gepubliceerd op 09 augustus 1997
Koninklijk besluit houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat
20 JUNI 1997. Koninklijk besluit houdende oprichting van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 27 juni 1930 waarbij de rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan de wetenschappelijke en kunstinrichtingen welke van het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen afhangen, inzonderheid op artikel 1, opnieuw ingevoegd bij de wet van 30 juli 1987;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 3 juni 1975, 12 augustus 1981 en 10 mei 1995;
Gelet op het advies van 5 september 1994 van de Interministeriële Commissie voor Wetenschapsbeleid;
Gelet op het protocol nr. 62/4 van 2 mei 1996 van het Comité van Sector I Algemeen Bestuur;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op17 oktober 1995;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 maart 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 maart 1996;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Er wordt een wetenschappelijke inrichting van de Staat onder de benaming "Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie" opgericht. Het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie hangt af van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
Het Centrum van Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie verkrijgt rechtspersoonlijkheid.
Art. 2.Het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek en het Instituut voor Scheikundig Onderzoek worden afgeschaft.
Art. 3.De opdrachten, alsmede de goederen, rechten en verplichtingen van het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek en van het Instituut voor Scheikundig Onderzoek worden overgenomen door het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie.
Art. 4.De personeelsleden die werden aangeworven door de rechtspersoonlijkheid van de bij artikel 2 afgeschafte wetenschappelijke inrichtingen van de Staat worden met behoud van hun rechten en verplichtingen overgedragen naar de rechtspersoonlijkheid van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie.
Art. 5.Alle handelingen betreffende de personeelsleden, alsmede betreffende de goederen, rechten en verplichtingen die binnen de grenzen van een gezond en redelijk beheer gesteld worden door de bij artikel 2 afgeschafte wetenschappelijke inrichtingen van de Staat in de periode tussen 1 september 1995 en de datum waarop dit besluit bekendgemaakt wordt, worden geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Centrum voor Onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie.
Art. 6.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 10 april 1928 houdende inrichting van het Laboratorium voor scheikundige en onialogische opzoekingen van Belgisch Congo;2° het koninklijk besluit van 15 juli 1960 waarbij de rechtspersoonlijkheid aan het Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek voor het beheer van zijn vermogen wordt verleend, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 1971;3° het koninklijk besluit van 3 maart 1961 houdende overbrenging van het Laboratorium voor scheikundige onderzoekingen van het Ministerie van Afrikaanse Zaken naar het Ministerie van Landbouw;4° het koninklijk besluit van 12 januari 1984 waarbij de rechtspersoonlijkheid aan het Instituut voor Scheikundig Onderzoek voor het beheer van zijn vermogen wordt verleend;5° het besluit van de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening van 24 april 1944 houdende statuut van het Rijkslaboratorium voor Diagnose en Veeartsenijkundige opsporingen, waarvan de artikelen 1, 3 tot 7 en 9 voorlopig gehandhaafd werden bij het besluit van de Regent van 22 januari 1947 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 november 1952 en 18 oktober 1974.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1995.
Art. 8.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN