gepubliceerd op 03 december 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
19 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, artikel 105, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen;
Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, gegeven op 1 december 2011, 12 januari 2012, 8 maart 2012 et 10 mei 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juli 2012 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 19 juli 2012;
Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;
Gelet op het advies 52.039/3 van de Raad van State, gegeven op 9 oktober 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 26bis van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten, betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, worden de bepalingen onder 4° en 5° vervangen als volgt : « 4° op 1 januari 2012 wordt een bijkomend bedrag van 15.962.609 euro verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.
Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2012 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2012 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden. 5° vanaf 1 januari 2013 en tot 31 december 2014 wordt elk jaar aan elk ziekenhuis een forfaitair bedrag, waarvan de modaliteiten door de Koning zullen bepaald worden, toegekend teneinde de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken te dekken die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens elk van de betrokken jaren. Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen van de betrokken jaren (2013 of 2014) blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het herziene jaar, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen.
In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen van de betrokken jaren, 2013 of 2014, blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het herziene jaar, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden. 6° vanaf 1 januari 2015 worden de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het betrokken jaar, gedekt door het in punt 5° bedoelde forfait.»
Art. 2.Artikel 29, § 2, 1°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « Wanneer er binnen een ziekenhuisgroep één of andere van de hierboven bedoelde activiteiten niet aanwezig is dan wordt het gedeelte van het beschikbare budget dat met die activiteit of activiteiten overeenstemt verdeeld onder de andere activiteiten van dezelfde groep, naar rato van de toegewezen bedragen. »
Art. 3.In artikel 31, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepalingen onder 1° worden aangevuld met een lid, luidende : « Op 1 januari 2012 wordt het hierboven genoemde bedrag verlaagd met 3.554,74 euro per gefinancierde apparatuur. »; b) de bepalingen onder 2° worden aangevuld met een lid, luidende : « Op 1 januari 2012 wordt het hierboven genoemde bedrag van punt c) verlaagd met 2.150,97 euro per gefinancierde apparatuur. »;
Art. 4.In artikel 46 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 2° Aanvullende financiering, a), 2°, tweede lid, worden de woorden « Op 1 juli 2011 » vervangen door de woorden « Vanaf 1 juli 2011 »;2° in § 2, 2° Aanvullende financiering, b), 2°, wordt het laatste lid van de Nederlandstalige tekst vervangen als volgt, te rekenen vanaf 1 juli 2011 : « Het aldus toegekende puntenaantal wordt met een coëfficiënt aangepast tot het gelijk is aan 30 % van het in het eerste lid bedoelde aantal punten voor het hele land.»; 3° in § 2, 2° Aanvullende financiering, b), 2°, tweede lid, worden de woorden « Op 1 juli 2011 » vervangen door de woorden « Vanaf 1 juli 2011 »; 4° in § 2, 2° Aanvullende financiering, c), c.2) tweede berekening, tweede lid, worden de woorden « Op 1 juli 2011 » vervangen door de woorden « Vanaf 1 juli 2011 »; 5° in § 3, worden de bepalingen onder 1° vervangen als volgt : « 1° voor ieder van deze activiteiten wordt, voor alle ziekenhuizen van het land, een aantal punten toegekend dat overeenstemt met een percentage van het totaal aantal punten voor alle ziekenhuizen van het land toegekend overeenkomstig § 2. Dit percentage wordt als volgt berekend : - personeel van het operatiekwartier : 11,35 %; - personeel van de spoedgevallendienst : 6,32 %.
Vanaf 1 juli 2013 wordt het percentage van 6,32 % verdeeld tussen de eerste berekening en de tweede berekening bedoeld in de bepalingen onder 2°, b), en wel als volgt : ? 90 % - 10 % 1 juli 2013, ? 80 % - 20 % op 1 juli 2014, ? 60 % - 40 % op 1 juli 2015, ? 30 % - 70 % op 1 juli 2016. ? deze bijpassing wordt vastgelegd op 100 % voor de 2de berekening op 1 juli 2017. - personeel van de centrale sterilisatie : 1,94 %; - kosten van de medische producten : ? voor het operatiekwartier : 6,18 %; ? voor de spoedgevallendienst : 0,53 %; ? voor de verzorgeenheden : 7,91 %. »; 6° in § 3, 2°, b), voor spoedgevallendienst, worden de bepalingen onder b.1), b.2) en b.3) vervangen als volgt : « b.1) eerste berekening : a) Er wordt een aantal basispunten per 100 verantwoorde bedden toegekend.Deze basispunten per 100 verantwoorde bedden zijn de volgende : - voor de ziekenhuizen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in nr. 590166 van de nomenclatuur bedoeld in koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen : 3 punten; - voor de ziekenhuizen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in nr. 590181, 590203 of 590225 van voormelde nomenclatuur : 5 punten. b) Het aantal basispunten per ziekenhuis wordt verhoogd in functie van de waarde per bezet bed van de supplementen voor de dringende geneeskundige verstrekkingen voor gehospitaliseerde patiënten gedurende de twee laatst gekende dienstjaren zoals bedoeld in artikel 26, § 1 van voormelde nomenclatuur, met uitzondering evenwel van de verstrekkingen voor klinische biologie. Voor de toepassing van het vorige lid worden de ziekenhuizen ingedeeld in decielen volgens de stijgende waarde per bezet bed van de hiervoor bedoelde supplementen.
Voor de drie eerste decielen, worden de basispunten vermenigvuldigd met 1; voor het vierde, vijfde en zesde deciel met 1,20; voor het zevende deciel met 1,40; voor het achtste deciel met 1,60; voor het negende deciel met 1,80; voor het tiende deciel met 2. c) Op het einde van de berekening wordt het aldus aantal berekende punten aangepast met een coëfficiënt teneinde binnen het totale aantal weerhouden punten van deze eerste berekening te blijven. b.2) tweede berekening : Het aantal punten bedoeld in § 3, 1°, wordt verhoudingsgewijs verdeeld tussen de ziekenhuizen op basis van het aantal punten units-spoedgevallen volgens de modaliteiten van bijlage 6 van dit besluit. b.3) De aldus aan de eerste en tweede berekening toegekende punten worden opgeteld, rekening houdend dat minstens 15 punten worden toegekend aan de ziekenhuizen die beantwoorden aan de nummers 590181, 590203 of 590225 van de voornoemde nomenclatuur. In geval van overschrijding van het totale aantal voor het land weerhouden punten, wordt een lineaire verminderingscoëfficiënt toegepast op de berekende punten die hoger liggen dan 15 teneinde binnen het totale aantal voor het land beschikbare punten te blijven.
Vanaf het ogenblik dat een ziekenhuis erkend is hetzij voor de functie 'eerste opvang van spoedgevallen', hetzij voor de functie 'gespecialiseerde spoedgevallenzorg' wordt het minimum van 15 punten slechts één keer per ziekenhuis, ongeacht het aantal sites, verzekerd voor één van de twee functies.
Voor de ziekenhuizen die erkend zijn voor een functie 'gespecialiseerde spoedgevallenzorg' en die voldoen aan de volgende voorwaarden : - zich minstens 25 km van een ander ziekenhuis bevinden dat over een erkende functie 'gespecialiseerde spoedgevallenzorg' beschikt of zich in een gemeenschap bevinden waar alleen de erkende functies 'gespecialiseerde spoedgevallen-zorg' zich op meer dan 25 km van elkaar bevinden, - en over maximum 200 erkende bedden beschikken, wordt het minimum van 15 punten tot 30 punten opgetrokken, met dien verstande dat na de toepassing van die regel het aantal voor het hele land toegekende punten het totale aantal voor het land beschikbare punten niet mag overschrijden. In geval van overschrijding van het totale aantal weerhouden punten voor het land, wordt een lineaire verminderingscoëfficiënt toegepast op de berekende punten die, naargelang het geval, hoger liggen dan 15 of 30, teneinde binnen het totale aantal voor het land beschikbare punten te blijven. »
Art. 5.Artikel 55, § 2, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « Vanaf 1 juli 2012 wordt de hierboven bepaalde totaalfinanciering verlaagd met 133,90 euro (index 1 januari 2012) per erkend bed onder indexen A, T en K voor de private ziekenhuizen, en met 133,15 euro (index 1 januari 2012) per erkend bed onder indexen A, T en K voor de openbare ziekenhuizen. »
Art. 6.In de Nederlandstalige tekst van artikel 59 van hetzelfde besluit worden de woorden « van openbare ziekenhuizen » ingevoegd tussen de woorden « financiële middelen » en de woorden « vermeerderd met ».
Art. 7.In artikel 61 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : « Vanaf 1 juli 2012 wordt de hierboven bepaalde totaalfinanciering verlaagd met 102,71 euro (index 1 januari 2012) per erkend bed voor de private ziekenhuizen en met 103,55 euro (index 1 januari 2012) per erkend bed voor de openbare ziekenhuizen. ».
