20 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen" (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen" (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58407/CO/327) Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1997 tot oprichting van het "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen", neergelegd op de griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen op 11 september 1997 en geregistreerd op 19 november 1997 onder het nummer 46105/CO/327, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2000.

A. Oprichting

Artikel 1.Met deze collectieve arbeidsovereenkomst en met toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid richt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen een fonds voor bestaanszekerheid op, "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen" genaamd, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, die erkend en gesubsidieerd zijn door het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" of door de "Dienststelle der Deutchsprachiger Gemeinschaft für Personen mit Behinderung", en die als groepering zijn toegetreden tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000, betreffende de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen.

Onder "werknemer" worden de mannelijke en vrouwelijke werknemers, arbeiders en bedienden verstaan, zowel validen als mindervaliden.

Onder "paritair comité" wordt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen verstaan.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elke partij worden opgezegd vóór 30 juni van elk jaar en treedt dan buiten werking op 1 januari van het volgend jaar. De opzeg moet worden betekend per ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

B. Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Vanaf 1 januari 1997 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, "Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen" genaamd, waarvan de zetel gevestigd is in de rue de la Rivelaine 21, te 6061 Montignies-sur-Sambre. Deze zetel kan elders worden overgebracht bij eenparig besluit van het beheerscomité, waarin artikel 11 voorziet. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds dat geregeld wordt door deze overeenkomst heeft als enige doelstelling het beheer van de gemutualiseerde opbrengst van de bijdragenvermindering beoogd in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de werkgelegenheid in de non-profit sector en de wijzigingen ervan.

De werking van het fonds is onderworpen aan de voorwaarde dat een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de bedragen die voortkomen uit de Sociale Maribel I, II, III met het oog op de financiering van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen voor de werknemers, en de Sociale Maribel IV die het scheppen van bijkomende banen beoogt in de sector van de beschutte werkplaatsen.

In het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2000 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, heeft het fonds eveneens als taak het ontvangen, beheren en aanwenden, voor de doelstellingen waarvoor ze bestemd zijn, van de verminderingen van de bijdragen die worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, voor de sectorale fondsen van de non-profit sector. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De financiële middelen van het fonds bestaan uit : - middelen die ter beschikking worden gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met toepassing van het koninklijk besluit vermeld in artikel 5; - financiële middelen zoals bepaald in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1995 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten ervan, neergelegd op de griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, geregistreerd onder nummer 37987/CO/327 op 30 mei 1995; - de eventuele opbrengst van intresten die voortkomen uit deze gekapitaliseerde middelen.

Art. 7.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 8.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks vastgesteld door het paritair beheerscomité waarin artikel 11 voorziet.

Deze kosten worden in de eerste plaats gedekt : - door de tegemoetkomingen beoogd in artikel 6; - door de intresten van het kapitaal dat voorkomt uit de storting van de bijdragen en, eventueel, bijkomend, door een inhouding op de voorziene middelen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door voornoemd beheerscomité; - financiële middelen die zouden worden toegekend door of krachtens artikel 8 van het ministerieel besluit van 20 mei 1998. HOOFDSTUK IV. - Begunstigden, toekenning en vereffening van de voordelen

Art. 9.De werknemers van de instellingen bedoeld in artikel 2 hebben recht op de sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 10.De vereffening van de voordelen mag in geen enkel geval worden ondergeschikt gemaakt aan de storting van de bijdragen die verschuldigd zijn door de werkgever. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 11.Het fonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité dat bestaat uit 12 leden, waaronder 8 effectieve beheerders en 4 plaatsvervangende beheerders.

Deze leden worden aangewezen door en onder de Waalse en Duitstalige leden van het betrokken paritair comité, voor de helft op voordracht van de werknemersorganisaties.

De leden van het beheerscomité worden aangewezen voor dezelfde periode als die van hun mandaat van lid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Het mandaat van lid van het beheerscomité loopt ten einde in geval van ontslag of overlijden of wanneer het mandaat van de betrokkene als lid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen ten einde loopt of wegens zijn ontslag door de organisatie die hem heeft voorgedragen. Het nieuwe lid beëindigt in dit geval het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van het beheerscomité zijn hernieuwbaar.

Art. 12.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wat de verbintenissen betreft die werden aangegaan door het fonds. Hun verantwoordelijkheid is beperkt tot de uitvoering van het beheersmandaat dat zij hebben gekregen.

Art. 13.Het beheerscomité kiest een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, die respectievelijk en afwisselend voortkomen uit de werknemers- en de werkgeversafvaardiging.

Het wijst eveneens de perso(o)n(en) aan die belast is/zijn met het secretariaat.

Art. 14.Het beheerscomité beschikt over de ruimste bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de grenzen die werden vastgesteld door de wet of door deze statuten.

Behalve in geval van andersluidende beslissing van het beheerscomité, treedt dit op in al zijn handelingen en handelt naar recht door toedoen van de voorzitter en de ondervoorzitter die gezamenlijk handelen, waarbij ieder van hen desgevallend wordt vervangen door een afgevaardigd beheerder die hiertoe wordt aangewezen door het beheerscomité.

Het beheerscomité heeft met name als taak : 1. het personeel van het fonds aanwerven en eventueel ontslaan;2. controle uitoefenen en alle maatregelen nemen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze statuten;3. de administratiekosten handhaven, alsook de kwaliteit van de jaarlijkse inkomsten die deze kosten dekken;4. elk jaar in juni een schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering van zijn taak aan het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 15.Het beheerscomité komt ten minste één keer per semester bijeen ten zetel van het fonds, ofwel na oproeping door de voorzitter die ambtshalve handelt, ofwel op verzoek van ten minste de helft van de leden van het beheerscomité, ofwel op verzoek van één van de vertegenwoordigde organisaties.

De agenda moet op de oproepingen vermeld worden. De notulen worden opgesteld door de secretaris, die is aangewezen door het beheerscomité, en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten. De uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter en de ondervoorzitter.

Het beheerscomité kan deskundigen en/of specialisten uitnodigen.

Art. 16.Het beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen en beslissen als ten minste de helft, zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging, aanwezig is. HOOFDSTUK VI. - Controle, balans, rekeningen

Art. 17.Elk jaar worden vanaf 1998 "de balans en rekeningen" van het afgelopen boekjaar afgesloten op 31 december.

Art. 18.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, wijst het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen een revisor of accountant aan met het oog op de controle van het beheer van het fonds.

Deze moet ten minste één keer per jaar verslag uitbrengen aan het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Bovendien brengt hij het beheerscomité van het fonds regelmatig op de hoogte van de resultaten van zijn onderzoekingen en doet hij de aanbevelingen die hij nuttig acht. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde tijd. Het wordt ontbonden door het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen ingevolge een eventuele opzeg zoals bepaald in artikel 3.

Het voornoemd paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en van de waarden van het fonds, na de betaling van het passief. Deze bestemming moet overeenstemmen met de doelstelling waarvoor het fonds werd opgericht.

Het bovenvermeld paritair comité wijst de vereffenaars aan onder de leden van het beheerscomité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX