30 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2004 tot vaststelling van de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract van Nieuwe N.M.B.S.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 9 juli 2004, inzonderheid op artikel 53, 2°;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikelen 2, 2° en 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 2004 tot vaststelling van de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract van Nieuwe N.M.B.S.;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 december 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 december 2004;

Overwegende dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen op 29 oktober 2004 de naamloze vennootschap Nieuwe N.M.B.S. heeft opgericht;

Overwegende dat Nieuwe NMBS tot naamloze vennootschap van publiek recht werd omgevormd door de inwerkingtreding van artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 18 oktober 2004 en de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 tot vaststelling van de statuten van Nieuwe N.M.B.S.;

Overwegende dat Nieuwe N.M.B.S. ertoe is gehouden sommige opdrachten van openbare dienst uit te voeren, bepaald in artikel 218 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

Overwegende dat, luidens artikel 4 van hetzelfde besluit, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen met ingang van 1 januari 2005 in Nieuwe N.M.B.S. de activa en passiva inbrengt die haar in staat zullen stellen haar opdrachten van openbare dienst uit te voeren;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 4, § 4, van voornoemd koninklijk besluit van 18 oktober 2004, de vergunning van spoorwegonderneming en het veiligheidsattest van de N.M.B.S., evenals de voor 2005 aan de N.M.B.S. toegewezen spoorweginfrastructuurcapaciteit vanaf 1 januari 2005 aan Nieuwe N.M.B.S. worden overgedragen;

Overwegende dat de opdrachten van openbare dienst die aan Nieuwe N.M.B.S. zijn toevertrouwd, tijdelijk tot 1 januari 2005 blijven uitgeoefend door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

Overwegende dat vanaf 1 januari 2005 Nieuwe N.M.B.S. haar opdrachten van openbare dienst, bepaald bij artikel 218 van de voornoemde wet van 21 maart 1991, daadwerkelijk zal uitvoeren;

Overwegende dat de regels en bijzondere voorwaarden volgens dewelke een autonoom overheidsbedrijf de opdrachten van openbare dienst uitoefent waarmee het bij wet is belast, vastgelegd worden in een beheerscontract gesloten tussen de Staat en het betrokken overheidsbedrijf, en dat deze regels en voorwaarden onder meer betrekking hebben op de taken die het overheidsbedrijf op zich neemt met het oog op de uitvoering van zijn opdrachten van openbare dienst, alsook op de vaststelling, de berekening en de betalingsmodaliteiten van de eventuele subsidies ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Staat die de Staat aanvaardt te besteden aan de dekking van de kosten die voor het overheidsbedrijf voortvloeien uit zijn taken van openbare dienst;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 28 oktober 2004 tot vaststelling van de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract van Nieuwe N.M.B.S., dient aangepast om de regels en voorwaarden te preciseren volgens dewelke Nieuwe N.M.B.S. haar opdrachten van openbare dienst zal uitvoeren tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991 en uiterlijk tot 31 maart 2005;

Overwegende dat in dit verband vanaf 1 januari 2005 de continuïteit van de uitvoering van de taken van openbare dienst zoals beschreven in het tweede beheerscontract tussen de Staat en de N.M.B.S. en de continuïteit van de financiële verplichtingen die daaruit voortvloeien voor de Staat, dienen verzekerd;

Overwegende dat het aangewezen is te voorzien in een tijdelijk systeem voor de storting van de bijdragen met betrekking tot de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S. aan N.M.B.S. Holding, die deze aan Nieuwe N.M.B.S. zal doorstorten in de vorm van voorschotten op de bedragen die zullen vastgesteld worden in het beheerscontract tussen de Staat en Nieuwe N.M.B.S.;

Overwegende dat de modaliteiten voor de betaling van de aan de financiering van de spoorweginvesteringen voorbehouden dotatie evenwel moeten geherformuleerd worden ten opzichte van de bestaande contractuele modaliteiten van het tweede beheerscontract, Dat immers de thesaurievoorwaarden die verbonden zijn aan de huidige modaliteiten voor de betaling van dit krediet, moeten behouden worden, maar zonder dat er verwezen wordt naar schijven van het vorige jaar;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2004 tot vaststelling van de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract van Nieuwe N.M.B.S., wordt vervangen door wat volgt : « Artikel 5 : § 1. Vanaf 1 januari 2005 en tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, uiterlijk tot 31 maart 2005, zullen de bepalingen van het tweede beheerscontract tussen de Staat en de N.M.B.S., goedgekeurd bij koninklijk besluit van 25 september 1997 en gewijzigd door vier bijvoegsels bij het tweede beheerscontract, goedgekeurd bij koninklijke besluiten van 7 april 2000, 29 mei 2000, 18 maart 2004 en 31 juli 2004, en dat het voorwerp uitmaakt van een vijfde bijvoegsel, van toepassing zijn op Nieuwe N.M.B.S. § 2. Voornoemde bepalingen zijn slechts van toepassing op Nieuwe N.M.B.S. op voorwaarde en in de mate dat ze vanaf 1 januari 2005 betrekking hebben op de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de vennootschap zoals vastgesteld bij artikel 218 van voornoemde wet van 21 maart 1991. »

Art. 2.Een artikel 6 wordt toegevoegd luidende : « Artikel 6 : § 1. Vanaf 1 januari 2005 en tot de inwerkingtreding van een beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van de voornoemde wet van 21 maart 1991, uiterlijk tot 31 maart 2005, stort de Staat aan N.M.B.S. Holding de in artikelen 33, 33bis, 33ter, 36, 40 en 40bis van het beheerscontract tussen haar en de Belgische Staat voorziene bijdragen, die zij geheel of gedeeltelijk aan Nieuwe N.M.B.S. moet doorstorten in de vorm van voorschotten. Deze worden gestort tot 31 maart 2005 overeenkomstig de in artikelen 50 en 51 van voornoemd beheerscontract voorziene modaliteiten.

Deze voorschotten zullen verrekend worden bij een verdeling van deze bijdragen die zal vastgelegd worden in de beheerscontracten tussen de Staat en elk van de drie naamloze vennootschappen van publiek recht. § 2. Om de continuïteit van de investeringen voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst na 1 januari 2005 te verzekeren, zal N.M.B.S. Holding uit hoofde van de in artikel 37 van het beheerscontract tussen haar en de Belgische Staat voorziene bijdragen een bedrag ontvangen dat zal betaald worden in schijven welke ze op de volgende data zal ontvangen : - 3,75/12 de 10e werkdag van 2005; - drie schijven van 1/12 op de 25e van elke maand van januari tot maart;

N.M.B.S. Holding stort een gedeelte van die bedragen aan Nieuwe N.M.B.S. door in de vorm van voorschotten.

Deze voorschotten zullen verrekend worden bij een verdeling van de investeringsdotatie die zal vastgelegd worden in de beheerscontracten tussen de Staat en elk van de drie naamloze vennootschappen van publiek recht. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad en treedt buiten werking op het ogenblik dat het beheerscontract gesloten tussen de Staat en Nieuwe N.M.B.S. overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991 in werking treedt.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE