Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 december 2000
gepubliceerd op 21 december 2000

Ministerieel besluit genomen tot uitvoering van artikel 34, § 2, van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum en van artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022895
pub.
21/12/2000
prom.
14/12/2000
ELI
eli/besluit/2000/12/14/2000022895/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2000. - Ministerieel besluit genomen tot uitvoering van artikel 34, § 2, van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum en van artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


De Minister van Maatschappelijke Integratie, Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, inzonderheid op artikel 2, § 5, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998, vervangen bij de wet van 25 januari 1999 en gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, en op artikel 18, § 7, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 12, laatst gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 2, § 5, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, inzonderheid op artikel 15quater, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juli 2000 en op artikel 15sexies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 15quater, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juli 2000 en op artikel 15sexies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, inzonderheid op artikel 34, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juli 2000 en bij het koninklijk besluit van 24 november 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, aangevuld bij het koninklijk besluit van 24 november 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het feit dat de « sociale inschakelingsinitiatieven » en de « invoeginterims » twee nieuwe activeringsprogramma's zijn waarbij gerechtigden op het bestaansminimum en personen van vreemde nationaliteit, ingeschreven in het bevolkingsregister, die wegens hun nationaliteit geen aanspraak kunnen maken op het bestaansminimum en die financiële maatschappelijke hulp genieten, kunnen worden tewerkgesteld; dat deze maatregelen die bij de koninklijke besluiten van 14 juli 2000 en 28 september 2000 werden ingevoerd reeds in werking zijn getreden, respectievelijk op 1 september 2000 en 1 oktober 2000; dat wat deze programma's betreft, de mogelijkheid voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn om een voorschot op de Staatstoelage te bekomen werd ingevoerd bij reglementaire maatregelen van 14 juli 2000 en 24 november 2000 die, ofwel reeds in werking zijn getreden op 1 september 2000, ofwel in werking zullen treden de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt; dat met het oog op een doeltreffend beheer van de administratieve procedure voor het bekomen van dergelijk voorschot, het noodzakelijk blijkt dat de Minister tot wiens bevoegdheid de Maatschappelijke Integratie behoort delegatie om over deze aanvragen te beslissen verleent aan de leidende ambtenaar van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; dat voor het opstarten van deze nieuwe tewerkstellingsprogramma's de O.C.M.W.'s zo snel mogelijk over de nodige geldmiddelen moeten beschikken voor de toepassing van deze maatregel tot herinschakeling van de betrokken categorieën van gerechtigden op het bestaansminimum en op financiële maatschappelijke hulp; dat de te volgen procedure voor het indienen van een aanvraag om een voorschot onverwijld ter kennis van de O.C.M.W.'s moet worden gebracht; dat dit besluit dringend moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.Voor de gerechtigden op het bestaansminimum en voor de personen van vreemde nationaliteit, ingeschreven in het bevolkingsregister, die wegens hun nationaliteit geen aanspraak kunnen maken op het bestaansminimum en die financiële maatschappelijke hulp genieten, wordt een voorschot op de Staatstoelage gestort aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wanneer de volgende activeringsprogramma's op de betrokkenen van toepassing zijn : 1° de sociale inschakelingsinitiatieven bedoeld : - in Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 2, § 5, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; - in Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 2° de invoeginterims bedoeld in : - in Hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 2, § 5, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; - in Hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Art. 2.De aanvraag om een voorschot wordt rechtstreeks ingediend bij de leidende ambtenaar van het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, die een uitspraak doet door middel van een gemotiveerde beslissing.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 14 december 2000.

J. VANDE LANOTTE

^