gepubliceerd op 22 augustus 2012
Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel
19 JULI 2012. - Wet betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2.In artikel 58bis, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2003, worden de woorden « eerste substituut-procureur des Konings die de functie van adjunct-procureur des Konings van Brussel uitoefent, eerste substituut-arbeidsauditeur die de functie van adjunct-arbeidsauditeur van Brussel uitoefent, » ingevoegd tussen de woorden « eerste substituut-arbeidsauditeur, » en de woorden « kamervoorzitter in het hof van beroep en in het arbeidshof ».
Art. 3.In het tweede deel, boek I, voor titel I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 58ter ingevoegd, luidende : «
Art. 58ter.In dit Wetboek wordt, wanneer het gaat over de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel, onder procureur des Konings verstaan : de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde bedoeld in artikel 150, § 2, 1°, of de procureur des Konings van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2°, naargelang de naar de procureur verwijzende bepaling slaat op de uitoefening van zijn bevoegdheid in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde dan wel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
In dit gerechtelijk arrondissement worden de adviezen van de procureur ingewonnen bij : 1° de procureur des Konings van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2°, wat enerzijds de politierechtbanken en de vredegerechten betreft met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en anderzijds de Franstalige rechtbanken van Brussel;2° de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde bedoeld in artikel 150, § 2, 1°, wat de politierechtbanken en de vredegerechten betreft met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde;3° de twee procureurs des Konings bedoeld in 1° en 2°, wat de andere Nederlandstalige rechtbanken van Brussel dan de politierechtbanken betreft.».
Art. 4.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 60bis ingevoegd, luidende : «
Art. 60bis.In het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad is er een Franstalige politierechtbank en een Nederlandstalige politierechtbank. ».
Art. 5.Artikel 72 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel, wordt de in dit artikel toegewezen bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank uitgeoefend door de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank van Brussel wat betreft de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en de Nederlandstalige politierechtbank van Brussel, door de Franstalige arrondissementsrechtbank wat betreft de Franstalige politierechtbank van Brussel en door de Franstalige arrondissementsrechtbank en de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank zetelend in verenigde vergadering overeenkomstig artikel 75bis, wat betreft de vredegerechten met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel. ».
Art. 6.In deel II, eerste boek, titel I, hoofdstuk I, afdeling II, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 72bis ingevoegd, luidende : «
Art. 72bis.Voor de politierechtbanken waarvan de zetel gevestigd is in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en voor de Nederlandstalige politierechtbank van Brussel, worden de opdrachten van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk, uitgeoefend door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg; voor de Franstalige politierechtbank van Brussel worden deze opdrachten uitgeoefend door de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg.
Voor de vredegerechten waarvan de zetel gevestigd is in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, worden de opdrachten van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk, uitgeoefend door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg; de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen in het uitoefenen van deze opdrachten met het oog op een consensus.
Voor de vredegerechten waarvan de zetel gevestigd is in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, worden deze opdrachten overlegd in consensus door de twee voorzitters van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg.
Bij gebrek aan consensus in geval van de toepassing van het tweede en het derde lid, neemt de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel de beslissing. ».
Art. 7.Artikel 73 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende : « In afwijking van het eerste lid, zijn er in het gerechtelijk arrondissement Brussel een Nederlandstalige arrondissementsrechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel, en een Franstalige arrondissementsrechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel. ».
Art. 8.Artikel 74 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel, bestaan de Nederlandstalige en de Franstalige arrondissementsrechtbank, naargelang het geval, uit de voorzitters van de respectievelijk Nederlandstalige en Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel of uit de rechters die hen in deze rechtbanken vervangen. ».
Art. 9.In deel II, eerste boek, eerste titel, hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 75bis ingevoegd, luidende : «
Art. 75bis.Wanneer de wet het voorschrijft, zetelen de Franstalig arrondissementsrechtbank van Brussel en de Nederlandstalig arrondissementsrechtbank van Brussel in verenigde vergadering.
Het voorzitterschap wordt afwisselend per zaak waargenomen door een Franstalige en een Nederlandstalige magistraat in functie van de inschrijving op de rol.
Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend. ».
Art. 10.In artikel 88, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 17 mei 2006 en 3 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt opgeheven;2° het vierde lid, waarvan de bestaande tekst het derde lid zal worden, wordt vervangen als volgt : « Om de drie jaar brengt de voorzitter van elke rechtbank met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel verslag uit bij de minister van Justitie omtrent de behoeften van de dienst, op grond van het aantal zaken die gedurende de laatste drie jaren zijn behandeld.».
Art. 11.Artikel 115, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 21 december 2009, wordt aangevuld met de volgende zin : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel houdt het hof van assisen zitting in de zetel van de Franstalige rechtbank wanneer de rechtspleging in het Frans wordt gevoerd en in de zetel van de Nederlandstalige rechtbank wanneer de rechtspleging in het Nederlands wordt gevoerd. ».
Art. 12.In artikel 121 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : « In het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad heeft het overleg plaats, volgens het geval, met de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg of de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. ».
Art. 13.Artikel 137 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de woorden « en onverminderd artikel 150, §§ 2 en 3 ».
Art. 14.Artikel 138bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 december 2006, wordt aangevuld met een § 3, luidende : « § 3. Onverminderd artikel 150, § 3, in geval van verwijzing naar de Franstalige rechtbank, vervult voor de toepassing van dit artikel, het openbaar ministerie bedoeld in artikel 150, § 2, 1°, en in artikel 152, § 2, 1°, zijn ambtsplichten voor de Nederlandstalige rechtbank, indien de zaak voor de rechtbank aanhangig werd gemaakt op grond van een territoriale bevoegdheid bepaald door een plaats welke zich binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde bevindt. Indien de zaak voor de Nederlandstalige rechtbank of de Franstalige rechtbank aanhangig werd gemaakt, op grond van een territoriale bevoegdheid bepaald door een plaats welke zich binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad bevindt, vervult het openbaar ministerie bedoeld in artikel 150, § 2, 2°, of in artikel 152, § 2, 2°, zijn ambtsplichten. ».
Art. 15.Artikel 150 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1998 en 12 april 2004, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met de §§ 2 en 3, luidende : « § 2. In afwijking van § 1, zijn er in het gerechtelijk arrondissement Brussel twee procureurs des Konings, onverminderd § 3, artikel 137 en artikel 138bis, § 3 : 1° de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde oefent in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank, de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, de Nederlandstalige rechtbank van koophandel en bij de politierechtbanken.De aan deze procureur verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Nederlandstalige rechtbank met standplaats het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde; 2° de procureur des Konings van Brussel oefent, in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel, het ambt van openbaar ministerie uit bij de arrondissementsrechtbanken, de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken.Deze procureur des Konings wordt bijgestaan door een eerste substituut met als titel adjunct-procureur des Konings van Brussel, met het oog op het overleg bedoeld in artikel 150ter. Onverminderd de bevoegdheden van het coördinatiecomité bedoeld in artikel 150ter, treedt de adjunct-procureur des Konings van Brussel op onder het gezag en de leiding van de procureur des Konings van Brussel. In die omstandigheden staat hij hem bij, in het bijzonder voor de relaties met het parket van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, de Nederlandstalige rechtbank van koophandel en de Nederlandstalige politierechtbank van het administratief arrondissement Brussel, en de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het parket te Brussel. De aan de procureur des Konings van Brussel verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Brusselse rechtbanken met standplaats het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. § 3. In afwijking van § 2, oefenen substituten bedoeld in artikel 43, § 5bis, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, hun ambt uit bij voorrang ten opzichte van verdachten die een taalwijziging of doorverwijzing hebben gevraagd overeenkomstig artikel 15, § 2, en artikel 16, §§ 2 en 3, van dezelfde wet. Zij vorderen bij de Franstalige rechtbank van Brussel na toepassing van het voornoemde artikel 16, §§ 2 en 3, in voorkomend geval, ingevolge doorverwijzing op basis van deze bepaling, en bij de politierechtbank bedoeld in artikel 15 van dezelfde wet, en na verwijzing van die laatste overeenkomstig het voornoemd artikel 15, § 2, bij de Franstalige politierechtbank van Brussel. Zij blijven onder de hiërarchische leiding van de procureur des Konings van Brussel, maar worden geplaatst onder het gezag van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde wat betreft de toepassing van de richtlijnen en de instructies inzake het strafrechtelijk beleid. ».
Art. 16.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 150ter ingevoegd, luidende : «
Art. 150ter.Een coördinatiecomité, respectievelijk samengesteld uit de procureurs des Konings en de arbeidsauditeurs van het gerechtelijk arrondissement Brussel, wordt opgericht teneinde de coördinatie tussen het parket en het arbeidsauditoraat van Brussel en het parket en het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde te verzekeren.
Volgens nadere regels vastgelegd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad heeft dit comité als opdracht het overleg te verzekeren tussen beide parketten en arbeidsauditoraten op het vlak van opsporing, gerechtelijk onderzoek, uitoefening van de strafvordering en strafuitvoering in het gerechtelijk arrondissement Brussel, in het bijzonder met betrekking tot de rol van de in artikel 150, § 3, bedoelde magistraten.
Het comité vergadert minstens eenmaal per maand, en kan ook worden samengeroepen op verzoek van de procureur-generaal.
Het comité kan zich voor de uitvoering van zijn opdrachten laten bijstaan door leden van het openbaar ministerie van Halle-Vilvoorde en Brussel. ».
Art. 17.In artikel 151bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1986, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : « Wanneer zij worden opgeroepen om hun ambt uit te oefenen in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, worden zij onder toezicht en directe leiding van de in artikel 150, § 2, 1°, bedoelde procureur des Konings van Halle-Vilvoorde geplaatst, onverminderd artikel 150, § 3. Wanneer zij worden opgeroepen om hun ambt uit te oefenen in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, worden zij onder toezicht en directe leiding van de in artikel 150, § 2, 2°, bedoelde procureur des Konings van Brussel geplaatst. ».
Art. 18.Artikel 152 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 12 april 2004, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met de §§ 2 en 3, luidende : « § 2. In afwijking van § 1, zijn er in het gerechtelijk arrondissement Brussel twee arbeidsauditeurs, onverminderd § 3, artikel 137 en artikel 138bis, § 3 : 1° de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde oefent in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige rechtbanken.De aan deze auditeur verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Nederlandstalige rechtbanken met standplaats het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde; 2° de arbeidsauditeur van Brussel oefent in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad onder het gezag van de procureur-generaal van Brussel, het ambt van openbaar ministerie uit bij de rechtbanken.Hij wordt bijgestaan door een eerste substituut met als titel adjunct-arbeidsauditeur van Brussel, met het oog op het overleg bedoeld in artikel 150ter. Onverminderd de bevoegdheden van het coördinatiecomité bedoeld in artikel 150ter, treedt de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel, op onder het gezag en de leiding van de arbeidsauditeur van Brussel. In die omstandigheden staat hij hem bij, in het bijzonder voor de relaties met het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank, en voor de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het arbeidsauditoraat van Brussel. De aan de arbeidsauditeur van Brussel verbonden ambtenaren van het openbaar ministerie worden benoemd bij de Brusselse rechtbanken met standplaats het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. § 3. In afwijking van § 2, oefenen substituten bedoeld in artikel 43, § 5quater, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, hun ambt uit bij voorrang ten opzichte van verdachten die een taalwijziging of doorverwijzing hebben gevraagd overeenkomstig artikel 16, §§ 2 en 3, van dezelfde wet. Zij oefenen de strafvordering uit bij de Franstalige rechtbank van Brussel na toepassing van het voornoemde artikel 16, §§ 2 en 3, in voorkomend geval na doorverwijzing op grond van deze bepaling. Zij blijven onder de hiërarchische leiding van de arbeidsauditeur van Brussel, maar worden geplaatst onder het gezag van de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde wat betreft de toepassing van de richtlijnen en de instructies inzake het strafrechtelijk beleid. ».
Art. 19.In artikel 186bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, en gewijzigd bij de wetten van 13 maart 2001, 20 juli 2001 en 13 juni 2006, worden tussen het eerste en het tweede lid, zes leden ingevoegd, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel treedt de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank zetelend in de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en van de rechters en de toegevoegde rechters in de Nederlandstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt, met betrekking tot de vrederechters en de toegevoegde vrederechters met zetel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen met het oog op een consensus.
In afwijking van het derde lid, met betrekking tot de vrederechters en de toegevoegde vrederechters die zetelen in de vredegerechten van het gerechtelijk kanton met zetel in Kraainem en Sint-Genesius-Rode en van het gerechtelijk kanton met zetel in Meise, wordt het ambt van korpschef gezamenlijk uitgeoefend door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. De beslissingen worden overlegd in consensus.
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg treedt op als korpschef van de rechters en de toegevoegde rechters in de Franstalige politierechtbank met zetel binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Voor de vrederechters en toegevoegde rechters van de vredegerechten met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, wordt het ambt van korpschef gezamenlijk uitgeoefend door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. De beslissingen worden overlegd in consensus.
Bij gebrek aan consensus in geval van toepassing van het derde, vierde en zesde lid, neemt de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel de beslissing. ».
Art. 20.Artikel 196 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, wordt opgeheven.
Art. 21.In artikel 206 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 mei 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt opgeheven;2° in het zesde lid, waarvan de bestaande tekst het vijfde lid wordt, worden de woorden « en het vierde » opgeheven.
Art. 22.Artikel 216, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de volgende zinnen : « Om tot werkend of plaatsvervangend raadsheer in sociale zaken te worden benoemd in het arbeidshof met zetel te Brussel, moet men in het bezit zijn van een studiegetuigschrift of diploma van Nederlands of Frans onderwijs. De raadsheer mag slechts zitting houden in zaken van dezelfde taal als het getuigschrift of het diploma dat hij bezit. ».
Art. 23.In artikel 229 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985 en 16 juli 1993, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : « Zij bezorgt de lijst van de gezworenen die de Franstalige gemeentelijke lijsten bevat aan de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en de lijst van de gezworenen die de Nederlandstalige gemeentelijke lijsten bevat aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg. ».
Art. 24.In artikel 237, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, worden de woorden « van de betrokken Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg » ingevoegd tussen de woorden « der provincie of » en de woorden « van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad ».
Art. 25.In artikel 259quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2, eerste lid, 2°, vervangen bij de wet van 18 december 2006, wordt aangevuld met de volgende zin : « Voor de magistraten bedoeld in artikel 43, § 5bis, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, verstrekt de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde de nodige inlichtingen aan de procureur des Konings van Brussel, die zijn advies verleent.»; 2° in § 6, vervangen bij de wet van 18 december 2006, wordt het derde lid vervangen als volgt : « Indien op het tijdstip waarop een mandaat van federale procureur, van eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, van procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel of van eerste voorzitter van het arbeidshof te Brussel voortijdig openvalt, de normale einddatum van het mandaat ten minste twee jaar verwijderd is, wordt artikel 287sexies toegepast.».
Art. 26.In artikel 259quinquies van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 12 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, worden de woorden « Voor rechtscolleges met zetel te Brussel » vervangen door de woorden « Voor de hoven met zetel te Brussel »;2° in § 1, 2°, worden de woorden « en de eerste substituten » vervangen door de woorden « , de eerste substituten, de eerste substituut-procureur des Konings die de functie van adjunct-procureur des Konings van Brussel uitoefent en de eerste substituut-arbeidsauditeur die de functie van adjunct-arbeidsauditeur van Brussel uitoefent ».
Art. 27.In artikel 259decies, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het woord « rechtscolleges » vervangen door het woord « hoven ».
Art. 28.In artikel 288 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 1997, 9 juli 1997, 22 december 1998, 21 juni 2001, 17 mei 2006 en 25 april 2007, wordt het elfde lid aangevuld met de volgende zinnen : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel geschiedt de installatie van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers en griffiers voor een kamer of vakantiekamer van de Franstalige of Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het diploma van licentiaat, doctor of master in de rechten waarvan zij houders zijn dan wel, wat de hoofdgriffiers en griffiers betreft, naargelang de bewezen taalkennis. ».
Art. 29.Artikel 318 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 21 juni 2001, wordt aangevuld met twee leden, luidende : « De dienst der zitting van de leden van het parket van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en de Nederlandstalige rechtbank van koophandel te Brussel, wordt bepaald door de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde en de procureur des Konings van Brussel of de adjunct-procureur des Konings van Brussel. De dienst der zitting van de leden van het parket van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en de Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel wordt bepaald door de procureur des Konings van Brussel.
De dienst der zitting van de leden van het parket van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel wordt bepaald door de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en de arbeidsauditeur van Brussel of de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel. De dienst der zitting van de leden van het parket van de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel wordt bepaald door de arbeidsauditeur van Brussel. ».
Art. 30.In artikel 331, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 11° wordt aangevuld met de woorden « de substituten van de procureur des Konings bedoeld in artikel 43, § 5bis, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, zonder vergunning van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde;»; 2° het 14° wordt aangevuld met de woorden « de vrederechters en de rechters bij de politierechtbanken in het gerechtelijk arrondissement Brussel, zonder vergunning van de voorzitter van de Franstalige of Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het diploma van licentiaat, doctor of master in de rechten waarvan zij houders zijn;».
Art. 31.In artikel 373 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de bepalingen onder 3° en 4° vervangen als volgt : « 3° een maandelijkse toelage van 110 euro aan de leden van de griffies, van de parketsecretariaten en de personeelsleden van niveau A die het bewijs leveren van de grondige kennis van de tweede taal, zoals bepaald in artikel 53, § 6, derde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, op voorwaarde dat zij hun ambt uitoefenen bij een rechtscollege waar ten minste een gedeelte van de magistraten of van de leden van de griffie of het parketsecretariaat krachtens de voornoemde wet het bewijs moeten leveren van de kennis van meer dan een landstaal;4° een maandelijkse toelage van 60 euro aan de leden van de griffies, van de parketsecretariaten en de personeelsleden van niveau A die het bewijs leveren van de functionele kennis van de tweede taal, zoals bepaald in artikel 53, § 6, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, op voorwaarde dat zij hun ambt uitoefenen bij een rechtscollege waar ten minste een gedeelte van de magistraten of van de leden van de griffie of het parketsecretariaat krachtens de voornoemde wet het bewijs moeten leveren van de kennis van meer dan een landstaal.»; b) het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De premie bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°, wordt enkel toegekend aan de leden van de griffies, van de parketsecretariaten, en de personeelsleden van niveau A die in dienstactiviteit zijn en een wedde genieten.De premie wordt tegelijk met de wedde vereffend. Bij onvolledige prestaties wordt zij naar rata van de geleverde prestaties uitbetaald. ».
Art. 32.Artikel 383bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 31 januari 1986, wordt aangevuld met de volgende zinnen : « Wat de vrederechters en de rechters in de politierechtbank in het gerechtelijk arrondissement Brussel betreft, wordt het voorstel gedaan door de voorzitter van de Franstalige of Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg naar gelang van de taal van het diploma van licentiaat, doctor of master in de rechten waarvan zij houders zijn. ».
Art. 33.Artikel 398 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 maart 1997, wordt aangevuld met vier leden, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel heeft de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg een recht van toezicht op de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en op de Nederlandstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt, met betrekking tot de vredegerechten, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door haar aangeduide beslissingen met het oog op een consensus.
De Franstalige rechtbank van eerste aanleg heeft een recht van toezicht op de Franstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg hebben gezamenlijk een recht van toezicht op de vredegerechten met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De beslissingen worden overlegd in consensus.
Bij gebrek aan consensus in geval van de toepassing van het tweede en het vierde lid, neemt de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel de beslissing. ».
Art. 34.Artikel 403, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 17 februari 1997, 20 mei 1997, 10 juni 2006 en 25 april 2007, wordt aangevuld als volgt : « De procureur des Konings van Halle-Vilvoorde en de procureur des Konings van Brussel oefenen gezamenlijk hun toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en van de Nederlandstalige rechtbank van koophandel. De beslissingen worden overlegd in consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide procureurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing. De procureur des Konings van Brussel oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst en de griffiers van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en de Franstalige rechtbank van koophandel, de hoofdgriffiers en de griffiers van de vredegerechten en van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, van de Franstalige rechtbank van koophandel en van de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De procureur des Konings van Halle-Vilvoorde oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffiers, de griffiers, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de vredegerechten en van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde. De procureur des Konings van Brussel wordt, wat de vredegerechten betreft, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen, met het oog op consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide procureurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing. De arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en de arbeidsauditeur van Brussel oefenen gezamenlijk hun toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers en de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank. De beslissingen worden overlegd in consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide arbeidsauditeurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing. De arbeidsauditeur van Brussel oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers en de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Franstalige arbeidsrechtbank. ».
Art. 35.Artikel 410, § 1, 1°, vierde streepje, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 7 juli 2007, wordt aangevuld met zes leden, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel is de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg bevoegd ten aanzien van de vrederechters en rechters in de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en ten aanzien van de rechters in de Nederlandstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Ten aanzien van de vrederechters die zetelen in de vredegerechten van het gerechtelijk kanton met zetel te Kraainem en Sint-Genesius-Rode en van het gerechtelijk kanton met zetel te Meise, zijn de voorzitters van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg gezamenlijk bevoegd. De beslissingen worden overlegd in consensus.
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt, met betrekking tot de andere vredegerechten, met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen met het oog op een consensus.
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg is bevoegd ten aanzien van de rechters in de Franstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De voorzitters van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg zijn gezamenlijk bevoegd ten aanzien van de vrederechters van de vredegerechten met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. De beslissingen worden overlegd in consensus.
Bij gebrek aan consensus in geval van de toepassing van het derde, vierde en zesde lid, neemt de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel de beslissing. ».
Art. 36.In artikel 515 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 26 februari 1981 en 6 april 1992, wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel wordt het advies ingewonnen bij beide procureurs des Konings. ».
Art. 37.In deel II, boek IV, van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk XI ingevoegd, luidende « Algemene bepaling ».
Art. 38.In hoofdstuk XI van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 37, wordt een artikel 555quinquies ingevoegd, luidende : «
Art. 555quinquies.In het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de in dit boek bedoelde adviezen en opdrachten van de procureur des Konings uitgebracht en uitgevoerd door de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde indien het een benoeming betreft in een standplaats in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, of door de procureur des Konings van Brussel indien het een benoeming betreft in een standplaats in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. ».
Art. 39.In artikel 569, tweede en derde lid, van hetzelfde Wetboek, respectievelijk vervangen bij de wet van 22 april 1999 en ingevoegd bij de wet van 28 juni 1984, worden de woorden « is alleen de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » telkens vervangen door de woorden « zijn alleen de rechtbanken van eerste aanleg te Brussel ».
Art. 40.Artikel 572 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 30 juni 1994, wordt aangevuld met een lid, luidende : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel beëdigt de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg of de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het benoemingsbesluit. Indien het benoemingsbesluit opgesteld is in het Nederlands en het Frans, geldt de taal van het diploma. ».
Art. 41.In deel III, titel III, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 638bis ingevoegd, luidende : «
Art. 638bis.Voor het gerechtelijk arrondissement Brussel, worden de in deze titel vernoemde begrippen « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel », « voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel » of « voorzitter van de arbeidsrechtbank te Brussel », gelezen als « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel », « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel », « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel. ». HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek
Art. 42.In artikel 1, van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° afdeling 4 wordt aangevuld met een lid, luidende : « De hierboven vermelde kantons vormen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.»; 2° in afdeling 5 wordt tussen het negende en het tiende lid een lid ingevoegd, luidende : « De hierboven vermelde kantons vormen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde.».
Art. 43.In artikel 3, punt 7, van hetzelfde bijvoegsel, gewijzigd bij de wet van 25 maart 1999, worden de woorden « Deze rechtbank heeft » vervangen door de woorden « De Franstalige en Nederlandstalige politierechtbanken hebben ».
Art. 44.In artikel 4, punt 7, van hetzelfde bijvoegsel wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De zetel van de Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken en rechtbanken van koophandel is gevestigd te Brussel. ». HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art. 45.In artikel 1 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, vervangen door de wet van 23 september 1985, worden de woorden « alsook voor de Franstalige rechtbanken van het arrondissement Brussel, » ingevoegd tussen het woord « Verviers, » en het woord « wordt ».
Art. 46.In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen door de wet van 23 september 1985, worden de woorden « alsook voor de Nederlandstalige rechtbanken van het arrondissement Brussel, » ingevoegd tussen het woord « Leuven » en het woord « wordt ».
Art. 47.In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 64 van 29 november 1939, het Regentbesluit van 26 juni 1947 en de wetten van 9 augustus 1963, 10 oktober 1967, 23 september 1985 en 11 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, derde lid, wordt aangevuld met de woorden : « indien het een rechtspleging betreft die werd ingeleid voor de vrederechter, dan wel naar de anderstalige rechtbank van het arrondissement wordt verwezen, indien het een rechtspleging betreft die werd ingeleid voor de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel of de politierechtbank. »; 2° § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt : « De rechter doet op staande voet uitspraak.Hij kan weigeren op de aanvraag in te gaan, indien uit de elementen van de zaak blijkt dat de verweerder een toereikende kennis bezit van de taal gebruikt voor het opmaken van de akte tot inleiding van het geding.
In afwijking van het tweede lid kan de rechter, wanneer de verweerder gedomicilieerd is in de Brusselse agglomeratie of in een van de zes randgemeenten in de zin van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik der talen in bestuurszaken, de vraag tot verwijzing of verandering van taal slechts weigeren om een van de twee volgende redenen : - als die vraag tegengesteld is aan de taal van de meerderheid van de pertinente dossierstukken; - als die vraag tegengesteld is aan de taal van de arbeidsverhouding.
Elke beslissing over een vraag tot verwijzing of verandering van taal wordt met redenen omkleed en bij gerechtsbrief of per fax zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht. Bij gebrek aan beroep ingediend binnen de in artikel 23quater bedoelde termijn, wordt de beslissing uitvoerbaar op de minuut en voor registratie, zonder andere rechtspleging of vormvereisten. »; 3° een § 2bis wordt ingevoegd, luidende : « § 2bis.Wanneer de verweerder een administratieve overheid is, kan de rechter weigeren in te gaan op de vraag tot verwijzing naar de rechtbank van de andere taalrol of tot verandering van taal, als uit de elementen van de zaak blijkt dat zij een toereikende kennis bezit van de taal gebruikt voor het opmaken van de akte tot inleiding van het geding.
De beslissing van de rechter wordt met redenen omkleed en zo spoedig mogelijk bij gerechtsbrief of fax ter kennis gebracht. Bij gebrek aan beroep ingediend binnen de in artikel 23quater bedoelde termijn, wordt de beslissing uitvoerbaar op de minuut en voor registratie, zonder andere rechtspleging of vormvereisten. ».
Art. 48.In artikel 5, vierde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985 en 11 juli 1994, wordt het woord « Franstalige »ingevoegd tussen de woorden « naar de » en de woorden « politierechtbank van Brussel ».
Art. 49.In artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt § 2 vervangen als volgt : « § 2. Wanneer, in dezelfde zaak, verscheidene verweerders zijn en, krachtens artikel 4, de keuze van de taal der rechtspleging aan de verweerder behoort, wordt de taal gebruikt die door de meerderheid wordt gevraagd. Evenwel kan de rechter weigeren op die aanvraag in te gaan, indien uit de elementen van de zaak blijkt dat de meerderheid van de verweerders voldoende de taal kent die werd gebruikt voor het opmaken van de akte tot inleiding van het geding. Wanneer de meerderheid van de verweerders die de taalwijziging of verwijzing vragen gevestigd is in een van de 19 Brusselse gemeenten of in een van de zes randgemeenten is gevestigd in de zin van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik der talen in bestuurszaken, kan de rechter het verzoek tot verwijzing of tot verandering van taal slechts om een van de twee volgende redenen weigeren : - wanneer dit verzoek tegengesteld is aan de taal van de meerderheid van de pertinente dossierstukken; - wanneer dit verzoek tegengesteld is aan de taal van de arbeidsverhouding.
In geval van gelijkheid duidt de rechter zelf de taal aan waarin de rechtspleging moet worden voortgezet, daarbij rekening houdend met de behoeften van de zaak.
De rechter doet op staande voet een uitspraak. Zijn beslissing is met redenen omkleed en wordt zo snel mogelijk bij gerechtsbrief of per fax betekend. Indien er binnen de in artikel 23quater bedoelde termijn geen beroep wordt ingesteld, wordt de beslissing uitvoerbaar op de minuut en vóór registratie, zonder andere rechtspleging noch vormvereisten. ».
Art. 50.In artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 64 van 29 november 1939, het Regentbesluit van 26 juni 1947, en de wetten van 9 augustus 1963, 23 september 1985 en 11 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « § 1.Wanneer de partijen eenstemmig vragen dat de rechtspleging wordt voortgezet in het Nederlands of het Duits voor de in artikel 1 en artikel 4, § 1, bedoelde gerechten, of in het Frans of het Duits voor de in artikelen 2, 3 en 4, § 1, bedoelde gerechten, of in het Nederlands voor de in artikel 2bis bedoelde gerechten, wordt de zaak verwezen naar het gerecht van dezelfde rang en van de gevraagde taal van hetzelfde arrondissement of naar het gerecht van dezelfde rang dat in een ander taalgebied gevestigd is en het meest nabij is of naar het gerecht van dezelfde rang uit een ander taalgebied, dat door de partijen gezamenlijk wordt gekozen. Wanneer deze aanvraag wordt gedaan bij een vredegerecht met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, wordt de procedure echter voortgezet in de gevraagde taal. »; 2° paragraaf 1, derde lid, wordt aangevuld met de volgende zinnen : « Onverminderd de voorgaande bepalingen gebeurt de aanvaarding hetzij op de inleidende zitting, hetzij door middel van een schrijven aan de griffie van het rechtscollege waarbij de zaak aanhangig wordt gemaakt, na ontvangst van de betekening of van de kennisgeving van de gedinginleidende akte, dit ten laatste acht dagen vóór de inleidende zitting.Wanneer de partijen de aanvraag op de inleidende zitting aanvaarden, geldt het proces-verbaal van de onderlinge aanvaarding als verzoek bedoeld in § 2. »; 3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Het gezamenlijk schriftelijk verzoek tot taalwijziging wordt, voor alle verweer en exceptie, zelfs van onbevoegdheid, bij de griffie van het betrokken rechtscollege ingediend. De rechter neemt binnen een termijn van vijftien dagen na indiening van dit verzoek een beschikking. Bij gebrek aan een beschikking binnen deze termijn geldt het gebrek aan beschikking als doorverwijzing of aanvaarding van de verandering van taal. De griffie geeft de beschikking, of het gebrek aan beschikking, ter kennis aan de partijen en in voorkomend geval aan de rechtbank waarnaar de zaak wordt verwezen. De rechter beveelt ambtshalve de verwijzing niettegenstaande de regels der territoriale bevoegdheid. Zijn beslissing wordt zo snel mogelijk bij gerechtsbrief en per fax ter kennis gegeven. Onverminderd het beroep voorzien in artikel 23quater, is de beslissing niet vatbaar voor verzet of beroep.
De beslissing, of de afwezigheid van beslissing binnen de voorgeschreven termijn, is uitvoerbaar op de minuut en voor registratie, zonder andere rechtspleging noch vormvereisten. Indien het beroep voorzien in artikel 23quater open staat, is de weigeringsbeslissing gelijkelijk uitvoerbaar tenzij beroep wordt ingesteld binnen de in deze bepaling voorziene termijn.
Ter benaarstiging van een van de partijen, brengt de griffier de zaak op de rol, zonder kosten. ».
Art. 51.Artikel 7bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 9 augustus 1963 en gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994 en 25 maart 1999, wordt vervangen als volgt : «
Art. 7bis.§ 1. Voor de vredegerechten van Kraainem, Sint-Genesius-Rode en Meise kan de verweerder met woonplaats te Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem vragen dat de rechtspleging in de Franse taal wordt voortgezet, voor alle verweer en alle exceptie, zelfs van onbevoegdheid.
De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt mondeling gedaan door de verweerder die in persoon verschijnt. Ze wordt schriftelijk ingediend wanneer de verweerder bij lasthebber verschijnt.
De rechter doet op staande voet uitspraak. Hij kan het verzoek tot verandering van taal slechts om een van de twee volgende redenen weigeren : - wanneer dit verzoek tegengesteld is aan de taal van de meerderheid van de pertinente dossierstukken; - wanneer dit verzoek tegengesteld is aan de taal van de arbeidsverhouding.
Zijn beslissing wordt met redenen omkleed en wordt zo snel mogelijk bij gerechtsbrief of per fax ter kennis gegeven. Indien er binnen de in artikel 23quater bedoelde termijn geen beroep wordt ingesteld, wordt de beslissing uitvoerbaar op de minuut en voor registratie, zonder andere rechtspleging noch vormvereisten. § 2. De in § 1 omschreven regels zijn eveneens van toepassing op de politierechtbanken te Halle en te Vilvoorde, die zitting houden in de aangelegenheden bedoeld in artikel 601bis van het Gerechtelijk Wetboek.
In dat geval draagt de rechter de zaak over aan de Franstalige politierechtbank te Brussel. ».
Art. 52.In dezelfde wet wordt een artikel 7ter ingevoegd, luidende : «
Art. 7ter.In afwijking van de voorgaande artikelen, wanneer de partijen in het gerechtelijk arrondissement Brussel gedomicilieerd zijn en indien zij, na het ontstaan van het geschil, een onderlinge overeenstemming bereiken wat de taal van de rechtspleging betreft, kunnen zij krachtens artikel 706 van het Gerechtelijk Wetboek vrijwillig voor de Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van hun keuze verschijnen of er een gezamenlijk verzoekschrift indienen.
Wanneer een derde door een van de partijen die vrijwillig verschijnen in het geding wordt betrokken, is artikel 6, § 2, van toepassing. ».
Art. 53.In artikel 15, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1994, wordt het tweede lid vervangen als volgt : « In dat geval draagt de rechter de zaak over aan de Franstalige politierechtbank van het arrondissement Brussel. ».
Art. 54.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIter ingevoegd, luidende : « Hoofdstuk IIter. - Rechtsmiddelen voor de verzoeken die voor de rechtbanken van het arrondissement Brussel worden ingediend ».
Art. 55.In hoofdstuk IIter, ingevoegd bij artikel 54, wordt een artikel 23quater ingevoegd, luidende : «
Art. 23quater.Bij de in artikel 73, tweede lid, en in artikel 75bis van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde Franstalige en Nederlandstalige arrondissementsrechtbanken, die gezamenlijk bij uitsluiting bevoegd zijn in volle rechtsmacht, worden volgens een procedure zoals in kort geding, beroepen ingesteld door de partijen in geval van schending door de burgerlijke rechtscolleges of de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel van de artikelen 3 tot 7, 7bis, 7ter, 15 en 23.
Het beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, met redenen omkleed en binnen vijftien dagen na ontvangst van de beslissing over het verzoek tot taalwijziging per aangetekende brief en fax ingesteld.
Een kopie van het beroep wordt binnen dezelfde termijn per brief of fax aan de oorspronkelijk gevatte rechtbank en aan de partijen overgemaakt. De partij die het beroep instelt, vermeldt expliciet het adres en het faxnummer waarop de beslissing haar kan worden ter kennis gegeven.
Wanneer een beroep wordt ingesteld met inachtneming van de voorgaande vormen, wordt de procedure voor de rechter bij wie de vordering oorspronkelijk aanhangig is gemaakt en, wanneer het gaat om de politierechtbank, de verjaring van de oorspronkelijke rechtsvordering opgeschort totdat de beslissing van de arrondissementsrechtbank ter kennis gegeven wordt.
De arrondissementsrechtbank geeft kennis van zijn beslissing per brief of fax aan alle partijen alsook aan de rechter bij wie de zaak aanvankelijk aanhangig werd gemaakt.
Deze beslissing is niet vatbaar voor verzet of beroep. ».
Art. 56.In artikel 42 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « bestaat de Brusselse agglomeratie » vervangen door de woorden « bestaan de Brusselse agglomeratie en het administratief arrondissement Brussel »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « Voor de toepassing van deze wet, bestaat het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde uit de kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse en Zaventem, en Vilvoorde.».
Art. 57.In artikel 43 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967, 15 juli 1970, 23 september 1985, 4 augustus 1986, 11 juli 1994, 22 december 1998, 17 juli 2000, 17 mei 2006 en 18 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « Niemand kan in de provincies en de arrondissementen genoemd in artikel 1 benoemd worden » vervangen door de woorden « Onverminderd §§ 4 tot 4ter kan niemand worden benoemd in de rechtscolleges bedoeld in artikel 1 »;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « Niemand kan in de provinciën West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en in het arrondissement Leuven, benoemd worden » vervangen door de woorden « Onverminderd §§ 4 tot 4ter kan niemand worden benoemd in de rechtscolleges bedoeld in artikel 2 »;3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.In het gerechtelijk arrondissement Brussel moeten de korpschefs van de Franstalige en Nederlandstalige rechtbanken en, onverminderd § 3, de werkende, plaatsvervangende of toegevoegde vrederechters, een grondige kennis van de andere taal hebben, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. »; 4° er wordt een § 4ter ingevoegd, luidende : « § 4ter.De procureur des Konings van Halle-Vilvoorde moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij geslaagd is voor de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Nederlandse taal en moet een grondige kennis van het Frans aantonen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid.
De arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij geslaagd is voor de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Nederlandse taal en moet een grondige kennis van het Frans aantonen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. »; 5° er wordt een § 4quater ingevoegd, luidende : « § 4quater.De procureur des Konings van Brussel moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij geslaagd is voor de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Franse taal en moet een grondige kennis van het Nederlands aantonen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. De adjunct-procureur des Konings van Brussel moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij geslaagd is voor de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Nederlandse taal en moet een grondige kennis van het Frans aantonen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid.
De arbeidsauditeur van Brussel moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in het Frans heeft afgelegd en hij moet aantonen dat hij over een grondige kennis van het Nederlands beschikt overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. De adjunct-arbeidsauditeur van Brussel moet aan de hand van zijn diploma aantonen dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd en moet aantonen dat hij over een grondige kennis van het Frans beschikt overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. »; 6° in § 5, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « In het gerechtelijk arrondissement Brussel is zowel in de Franstalige als in de Nederlandstalige rechtbanken, met inbegrip van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, een derde van de magistraten tweetalig en beschikken ze over een functionele kennis van de andere taal, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, derde lid.Evenwel, onder respectievelijk het derde tweetalige magistraten van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en het derde tweetalige magistraten van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg moeten twee onderzoeksrechters aantonen dat ze een grondige kennis hebben van de andere taal overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid. »; 7° in § 5, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de zin « De verhouding tussen het totaal aantal magistraten met een diploma van doctor in de rechten in het Nederlands en het aantal magistraten met een diploma van doctor in de rechten in het Frans, wordt voor iedere rechtbank en voor ieder parket vastgesteld volgens het aantal kamers die kennis nemen van de zaken in het Nederlands en het aantal kamers die kennis nemen van de zaken in het Frans.» wordt opgeheven; b) de woorden « worden de Nederlandse, respectievelijk Franse rechtsplegingen » worden vervangen door de woorden « De Nederlandse, respectievelijk Franse rechtsplegingen worden »;8° paragraaf 5 wordt aangevuld met acht leden, luidende : « De kaders en de taalkaders worden vastgelegd op basis van de werklastmeting van de dossiers in de respectievelijke talen, middels een uniform registratiesysteem, uiterlijk op 1 juni 2014. Hiertoe zal de minister van Justitie, onverminderd artikel 352bis van het Gerechtelijk Wetboek, de parameters en de methodologie van de werklastmeting aannemen en zal hij in voorkomend geval alle andere nodige maatregelen nemen, waaronder de delegatie aan een externe instelling.
Deze werklastmeting kan er niet toe leiden dat het respectievelijk aantal magistraten van elke taalgroep vermindert, gedefinieerd op basis van het negende lid.
In afwachting van de vastlegging van de kaders en de taalkaders voor de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken, volgens de werklast : a) komen de Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg respectievelijk overeen met 20 % en 80 % van de bestaande kaders op de datum waarop deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten;b) komen de Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de rechtbank van koophandel respectievelijk overeen met 40 % en 60 % van de bestaande kaders op de datum waarop deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. Onder toezicht van de minister van Justitie wordt een monitoringcomité opgericht zodra de in het negende lid bedoelde voorlopige kaders in werking treden. Dit comité heeft inzonderheid als taak om op voortdurende basis toezicht te houden op de evolutie van de gerechtelijke achterstand.
De magistraten die het door het Nederlandse taalkader bepaalde aantal overschrijden, worden tijdelijk in een uitdovingskader geplaatst.
Echter, indien op een ogenblik tussen 1 januari 2012 en de inwerkingtreding van deze bepaling het aantal Nederlandstalige magistraten, in een kader, 27 % van dat kader vermeerderd met het aantal toegevoegde magistraten overschrijdt, en dit aantal daalt onder die 27 %, wordt er voorzien in de vervanging van die magistraten tot aan die 27 % gedurende het jaar dat volgt op de datum van inwerkingtreding van de in artikel 61, eerste lid, van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel bedoelde hervorming.
Indien de werklastmeting niet binnen deze termijn is afgerond, worden de magistraten die de 20 % overschrijden in een uitdovingskader geplaatst. »; 9° een § 5bis wordt ingevoegd, luidende : « § 5bis.Het in artikel 150, § 2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde parket van Halle-Vilvoorde wordt aangevuld overeenkomstig artikel 150, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek met een aantal substituten van het parket van Brussel dat overeenkomt met 20 % van het aantal substituten van het parket van Halle-Vilvoorde, waarheen zij worden gedetacheerd, en die houders zijn van een diploma van doctor of licentiaat in de rechten afgeleverd in het Frans, en die hun functionele kennis van het Nederlands hebben aangetoond door middel van het examen bedoeld in artikel 43quinquies, § 1, derde lid.
Het aantal van de substituten van Halle-Vilvoorde komt overeen met 20 % van het kader van het parket van Brussel op de datum waarop deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. Het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde is samengesteld uit substituten die tot de Nederlandse taalrol behoren, waarvan een derde over een functionele kennis van het Frans beschikt, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, derde lid.
Op vraag van een van de twee procureurs des Konings kan een evaluatie van de relevantie van dit percentage worden uitgevoerd binnen de drie jaar na inwerkingtreding van deze bepaling. De Koning bepaalt de nadere regels van deze evaluatie. »; 10° een § 5ter wordt ingevoegd, luidende : « § 5ter.Het kader van het parket van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek komt overeen met het kader van het parket van Brussel op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling, vermeerderd met de toegevoegde magistraten, en verminderd met 20 % van de magistraten overeenkomstig artikel 43, § 5bis, tweede lid.
