen waarvan het jaarlijks huurbedrag hoger is dan 15.000.000 EUR, bestemd om in de behoeften van de diensten, en de aankoop van motorrijtuigen zijn afhankelijk van de voorafgaande instemming van de delegatiehouder. 2° De ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde private infrastructuren beschikt over de gedelegeerde bevoegdheid voor het goedkeuren van overeenkomsten tot regeling van de vergoedingen voor huurschade tot een bedrag van 2.500.000 EUR.

Artikel 39.§ 1. De administrateur-generaal kan de bevoegdheden die hem toegewezen zijn met toepassing van artikel 37 delegeren aan de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Dienst Gesubsidieerde Private infrastructuren. § 2. Ingeval de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 37 toegewezen worden door de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Dienst Gesubsidieerde Private Infrastructuren, uitgeoefend.

Ingeval de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene Dienst Gesubsidieerde Private Infrastructuren afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 37 toegewezen worden, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar van de betrokken dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van de betrokken dienst met de hoogste graad met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.

L. De Diensten met afzonderlijk beheer van het Algemeen Bestuur Infrastructuur

Artikel 40.§ 1. Inzake informatica voor de behoeften van de Diensten met afzonderlijk beheer van het Algemeen Bestuur Infrastructuur wordt aan de administrateur-generaal de bevoegdheid verleend om in overleg met de andere overheidsbesturen alsmede met de private en openbare prestatieverleners de algemene samenwerkingskaders op te stellen. § 2. De bevoegdheid om materieel (hardware), software of diensten inzake informatica te verwerven wordt gedelegeerd aan de de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Infrastructuur, voor de opdrachten die niet hoger geraamd worden dan 50.000,00 EUR. »

Art. 8.In hetzelfde besluit, in hoofdstuk II, wordt afdeling 3, met als opschrift « Delegaties inzake toelagen » vervangen als volgt : « Afdeling 3. - Delegaties inzake subsidies Onderafdeling 1. - Algemene bepaling

Artikel 41.Onverminderd de bepalingen van de onderafdelingen 2 en 3 van afdeling 3 van dit hoofdstuk, wordt bevoegdheidsdelegatie verleend aan de ambtenaren-generaal van rang 17, 16+ en 16, ieder in het kader van de bevoegdheden die aan hun respectief bestuur toegekend zijn, voor het toekennen van de subsidies geregeld door organieke normen die de voorwaarden voor de toekenning ervan en het bedrag of de wijze van berekening ervan, bepalen.

Onderafdeling 2. - Schoolgebouwen ressorterend onder het Fonds voor schoolgebouwen van het officieel gesubsidieerd onderwijs - Dienst met afzonderlijk beheer A. Algemene bepalingen

Artikel 42.§ 1. In de zin van deze onderafdeling, wordt verstaan onder : - « Minister » : de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor de schoolgebouwen van het officieel gesubsidieerd onderwijs; - « De leidende ambtenaar » : de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de algemene dienst gesubsidieerde overheidsinfrastructuren; - « De gedelegeerde ambtenaar » : de ambtenaar die onder zijn rechtstreekse gezag de leidende ambtenaar vertegenwoordigt in een externe dienst, regionale dienst genoemd, van het algemeen bestuur infrastructuur; - « algemene dienst » : de algemene dienst van de gesubsidieerde overheidsinfrastructuren, dienst met afzonderlijk beheer. § 2. De territoriale bevoegdheid van de regionale diensten wordt uitgeoefend binnen de grenzen van de provincie waar iedereen zijn zetel heeft.

De territoriale bevoegdheid van de regionale dienst Brussel wordt uitgeoefend binnen de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de provincie Waals-Brabant.

B. Onderzoek van de dossiers en uitbetaling van de subsidies

Artikel 43.De gedelegeerde ambtenaren nemen alle maatregelen voor het onderzoek van de dossiers betreffende de aanvragen om subsidie inzake schoolinfrastructuur. Ze leggen de leidende ambtenaar de voorstellen voor de toekenning van de subsidies voor.

