gepubliceerd op 27 maart 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2007 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken
25 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van Koninklijk besluit dat we de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wijzigt het
koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
13/03/2007
pub.
19/03/2007
numac
2007009218
bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie
Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken
type
koninklijk besluit
prom.
13/03/2007
pub.
02/10/2008
numac
2008203549
bron
selor - selectiebureau van de federale overheid
Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken
sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Het voert hiermee de nieuwe wettelijke bepalingen uit opgenomen in de
wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
19/07/2012
pub.
22/08/2012
numac
2012009297
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel
sluiten betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel, waarbij de taalvereisten in de Brusselse rechtbanken voor de griffiers, secretarissen en gerechtspersoneel grondig werden gewijzigd.
De wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012009297 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel sluiten herdefinieert de taalvoorwaarden voor de Brusselse rechtbanken, en voert de begrippen "grondige" en "functionele" taalkennis in.
Met betrekking tot de grondige taalkennis wordt teruggevallen op de kennis van zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere taal (art. 53, § 6, derde lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken).
De functionele kennis voor het gerechtspersoneel verwijst naar de kennis van zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de passieve schriftelijke kennis van de andere taal (artikelen 53, § 6, vierde lid, en 54ter § 2, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken).
Tegelijk sluit dit ontwerp aan bij de methodologie inzake taalselectie die SELOR, conform het Europees kader voor de taaltoetsing, heeft ontwikkeld en toepast voor de taalexamens inzake bestuurszaken.
Met deze inhoudelijke en methodologische vernieuwing van de taaltesten, wordt afgestapt van de toetsing van voornamelijk de taalkennis. Voortaan zal dus de klemtoon worden gelegd op de taalvaardigheid van de kandidaat, eerder dan op kennis.
Leesvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid zullen voortaan de basis van de taalexamens vormen, in plaats van woordenschat en grammatica.
Het artikel 1 van het ontwerp wijzigt het opschrift van het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten, welke restrictief melding maakte van functies in de Brusselse griffies. Nu ook taalvoorwaarden voor parketfuncties in de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken zijn voorzien, dient het opschrift ruimer te worden geformuleerd.
Het artikel 2 van het ontwerp past de verwijzingen naar de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken aan.
Het artikel 3 van het ontwerp wordt afgestemd op de wijze waarop SELOR gebruikelijk de examencommissies bij taalselecties samenstelt.
Niettemin wordt voorzien dat ook leden en personeelsleden van de Rechterlijke Orde als assessor kunnen worden aangesteld. SELOR zal hen hiertoe ook de nodige opleiding geven om als assessor te zetelen, zodat in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel alle deelnemers aan taalselecties binnen eenzelfde denkkader worden ondervraagd.
Het artikel 4 onderstreept het functiegebonden karakter van de taalexamens die de praktische kennis toetsen van de taal in verband met de vereisten van de waar te nemen functie of betrekking.
Uitsluitend de afgevaardigd bestuurder van SELOR is bevoegd voor de uitreiking van de bewijzen van de andere taal. Het komt hem dan ook toe de materiële drager van het examen te bepalen.
Het artikel 5 van het ontwerp bepaalt de inhoud van de verschillende taalexamens.
Voor de grondige kennis, wordt een test voorgesteld die bij administratieve zaken opgelegd wordt voor de kennis van de tweede taal aan federale ambtenaren die tot het tweetalig kader willen treden.
Het betreft hier het testen van de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere taal (luisteren C1, lezen C1 en spreken B2 en schrijven B2).
De klemtoon bij dit examen ligt dus op een zeer goede beheersing van de andere taal wat de passieve vaardigheden betreft, en op een goede autonome beheersing van de actieve vaardigheden. Er wordt van de deelnemer verwacht dat hij autonoom kan spreken en schrijven zonder dat dit hinderlijk kan overkomen voor de lezer of de toehoorder.
De houders van deze brevetten zijn verondersteld de eenheid van rechtspraak te garanderen alsook leiding te geven aan personeelsleden van een andere taalrol.
Voor de administratieve personeelsleden te Eupen is steeds een actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere taal vereist. Zij werden vroeger reeds aan een andere examenprogramma onderworpen. Ook nu wordt de specificiteit van Eupen vertaald in een aangepast examenprogramma, dat is afgestemd op personen die tot de andere taalrol van niveau C willen treden.
Het betreft hier testen luisteren B2, lezen B2 en spreken B2 en schrijven B1.
Het in het ontworpen artikel 5 bedoelde examen heeft een andere inhoud dan het in het ontworpen artikel 4 bedoelde examen ondanks het gegeven dat in de artikelen 53, § 6, derde lid, en 54ter, § 3, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `op het gebruik der talen in gerechtszaken' telkens gewag wordt gemaakt van "actieve en passieve mondelinge kennis" en van "actieve en passieve schriftelijke kennis, omwille van de exclusiviteit van het Duitse taalgebruik in het gerechtelijk arrondissement Eupen. Dit was trouwens voor deze wijziging van het betrokken koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten al het geval.
Voor het examen voor de voldoende kennis, wordt een test voorgesteld die bij administratieve zaken opgelegd wordt voor de kennis van de tweede taal voorgeschreven bij artikel 53 van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.
Het betreft hier het testen van de actieve en passieve mondelinge kennis en de passieve schriftelijke kennis van de andere taal (luisteren, lezen en spreken telkens op een B1 niveau).
De klemtoon ligt dus op het autonoom taalgebruik ondanks beperkingen.
De bedoeling is de rechtszoekende en de andere actoren binnen Justitie verder te kunnen helpen in hun eigen taal.
Het artikel 6 van het ontwerp brengt het minimaal aantal taalselecties per jaar op drie (in plaats van twee). Niettemin zal voor de Rechterlijke Orde ook worden aangesloten bij de inschrijvingsmogelijkheden die de website van SELOR toelaat, zodat deze testen ook continu (on-going) kunnen worden georganiseerd.
Het artikel 7 versoepelt de wijze van bekendmaking van de resultaten, en het artikel 8 betreft een technische aanpassing.
Naar aanleiding van het taalexamen zullen voor griffies en parketten wel omgevingsaspecten en zekere vakterminologie aan bod komen, teneinde het functionele aspect van het taalexamen inhoud te geven.
Niettemin zal de inrichting van de taalexamens voor het gerechtspersoneel voortaan gebeuren volgens een zelfde opbouw en niveau van taalbeheersing als deze in bestuurszaken.
In deze optiek belet dan ook niets meer om bepaalde door SELOR met toepassing van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken uitgereikte bewijzen van taalkennis gelijk te stellen met de vereisten die zowel aan de griffiers, secretarissen als het overige gerechtspersoneel worden opgelegd.
Elke gelijkstelling is uiteraard alleen verantwoord indien de examenprogramma's vergelijkbaar zijn.
Het artikel 9 van het ontwerp voorziet daarom een gelijkschakeling met het bewijs van taalkennis zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.
De gelijkschakeling heeft ook als voordeel dat nieuwe personeelsleden, of personeelsleden in dienst geen tweede maal een taalexamen van gelijke opbouw en niveau dienen af te leggen. Het is niet aangewezen dat personen die de inspanning hebben gedaan om hun tweetaligheid aan te tonen door te slagen in een taalexamen bij SELOR, opnieuw te verplichten een tweede maal deze tweetaligheid te bewijzen. Een gelijkschakeling valoriseert de inspanning van betrokken personen, en resulteert tegelijk in administratieve vereenvoudiging.
We hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, H. BOGAERT
ADVIES 55.039/3 VAN 10 FEBRUARI 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MAART 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten TOT REGELING VAN DE EXAMENS WAARBIJ DE KANDIDATEN VOOR HET AMBT VAN HOOFDGRIFFIER, GRIFFIER, ADJUNCT-GRIFFIER EN VAN DESKUNDIGE, ADMINISTRATIEF DESKUNDIGE EN ASSISTENT BIJ EEN GRIFFIE IN DE GELEGENHEID WORDEN GESTELD TE BEWIJZEN DAT ZIJ IN STAAT ZIJN DE BEPALINGEN NA TE KOMEN VAN DE WET OP HET GEBRUIK DER TALEN IN GERECHTSZAKEN' Op 13 januari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 4 februari 2014.
De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jan Smets en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Jan Velaers en Lieven Denys, assessoren, en Annemie Goossens, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jan Smets, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 februari 2014. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Vormvereisten 2. Het ontwerp was op grond van artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 20 september 2012 `houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' vrijgesteld van het verrichten van een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren nu het een zelfregulering van de federale overheid inhoudt.Het achtste lid van de aanhef, waarin gewag wordt gemaakt van zulk een onderzoek, dient derhalve te vervallen.
Evenmin dient het ontwerp, mocht het opnieuw aan de Ministerraad worden voorgelegd ten gevolge van een bespreking in de betrokken werkgroep beleidscoördinatie (zie de beslissing van de Ministerraad van 13 december 2013), het voorwerp uit te maken van een impactanalyse als bedoeld bij artikel 5, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging', nu artikel 8, § 1, 4°, van die wet eenzelfde vrijstellingsgrond bevat (1).
Onderzoek van de tekst Aanhef 3. Gelet op de wijziging van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State bij de wet van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/2014 pub. 03/02/2014 numac 2014000082 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State type wet prom. 20/01/2014 pub. 25/11/2014 numac 2014000838 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State. - Duitse vertaling sluiten `houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State', dient in het huidige negende lid van de aanhef te worden verwezen naar 2° van die bepaling in plaats van naar 1° ervan. Artikel 5 4. Het verdient aanbeveling om in het verslag aan de Koning de redenen op te geven waarom het in het ontworpen artikel 4 bedoelde examen een andere inhoud heeft dan het in het ontworpen artikel 5 bedoelde examen ondanks het gegeven dat in de artikelen 53, § 6, derde lid, en 54ter, § 3, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `op het gebruik der talen in gerechtszaken' telkens gewag wordt gemaakt van "actieve en passieve mondelinge kennis" en van "actieve en passieve schriftelijke kennis". Artikel 9 5. Het ontworpen artikel 14/1 dient als artikel 14 te worden genummerd en het ontworpen artikel 14/2 als artikel 14/1.6. In de Nederlandse tekst van de ontworpen artikelen 14/1 en 14/2 (lees : 14 en 14/1) schrijve men respectievelijk "artikel 53, § 6, tweede en derde lid," en "de artikelen 53, § 6, tweede en vierde lid, en 54ter, § 2, van" in plaats van "het artikel 53 § 6 2e en 3e lid" en "het artikel 53 § 6 2e en 4e lid, en 54ter § 2 en van". Artikel 11 7. Artikel 11 van het ontwerp dient als volgt te worden geredigeerd : "De minister bevoegd voor justitie en de minister bevoegd voor ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit." (1) Wel dient in dat geval in de aanhef van die vrijstellingsgrond gewag te worden gemaakt (zie artikel 10 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'). De griffier, A. Goossens.
De voorzitter, J. Baert.
25 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken, artikel 53, § 6, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 26 april 2005 en vernummerd bij de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012009297 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel sluiten, artikel 54ter, § 4, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 26 april 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 november 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken van 12 december 2013;
Gelet op het protocol nr. 405 houdende de besluiten van de onderhandelingen van het Sectorcomité III Justitie, op datum van 19 december 2013;
Gelet op protocol nr. 23 van het onderhandelingscomité van griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde, afgesloten op 19 december 2013;
Gelet op het advies nr. 55.039/3 van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister belast met Ambtenarenzaken en de Staatssecretaris van Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 13 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 19/03/2007 numac 2007009218 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken type koninklijk besluit prom. 13/03/2007 pub. 02/10/2008 numac 2008203549 bron selor - selectiebureau van de federale overheid Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken sluiten tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van hoofdgriffier, griffier, adjunct-griffier en van deskundige, administratief deskundige en assistent bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit tot regeling van de examens waarbij het gerechtspersoneel in de gelegenheid wordt gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken".
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "artikel 53, § 6, tweede en derde lid" vervangen door de woorden "artikel 53, § 6, tweede, derde en vierde lid"; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De examens kunnen computergestuurd, schriftelijk of mondeling zijn.".
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de paragrafen 1 en 2 vervangen als volgt : " § 1. Om het even voor welke functies of betrekkingen de kandidaten bestemd zijn, moeten de examencommissies samengesteld zijn uit : 1° een voorzitter, zoals in artikel 2 is bepaald;2° ten minste twee assessoren en eventueel hun plaatsvervanger. § 2. Als assessoren kunnen worden aangewezen : - leden van het actief of gepensioneerd onderwijzend personeel; - leden of personeelsleden van de Rechterlijke Orde; - een rijksambtenaar of een daarmee gelijkgesteld personeelslid, met dien verstande dat die assessor een rang moet bekleden die minstens even hoog is als de rang van de betrekking waarvoor het examen ingericht wordt, of - personen die wegens hun bevoegdheid of hun specialisatie bijzonder geschikt zijn.".
Art. 4.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de artikelen 3/1 en 3/2 ingevoegd, luidende : "
Art. 3/1.De taalexamens hebben tot doel na te gaan of de kandidaten een praktische kennis hebben van de taal in verband met de vereisten van de waar te nemen functie of betrekking.
Art. 3/2.De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid bepaalt de materiële drager van de examens.".
Art. 5.De artikelen 4 tot 6 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : "
Art. 4.Het taalexamen voor de grondige kennis zoals bedoeld in het artikel 53, § 6, tweede en derde lid, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken peilt naar de actieve en passieve mondelinge kennis en de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere landstaal en heeft betrekking op : 1° het begrijpen van gebruikelijke mondelinge boodschappen;2° het begrijpen van gebruikelijke teksten;3° het opstellen van correcte schriftelijke teksten, met uitsluiting van vertalingen;4° de vaardigheid om een gesprek te voeren over een onderwerp dat verband houdt met de functie en de vaardigheid om zich mondeling vlot uit te drukken over een onderwerp dat verband houdt met de functie. "
Art. 5.De taalexamens bedoeld in het artikel 54ter, § 3, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken peilen naar de actieve en passieve mondelinge kennis en de actieve en passieve schriftelijke kennis van de Franse of Duitse taal. Ze gaan na of de kandidaten een taalbeheersing hebben die te vergelijken is met de taalbeheersing die wordt verwacht van de houders van de overeenkomstige diploma's die in die taal werden behaald en heeft betrekking op : 1° de luistervaardigheid;2° de leesvaardigheid;3° het opstellen van schriftelijke teksten, met uitsluiting van vertalingen;4° de vaardigheid om een gesprek te voeren en de vaardigheid om zich mondeling uit te drukken.
Art. 6.Het taalexamen voor de functionele kennis zoals bedoeld in de artikelen 53, § 6, tweede en vierde lid, en 54ter, § 2, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken peilt naar de actieve en passieve mondelinge kennis en de passieve schriftelijke kennis van de andere landstaal en heeft betrekking op de vaardigheid, aangepast aan de vereisten van de betrokken functie : 1° om elementaire mondelinge boodschappen te begrijpen;2° om elementaire teksten te verstaan; 3° om een elementair gesprek te voeren over een onderwerp dat verband houdt met de functie.".
Art. 6.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "twee" vervangen door het woord "drie".
Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt : "De Afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid brengt de nadere regels betreffende de taalexamens ter kennis van de betrokkenen door een bericht in het Belgisch Staatsblad en, indien nodig, door enig ander door hem dienstig geacht middel.".
Art. 8.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in de artikelen 5 en 6" opgeheven.
Art. 9.Het artikel 14 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : "
Art. 14.De personen die houder zijn van een bewijs van taalkennis zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, worden geacht geslaagd te zijn voor het taalexamen bedoeld in het artikel 53, § 6, tweede en derde lid van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken.
Art. 14/1.De personen die houder zijn van een bewijs van taalkennis zoals bedoeld in artikel 9, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, worden geacht geslaagd te zijn voor het taalexamen bedoeld in de artikelen 53, § 6, tweede en vierde lid, en 54ter, § 2, van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik der talen in gerechtszaken.".
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012009297 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel sluiten betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Art. 11.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 maart 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, H. BOGAERT