Dit kader is samengesteld uit een vijfde Nederlandstaligen en vier vijfde Franstaligen, in afwachting van het vastleggen van de kaders overeenkomstig artikel 43, § 5, zesde en zevende lid. De werklastmeting kan er niet toe leiden dat het respectievelijk aantal magistraten van elke taalgroep vermindert, gedefinieerd op basis van dit lid.
De substituten bedoeld in artikel 43, § 5bis, eerste lid, worden toegevoegd aan het Franstalig kader van het parket van Brussel.
Op het geheel van de magistraten, beschikt een derde over een functionele kennis van de andere taal dan diegene van hun diploma, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, derde lid. »; 11° een § 5quater wordt ingevoegd, luidende : « § 5quater.Het in artikel 152, § 2, 1° van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde auditoraat van Halle-Vilvoorde wordt aangevuld overeenkomstig artikel 152, § 3, van hetzelfde Wetboek met een aantal substituten van het auditoraat van Brussel, dat overeenstemt met 20 % van het aantal substituten van het auditoraat van Halle-Vilvoorde, waarheen zij worden gedetacheerd, en die drager zijn van een diploma van doctor of licentiaat in de rechten afgeleverd in het Frans, en die hun functionele kennis van het Nederlands hebben aangetoond door middel van het examen bedoeld artikel 43quinquies, § 1, derde lid.
Het aantal van de substituten van Halle-Vilvoorde komt overeen met 20 % van het personeelsbestand van het kader van het auditoraat van Brussel op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. Het auditoraat van Halle-Vilvoorde is samengesteld uit substituten die tot de Nederlandse taalrol behoren, waarvan een derde over een functionele kennis van het Frans beschikt, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, derde lid.
Op vraag van een van de twee arbeidsauditeurs zal de relevantie van dit percentage kunnen worden geëvalueerd binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van deze bepaling. De Koning bepaalt de nadere regels van deze evaluatie. »; 12° een § 5quinquies wordt ingevoegd, luidende : « § 5quinquies.Het kader van het auditoraat van Brussel bedoeld in artikel 152, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek stemt overeen met het kader van het auditoraat van Brussel op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling, vermeerderd met de toegevoegde magistraten, en verminderd met 20 % van de magistraten overeenkomstig artikel 43, § 5quater, tweede lid.
Dit kader zal samengesteld zijn uit een vijfde Nederlandstaligen en vier vijfden Franstaligen, in afwachting van de vastlegging van de kaders overeenkomstig artikel 43, § 5, zesde en zevende lid. De werklastmeting kan er niet toe leiden dat het respectievelijk aantal magistraten van elke taalgroep vermindert, gedefinieerd op basis van dit lid.
De substituten bedoeld in artikel 43, § 5quater, eerste lid, worden toegevoegd aan het Franstalig kader van het auditoraat van Brussel.
Op het geheel van de magistraten, beschikt een derde over een functionele kennis van de andere taal dan diegene van hun diploma, overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, derde lid. ».
Art. 58.In artikel 53 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1957, 15 februari 1961, 9 augustus 1963, 23 september 1985, 11 juli 1994, 21 december 1994, 27 april 2001, 10 april 2003, 26 april 2005 et 25 april 2007 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De in artikel 43, § 5, zesde tot negende lid, bepaalde verdeelsleutels zijn van toepassing voor de vaststelling van de kaders van de griffiers, de referendarissen en de personeelsleden die aan de griffies van de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken van Brussel, met inbegrip van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zijn verbonden.Om de bestaande kaders te bepalen waarop deze sleutels van toepassing zijn, wordt rekening gehouden met de op de datum van inwerkingtreding van huidige bepaling en bovenop het wettelijk bepaalde kader toegekende opdrachten tot griffier. De statutaire of contractuele personeelsleden die de opdracht tot griffier zijn toegekend op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling worden meegerekend als griffiers. »; 2° in § 3, worden tussen het eerste en het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende : « Voor de personeelsleden die zijn verbonden aan de griffies en de referendarissen, worden deze kaders bepaald door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en met inachtneming van de volgende principes : 1° om de bestaande kaders te bepalen, wordt rekening gehouden met de op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling toegestane wervingsmachtigingen, bovenop het door de Koning bepaald kader, aan personeelsleden van het niveau D;2° bij de vaststelling van de kaders wordt een onderscheid gemaakt tussen : a) de referendarissen;b) de niveaus B, C en D. Onverminderd het vierde lid, dienen in het gerechtelijk arrondissement Brussel de griffiers van de vredegerechten en een derde van de griffiers, respectievelijk van de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken van Brussel, met inbegrip van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad het bewijs te leveren van de kennis van het Frans en van het Nederlands. »; 3° in § 6 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende : « Evenwel, wat de griffiers van de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken van Brussel betreft, met inbegrip van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, andere dan de hoofdgriffiers, heeft het examen betrekking op de actieve en passieve mondelinge kennis en op de passieve schriftelijke kennis van de andere taal.»; 4° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende : « Voor de in § 3, derde lid, bedoelde regel alsook in de artikelen 54bis en 54ter, wordt als houdende een functionele kennis van de in het vierde lid bedoelde andere taal, tijdelijk rekening gehouden met de personen die zich ertoe verbinden het in dat lid bedoelde examen af te leggen in het jaar na hun indiensttreding en voor zover ze aantonen dat ze lessen volgen om deze taal te leren.Als ze niet deelnemen aan of niet slagen voor het examen binnen deze termijn, wordt er een einde gesteld aan hun ambt, behalve als de voornoemde regel op dat moment wordt nageleefd voor het ambt dat ze uitoefenen in de betrokken griffie of het betrokken parketsecretariaat. ».
Art. 59.Artikel 54bis van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 25 april 2007, wordt hersteld als volgt : «
Art. 54bis.De in artikel 43, § 5bis, tweede lid, § 5ter, § 5quater, tweede lid, en § 5quinquies, bepaalde verdeelsleutels zijn van toepassing voor de vastlegging van de kaders van de parketsecretarissen, de parketjuristen en de personeelsleden die zijn verbonden aan de parketsecretariaten van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Deze kaders worden vastgelegd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met inachtneming van de volgende principes : 1° om de bestaande kaders te bepalen waarop deze verdeelsleutels van toepassing zijn, wordt rekening gehouden met de opdrachten en de wervingsmachtigingen bovenop het door de Koning bepaalde kader, op de datum van inwerkingtreding van huidige bepaling;2° bij de vaststelling van de kaders wordt een onderscheid gemaakt tussen : a) de secretarissen;b) de parketjuristen;c) de niveaus B, C en D;3° de statutaire of contractuele personeelsleden die opdrachten hebben in parketsecretarisfuncties op de datum van inwerkingtreding van deze bepaling worden meegerekend als parketsecretarissen. Een derde van de parketsecretarissen van elk parket in het gerechtelijk arrondissement Brussel moet zijn kennis van het Frans en het Nederlands aantonen. Deze kennis wordt gerechtvaardigd door het voorleggen van een studiegetuigschrift in een onderwijsinstelling. De kennis van de andere taal dan die van het getuigschrift is de kennis bedoeld in artikel 53, § 6, derde lid, wat de hoofdsecretarissen betreft, en de kennis bedoeld in artikel 53, § 6, vierde lid, voor de andere secretarissen. ».
Art. 60.Artikel 54ter, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 april 2005 en gewijzigd bij de wet van 10 juni 2006, wordt vervangen als volgt : « § 1. De artikelen 53, §§ 1 tot 4 en 6, eerste lid, 54 en 54bis zijn van toepassing op de deskundigen, de administratieve deskundigen en de assistenten, zowel in de griffies als in de parketsecretariaten, alsook, in het gerechtelijk arrondissement Brussel, op de referendarissen en de parketjuristen. ». HOOFDSTUK 5. - Diverse overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Art. 61.Deze wet, alsmede artikel 157bis van de Grondwet, treden in werking zodra elk van de nieuwe kaders en elk van de taalkaders voor 90 % overeenkomstig de artikelen 57 tot 60 ingevuld zijn.
De Koning stelt bij besluit vast dat de in het vorige lid bedoelde voorwaarden vervuld zijn. De bepalingen van deze wet zijn in hun geheel van toepassing de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid treden dit hoofdstuk en de artikelen 57 tot 60 in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Een comité ter opvolging van de procedure van de inwerkingtreding van de hervorming wordt opgericht vanaf de in het derde lid bedoelde inwerkingtreding.
Dit comité is samengesteld uit maximum vijftien leden, waaronder de eerste minister, de twee staatssecretarissen voor Staatshervorming, de minister van Justitie, en de minister belast met Ambtenarenzaken.
Dit comité stelt ten laatste op 30 december 2012 en op 30 juni 2013 een diagnose op van de stand van zaken bedoeld in het eerste lid, en bereidt de in voorkomend geval te nemen aanvullende maatregelen voor, teneinde te slagen in de inwerkingtreding van de hervorming op 1 januari 2014.
Art. 62.Voor de toepassing van artikel 61 zijn de volgende regels van toepassing.
Voorafgaand aan de door de Koning overeenkomstig artikel 61, tweede lid, bepaalde datum, gelden de kaders en de taalkaders vastgesteld overeenkomstig de artikelen 57 tot 60 respectievelijk als kaders en taalkaders van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel van het gerechtelijk arrondissement Brussel, van de politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, van het parket van de procureur des Konings van Brussel en van de arbeidsauditeur van Brussel.
Om te bepalen of de kaders en taalkaders bedoeld in artikel 43, § 5, zesde tot negende lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in een bepaalde rechtbank voor 90 % zijn ingevuld, wordt rekening gehouden met de toegevoegde rechters die bij deze rechtbanken zijn aangesteld, volgens de taal van hun diploma.
Om te bepalen of de kaders en taalkaders bedoeld in artikel 43, § 5, zesde tot negende lid, van diezelfde wet, in een bepaald parket voor 90 % zijn ingevuld, wordt rekening gehouden met de toegevoegde substituten die bij het parket van de procureur des Konings in Brussel zijn aangesteld, volgens de taal van hun diploma.
Om te bepalen of de kaders en taalkaders van de griffiers of de parketsecretarissen, respectievelijk bedoeld in de artikelen 53, § 3, en 54bis van diezelfde wet, voor 90 % zijn ingevuld, wordt rekening gehouden met de statutaire of contractuele personeelsleden die opdrachten tot griffier of parketsecretaris uitoefenen. Er wordt ook rekening gehouden met de personen van het Nederlandstalig taalkader die ermee hebben ingestemd krachtens artikel 64, § 4, opdrachten te krijgen tot griffier in de griffie van een Franstalige rechtbank.
Om te bepalen of de kaders en de taalkaders van de andere personeelsleden van de griffies of parketten voor 90 % zijn ingevuld, wordt rekening gehouden met de personen die er ambten uitoefenen in het kader van een arbeidsovereenkomst. Er wordt op dit niveau echter geen rekening gehouden met de personen die er ambten bij opdracht tot griffier of parketsecretaris uitoefenen. Er wordt binnen het kader waarin zij deze opdracht uitoefenen ook rekening gehouden met de personen van het Nederlandstalig taalkader die ermee hebben ingestemd opdrachten uit te oefenen in andere ambten dan die van griffier in een Franstalige rechtbank, krachtens artikel 64, § 4.
De magistraten en de personeelsleden die het aantal overschrijden dat is vastgelegd bij het Nederlandstalige of Franstalige kader van een rechtbank, een parket of een arbeidsauditoraat overeenkomstig artikel 43, § 5, zesde tot negende lid, §§ 5bis tot 5quinquies, 53, § 3, en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, worden in overtal geplaatst.
Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 43, § 5, twaalfde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, geeft een vertrek geen aanleiding tot een nieuwe vacante plaats in dit kader zolang er een overtal bestaat in een kader.
Art. 63.§ 1. Voor de toepassing van de artikelen 63 tot 72, wordt verstaan onder : 1° magistraat van de Franse taalrol : de magistraat die aan de hand van zijn diploma aantoont dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Franse taal heeft afgelegd;2° magistraat van de Nederlandse taalrol : de magistraat die aan de hand van zijn diploma aantoont dat hij de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Nederlandse taal heeft afgelegd;3° personeelslid : de griffiers, parketsecretarissen en de andere personeelsleden van de griffies en de parketsecretariaten, daarin begrepen de referendarissen en de parketjuristen die zijn aangesteld bij een rechtbank of parket als bedoeld in deze bepaling. Voor de toepassing van de artikelen 63 tot 72, zijn dezelfde regels van toepassing op de personeelsleden die zijn aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst, onder voorbehoud dat zij niet benoemd zijn bij de betrokken rechtbanken of parketten, maar er geplaatst. Indien de plaatsing een verandering van tewerkstellingsplaats inhoudt, wordt, met hun instemming, een bijvoegsel aan hun arbeidsovereenkomst gesloten. § 2. De magistraten van de Nederlandse taalrol, de assessoren in strafuitvoeringszaken en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, worden benoemd, van ambtswege en in voorkomend geval in overtal, bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Franse taalrol, de assessoren in strafuitvoeringszaken en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, worden van ambtswege benoemd bij de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Nederlandse taalrol, de rechters in handelszaken en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de rechtbank van koophandel van Brussel, worden benoemd, van ambtswege en in voorkomend geval in overtal, bij de Nederlandstalige rechtbank van koophandel van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Franse taalrol, de rechters in handelszaken en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de rechtbank van koophandel van Brussel, worden van ambtswege benoemd bij de Franstalige rechtbank van koophandel van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Nederlandse taalrol, de rechters in sociale zaken en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de arbeidsrechtbank van Brussel, worden benoemd, van ambtswege en in voorkomend geval in overtal, bij de Nederlandstalige arbeidsrechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Franse taalrol, de rechters in sociale zaken en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de arbeidsrechtbank van Brussel, worden van ambtswege benoemd bij de Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Nederlandse taalrol en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de politierechtbank van Brussel, worden benoemd, van ambtswege en in voorkomend geval in overtal, bij de Nederlandstalige politierechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Franse taalrol en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij de politierechtbank van Brussel, worden van ambtswege benoemd bij de Franstalige politierechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De magistraten van de Nederlandse taalrol en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, blijven, in voorkomend geval in overtal, bij dit parket benoemd. De toegevoegde substituten van de Nederlandse taalrol die zijn aangesteld om hun functies uit te oefenen bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, worden van ambtswege benoemd bij dit parket, in voorkomend geval in overtal, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
De in het negende lid bedoelde personen kunnen echter, wanneer ze dit uiterlijk in de drie maanden na de inwerkingtreding van dit artikel aanvragen, benoemd worden bij het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging. Indien het aantal aanvragen hoger is dan het aantal vacante plaatsen voor de betreffende graad of ambt, wordt prioriteit gegeven aan de aanvrager met de meeste dienstanciënniteit of, bij gelijke anciënniteit, aan de oudste. Indien er onvoldoende aanvragen zijn en er bijgevolg een overtal blijft bestaan in het Nederlands kader van het parket van de procureur des Konings van Brussel in de betreffende graad of ambt, worden de toegevoegde substituten en de personeelsleden met de minste dienstanciënniteit of, bij gelijke anciënniteit, de jongsten, van ambtswege benoemd bij het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde, ten belope van dit overtal. Indien er nog een overtal blijft in het Nederlands kader van de magistraten bij het parket van de procureur des Konings van Brussel, worden de andere magistraten met de minste dienstanciënniteit of, bij gelijke anciënniteit, de jongsten, van ambtswege benoemd bij het parket van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde.
De magistraten van de Franse taalrol en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, blijven benoemd bij dit parket.
De magistraten van de Nederlandse taalrol en de Nederlandstalige personeelsleden die benoemd zijn bij het parket van de arbeidsauditeur van Brussel blijven benoemd, in voorkomend geval in overtal, bij dit parket. Zij kunnen niettemin, indien zij dat aanvragen ten laatste drie maanden na de inwerkingtreding van dit artikel, benoemd worden bij het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging. Indien het aantal aanvragen hoger is dan het aantal vacante plaatsen voor de betrokken graad of ambt, wordt voorrang gegeven aan de aanvrager met de meeste dienstanciënniteit, of bij gelijke anciënniteit, aan de oudste. Indien er onvoldoende aanvragen zijn en er bijgevolg een overtal blijft bestaan bij het arbeidsauditoraat van Brussel, worden de magistraten en personeelsleden met de minste dienstanciënniteit, of bij gelijke anciënniteit de jongsten, van ambtswege benoemd bij het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde ten belope van dit overtal.
De magistraten van de Franse taalrol en de Franstalige personeelsleden die benoemd zijn bij het parket van de arbeidsauditeur van Brussel, blijven benoemd bij dit parket. § 3. In afwijking van artikel 86bis, negende lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden de toegevoegde rechters die door de Koning zijn aangewezen om hun ambt uit te oefenen in de rechtbank van eerste aanleg van Brussel of de arbeidsrechtbank van Brussel, benoemd, op basis van hun taalrol, in voorkomend geval in overtal, bij de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg of arbeidsrechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging.
In afwijking van artikel 69, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden de toegevoegde rechters die benoemd zijn bij de politierechtbank van Brussel, benoemd, op basis van hun taalrol, in voorkomend geval in overtal, hetzij bij de Nederlandstalige politierechtbank, hetzij bij de Franstalige politierechtbank van Brussel, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging. § 4. In functie van hun taalrol worden de plaatsvervangende rechters bij de politierechtbank, bij de rechtbank van eerste aanleg, bij de rechtbank van koophandel en bij de arbeidsrechtbank van Brussel, van ambtswege benoemd bij de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank die in de plaats komt van de ontdubbelde rechtbank waarbij zij zijn benoemd.
Art. 64.§ 1. Dit artikel is van toepassing zolang er een overtal bestaat bij de rechtbank, de griffie of het parket van het gerechtelijk arrondissement Brussel waar de magistraten of de personeelsleden hun ambt uitoefenen. § 2. Eens er een vacante betrekking is, kunnen de personeelsleden vragen in een vakklasse of een gelijkaardige graad definitief overgedragen te worden naar een ander hof, een andere rechtbank, een andere griffie, een ander parketsecretariaat of een andere steundienst, prioritair op de mutatietransfers overeenkomstig artikel 330quater van het Gerechtelijk Wetboek. § 3. Indien er na de toepassing van § 2 een overtal blijft, kent de minister van Justitie opdrachten toe aan de personeelsleden, naargelang het geval, in een griffie of een parketsecretariaat dichter bij hun woonplaats in de graad van hun benoeming of aanwijzing, in geval een betrekking open staat of tijdelijk niet waargenomen is of om tegemoet te komen aan bijzondere behoeften of bijstand te leveren aan bijkomende magistraten. Onverminderd artikel 65, bewaren zij er alle voordelen verbonden aan hun benoeming of aanwijzing.
De personeelsleden aan wie in hun benoemingsgraad een opdracht wordt toegekend, zullen daar prioritair benoemd worden zodra een betrekking vacant verklaard wordt. Indien aan meerdere personeelsleden een opdracht naar dezelfde griffie of naar hetzelfde parketsecretariaat wordt toegekend, komt de benoeming toe aan degene met de meeste dienstanciënniteit. Bij gelijke dienstanciënniteit komt de benoeming toe aan de oudste. § 4. Aan de Nederlandstalige personeelsleden die over een bewijs van kennis van de Franse taal als bedoeld in artikel 53, § 6, of 54ter van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken beschikken, kan, met hun instemming en op advies van de betrokken korpschefs, een opdracht tot griffier worden toegekend in de griffie van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel, van de Franstalige rechtbank van koophandel van Brussel, van de Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel en van de Franstalige politierechtbank van Brussel, ten belope van het aantal tweetaligen dat nog moet worden aangeworven om het vereiste een derde tweetaligen bij de betrokken rechtbank te bereiken.
Paragraaf 3, tweede lid, is niet van toepassing op de personeelsleden met opdracht overeenkomstig het eerste lid.
De opdracht wordt stopgezet ten laatste wanneer het overtal voor de uitgeoefende functie is weggewerkt in zijn rechtbank van oorsprong en naarmate er daar plaatsen vacant worden, met dien verstande dat die plaatsen worden toegekend in functie van de anciënniteit, en bij gelijke anciënniteit, aan het oudste personeelslid. Een personeelslid kan steeds afzien van deze voorrang. § 5. Aan de in artikel 63, § 2, zevende lid, bedoelde magistraten kan, met hun instemming, door de eerste voorzitter van het hof van beroep de opdracht worden toegekend om hun ambt tijdelijk uit te oefenen in een andere rechtbank binnen het rechtsgebied. Hun kan ook de opdracht worden toegekend bij een rechtbank van een ander rechtsgebied, met akkoord van de eerste voorzitter van het hof van beroep van dat rechtsgebied en het akkoord van de voorzitter van de rechtbank waarbij de opdracht zou worden toegekend om tijdelijk deze ambten uit te oefenen. Onverminderd artikel 65, bewaren zij er alle voordelen verbonden aan hun benoeming of aanduiding. Deze opdracht eindigt ten laatste wanneer er een plaats vacant is bij de Nederlandstalige politierechtbank.
Art. 65.De magistraten en de personeelsleden in overtal die een premie voor kennis van de andere taal genieten en die overeenkomstig artikel 64 definitief worden overgeplaatst via mutatie of een opdracht toegekend krijgen in een rechtbank waar de kennis van deze taal niet is vereist, ontvangen een herplaatsingspremie voor hetzelfde bedrag.
De magistraten van het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg of het parket van het arbeidsauditoraat die, op de overeenkomstig artikel 61, tweede lid, door de Koning vastgestelde datum, een premie krijgen voor de kennis van een andere taal, die benoemd zijn bij het parket van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en die geen premie krijgen omwille van de toepassing van artikel 357, § 4, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, krijgen een herplaatsingspremie voor hetzelfde bedrag.
Art. 66.De toepassing van deze wet kan geen afbreuk doen aan de wedden, weddeverhogingen en weddebijslagen van de magistraten en de personeelsleden. Zij bewaren alle voordelen verbonden aan hun benoeming of aanwijzing, onverminderd artikel 65.
De toegevoegde rechters en de toegevoegde substituten van de procureur des Konings die in toepassing van deze overgangsbepalingen van ambtswege benoemd worden bij een rechtbank of bij een parket, behouden de in artikel 357, § 1, eerste lid, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde weddebijslag echter niet.
Art. 67.De verworven anciënniteit bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, bij de rechtbank van koophandel van Brussel, bij de arbeidsrechtbank van Brussel, bij de politierechtbank van Brussel, bij het parket van de procureur des Konings van Brussel of van de arbeidsauditeur van Brussel, bij de griffies van die rechtbanken en bij de secretariaten van die parketten wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit van de magistraten en personeelsleden die overeenkomstig artikel 63 benoemd worden in de Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van Brussel, in de griffies van deze rechtbanken, in het parket van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde, of in de secretariaten van die parketten.
Art. 68.De houders van een definitief adjunct-mandaat dat loopt op de door de Koning conform artikel 61, tweede lid, vastgestelde datum, behouden dat mandaat bij de rechtbank of het parket waar ze benoemd zijn overeenkomstig artikel 63, in voorkomend geval in overtal.
De houders van een mandaat van korpschef, van een niet-definitief adjunct-mandaat, van een specifiek mandaat of van een mandaat van assessor in strafuitvoeringszaken, dat loopt op de door de Koning conform artikel 61, tweede lid, vastgestelde datum, behouden dat mandaat en worden geacht het uit te oefenen vanaf het moment dat zij zijn aangewezen in dit mandaat.
In voorkomend geval behouden zij het niet-definitieve adjunct-mandaat in overtal.
Art. 69.De evaluatoren die op basis van artikel 259decies van het Gerechtelijk Wetboek voor vijf jaar aangewezen zijn door de korpsvergaderingen van de gesplitste parketten en auditoraten en door de algemene vergaderingen van de ontdubbelde rechtbanken, blijven deze functie uitoefenen voor de resterende duur van het lopende mandaat in de Brusselse rechtbank of het Brusselse parket of auditoraat waarin zij hun ambt uitoefenden.
Art. 70.De aanwijzing als stagemeester op basis van artikel 259octies van het Gerechtelijk Wetboek blijft geldig na de ontdubbeling van de rechtbank of de splitsing van het parket.
Art. 71.De benoemingsprocedures voor de betrekkingen die als vacant zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad voor de inwerkingtreding van deze wet, worden afgesloten overeenkomstig de bepalingen die van kracht waren op de datum van die bekendmaking.
Art. 72.De voorwaarde van een derde tweetaligen, als vereist bij artikel 54ter van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken is slechts van toepassing, wat de referendarissen en parketjuristen betreft, op de referendarissen en parketjuristen die worden aangeworven na de datum die door de Koning is vastgesteld overeenkomstig artikel 61, tweede lid.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris voor Staatshervorming, M. WATHELET De Staatssecretaris voor Staatshervorming, S. VERHERSTRAETEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - Wetsvoorstel van de heren Bacquelaine en Dewael, Mevr.
Gerkens, de heren Giet en Lutgen, Mevr. Temmerman en de heren Terwingen en Van Hecke, 53 2140/001. - Advies van de Raad van State, 53 2140/002. - Amendementen, 53 2140/003 en 004. - Verslag, 53 2140/005. - Tekst aangenomen door de commissie (art. 78 van de Grondwet), 53 2140/006. - Tekst aangenomen door de commissie (art. 77 van de Grondwet), 53 2140/007. - Amendementen, 53 2140/008. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 53 2140/009.
Integraal Verslag. - 20 en 21 juni 2012.
Senaat Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, 5-1674 - Nr. 1. - Amendementen, 5-1674 - Nr. 2. - Verslag, 5-1674 - Nr.3. - Tekst verbeterd door de commissie, 5-1674 - Nr. 4. - Amendement, 5-1674 - Nr. 5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 5-1674 - Nr. 6.
Zie ook : Handelingen. - 10 en 12 juli 2012.