Artikel 44.De leidende ambtenaar beschikt over de gedelegeerde bevoegdheid voor het treffen en laten treffen van al de maatregelen voor het onderzoek van de dossiers en om zich te dien einde met de al de bevoegde diensten en besturen in verbinding te stellen, maar de aanschrijvingen houdende beslissing inzake subsidies worden door de Minister ondertekend. De leidende ambtenaar mag niettemin iedere aanschrijving tot rectificatie van het bedrag van een vaste belofte van subsidie alsook elk besluit tot eindafrekening ondertekenen in zover ze geen aanvullende financiële verbintenis inhouden.

Artikel 45.De leidende ambtenaar beschikt over de gedelegeerde bevoegdheid om : - de uitbetaling van de voorschotten op subsidies te verrichten naarmate de betrokken werken worden uitgevoerd, en dit, binnen de perken van de beslissingen tot toekenning van subsidies; - de voorschotten goed te keuren op de subsidies die uit te betalen zijn in het kader van het prioritaire programma voor werken; - in naam van de Minister, het definitieve bedrag goed te keuren van de subsidie ten laste van het prioritaire programma voor werken die door de Minister of de Regering wordt toegekend; - een inrichtende macht toe te laten werken te ondernemen die hoogdringend zijn, voordat elke aanvraag om subsidie ten laste van het prioritaire programma voor werken wordt ingediend.

C. Afwezigheid en subdelegatie

Artikel 46.Ingeval de leidende ambtenaar afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem door deze onderafdeling, zijn verleend, ofwel uitgeoefend door de ambtenaar van de algemene dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie, ofwel, bij gebrek aan zulke aanwijzing, door de ambtenaar van de algemene dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad eerst rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.

Onderafdeling 3. - Schoolgebouwen ressorterend onder het Waarborgfonds voor schoolgebouwen - Dienst met afzonderlijk beheer A. Algemene bepalingen

Artikel 47.In de zin van deze onderafdeling, dient te worden verstaan onder : - « De leidende ambtenaar » : de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de algemene dienst gesubsidieerde privé-infrastructuren; - « Algemene dienst » : de algemene dienst gesubsidieerde privé-infrastructuren, dienst met afzonderlijk beheer.

B. Onderzoek van de dossiers en uitbetaling van de subsidies

Artikel 48.De leidende ambtenaar beschikt over de gedelegeerde bevoegdheid voor het treffen en laten treffen van al de maatregelen voor het onderzoek van de dossiers en om zich te dien einde met de al de bevoegde diensten en besturen in verbinding te stellen, en om alle beslissingen te nemen die in overeenstemming zijn met de machtigingen die hem worden toegekend met toepassing van : - het reglement bedoeld in artikel 10, § 5, tweede lid, 2°, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap; - de besluiten van de Regering genomen met toepassing van het decreet van 16 november 2007 betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

C. Afwezigheid en subdelegatie

Artikel 49.Ingeval de leidende ambtenaar afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem door deze onderafdeling, zijn verleend, ofwel uitgeoefend door de ambtenaar van de algemene dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie, ofwel, bij gebrek aan zulke aanwijzing, door de ambtenaar van de algemene dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad eerst rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd. »

Art. 9.Artikel 59, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de volgende punten : « 5° om in rechte op te treden, er klachten in te dienen boven wat artikel 29 van het Wetboek van strafvordering oplegt, en om dadingen aan te gaan. Behalve voor wat de terugvordering van het onverschuldigde bedrag en de arbeidsongevallen betreft, wordt de bevoegdheid bedoeld in dit punt uitgeoefend nadat een voorstel werd gericht aan de functioneel bevoegde Minister, als hij zich ertegen niet verzet binnen de tien dagen na de indiening van het voorstel; 6° om vorderingen betreffende derde-beslagenen en gecedeerde derden in te stellen, schuldbemiddelingen, gerechtelijke delegaties, kredietopeningen en inpandgevingen te verrichten in de aangelegenheden die behoren tot de geschillenzaken van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.»

Art. 10.Artikel 60 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 60 § 1. Delegatie wordt verleend aan de secretaris-generaal om de personeelsleden van het Ministerie toelating te geven voor hun opdrachten in het buitenland, wanneer die opdrachten niet passen in de bilaterale betrekkingen van de Franse Gemeenschap, de deelneming van de Franstalige deelstaten aan de uitoefening van hun bevoegdheden in een multilateraal kader, of de internationale promotie van de Franse Gemeenschap, wanneer de uitgave die goed te keuren is voor de vervulling van de opdracht niet meer dan 2.500 euro bedraagt.

In afwijking van artikel 2 van dit besluit, kan iedere Minister die bevoegd is om de andere opdrachten in het buitenland toe te laten, volgens door hem eventueel nader te bepalen regels, de Secretaris-generaal het geheel of een deel van zijn bevoegdheid delegeren.

Behalve voor de vertegenwoordigingsopdrachten van de Franse Gemeenschap in de internationale organisaties, kan de secretaris-generaal de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal, ieder voor de eenheid waarvan hij de leiding heeft, en binnen de perken van een daartoe vast te stellen begrotingsenvelop, de bevoegdheid bedoeld in de vorige leden delegeren. De ambtenaar-generaal aan wie die bevoegdheid werd gedelegeerd, deelt het algemeen secretariaat de gegevens mee die nuttig zijn voor de strategische en operationele doelstellingen in verband met de betrokken aangelegenheid. § 2. Delegatie wordt gegeven aan de Secretaris-generaal om de machtiging te verlenen voor de reizen van de personeelsleden van het Ministerie buiten het Rijk met toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.

De secretaris-generaal kan de administrateurs-generaal en de directeurs-generaal, ieder voor de eenheid waarvan hij de leiding heeft, de gedelegeerde bevoegdheid bedoeld in het eerste lid subdelegeren.

De in deze paragraaf bedoelde delegatie houdt op uitwerking te hebben op de datum van opheffing van artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries. »

Art. 11.In artikel 65 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1, worden de woorden « de artikelen 10 tot 18 van dit besluit » vervangen door de woorden « de artikelen 10 tot 17 van dit besluit »;2° het eerste lid wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : « Delegatie wordt verleend aan de directeur-generaal om, op beslissing van de Minister voor de facultatieve subsidies, de volgende subsidies te ondertekenen : - Subsidies aan de sportfederaties en het BOIC (forfait, programma-plan (facultatieve subsidie), vorming (facultatieve subsidie - Bekendheidssubsidie (facultatieve subsidie) - Subsidie voor de aankoop van sportmaterieel (facultatieve subsidie) - Subsidie voor de aankoop van materieel voor psychomotorische activiteiten (facultatieve subsidie) - Subsidies voor de organisatie van wijksportactiviteiten - Subsidies « Sport voor allen » (facultatieve subsidie) - Subsidies aan een vereniging van sportcentra (AES vereniging van de sportinrichtingen) - Subsidies aan de plaatselijke sportcentra en de geïntegreerde sportcentra - Subsidies AISF (Association inter fédérale du Sport francophone) - Subsidies van het BOIC voor het project « Be-Gold » (Jonge talenten) (facultatieve subsidie) De directeur-generaal kan ambtenaren van de algemene directie sport van tenminste rang 10 de gedelegeerde bevoegdheden subdelegeren die hem door het vorige lid worden toegekend ».

Art. 12.In artikel 69 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 7°, worden de woorden « 13bis, 13 ter », ingevoegd tussen de woorden « in de artikelen 9, a) en b), 10, 11, 12, 13, » en de woorden « 20, 23 en 30 van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter uitvoering van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 »;2° in § 1, na het punt 17°, worden de volgende punten toegevoegd : « 18° goedkeuring van de maatregelen voor de verwijdering van de zwangere en borstgevende vrouwen, zoals bepaald in hoofdstuk I van het decreet van 8 mei 2003 tot wijziging van de geldende bepalingen inzake verlof en tot inrichting van de moederschapsbescherming;19° erkenning van de terbeschikkingsstelling wegens persoonlijke aangelegenheid van de personeelsleden van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs en van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, zoals bepaald in artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;20° ondertekening van de akten voor de aanstelling van de ombudsmannen voor het onderwijs ter uitvoering van de ministeriële onderrichtingen houdende toepassing van artikel 34 van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;21° ondertekening van de akten betreffende de toekenning van de studietoelagen en studieleningen, ressorterend onder de bevoegdheid van de Dienst Studietoelage en -leningen, met toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 juli 1983 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijzen van toekenning en terugbetaling van studieleningen aan gezinnen die minstens drie kinderen ten laste hebben;22° aanstelling van de leden van de raad van beroep en van de Hoge Raad bevoegd inzake Studietoelagen en Studieleningen met toepassing van het decreet van 7 november 1983 tot regeling, voor de Franse Gemeenschap, van de toekenning van de studietoelagen en de studieleningen, gecoördineerd op 7 november 1983;23° vaststelling van de invaliditeitsrenten met rechtstreekse toepassing van de federale regeling die van toepassing is inzake arbeidsongevallen of ongevallen op de weg van en naar het werk, in de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de Dienst Arbeidsongevallen;24° ondertekening door de administrateur-generaal van de akten voor indisponibiliteitsstelling om een bijzondere opdracht uit te oefenen, voor de toekenning van een opdracht in een jeugdorganisatie en van een opdracht om een opleiding gedurende de loopbaan te volgen bij toepassing van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs;25° machtiging tot uitoefenen van een winstgevende bezigheid door een personeelslid, ter beschikking gesteld om persoonlijke redenen vóór het rustpensioen overeenkomstig het besluit van 9 mei 1995 betreffende de voorwaarden voor de uitoefening van een winstgevende bezigheid door een personeelslid, ter beschikking gesteld om persoonlijke redenen vóór het rustpensioen;26° erkenning van een hoofdambt in het onderwijs bij toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 augustus 1997 houdende benoeming van de leden van de Commissie bedoeld in artikel 5bis van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs;27° toekenning van de vrijstelling van bekwaamheidsbewijzen op eensluidend advies van de Diensten van de Regering of van de Commissie voor de voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen bij toepassing van de koninklijke besluiten van 20 juni en 30 juli 1975 betreffende de als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen;28° toekenning van de vrijstelling van taalvoorwaarden op basis van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs;29° toekenning van de vrijstelling van taalvoorwaarden op basis van het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen inzake taalbadonderwijs en verschillende maatregelen inzake onderwijs;30° toekenning van de vrijstelling van de voorwaarde inzake nationaliteit op gunstig advies van de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken;31° toekenning van het voordeel van een disponibiliteit, voorafgaand aan het rustpensioen, bij toepassing van het koninklijk besluit van 31 maart 1984 nr.297 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; 32° vaststelling en uitbetaling van de toelagen, subsidies of renten, geregeld door organieke normen die de voorwaarden voor de toekenning ervan of het bedrag of de wijze van berekening van dat bedrag vaststellen voor wat de studietoelagen en studieleningen alsook de invaliditeitsrenten inzake arbeidsongevallen betreft;33° ondertekening, ter uitvoering van de vereiste voorstellen, van de besluiten houdende aanstelling van de leden, met uitsluiting van de voorzitters en secretarissen, van de volgende instanties die optreden in het kader van het onderwijs in de Franse Gemeenschap : zonale en interzonale commissies voor de affectatie van het personeel, examencommissie belast met het uitreiken van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, raden van beroep, Vaste commissie voor de bevordering en de selectie, Commissie voor de reaffectatie van het technisch personeel van de PMS-centra, Commissie voor de affectatie van de leermeesters en leraars godsdienst, Commissie voor de nuttige ervaring (hogescholen en hogere kunstschool), Commissie voor de bekendheid (hogere kunstschool), Commissie voor de machtiging tot het verstrekken van taalbadonderwijs en examencommissies belast met het uitreiken van selectie- en bevorderingsbrevetten;34° ondertekening, ter uitvoering van de vereiste voorstellen, van de besluiten houdende aanstelling van de leden, met uitsluiting van de voorzitters en secretarissen, van de volgende instanties die optreden in het kader van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs : Commissie belast met het uitbrengen van adviezen over de aanwerving van houders van andere als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen dan die van groep A, Commissie DE BONDT, zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen, Centrale commissies voor het geheel van de betrekkingen, Zonale commissies voor de reaffectatie, Centrale commissies voor de reaffectatie, Commissies voor het beheer van de betrekkingen voor de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst, raden van beroep en paritaire commissies;» 3° in § 2, worden de woorden « de bevoegdheid bedoeld bij § 1, 5° » vervangen door de woorden « de bevoegdheid bedoeld in § 1, 5°, 23° en 25° tot 32° » en worden de woorden « en de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 1°, 2°, 4°, 6° tot 14° en 16° tot 17°, aan de ambtenaren van niveau 1 » vervangen door de woorden « en de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 1°, 2°, 4°, 6° tot 14° en 16° tot 19°, aan de ambtenaren van niveau 1 »;4° er wordt een derde paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : « § 3.Over de uitoefening van de delegaties bedoeld in § 1, 24°, 25°, 26° en 31° wordt een jaarverslag uitgebracht aan de Minister(s) bevoegd voor de betrokken aangelegenheden. Op ministeriële aanvraag, kan elk verslag worden opgemaakt volgens een kortere periodiciteit.

Elk verslag zamelt de gegevens in die nuttig zijn voor het onderzoek van de strategische en operationele doelstellingen. ».

Art. 13.In artikel 70, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 5° vastlegging en uitbetaling van de werkingsdotaties aan de onderwijsinrichtingen en psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, en van de verschillende subsidies, met de kredietoverdrachten in verband daarmee;» 2° in punt 6° worden de woorden « de algemene reglementen van de studies;» vervangen door de woorden « de algemene reglementen van de studies of de examencommissies voor het hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de academische regelmatigheid van de studies. »; 3° in punt 7°, worden de woorden « 56, 57, 58, 59 en 60 » vervangen door de woorden « 56 tot 60 »;4° in punt 8°, worden de woorden « van school te veranderen na 30 september in het kleuter- en lager onderwijs » vervangen door de woorden « om van inrichting te veranderen, ingediend overeenkomstig de afwijkingsbepalingen bedoeld in artikel 79 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren »;5° worden de punten 9 tot 12 vervangen door de volgende punten : « 9° toelating voor de aanwerving van een tijdelijk onderwijzend personeelslid ter vervanging van een personeelslid dat een opleiding volgt, met toepassing van artikel 16 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor gewoon basisonderwijs;10° toekenning van de afwijkingen bepaald in artikel 9, § 1, van het besluit van de Executieve van 22 maart 1994 tot vaststelling van de vakantie- en verlofregeling in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;11° goedkeuring van de overeenkomsten tussen de instellingen voor hoger onderwijs die studentenmobiliteit mogelijk maken;12° homologatie bepaald in artikel 8, § 1, derde lid, van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid voor het hoger onderwijs (CAPAES - "Certificat d'aptitude pédagogique approprié à l'enseignement supérieur") in de hogescholen en in het hoger onderwijs voor sociale promotie en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan, en in artikel 15 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2003 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de GPBHO-commissie genomen ter uitvoering van artikel 8 van het decreet van 17 juli 2002 tot bepaling van het getuigschrift van Pedagogische Bekwaamheid voor het Hoger Onderwijs (GPBHO) (CAPAES) in de hogescholen en van de voorwaarden voor het verkrijgen ervan;» 6° in punt 21°, wordt het woord « 89 » vervangen door het woord « 85 »;7° de volgende punten worden toegevoegd : « 23° toekenning van de afwijking bepaald in artikel 6 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor gewoon basisonderwijs;24° toekenning van de afwijkingen bepaald in artikel 9 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan;25° toekenning van de toelating tot verandering van taalcursus voor een leerling die het 6e leerjaar van het lager onderwijs volgt zoals bepaald in artikel 7 van het decreet van 13 juli 1998 betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving;26° toekenning van de afwijkingen bepaald in de artikelen 13, § 3, 14, § 2 en 15 § 3 van het decreet van 3 maart 2004 houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs;27° toekenning van de afwijkingen bepaald in artikel 9, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 maart 1984 tot vaststelling van de vakantie- en verlofregeling in het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap;28° erkenning van de kwalificaties met toepassing van de artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 16 van het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers.»

Art. 14.Artikel 70, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld door een lid, luidend als volgt : « De administrateur-generaal en de directeurs-generaal kunnen de bevoegdheden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3°, 5° en 9° delegeren aan ambtenaren van niveau 1, de bevoegdheden bedoeld in § 1, 20°, 21°, 22°, 23°, 24°, 25° en 26° aan ambtenaren die titularis zijn van een graad van ten minste rang 12, en de bevoegdheden bedoeld in § 1, 7°, 8° en 27°, aan een ambtenaar-generaal van rang 15.».

Art. 15.In artikel 70, § 3, van hetzelfde besluit, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Delegatie wordt verleend aan dezelfde ambtenaar-generaal om : 1° toestemming te verlenen voor het model van bulletin in het kader van het studiereglement in het gewoon secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap onder de rubriek « het bulletin », 2e lid, zoals goedgekeurd door het besluit van de Regering van 28 juli 1998;2° volledige of gedeeltelijke vrijstelling te verlenen van een of meer vakken van de gemeenschappelijke vorming met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 1995 tot vaststelling van sommige aspecten van het leerplan in het secundair onderwijs;3° de voorzitter en de ondervoorzitter van het college van de socio-pedagogische districten aan te stellen met toepassing van artikel 3 het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 19 september 1991 tot organisatie van de socio-pedagogische onderwijsdistricten van de Franse Gemeenschap;4° de zonevoorzitters en pedagogische adviseurs, alsook hun plaatsvervangers, aan te stellen, met toepassing van de artikelen 4, 3° tot 5° en 6°, en 8 van het besluit van de Regering van 24 augustus 2000 tot oprichting van de Pedagogische raad voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap;5° de organisatie toe te laten van activiteiten die niet opgenomen zijn in de lijst van de aangelegenheden die toegelaten worden door het programma dat wordt vastgesteld in de omzendbrief die de activiteiten bepaald in het kader van de cursus lichamelijke opvoeding (gemeenschappelijke vorming) van de 2e en 3e graden van het doorstromingsonderwijs vermeldt;6° een directeur van het basisonderwijs of van het secundair onderwijs toe te laten om deel te nemen aan een recreatieklas of aan een externe activiteit gedurende meer dan 2 werkdagen;7° een afwijking van de omkaderingsnormen te verlenen voor de recreatieklassen en de externe activiteiten van het basis- en secundair onderwijs die niet plaatsvinden in de recreatie- en openluchtcentra;8° de individuele en collectieve taaluitwisselingen in het secundair onderwijs toe te laten;9° elk jaar de prijs van het pension in de door de Franse Gemeenschap georganiseerde internaten, basisonderwijs, secundair en hoger onderwijs, vast te stellen;10° in het kader van de technische en beroepshumaniora, de stages toe te laten in ondernemingen in een land dat geen deel uitmaakt van de Europese Unie.»

Art. 16.In artikel 70 van hetzelfde besluit, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4. De ambtenaar-generaal bedoeld in de artikelen 13, 16 § 4, 29, 58, 62, 67, derde lid, 73, 91, 144 en 156 § 1 van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, is de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

De ambtenaar-generaal bedoeld in de artikelen 6, § 3, 7 § 3, 9 § 3 en 10 § 3 van hetzelfde decreet is de administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek of de ambtenaar-generaal van ten minste rang 15 die hij daartoe delegeert. »

Art. 17.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 5 toegevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 5. - Bijzondere delegaties voor het Algemeen Bestuur Cultuur

Artikel 70bis.§ 1. Delegatie wordt verleend aan de administrateur-generaal van het algemeen bestuur cultuur : 1° om elke nominatieve subsidie te ondertekenen die bepaald wordt in het kader van een meerjarenovereenkomst of een programmaovereenkomst;2° om elke eenmalige facultatieve subsidie te ondertekenen, met inbegrip van deze die door de adviesinstanties worden voorgesteld, mits de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de bevoegde Minister;3° om elke facultatieve subsidie te ondertekenen die bepaald wordt in een meerjarenovereenkomst of een programmaoverennkomst, mits de jaarlijkse en voorafgaande toestemming van de Minister bevoegd voor het geheel van de begunstigden;4° om de overeenkomsten te ondertekenen die werden gesloten voor de overbrenging van documenten van de centrale reserve van de Franse Gemeenschap in het kader van het beleid voor het doen verdwijnen uit de collecties door afvoer en de nieuwe bestemming van sommige documenten, bepaald in artikel 9, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 maart 1995 betreffende de organisatie van de openbare dienst voor openbare lectuurvoorziening;5° om de afwijking toe te staan van de voorwaarde houder te zijn van een brevet van bekwaamheid tot het beheren van een openbare bibliotheek ter uitvoering van artikel 40, § 2, 4°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 maart 1995 betreffende de organisatie van de openbare dienst voor openbare lectuurvoorziening;6° om het recht van voorkoop uit te oefenen bij de aankoop van kunstwerken bij een veiling op beslissing van de bevoegde Minister of van de Regering, waarbij vermelding wordt gemaakt van de stukken waarvoor het recht van voorkoop kan worden toegepast alsook van het maximumbedrag dat zal kunnen worden vastgelegd;7° om de erkenning te verlenen aan de rechtspersonen en de natuurlijke personen met toepassing van artikel 32 van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten; 8° om de besluiten te ondertekenen houdende toekenning van de subsidie voor steun aan de verspreiding tot een bedrag van 1.250,00 EUR. § 2. De administrateur-generaal kan de bevoegdheden delegeren die hem werden gedelegeerd met toepassing van § 1 bij een schriftelijke akte die vooraf aan de secretaris-generaal wordt meegedeeld.

Als de administrateur-generaal afwezig of verhinderd is, worden de delegaties bedoeld in § 1 uitgeoefend door ofwel de directeur-generaal die de leiding heeft van de algemene directie cultuur ofwel door een ambtenaar die aangesteld wordt krachtens een voorafgaande akte van subdelegatie die aan de secretaris-generaal wordt meegedeeld. »

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt artikel 71 vervangen als volgt : « Art 71. In afwijking van de bepalingen van dit besluit, kan de administrateur-generaal van het algemeen bestuur infrastructuur, bij een schriftelijke en voorafgaande akte die aan de secretaris-generaal wordt meegedeeld, het geheel of een deel van zijn bevoegdheden, met inbegrip van zijn subdelegatiebevoegdheden, delegeren aan de ambtenaren-generaal van ten minste rang 15 van het algemeen bestuur infrastructuur, volgens de personeelsleden die onder hun gezag ressorteren, en de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren. ».

Art. 19.In hetzelfde besluit, wordt artikel 72 vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 72.In artikel 3 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 19 september 1991 tot organisatie van de socio-pedagogische onderwijsdistricten van de Franse Gemeenschap, worden de woorden « door de Executieve » vervangen door de woorden « door de Regering of de ambtenaar-generaal die hij daartoe delegeert ».

Art. 20.In hetzelfde besluit worden de artikelen 72bis, 72ter en 72quater ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 72bis.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 1995 tot vaststelling van sommige aspecten van het leerplan in het secundair onderwijs, worden de woorden « of de ambtenaar-generaal aan wie de Regering die bevoegdheid heeft gedelegeerd » toegevoegd na de woorden « De voor het secundair onderwijs bevoegde Minister. ».

Artikel 72ter.In de punten 3°, 4° en 5° van artikel 4 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 augustus 2000 tot oprichting van de Pedagogische raad voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap worden de woorden « of door de ambtenaar-generaal aan wie de Regering die bevoegdheid heeft gedelegeerd ».

Artikel 72quater.In artikel 13, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 augustus 2004 houdende regeling van haar werking, wordt het volgende lid toegevoegd na het eerste lid : « In afwijking van het eerste lid, kan de Regering, reeds vanaf haar eerste beraadslaging beslissen dat de Regering niet meer moet beraadslagen over de voortzetting van de procedure. » »

Art. 21.In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen als volgt : « Bijlage tot aanstelling van de gedelegeerde overheden krachtens artikel 11 (de bedragen worden in euro uitgedrukt)

Afgevaardigde ambtenaren

Overheidsopdrachten ingevolge een openbare aanbesteding of een algemene offerteaanvraag

Overheidsopdrachten ingevolge een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag

Overheidsopdrachten ingevolge een onderhandse aanbesteding of de onderhandelingsprocedure

Dringende werken artikel 11

Secretaris-generaal

500.000

250.000

67.000

125.000

Administrateur-generaal

250.000

125.000

50.000

87.500

Directeur-generaal

187.500

100.000

37.500

50.000

Adjunct-directeur-generaal

125.000

50.000

25.000

25.000

Directeur

31.000

31.000

12.500

5.500

Voor de bepaling van de bovenvermelde bedragen, moeten de artikelen 28 en 54 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken worden toegepast. »

Art. 22.De Minister bevoegd voor de Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 2009.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA