Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 09 september 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 18, 46, 47 en 48 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2005003680
pub.
09/09/2005
prom.
24/08/2005
ELI
eli/besluit/2005/08/24/2005003680/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 18, 46, 47 en 48 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 39, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, op artikel 39bis, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 december 1994 en op artikel 53nonies, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en gewijzigd bij de wet van 28 januari 2004;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 25 februari 1996;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992 tot regeling van de aangifte van de intracommunautaire verwerving van vervoermiddelen en van de betaling van de ter zake verschuldigde BTW, inzonderheid op artikel 5, § 2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 februari 2004 en 1 september 2004, op artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004 en op artikel 8, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992 met betrekking tot de levering van nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, van het Wetboek, verricht binnen de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek, inzonderheid op het opschrift, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, op artikel 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 25 februari 1996 en op artikel 4bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 juli 2005;

Gelet op advies nr. 38.722/2/V van de Raad van State, gegeven op 9 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 25 februari 1996, wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.Voor de landvoertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 39, § 1, 1°, van het Wetboek, en waarvoor bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) een aanvraag om inschrijving wordt ingediend, moet de uitvoer plaatsvinden uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op deze van de inschrijving.

Voor deze voertuigen kan enkel een tijdelijke nummerplaat evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs dat voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, worden aangevraagd.

Voor de landvoertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 39, § 1, 1°, van het Wetboek en waarvoor, overeenkomstig de reglementering betreffende de inschrijving van motorvoertuigen, formaliteiten dienen te worden nagekomen die het communautair karakter van deze voertuigen vastleggen, dient in het geval deze voertuigen niet het voorwerp uitmaken van enige aanvraag om inschrijving, de verkoper daarvan kennis te geven aan de Dienst van de douane gevestigd bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) op de door of vanwege de Minister van Financiën voorgeschreven wijze. »

Art. 2.Artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992 tot regeling van de aangifte van de intracommunautaire verwerving van vervoermiddelen en van de betaling van de terzake verschuldigde BTW, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004, wordt vervangen als volgt : « § 2. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing indien aan de persoon die gehouden is de belasting verschuldigd ter zake van de intracommunautaire verwerving van het vervoermiddel of een daarmee gelijkgestelde handeling te voldoen in de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek, door of vanwege de Minister van Financiën vergunning werd verleend om het vignet dat het communautair karakter van dat vervoermiddel vastlegt, zelf in te vullen op naam van een Belgisch douanekantoor of, om in de plaats van het invullen van dat vignet, via de procedure van elektronische gegevensuitwisseling het vervangend signaal door te zenden naar de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV). »

Art. 3.Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 februari 2004 en 1 september 2004, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Elke aanvraag om inschrijving bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) van een landvoertuig in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek waarop het vignet moet worden aangebracht dat het communautair karakter van het voertuig vastlegt en dat werd afgegeven door of op regelmatige wijze werd ingevuld op naam van een Belgisch douanekantoor dient, overeenkomstig de reglementering betreffende de inschrijving van motorvoertuigen : 1° te worden voorzien van een verklaring met betrekking tot de voldoening van de BTW uitgaande van de belastingplichtige schuldenaar van de BTW wanneer de persoon op wiens naam de aanvraag om inschrijving wordt ingediend dit voertuig in België heeft verkregen ingevolge een levering onder bezwarende titel of een daarmee gelijkgestelde handeling;2° in de andere gevallen dan die bedoeld in 1°, te worden gevalideerd door het Belgisch douanekantoor. De Administratie der douane en accijnzen laat toe dat dit vignet wordt vervangen door een via de procedure van elektronische gegevensuitwisseling aan de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) doorgezonden vervangend signaal.

De in het eerste lid, 1° en 2°, bedoelde formaliteiten zijn niet vereist wanneer de Belgische douane aan de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) mededeelt dat het voertuig zich onder een regeling van tijdelijke invoer of vrijstelling van BTW bevindt onder de voorwaarden van artikel 42, § 3, eerste lid, 1° tot 6°, van het Wetboek. »

Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.Elke aanvraag om inschrijving van een landvoertuig in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek waarvoor, overeenkomstig de reglementering betreffende de inschrijving van motorvoertuigen, geen enkele formaliteit dient te worden nagekomen die het communautair karakter van het voertuig vastlegt, dient voorzien te worden van een verklaring met betrekking tot de voldoening van de BTW uitgaande van de belastingplichtige schuldenaar van de BTW wanneer dit voertuig het voorwerp uitmaakt van een levering onder bezwarende titel of een daarmee gelijkgestelde handeling welke die BTW-belastingplichtige dient op te nemen in de aangifte bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek en er voor dat voertuig alleen een tijdelijke nummerplaat met bijhorend tijdelijk inschrijvingsbewijs, dat voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, kan worden aangevraagd op grond van : 1° hetzij artikel 4 van het koninklijk besluit nr.18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde; 2° hetzij artikel 4 van het koninklijk besluit nr.48 van 29 december 1992 met betrekking tot de levering van vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, verricht binnen de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek; 3° hetzij artikel 8, § 3, van onderhavig besluit. De in het eerste lid genoemde verklaring is niet vereist wanneer de Belgische douane aan de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) mededeelt dat het voertuig zich onder een regeling van tijdelijke invoer bevindt. »

Art. 5.Artikel 8, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.§ 1. De landvoertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 42, § 3, eerste lid, 1° tot 6°, van het Wetboek of artikel 15, paragraaf 10, van de zesde Richtlijn 77/388/EEG, dienen, naargelang het geval, te worden voorzien van een in de §§ 2 en 3 gespecificeerde nummerplaat. § 2. Voor de landvoertuigen die bestemd zijn om in België te worden gebruikt door een rechtspersoon of een natuurlijk persoon die in België geniet van één van de vrijstellingen bedoeld in artikel 42, § 3, eerste lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, of 6°, van het Wetboek, kunnen slechts worden aangevraagd : - een internationale nummerplaat evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs dat voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, wanneer de vrijstelling voor herziening vatbaar is; - een gewone nummerplaat evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs zonder een bijzondere vermelding, wanneer de vrijstelling niet voor herziening vatbaar is.

Ingevolge de bijzondere bepalingen opgenomen in de internationale overeenkomsten waarbij België is toegetreden, kan de internationale nummerplaat worden vervangen door een nummerplaat "EUR" of "EUROCONTROL" evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs, dat al dan niet voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, ongeacht of de vrijstelling voor herziening vatbaar is of niet.

Op voorstel van de Directie van het Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken kan de internationale nummerplaat en de nummerplaat "EUR" of "EUROCONTROL" worden vervangen door een nummerplaat "CD" evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs, dat al dan niet voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, ongeacht of de vrijstelling voor herziening vatbaar is of niet. § 3. Voor de landvoertuigen die bestemd zijn om in een andere lidstaat te worden gebruikt en waarvoor bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) een aanvraag om inschrijving wordt ingediend, moet het vervoer plaatsvinden uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op deze van de inschrijving.

Voor deze voertuigen kan enkel een tijdelijke nummerplaat evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs dat voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, worden aangevraagd.

De in het eerste en tweede lid bedoelde formaliteiten zijn niet vereist voor de landvoertuigen die het voorwerp uitmaken van een levering aan een lid van de Belgische Strijdkrachten in Duitsland onder de voorwaarden van artikel 42, § 3, eerste lid, 4°bis, van het Wetboek.

Voor de landvoertuigen die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 42, § 3, eerste lid, 1° tot 6°, van het Wetboek of artikel 15, paragraaf 10, van de zesde Richtlijn 77/388/EEG en waarvoor, overeenkomstig de reglementering betreffende de inschrijving van motorvoertuigen, formaliteiten dienen te worden nagekomen die het communautair karakter van deze voertuigen vastleggen, dient in het geval deze voertuigen niet het voorwerp uitmaken van enige aanvraag om inschrijving, de verkoper daarvan kennis te geven aan de Dienst van de douane gevestigd bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) op de door of vanwege de Minister van Financiën voorgeschreven wijze. »

Art. 6.In het opschrift van het koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992 met betrekking tot de levering van nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, van het Wetboek, verricht binnen de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, worden de woorden "nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, van het Wetboek" vervangen door de woorden "vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek".

Art. 7.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 25 februari 1996, wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.Voor de landvoertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek, en waarvoor bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) een aanvraag om inschrijving wordt ingediend, moet het vervoer plaatsvinden uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op deze van de inschrijving.

Voor deze voertuigen kan enkel een tijdelijke nummerplaat evenals een bijhorend inschrijvingsbewijs dat voorzien is van een bijzondere vermelding inzake het fiscaal statuut van het voertuig, worden aangevraagd.

Voor de landvoertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek, die het voorwerp uitmaken van een levering onder de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek en waarvoor, overeenkomstig de reglementering betreffende de inschrijving van motorvoertuigen, formaliteiten dienen te worden nagekomen die het communautair karakter van deze voertuigen vastleggen, dient in het geval deze voertuigen niet het voorwerp uitmaken van enige aanvraag om inschrijving, de verkoper daarvan kennis te geven aan de Dienst van de douane gevestigd bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) op de door of vanwege de Minister van Financiën voorgeschreven wijze. »

Art. 8.Artikel 4bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1ste editie.

Wet van 28 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004, 2e editie.

Koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.

Koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.

Koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 5 maart 1996.

Koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.

Koninklijk besluit van 29 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.

Koninklijk besluit van 22 november 1994, Belgisch Staatsblad van 1 december 1994.

Koninklijk besluit van 23 december 1994, Belgisch Staatsblad van 30 december 1994.

Koninklijk besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 30 december 1995.

Koninklijk besluit van 25 februari 1996, Belgisch Staatsblad van 5 maart 1996.

Koninklijk besluit van 20 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 27 februari 2004, 3e editie.

Koninklijk besluit van 1 september 2004, Belgisch Staatsblad van 10 september 2004, 2e editie.

^