28 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract van Infrabel

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid artikel 2, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 oktober 2004;

Overwegende dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen rond 12 oktober 2004 alleen de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel zal oprichten overeenkomstig artikel 2, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 14 juni 2004, met als doel inzonderheid het uitvoeren van bepaalde opdrachten van openbare dienst met betrekking tot het beheer van de spoorweginfrastructuur;

Overwegende dat, luidens artikel 3 van hetzelfde besluit, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen met ingang van 1 januari 2005 in Infrabel de activa en passiva inbrengt die haar in staat zullen stellen haar opdrachten van openbare dienst uit te voeren, en dat Infrabel intussen de operationele, juridische en financiële structuur moet uitwerken die haar in staat zal stellen vanaf die datum haar opdrachten van openbare dienst uit te voeren;

Overwegende dat artikel 2, § 2, van voornoemd besluit van 14 juni 2004 de vaststelling van voorlopige regels voorziet die gelden als eerste beheerscontract van Infrabel;

Overwegende dat de opdrachten van openbare dienst die aan Infrabel zullen worden toevertrouwd tijdelijk tot 1 januari 2005 blijven toegewezen aan ofwel de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, ofwel, wat de opdrachten inzake de toewijzing van de beschikbare spoorweginfrastructuurcapaciteit en tarifering betreft, aan de minister die bevoegd is voor de regulering van het spoorvervoer;

Overwegende dat Infrabel tot 1 januari 2005 aan gebruikers geen diensten zal verstrekken in het kader van haar opdrachten van openbare dienst;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven en Onze Minister van Mobiliteit en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit stelt de voorlopige regels vast die gelden als eerste beheerscontract van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel (hierna « Infrabel » genoemd), met toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur.

Art. 2.§ 1. Infrabel zal ervoor zorgen dat zij in staat is om vanaf 1 januari 2005 de opdrachten van openbare dienst opgesomd in artikel 199 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, uit te voeren. § 2. Te dien einde zal Infrabel : 1° zo spoedig mogelijk haar ondernemingsplan opstellen overeenkomstig de artikelen 26 en 200 van voornoemde wet van 21 maart 1991;2° zo spoedig mogelijk de onderhandeling van een beheerscontract aanvatten overeenkomstig artikel 4 van dezelfde wet;3° zo spoedig mogelijk de onderhandeling aanvatten van een overeenkomst met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen betreffende de voorwaarden en nadere regels van de terbeschikkingstelling van personeel met toepassing van artikel 214, § 1, tweede lid, van dezelfde wet;4° zorgen voor de uitwerking van een organisatie die de gespecialiseerde dienst belast met de opdrachten bedoeld in artikel 199, § 1, 4° en 5°, van dezelfde wet toelaat om deze functies zelfstandig uit te oefenen en die het vertrouwelijk karakter waarborgt van de vertrouwelijke handelsinformatie waarvan deze dienst in kennis wordt gesteld door spoorwegondernemingen of groeperingen van dergelijke ondernemingen in het kader van de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit;5° deelnemen aan de uitwerking van een ontwerp van gedragscode, bedoeld in artikel 453, § 1, 4°, van de programmawet van 22 december 2003, teneinde de billijke en niet-discriminerende behandeling te verzekeren van de spoorwegondernemingen die toegang hebben tot de spoorweginfrastructuur.

Art. 3.Infrabel brengt aan de Minister bevoegd voor de Overheidsbedrijven en aan de Minister bevoegd voor de Regulering van het spoorvervoer regelmatig verslag uit over de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 2.

Art. 4.Voor de periode tot 31 december 2004 wordt geen enkele subsidie ten laste van de Staatsbegroting gestort aan Infrabel voor de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 2.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de datum van oprichting van Infrabel en treedt buiten werking op het ogenblik dat het beheerscontract gesloten door Infrabel overeenkomstig artikel 4 van voornoemde wet van 21 maart 1991 in werking treedt.

Art. 6.Onze Minister bevoegd voor de Overheidsbedrijven en Onze minister bevoegd voor de regulering van het spoorvervoer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT