13 JUNI 2013. - Ministerieel besluit betreffende de richtlijnen voor de toepassing van de procedures voor het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en van de strategische oriëntatienota's

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Gelet op de Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur;

Gelet op de ordonnantie van 19 mei 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 2001, 29 november 2001, 30 maart 2006, 15 juni 2006, 13 juli 2006, 19 oktober 2006, 19 juli 2007, 22 mei 2008, 1 juni 2011, 30 juni 2011, 3 mei 2012 en 12 juli 2012;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 17/07/2009 pub. 13/08/2009 numac 2009031430 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 17/07/2009 pub. 29/09/2009 numac 2009031471 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering sluiten tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juni 2013 houdende uitvoering van de ordonnantie van 19 mei 2011 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder: 1° « ordonnantie van 19 mei 2011 » : de ordonnantie betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur;2° « strategische oriëntatienota » : de nota die de oriëntaties en de prioriteiten bepaalt inzake mobiliteit en verkeersveiligheid die geïntegreerd moeten worden in de opvatting, de realisatie en het beheer van elk infrastructuurproject;3° « BUV » : het Bestuur Uitrusting en Vervoer;4° « BROH » : het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;3° « Directie Beleid » : de Directie Beleid van het Bestuur Uitrusting en Vervoer;4° « Taskforce Oriëntatie » : de vergadering van de permanente leden en de uitgenodigde leden betrokken bij projecten voor de aanleg van de infrastructuur, bijeengebracht in BUV-BROH-vergaderingen;5° « Voortdurende inspectie » : verificatie van de integriteit van het publiek domein om de berijdbaarheid en de basisveiligheid van het gewestelijk wegennet te verzekeren voor alle weggebruikers;6° « Inspectie « Nieuwe kijk » van het net : het overzicht van de belangrijkste configuraties die de weggebruiker, ongeacht zijn verplaatsingswijze, kan tegenkomen of die hem kunnen verrassen op een bestaande gewestweg. HOOFDSTUK 2. - Classificatie van gedeelten met een hoog aantal verkeersongevallen en classificatie van de verkeersveiligheid van het wegennet

Art. 2.Een lijst met de prioritair te bestuderen gedeelten met een hoog aantal verkeersongevallen wordt opgesteld en bijgehouden door Het Bestuur Uitrusting en Vervoer die het dan, ten laatste op 31 mei van elk jaar, overmaakt aan de bevoegde Minister om als basis te dienen voor de begrotingsvoorstellen van het volgende jaar. HOOFDSTUK 3. - Fase 1 - Strategische oriëntatienota en verkeersveiligheidseffectenbeoordeling van infrastructuurprojecten

Art. 3.§ 1. De exacte topografische metingen met de gegevens betreffende de wegprofielen die het voorwerp uitmaken van de strategische oriëntatienota moeten opgestuurd worden naar de Directie Beleid.

De verschillende Cellen van de Directie Beleid bezorgen informatie aan de auteur van de strategische oriëntatienota opdat deze de ontwerpnota kan opstellen. § 2. Het ontwerp van strategische oriëntatienota opgesteld door de Directie Beleid wordt voorgesteld aan de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie. Deze wordt opgestuurd binnen de 7 werkdagen voorafgaand aan de vergadering van de Taskforce Oriëntatie.

De samenstelling van de Taskforce Oriëntatie is bijgevoegd aan dit besluit. § 3. De strategische oriëntatienota wordt goedgekeurd na afloop van de vergadering.

Een beslissend proces-verbaal wordt opgestuurd naar de leden binnen een termijn van 2 werkdagen die start op de dag die volgt op de dag van de vergadering. § 4. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Beleid brengt een advies uit over de verkeersveiligheid op basis van de algemene opmerkingen van meerdere gebruikers in situ.

De Cel Verkeersveiligheid bestudeert ook de strategische optie weerhouden door de auteur van de strategische oriëntatienota. Ze formuleert aanbevelingen voor de goede inachtneming van de veiligheid van meerdere gebruikers.

Het advies en de aanbevelingen zijn de verkeersveiligheidseffectenbeoordeling. § 5. De elementen waarmee rekening moet worden gehouden bij de realisatie van de verkeersveiligheidseffectenbeoordeling zijn met name : informatie over de ongevallen, de keuze van de reisweg en de aard van het verkeer, de eventuele gevolgen voor de bestaande netwerken, de weggebruikers, in het bijzonder de kwetsbare gebruikers, de verkeersinformatie, de seizoen- en weersomstandigheden, de aanwezigheid van een voldoende aantal veilige parkeerzones, seismische activiteiten, HOOFDSTUK 4. - Fase 2 - Ontwerp : voorontwerp van aanleg

Art. 4.§ 1. De projectleider verstuurt de plannen van het voorontwerp voor aanleg op schaal 1/200, in elektronisch formaat en in papier, naar de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie voor : 1° de realisatie van een audit in de ontwerpfase;2° een advies van de Taskforce Oriëntatie. § 2. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Beleid voert een verkeersveiligheidsaudit uit op de plannen van het voorontwerp van aanleg, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten.

Indien de audit niet binnen deze termijn wordt uitgevoerd, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het voorontwerp.

De resultaten van de audit worden verstuurd naar de projectleider. Een informatievergadering kan georganiseerd worden tussen de auditor en de projectleider om de resultaten van de audit toe te lichten.

De projectleider geeft in het auditverslag de redenen aan waarom hij rekening houdt met een aantal aanbevelingen van de auditor en waarom hij met anderen geen rekening houdt.

Het auditverslag vervolledigd door de projectleider is bijgevoegd aan het advies van de Taskforce Oriëntatie. § 3. De Cel Planning van de Directie Beleid stelt, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten, de synthese op van de adviezen van de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie, onder de vorm van een lijst met opmerkingen waarmee de projectleider rekening zal moeten houden.

Bij een gebrek aan een advies, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het voorontwerp.

Het advies van de Taskforce Oriëntatie wordt opgestuurd naar de projectleider voor opvolging en implementatie van de opmerkingen in de plannen van aanleg. HOOFDSTUK 5. - Fase 3 - Gedetailleerde opvattingsfase : project van aanleg

Art. 5.§ 1. De projectleider verstuurt de plannen voor het project van aanleg op schaal 1/200, in elektronisch formaat en in papier, naar de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie voor : 1° Realisatie van een audit in de gedetailleerde opvattingsfase;2° Advies van de Taskforce Oriëntatie. De verticale en horizontale signalisatie moet op de plannen staan. De ontwerpen van aanvullende reglementen moeten gelijktijdig worden overgemaakt als de plannen van het project van aanleg. § 2. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Beleid voert een verkeersveiligheidsaudit uit op de plannen van het project van aanleg, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten.

Indien de audit niet binnen deze termijn wordt uitgevoerd, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het ontwerp.

De resultaten van de audit worden verstuurd naar de projectleider. Een informatievergadering kan georganiseerd worden tussen de auditor en de projectleider om de resultaten van de audit toe te lichten.

De projectleider geeft in het auditverslag de redenen aan waarom hij rekening houdt met een aantal aanbevelingen van de auditor en waarom hij met anderen geen rekening houdt.

Het auditverslag vervolledigd door de projectleider is bijgevoegd aan het advies van de Taskforce Oriëntatie. § 3. De Cel Planning van de Directie Beleid stelt, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten, de synthese op van de adviezen van de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie, onder de vorm van een lijst met opmerkingen waarmee de projectleider rekening zal moeten houden.

Bij een gebrek aan een advies, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het ontwerp.

Het advies van de Taskforce Oriëntatie wordt opgestuurd naar de projectleider voor opvolging en implementatie van de opmerkingen in de plannen van aanleg. HOOFDSTUK 6. - Fase 4 - Definitief ontwerp voor de stedenbouwkundige vergunning

Art. 6.Het afgewerkt project van aanleg wordt voorgesteld aan de ruimere Taskforce Oriëntatie, verzameld in de vergadering BUV-BROH. Na validatie, wordt het project van aanleg bijgevoegd aan de vergunningsaanvraag. HOOFDSTUK 7. - Fase 5 - Audit voor de ingebruikneming

Art. 7.§ 1. De audit voor de pre-indienststelling vindt plaats voorafgaand aan de voorlopige oplevering van de werken. Het omvat de verificatie van het overeenstemmen van de werken met de afgeleverde vergunning, met de na te leven veiligheids- en kwaliteitsnormen (toegankelijkheid PBM, wegbedekking, signalisatie, verlichting,) § 2. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Strategie voert een audit uit maar mag beslissen over het ter plaatste sturen van een multidisciplinair team. In dat geval wordt het verslag opgesteld door de vertegenwoordiger van het team. § 3. De projectleider moet erop toezien dat de nodige verbeteringen worden aangebracht om de vastgestelde tekortkomingen weg te werken. § 4. De definitieve oplevering van de werken mag slechts plaatsvinden na aanpassingen en wijzigingen als gevolg van de aanbevelingen van het auditverslag voor de ingebruikneming. HOOFDSTUK 8. - Fase 6 - Audit in de beginfase van de exploitatie

Art. 8.De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Strategie voert een audit uit van de beginfase van de exploitatie enkel en alleen indien er problemen of klachten van weggebruikers optreden binnen het jaar volgend op de opening. HOOFDSTUK 9. - De veiligheidsinspecties

Art. 9.§ 1. De Directie Beheer en Onderhoud van Wegen van het BUV voert regelmatig inspecties uit van het gewestelijk wegennet in het kader van het dagelijkse beheer van de weg of op basis van informatie geleverd door de weggebruikers. § 2. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Beleid, of externe gespecialiseerde instellingen indien nodig, voert veiligheidsinspecties uit met het oog op een « Nieuwe kijk » op het gewestelijke wegennet om de problemen inzake verkeersveiligheid bloot te leggen en ongevallen te voorkomen.

Art. 10.Het verslag van een inspectie uitgevoerd tijdens de bezoeken ter plaatse, bedoeld in artikel 8 van de ordonnantie van 19 mei 2011 bevat onderstaande elementen : 1° identificatiegegevens : dit onderdeel bevat zowel informatie over het weggedeelte in kwestie als informatie over het deskundigenteam en het bezoek ter plaatse;2° resultaten van de inspectie : dit onderdeel bevat een samenvattende analyse van de ongevalsfactoren en geeft een overzicht van de vastgestelde verkeersveiligheidskritieke elementen, alsook de potentiële corrigerende maatregelen;3° bronnenlijst van de gebruikte documenten : dit onderdeel geeft een overzicht van de documenten en plannen die ter beschikking zijn gesteld van het deskundigenteam of die, in voorkomend geval, ontbraken. HOOFDSTUK 1 0. - Vereenvoudigde procedure voor de projecten van aanleg waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is

Art. 11.§ 1. De projectleider verstuurt de plannen van het voorontwerp voor aanleg op schaal 1/200, in elektronisch formaat en in papier, naar de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie voor : 1° Realisatie van een audit in de ontwerpfase;2° Een advies van de Taskforce Oriëntatie. § 2. De Cel Verkeersveiligheid van de Directie Beleid voert een verkeersveiligheidsaudit uit op de plannen van het voorontwerp van aanleg, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten.

Indien de audit niet binnen deze termijn wordt uitgevoerd, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het voorontwerp.

De resultaten van de audit worden verstuurd naar de projectleider. Een informatievergadering kan georganiseerd worden tussen de auditor en de projectleider om de resultaten van de audit toe te lichten.

De projectleider geeft in het auditverslag de redenen aan waarom hij rekening houdt met een aantal aanbevelingen van de auditor en waarom hij met anderen geen rekening houdt.

Het auditverslag vervolledigd door de projectleider is bijgevoegd aan het advies van de Taskforce Oriëntatie. § 3. De Cel Planning van de Directie Beleid stelt, binnen een termijn van 30 werkdagen vanaf ontvangst van alle documenten, de synthese op van de adviezen van de permanente leden van de Taskforce Oriëntatie, onder de vorm van een lijst met opmerkingen waarmee de projectleider rekening zal moeten houden.

Bij een gebrek aan een advies, wordt er beschouwd dat er geen opmerkingen zijn over het voorontwerp.

Het advies van de Taskforce Oriëntatie wordt opgestuurd naar de projectleider voor opvolging en implementatie van de opmerkingen in de plannen van aanleg.

Brussel, 13 juni 2013.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS

Enige bijlage - Samenstelling van de Taskforce Oriëntatie De ruimere Taskforce Oriëntatie bestaat uit vaste leden en uitgenodigde leden.

Vaste leden : Bestuur Uitrusting et Vervoer ? Directie Beleid ? Directie Projecten en Werken inzake Weginrichting? Directie Beheer en Onderhoud van Wegen ? Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer ? Manager Vicom, fiets, voetgangers, PBM ? MIVB ? BIM ? Verkeersveiligheidsauditoren ? Ministeriële kabinetten (Openbare Werken, Stedenbouwkunde, Mobiliteit) Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting ? Vertegenwoordiger van de Directie Stedenbouwkunde Uitgenodigde leden ? Gemeenten ? Politiezones ? Infrabel, De Lijn, TEC