Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2005
gepubliceerd op 17 februari 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, houdende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2005-2006

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012536
pub.
17/02/2006
prom.
06/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, houdende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2005-2006 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, houdende een sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2005-2006.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005 Sectoraal vormings- en tewerkstellingsakkoord 2005-2006 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2005 onder het nummer 75201/CO/226) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. HOOFDSTUK II. - Vorming A. Vormingsfonds "LOGOS"

Art. 2.De sectorale sociale partners engageren zich om een bijkomende inspanning te realiseren op het vlak van permanente vorming door : - de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst tot bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen; - de verderzetting en uitbreiding van de inspanningen op het vlak van permanente vorming, ondermeer door verruiming van de financiële middelen die ter beschikking worden gesteld van het paritair beheerd sectoraal vormingsfonds "LOGOS", dat tot doel heeft : - de bevordering van sectorale opleidingsinitiatieven; - de financiering van bedrijfsgerichte opleidingen; - de opleiding van risicogroepen.

B. Permanente vorming

Art. 3.§ 1. In de periode 2005-2006 worden globaal per bediende in dienst op 1 januari 2005 gemiddeld vier dagen toegekend voor het volgen van vormingsinitiatieven of "training on the job". § 2. De berekening van het globaal aantal dagen gebeurt op het vlak van de technische bedrijfseenheid waarbij het aantal bedienden wordt uitgedrukt in voltijdse equivalenten. § 3. De werkgever is verantwoordelijk voor de concrete verdeling van het globaal aantal vormingsdagen naar de individuele bedienden toe. § 4. In ondernemingen met een overlegorgaan zal een voorafgaande bespreking plaatsvinden over een globaal opleidingsplan. Na afloop van de periode bedoeld in artikel 3, § 1, dient de werkgever in het geëigend overlegorgaan te rapporteren over de vormingsinspanningen aan de hand van een paritair opgesteld rapporteringsmodel. § 5. Alle ondernemingen die vóór de hiernavolgende data hun opleidingsplan meedelen aan het sectoraal vormingsfonds LOGOS hebben recht op een bijzondere financiële stimulans volgens modaliteiten te bepalen door de raad van beheer van het sociaal fonds. Data voor de voorafgaande mededeling : - voor 2005 : vóór 1 juli 2005; - voor 2006 : vóór 1 april 2006. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsmaatregelen A. Definities

Art. 4.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : - "CAO nr. 55" : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993. - "CAO nr. 77bis" : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de CAO nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari 2002, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 2002.

B. Halftijds brugpensioen

Art. 5.Tijdens de jaren 2005 en 2006 zal de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 ten volle uitwerking hebben met uitzondering van de toegangsleeftijd die wordt vastgesteld op 55 jaar.

C. Tijdskrediet

Art. 6.Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt rekening gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de artikelen 7 tot en met 13 hierna.

Art. 7.Voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar nog niet bereikt hebben wordt de maximale duur voor de volledige schorsing van arbeidsprestaties en het halftijds tijdskrediet over de ganse loopbaan, vastgesteld op 5 jaar. Hetzelfde geldt voor bedienden die de leeftijd van 50 jaar reeds bereikt hebben en die niet voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de specifieke regeling voor werknemers van ten minste 50 jaar.

Art. 8.§ 1. De drempel in verband met de gelijktijdige afwezigheid van werknemers in de onderneming of dienst, zoals bepaald in artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, wordt, wat betreft de bedienden, op 7 pct. gebracht. De bedienden van 50 jaar en ouder die gebruik maken van de 1/5de vermindering van arbeidsprestaties evenals de bedienden van 55 jaar en ouder, die gebruik maken van halftijds tijdskrediet worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van voormelde drempel. § 2. Van de drempel van 7 pct. kan worden afgeweken op ondernemingsvlak met een collectieve arbeidsovereenkomst bij fusie en/of herstructurering van de onderneming. Bestaande ondernemingsakkoorden die voorzien in een afwijking op voormelde drempel worden verlengd tot 31 december 2007.

Art. 9.Bij toepassing van de artikelen 6, § 2, en 9, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis kan in de ondernemingen bij een collectieve arbeidsovereenkomst afgeweken worden van de organisatieregels voor de 1/5de vermindering van arbeidsprestaties, doch enkel wanneer het gaat om voltijds tewerkgestelde bedienden, tewerkgesteld in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen van de week.

Art. 10.§ 1. Voltijds tewerkgestelde bedienden van ten minste 50 jaar, die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen, hebben vanaf 1 januari 2005, gedurende de periode van verminderde arbeidsprestaties, recht op een aanvullende premie van 75,00 EUR bruto per maand. § 2. Voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee gelijkgestelden, die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen, hebben vanaf de leeftijd van 55 jaar, recht op een aanvullende premie van 100,00 EUR bruto per maand gedurende 36 maanden. § 3. De aanvullende premies bedoeld in § 1 en § 2 worden betaald door de werkgever die deze kan terugvorderen bij het sociaal fonds van de sector. § 4. De raad van beheer van het sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken wordt belast met het vaststellen van de concrete uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen vervat in dit artikel.

Art. 11.Bedienden die deel uitmaken van volgende categorieën van personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en de bepalingen in dat verband in hoofdstuk III, C, van deze collectieve arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk; - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven.

Art. 12.In geval van collectief ontslag dienen de opzeggingstermijn en de verbrekingsvergoeding van bedienden die genieten van een arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, ongeacht de formule van tijdskrediet, berekend worden op basis van het normale voltijdse loon.

Art. 13.Ondernemingen met een overlegorgaan dienen driemaandelijks cijfers te verschaffen over de toepassing van het stelsel van tijdskrediet in de onderneming en de weerslag op het tewerkstellingsvolume. Aan deze rapportering dient jaarlijks een bespreking gewijd te worden in het geëigend overlegorgaan.

D. Overige maatregelen

Art. 14.Bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten worden volgende tewerkstellingsmaatregelen uit het sectorakkoord 2003-2004 verder gezet : - voltijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar; - de regeling van ontslagbegeleiding en aanwervingspremies. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 met uitzondering van de bepalingen vervat in hoofdstuk III, C. - Tijdskrediet, die uitwerking hebben vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^