Art. 8.In artikel 63, § 2 van hetzelfde besluit wordt de inleidende zin vervangen als volgt : « Binnen de perken van het beschikbare budget dat is vastgesteld op 1 januari 2012 van 62.752.610 euro wordt het onderdeel B4 verhoogd met een forfaitair bedrag voor de ziekenhuizen die deelnemen aan de realisatie van proefstudies rond thematieken in verband met de geestelijke gezondheid ».
Art. 9.In artikel 64 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de derde, vierde en vijfde leden vervangen als volgt : « Jaarlijks wordt een provisie berekend op basis van de laatst gekende gegevens inzake door de ziekte- en invaliditeitsverzekering terugbetaalde MOC's. Op 1 juli 2012 en op 1 juli 2013 wordt de provisie berekend op basis van de in 2009 gepresteerde en door de ziekte- en invaliditeitsverzekering tot 30 juni 2011 terugbetaalde MOC's.
Deze financiering wordt jaarlijks herzien in het kader van de herziening van het budget van de financiële middelen, op basis van de effectieve toewijzing, de kwalificatie, de ervaring of de vereiste opleiding van de hierboven beschreven VTE's, alsook het reëel gedurende het beschouwde jaar gepresteerde aantal MOC's die tot 30 juni van het volgende jaar door de ziekte- en invaliditeitsverzekering werden gecomptabiliseerd. »; 2° in § 2 worden de derde, vierde en vijfde leden vervangen als volgt : « Jaarlijks wordt er een provisie berekend op basis van de laatst gekende gegevens inzake door de ziekte- en invaliditeitsverzekering terugbetaalde MOC's. Op 1 juli 2012 en op 1 juli 2013 wordt de provisie berekend op basis van de in 2009 gepresteerde en door de ziekte- en invaliditeitsverzekering tot 30 juni 2011 terugbetaalde MOC's.
Deze financiering wordt jaarlijks herzien in het kader van de herziening van het budget van de financiële middelen, op basis van de effectieve toewijzing, de kwalificatie, de ervaring of de vereiste opleiding van de hierboven beschreven VTE's, alsook het reëel gedurende het beschouwde jaar gepresteerde aantal MOC's die tot 30 juni van het volgende jaar door de ziekte- en invaliditeitsverzekering werden gecomptabiliseerd. »
Art. 10.Artikel 73 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidend als volgt : « § 4. Voor de ziekenhuizen aangesloten bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, wordt de verhoging van de pensioenbijdrage van het vastbenoemd personeel gecompenseerd op basis van het verschil tussen het basispercentage van de pensioenbijdrage, bepaald door artikel 18, 1) tot 2) van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten, tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, en het percentage van de pensioenbijdrage dat op 1 januari 2011 van toepassing was op de ziekenhuizen aangesloten bij de pensioenstelsels bedoeld in deze punten 1) tot 2). Dit verschil wordt toegepast op de reële salarismassa die dient als basis voor de basispensioenbijdrage die door de RSZPPO wordt opgegeven.
Indien voor de jaren 2012, 2013 en 2014 het totaal van de individuele compensaties bedoeld in vorig lid respectievelijk hoger is dan 6.505 duizenden euro, 9.360 duizenden euro en 12.294 duizenden euro, dan wordt op de individuele compensaties een correctiefactor toegepast.
Deze correctiefactor wordt verkregen door het hogergenoemd bedrag voor het jaar in kwestie te delen door de som van de individuele compensaties bedoeld in vorig lid.
Wat het private ziekenhuis betreft dat beschikt over statutair personeel dat ter beschikking is gesteld door een plaatselijke of provinciale overheidsdienst aangesloten bij het gesolidariseerd Pensioenfonds van de RSZPPO, kan de financiële tussenkomst bedoeld in de voorgaande leden worden toegekend, indien het het formeel bewijs levert dat het effectief de financiële last van dit ter beschikking gesteld personeel draagt, en dit met inbegrip van de financiële last van de verhoging van de pensioenbijdrage bedoeld in het eerste lid.
Deze financiering wordt jaarlijks herzien in het kader van de herziening van het budget van de financiële middelen op basis van de gegevens die voor het betreffende jaar worden aangeleverd door de RSZPPO. »
Art. 11.In artikel 78, 1°, c), van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt geschrapt;2° in het tweede lid wordt het woord « ook » geschrapt.
Art. 12.Artikel 79octies van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Het ziekenhuis dat nog geen kopie van een plaatselijk akkoord heeft bezorgd kan te allen tijde deze kopie bezorgen en van de hierboven bedoelde financiering genieten vanaf de eerstvolgende berekening van zijn budget van de financiële middelen. »
Art. 13.Artikel 85, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 85.§ 1. a) Het deel B, behalve artikel 74octies, wordt gekoppeld aan de « gezondheidsindex » zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.
Niettemin moet de indexering van de financieringen, toegekend overeenkomstig de bepalingen van een contract afgesloten met de minister bevoegd voor volksgezondheid of zijn afgevaardigd ambtenaar, expliciet voorzien zijn in de bewoordingen van het contract. b) Het deel B dat bij het begin van elk dienstjaar wordt vastgesteld, wordt opgesteld in functie van het geldende indexcijfer van de consumptieprijzen en van de indexhypothesen, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de Staatsbegroting, bekend op het ogenblik van de betekening. Na beëindiging van het dienstjaar wordt er een positieve of negatieve aanpassing uitgevoerd in functie van de werkelijke indexgegevens. »
Art. 14.In artikel 92 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepalingen onder 12.worden vervangen als volgt : « 12. Voor het Kankerplan, de financieringen voorzien in artikel 64, § 1 en § 2, volgens de modaliteiten die erin zijn vastgelegd; »; 2° de bepalingen onder 13.worden vervangen als volgt : « 13. Vanaf het jaar 2010, en vervolgens om de drie jaar, de financiering van de vervangingskost van langdurig afwezige statutaire personeelsleden, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 73ter; ».
Art. 15.In bijlage 3 van hetzelfde besluit, worden de bepalingen onder 6. 'Weerhouden RIZIV-codes bij de identificatie van de gerealiseerde daghospitalisatie (lijst A)' vervangen door de bijlage 2 bij dit besluit.
Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 6 ingevoegd, die als bijlage 1 bij dit besluit wordt gevoegd.
Art. 17.In de bijlage 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1.Nieuwe medische technieken, § 1, worden de bepalingen onder 7° opgeheven en de bepalingen onder 8° worden hernummerd in 7° ;b) in 1.Nieuwe medische technieken, § 2, eerste lid, worden de woorden « in § 1, 1° tot 8° bedoelde voorwaarden » vervangen door de woorden « in § 1, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden »; c) in 1.Nieuwe medische technieken, § 2, worden de bepalingen onder 7° opgeheven;d) in 2.Opleidingsfunctie, wordt de zin, die aanvangt met de woorden « - voor het geheel » en eindigt met de woorden « medische raad. » opgeheven.
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2012, met uitzondering van artikel 14, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2010, artikel 4, 2° dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2011, de artikelen 1, 3, 8, 10 en 15 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2012, de artikelen 11 en 17 die in werking treden op 1 januari 2013 en de artikelen 4, 5° tot 6° en 16, die in werking treden op 1 juli 2013.
Art. 19.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 1 « Bijlage 6 Bepalingen van het aantal units spoedgevallen (US) in heel het land.
A. Er wordt een weging van 1 toegekend (units spoedgevallen of US) aan alle patiënten die aanleiding geven tot een registratie van een passage op de spoedgevallendienst.
B. Bovendien wordt er voor verschillende patiëntengroepen een bijkomende weging toegekend : a. overgebracht naar de verpleegeenheden intensieve zorgen (volwassenen en kinderen) : + 1;b. patiënten met een geverifieerde opnamediagnose ICD-9 zoals hieronder vermeld, en die niet opgenomen worden in de verpleegeenheden intensieve zorgen : + 1; De ICD-9 codes zijn de codes : - 430 = subarachnoid hemorrhage; - 431 = intercerebral hemorrhage; - 432.x = other and unspecified intracranial hemorrhage; - 433X1 = occlusion and stenosis of precerebral arteries with cerebral infarction; - 434X1 = occlusion of cerebral arteries with cerebral infarction; - 436 = acute, but ill-defined, cerebrovascular disease; - 437.1 = other generalized ischemic cerebrovascular disease; c. patiënten met psychiatrische diagnose met een ICD-9 code gaande van 290 tot 319 in geverifieerde opnamediagnose of in nevendiagnose en patiënten die worden gehospitaliseerd in een psychiatrische dienst die beiden niet beantwoorden aan de criteria vermeld onder a.en b. : + 1; d. kinderen van 0 tot 3 jaar die niet beantwoorden aan de criteria onder a.tot c. : + 1; e. kinderen van 4 tot 15 jaar die niet beantwoorden aan de criteria onder a.tot c. : + 0,5 f. patiënten van minder dan 75 jaar afkomstig uit een ROB of RVT en patiënten van 75 jaar en meer die niet beantwoorden aan de criteria onder a.tot c. : - indien niet gehospitaliseerd : + 0,2; - indien gehospitaliseerd : + 0,4; g. patiënten die worden opgenomen op de spoedgevallen tussen 21 uur en 6 uur die niet beantwoorden aan de criteria onder a.tot f. : + 0,1. ».
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 19 november 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage 2 6. Weerhouden RIZIV-codes bij de identificatie van de gerealiseerde daghospitalisatie (LIJST A)
Nomenclatuurcode - Code de la nomenclature
220231
246654
256815
280755
287755
294711
220275
246676
256830
280792
287792
300252
220290
246772
256852
283010
287814
300274
220312
246831
257390
284572
287836
300296
220334
246912 *3
257434
284911
288094
300311
221152
246934 *3
257876
285095
288116
300333
228152
247575 *2
257891
285235
291410
310354 *6
230613
247590 *2
257994
285375
291970
310376 *7
232013
247612 *2
258090
285390
291992
310391 *7
232035
247634 *2
258112
285434
292014
310413 *7
235174
247656 *2
258156
285456
292235
310575
238114
250176
258171
285471
292574
310715
238173
250191
258635 *10
285574
292633
310774
238195
250213
258650 *11
285596
292736
310796
238210
251274
258731 *9
285611
292773
310811
241872 *12
251311
260315
285670
292795
310855
241916 *12
251370
260470
285692
292810
310951
241931 *12
251650
260676
285810
292832
310973
244193
253153
260691
285832
292854
310995
244311
253234 *4
260735
285935
292891
311312
244436
253256 *5
260794
285972
292935
311334
244473
253551
260853
285994
292972
311452
244495
253573
260875
286112
292994
311835
244554
254752 *6
260890
286134
293016
311990
244635
254774 *7+*8
260912
286215
293031
312314 *1
245534
254796 *7
260934
286230
293053
312410 *1
245571
254811 *7
260956
286252
293075
312432 *1
245630
255172
261214
286296
293134
317214
245733
255194
261236
286451
293156
350512
245755
255231
262216
287350
293171
353253
245814
255253
262231
287372
293230
354056
245851
255695
280055
287431
293252
354351 *12
245873
255894
280070
287453
293274
431056
246094
256115
280092
287475
293296
431071
246212
256130
280136
287490
293311
431513
246514
256174
280151
287512
293370
432191
246551
256314
280195
287534
294210
432213
246573
256336
280534
287556
294232
432316
246595
256491
280571
287571
294475
432434
246610
256513
280674
287696
294615
432692
246632
256653
280711
287711
294674
475996 *12
De codes 250132 en 250154 worden vanaf 01/04/2003 afgeschaft./Les codes 250132 et 250154 sont supprimés à dater du 01/04/2003. *1 Vervangt vanaf 01/02/2004 de verstrekking 312152./Remplace à partir du 01/02/2004 la prestation 312152. *2 Deze 5 codes vervangen 247531 vanaf 01/12/2006./Ces 5 codes remplacent le 247531 à partir du 01/12/2006. *3 Toegevoegd vanaf 01/05/2007./Ajoutés à partir du 01/05/2007. *4 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 253190./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 253190. *5 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 253212./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 253212. *6 Deze 2 codes vervangen de verstrekking 255592 vanaf 01/10/2008./Ces 2 codes remplacent la prestation 255592 à partir du 01/10/2008. *7 Deze 6 codes vervangen de verstrekking 255614 vanaf 01/10/2008./Ces 6 codes remplacent la prestation 255614 à partir du 01/10/2008. *8 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 255732./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 255732. *9 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 255916./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 255916. *10 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 258031./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 258031. *11 Vervangt vanaf 01/10/2008 de verstrekking 258053./Remplace à partir du 01/10/2008 la prestation 258053.
De codes 255776, 255975, 256550 en 227076 worden vanaf 01/10/2008 afgeschaft./Les codes 255776, 255975, 256550 et 227076 sont supprimés à dater du 01/10/2008.
De codes 229176, 241091, 241150 en 241312 worden vanaf 01/01/2012 afgeschaft./Les codes 229176, 241091, 241150 et 241312 sont supprimés à dater du 01/01/2012. *12 Toegevoegd vanaf 01/01/2012./Ajoutés à partir du 01/01/2012./. » Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 19 november 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX