Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 juli 2009
gepubliceerd op 13 augustus 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031430
pub.
13/08/2009
prom.
17/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/17/2009031430/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 3, 39 en 166, § 2 van de Grondwet, gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994;

Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 21 augustus 1987;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen;

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor de Regering om onverwijld het werk aan te vatten, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder "bijzondere wet" worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van de diverse bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen.

Art. 2.De heer Charles Picqué, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking is bevoegd voor : 1° de coördinatie van het beleid van de Regering;2° het secretariaat en de kanselarij van de Regering;3° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - Regeringen van Gemeenschappen en Gewesten, zoals omschreven in artikel 31, § 1, 5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen;4° de ondergeschikte besturen, het Gemeentefonds zoals omschreven in artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet, alsmede voor het toezicht, zoals omschreven in artikel 7 van dezelfde wet, met inbegrip van de stadswandelingen op gemeentelijke wegen, van de met de gemeenten gesloten veiligheidscontracten, alsmede de coördinatie van de gemeentelijke activiteiten en het beheer van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporalia van de erediensten;5° de ruimtelijke ordening zoals omschreven in artikel 6, § 1, I van de bijzondere wet, met uitzondering van de stadsvernieuwing zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, 4°;6° de ophaling en behandeling van afvalstoffen, zoals omschreven in artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987, met inbegrip van, op het gebied van de plaatselijke besturen, het beheer van de kredieten en de acties inzake het schoonmaken van plaatsen met een bovengemeentelijk belang en het beheer van het bijkomend bijzonder krediet voor de gemeenten voor de openbare netheid en de desbetreffende acties;7° de ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de bijzondere wet;8° de gewestelijke statistiek.

Art. 3.De heer Jean-Luc Vanraes, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen is bevoegd voor : 1° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - Regeringen, Gemeenschappen en Gewesten, bedoeld bij artikel 31, § 1, 5), van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houden diverse institutionele hervormingen;2° financiën, begroting en externe betrekkingen zoals omschreven in artikel 37, § 1, V, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;3° financiën en begroting met betrekking tot het geheel der agglomeratieaangelegenheden bedoeld in artikel 53 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;4° de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet;5° het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet;6° de Commissie voor de toegang tot administratieve documenten;7° het beleid tot administratieve vereenvoudiging;8° het beheer van de gebouwen van het Ministerie en de kabinetten.

Art. 4.Mevr. Evelyne Huytebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting is bevoegd voor : 1° leefmilieu en waterbeleid zoals omschreven in artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet;2° energie zoals omschreven in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere wet;3° landinrichting en natuurbehoud zoals omschreven in artikel 6, § 1, III, van de bijzondere wet, 4° de coördinatie, in het kader van de herwaardering van de kwetsbare wijken, van de gesubsidieerde werken, de wijkcontracten, de initiatiefwijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese fondsen, met uitzondering van het beleid tot economische herwaardering van de wijken;5° de stadsvernieuwing zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, 4°;6° de huisvesting, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IV, van de bijzondere wet;7° brandbestrijding en dringende medische hulp, zoals omschreven in artikel 4, § 2, 3° en 4°, van de wet van 26 juli 1971 betreffende de organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987.

Art. 5.Mevr. Brigitte Grouwels, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, bevoegd voor : 1° de openbare werken en het vervoer zoals omschreven in artikel 6, § 1, X van de bijzondere wet 2° het bezoldigd vervoer van personen zoals omschreven in artikel 4, § 2, 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987;3° de gewestelijke en gemeentelijke informatica;4° het gelijkekansenbeleid.

Art. 6.De heer Benoît Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek is bevoegd voor : 1° het tewerkstellingsbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, IX, van de bijzondere wet;2° de economie, zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet, met inbegrip van : het beleid tot economische herwaardering van de wijken; de buitenlandse handel zoals omschreven in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 3°, van de bijzondere wet, met uitzondering van : de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet; het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munitie en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor de in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; 3° het landbouwbeleid, zoals omschreven in artikel 6, § 1, V, van de bijzondere wet;4° het wetenschappelijk onderzoek, zoals omschreven in artikel 6bis van de bijzondere wet.

Art. 7.De heren Charles Picqué en Jean-Luc Vanraes zijn samen bevoegd voor het bevorderen van het nationaal en internationaal imago van Brussel.

Art. 8.Mevr. Evelyne Huytebroeck en de heer Benoît Cerexhe zijn samen bevoegd voor het uitoefenen van het toezicht op de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, ieder in functie van zijn bevoegdheden.

Art. 9.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2004 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers wordt opgeheven.

Art. 10.De ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 juli 2009.

Brussel, 17 juli 2009.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, J.-L. VANRAES De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^