gepubliceerd op 31 juli 2015
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming
17 JULI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 53, 53bis, 56, 58, 133, 137, 138bis, 142, 143, 144, 145, 146 en 170 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, tot invoeging van een artikel 98ter en tot invoeging van een hoofdstuk Vbis in titel II van hetzelfde besluit en tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 17/09/2014 numac 2014205168 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, in het kader van de Zesde Staatshervorming
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, § 1, derde lid, l, ingevoegd bij de wet van 8 oktober 2001 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003, § 1, derde lid m, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 1996, § 1, zevende lid, gewijzigd bij de wet van 14 februari 1961, § 1bis, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 24 december 2002, 8 april 2003, 22 december 2003 en 20 juli 2006, § 1septies, tweede en derde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 1octies, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, § 2, gewijzigd bij de wetten van 14 februari 1961, 10 oktober 1967 en 8 april 2003, § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en artikel 8, § 4, derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 7 april 1995 en § 5, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 7 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 17/09/2014 numac 2014205168 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 november 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 maart 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 april 2015;
Gelet op advies 57.604/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2014 en 1 juli 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 14° wordt vervangen door de volgende bepaling : "14° individueel actieplan : het actieplan op maat van de werkloze in functie van zijn profiel, zijn behoeften en deze van de arbeidsmarkt, dat aan de werkloze wordt voorgesteld door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling met als doel hem een nieuwe start aan te bieden onder de vorm van een individuele beroepskeuzebegeleiding, een begeleiding bij het zoeken naar werk, een opleiding of elke andere maatregel die zijn beschikbaarheid of inzetbaarheid op de arbeidsmarkt verhoogt, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald door het federaal normatief kader dat vastgelegd werd in toepassing van artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instelling;"; 2° het 15° wordt vervangen door de volgende bepaling : "15° leerovereenkomst : de overeenkomst door dewelke de leerling, bedoeld in 17°, is verbonden;"; 3° het wordt aangevuld met een 17° en 18°, luidend als volgt : « 17° leerling : de leerling bedoeld in artikel 1bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;18° onderbrekingsuitkeringen : de uitkeringen die door de Rijksdienst worden toegekend in toepassing van artikel 7, § 1, derde lid, l, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, alsmede de uitkeringen die door de bevoegde gewest- of gemeenschapsinstellingen worden toegekend in het kader van een regeling die ingevolge artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming in de plaats treedt van de regeling bedoeld in het voormelde artikel 7, § 1, derde lid, l.».
Art. 2.Artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 15/09/2000 numac 2000033059 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 13/07/2000 numac 2000012547 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de hervorming van de administratieve sancties sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 maart 2006, 14 juni 2007 en 22 april 2009, wordt vervangen door de volgende bepalingen : " § 2. Na advies van het beheerscomité bepaalt de Minister : 1° de criteria van de passende dienstbetrekking;2° de procedure welke door de Rijksdienst dient te worden gevolgd in geval van betwisting over de lichamelijke of mentale geschiktheid van de werknemer om een dienstbetrekking uit te oefenen. De werknemer die geschikt wordt verklaard conform de procedure bedoeld in 2°, of conform de procedure die toepasselijk is bij de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instelling bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van werklozen, wordt naargelang het geval beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 1° of 3°. De werknemer die conform de procedure die toepasselijk is bij de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van werklozen als arbeidsgeschikt wordt beschouwd in de zin van artikel 60, wordt beschouwd als werkloze wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil in de zin van § 1, tweede lid, 7°.".
Art. 3.Artikel 53 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 oktober 1992 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1995, 9 maart 2006, 7 juni 2009, 10 september 2010 en 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen : "
Art. 53.§ 1. De beslissing genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis door de directeur ingevolge een ontslag of werkverlating in de zin van artikel 51, heeft uitwerking vanaf de dag waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van dit feit. In geval van ontslag of werkverlating gevolgd door een uitkeringsaanvraag, wordt de datum van de uitkeringsaanvraag beschouwd als de dag waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit.
De beslissing heeft echter maar uitwerking te rekenen vanaf de maandag die volgt op de afgifte ter post van de brief waarbij zij ter kennis gegeven wordt aan de werkloze, wanneer deze beslissing niet genomen is binnen een termijn van één maand en tien dagen die ingaat de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau kennis kreeg van het feit, of in geval van een feit gevolgd door een uitkeringsaanvraag, bedoeld in het eerste lid, de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau het volledig dossier ontving.
In afwachting van de beslissing bedoeld in de vorige leden, kan de directeur opdracht geven tot de schorsing van de betaling van de uitkeringen vanaf de voornoemde dag van uitwerking, indien de schorsing aan de uitbetalingsinstelling ter kennis wordt gegeven in de loop van de maand waarin het werkloosheidsbureau kennis heeft gekregen van de feiten en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische betaaldatum". De schorsing wordt evenwel ambtshalve opgeheven indien er geen beslissing genomen is binnen de termijn bedoeld in het tweede lid.
In afwijking tot het derde lid, indien de schorsing niet is ter kennis gegeven vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische betaaldatum", gaat de schorsing in : 1° indien de kennisgeving plaatsvindt binnen de drie laatste werkdagen, die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum" : de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving;2° indien de kennisgeving plaatsvindt buiten de periode bedoeld in punt 1° : de eerste dag van de maand van de kennisgeving. Voor de toepassing van het derde en vierde lid geldt het volgende : 1° "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing.In voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161, vierde lid; 2° de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen. Wanneer de werkloze, die van mening is lichamelijk of mentaal niet of niet meer geschikt te zijn voor het uitoefenen van een bepaalde dienstbetrekking, in de zin van artikel 33 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, opgeroepen wordt voor een medisch onderzoek in de zin van artikel 141, wordt de termijn van één maand en tien dagen verlengd met tien dagen. Indien het medisch onderzoek in toepassing van artikel 141, tweede lid, wordt uitgesteld, wordt de termijn van één maand en tien dagen ten belope van de duur van het uitstel verlengd.
Indien het verhoor van de werkloze wordt verdaagd, wordt de termijn van één maand en tien dagen op evenredige wijze verlengd.
De beslissing bedoeld in de voorgaande leden heeft evenwel ten vroegste uitwerking na het verstrijken van de periode van zes maanden bedoeld in artikel 55, 2° of 4°, of de periode van drie maanden bedoeld in artikel 131bis, § 4. § 2. De beslissing, genomen in toepassing van de artikelen 52 of 52bis door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst. § 3. Wanneer meerdere in dit artikel bedoelde beslissingen, terzelfder tijd moeten ingaan, wordt de totale duur van de uitsluiting bekomen door samentelling van de periodes van uitsluiting. Wanneer een periode van uitsluiting zou moeten ingaan tijdens een andere periode van uitsluiting, gaat ze in nadat deze laatste verstreken is.
De ziekteperiode verlengt op evenredige wijze de duur van de uitsluiting op grond van de artikelen 52 en 52bis.
In afwijking van het vorige lid wordt de verlenging met de ziekteperiode evenwel beperkt tot een periode van maximaal 3 jaar berekend van datum tot datum.
De gewestinstelling bedoeld in § 2 maakt in zijn beslissing die zij aan de werkloze meedeelt, melding van de principes vermeld in het eerste en het tweede lid.".
Art. 4.Artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 15/09/2000 numac 2000033059 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 13/07/2000 numac 2000012547 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de hervorming van de administratieve sancties sluiten, wordt aangevuld met een § 4, luidend als volgt : " § 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen die hiermee verband houden, gelijkgesteld met de directeur.".
Art. 5.Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 15/09/2000 numac 2000033059 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur type koninklijk besluit prom. 29/06/2000 pub. 13/07/2000 numac 2000012547 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de hervorming van de administratieve sancties sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 september 2012, wordt vervangen door de volgende bepalingen : " § 2. De beslissing tot uitsluiting op grond van § 1, tweede lid, genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van werklozen, heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst.
De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt, 1° voor de periode van de onbeschikbaarheid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking;2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de onbeschikbaarheid voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt genomen;deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode.".
Art. 6.In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 2001, 4 juli 2004, 15 juni 2006 en 6 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "De beslissing tot uitsluiting op grond van het tweede lid, genomen door de gewestinstelling die ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen bevoegd is voor het controleren van de passieve beschikbaarheid van werklozen, heeft evenwel slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de vierde week volgend op de week waarin de gewestinstelling de beslissing meedeelt aan de werkloze en aan de Rijksdienst." 2° het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "De uitsluiting geldt vanaf de uitwerking van de beslissing, voor zover de werkloze niet vrijgesteld is van de verplichting ingeschreven te zijn als werkzoekende, 1° voor de periode van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, gesitueerd vanaf de dag van uitwerking;2° voor een periode die overeenstemt met de duur van de schrapping als werkzoekende, bedoeld in het tweede lid, voorafgaand aan de dag waarop de beslissing wordt genomen;deze periode kan samenvallen met de in 1° vermelde periode."
Art. 7.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2015 wordt een artikel 98ter ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 98ter.Voor de toepassing van de artikelen 89 en 97 moet de vrijwillig deeltijdse werknemer evenveel halve uitkeringen bewijzen als het aantal uitkeringen dat vereist is voor de voltijdse werknemer.
Het ontvangen aantal halve uitkeringen mag evenwel slechts in rekening worden gebracht ten belope van ten hoogste 26 halve uitkeringen per maand.
Het beheerscomité bepaalt de inhoud en het model van de documenten die gelden als aanvraag om vrijstelling bedoeld in de artikelen 89, 90, 94bis tot 97.
De directeur kan in de navermelde gevallen de werkloze die bewijst dat hij te goeder trouw heeft gehandeld, gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire bepalingen : 1° het dossier van de werkloze werd ingediend bij een ander werkloosheidsbureau dan datgene bedoeld in de artikelen 138, eerste lid, 4° en 142;2° de werkloze die verhuist heeft nagelaten een nieuw dossier in te dienen in toepassing van artikel 133, § 1, 6°, of van artikel 134, § 1, 1°. De personen die, ingevolge artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus1980 tot hervorming der instellingen, door de bevoegde gewestelijke overheden zijn aangesteld voor de controle van de passieve beschikbaarheid van werklozen en voor het nemen van de beslissingen die hiermee verband houden, kunnen de werkloze die bewijst dat hij zich te goeder trouw heeft ingeschreven als werkzoekende bij een andere gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling dan de bevoegde dienst bedoeld in artikel 58, gelijkstellen met een werkloze die voldeed aan de reglementaire bepalingen.".
Art. 8.In artikel 133, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 17/09/2014 numac 2014205168 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 10°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : "10° de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 152quater, bij de aanvang van de tewerkstelling;"; 2° 11° wordt opgeheven;3° 12° wordt opgeheven.
Art. 9.In artikel 137, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 17/09/2014 numac 2014205168 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 4°, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 juni 2001, wordt hersteld als volgt : « 4° aan de werknemer die tewerkgesteld wordt in een tewerkstelling met activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 138quinquies, het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met activeringsuitkeringen", bij de aanvang van de tewerkstelling;dit document bevat eveneens de verklaring van de werkgever bedoeld in artikel 152quater, § 7 »; 2° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : " 5° aan de werknemer bedoeld in 4°, het "activeringsvergoedingsbewijs", na het verstrijken van elke kalendermaand.Dit bewijs vervangt de controlekaart voor de toepassing van artikel 160"; 3° het 6° wordt opgeheven.
Art. 10.In artikel 138bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003014056 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur type koninklijk besluit prom. 12/03/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003022291 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van sommige koninklijke besluiten in het kader van de eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 12/03/2003 pub. 14/03/2003 numac 2003014049 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art.138bis. De werkgever, zijn aangestelde of lasthebber kan op de wijze en binnen de voorwaarden bepaald door de wet van 24 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/2003 pub. 02/04/2003 numac 2003022289 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid type wet prom. 24/02/2003 pub. 04/08/2010 numac 2010000419 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid tot de sociaal verzekerde de gegevens, vermeld op de documenten bedoeld in de navermelde nummers, door middel van een elektronische techniek overmaken :"; 2° het 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : "4° het "bewijs van aanvang van een tewerkstelling met activeringsuitkeringen", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°;"; 3° het 5° wordt vervangen door de volgende bepaling : "5° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 5°;"; 4° het 10° wordt opgeheven.
Art. 11.In hetzelfde besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2015 wordt in titel II een hoofdstuk Vbis ingevoegd, dat de artikelen 152bis tot 152sexies omvat, luidende : "Hoofdstuk Vbis - Bijzondere regelen betreffende de activiteiten van de Rijksdienst als operator of als instelling belast met de materiële uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen
Art. 152bis.De werking van de Rijksdienst als administratieve en technische operator of als instelling belast met de materiële uitvoering van beslissingen van de bevoegde gewestinstellingen overeenkomstig artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, 7°, b) en 11° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen wordt inzonderheid geregeld door de bepalingen van dit Hoofdstuk.
De specifieke regeling inzake bevoegdheid zijn opgenomen in de artikelen 142, § 2, 143, 146 en 170.
Art. 152ter.De specifieke bepalingen inzake de controle op de passieve beschikbaarheid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen zijn opgenomen in de artikelen 51, § 2, 53, §§ 2 en 3, 53bis, § 4, 56, § 2, 58 en 98ter.
Art. 152quater.§ 1. Dit artikel betreft de uitbetaling van de activeringsuitkeringen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen. § 2. Het dossier bedoeld in artikel 133, § 1, 10°, moet via de uitbetalingsinstelling bij het werkloosheidsbureau ingediend worden binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de tewerkstelling een aanvang neemt.
De stukken die als uitkeringsaanvraag gelden, welke stukken het dossier inzonderheid moet bevatten om volledig te zijn en de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de stukken door de werkloze aan de uitbetalingsinstelling, en door deze aan het werkloosheidsbureau worden bezorgd, wordt voor het overige geregeld overeenkomstig de bepalingen genomen krachtens artikel 138, eerste lid, 4°.
In geval van laattijdige ontvangst van het volledige dossier wordt het recht op uitkeringen toegekend vanaf de datum bepaald krachtens artikel 147, derde lid.
Het recht wordt evenwel toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een activeringsuitkering in mindering zal worden gebracht van het nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief in mindering werd gebracht. § 3. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit vereist, moet het dossier vergezeld zijn van een beslissing van de bevoegde gewestinstelling waaruit blijkt dat voor de betreffende tewerkstelling een recht op activeringsuitkeringen werd toegekend, behalve indien deze beslissing rechtstreeks door de gewestinstelling aan de Rijksdienst wordt meegedeeld. § 4. Het bedrag van de activeringsuitkering voor de betreffende maand wordt bekomen door toepassing van de volgende formule : Het theoretische maandbedrag dat geldt overeenkomstig de toepasselijke regelgeving wordt vermenigvuldigd met een breuk waarvan : 1° de teller gelijk is aan het aantal uren waarvoor loon verschuldigd is tijdens de periode gedekt door die arbeidsovereenkomst gelegen in deze beschouwde kalendermaand;2° de noemer gelijk aan 4 maal de factor S bedoeld in artikel 99, 2°. Het resultaat wordt evenwel begrensd tot het theoretische maandbedrag en tot het nettoloon waarop de werknemer voor de betreffende maand recht heeft. § 5. De betaling van de uitkeringen gebeurt op grond van een maandelijks door de werkgever in te vullen formulier, bevattende de vereiste loon- en arbeidstijdgegevens, bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 5°.
De betaling kan gebeuren voor de duur van de ononderbroken tewerkstelling op grond van één of meerdere arbeidsovereenkomsten, gelegen in de periode waarvoor de activeringsuitkering kan worden genoten, behoudens : 1° mededeling door de bevoegde gewestinstelling van de stopzetting van het voordeel;2° de aanwezigheid van een vergoedbaarheidsbeletsel voorzien in de regelgeving van het bevoegde gewest;3° het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd overeenkomstig artikel 64 of het aanspraak kunnen maken op een volledig pensioen overeenkomstig artikel 65. De betaling van de uitkeringen wordt geregeld door de artikelen van Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de betalingen. § 6. Voor de toepassing van de bepalingen in dit besluit waarbij rekening wordt gehouden met de bezoldiging van een werknemer, worden de activeringsuitkering geacht integraal deel uit te maken van de bezoldiging. § 7. Het document bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, bevat eveneens de volgende verbintenissen van de werkgever : 1° de werkgever brengt de activeringsuitkering in mindering van het door hem te betalen nettoloon voor de beschouwde maand;2° in geval de activeringsuitkering, ingevolge een laattijdige ontvangst van het volledig dossier door de Rijksdienst, niet wordt toegekend vanaf de aanvang van de tewerkstelling, mag de werkgever voor de periode die voorafgaat aan de maand waarin de laattijdige ontvangst gesitueerd is, de activeringsuitkering niet in mindering brengen van het door hem te betalen nettoloon.Deze bepaling geldt evenwel niet indien de werkgever aantoont dat de arbeidsovereenkomst of een bijlage ervan melding maakt van het feit dat een activeringsuitkering in mindering wordt gebracht van het nettoloon, en dat deze uitkering vanaf de eerste betaling van het loon ook effectief in mindering werd gebracht; 3° de werkgever stelt het werkloosheidsbureau in kennis van een arbeidsongeval dat de werknemer overkomt en hij verricht, in geval van terugbetaling door de arbeidsongevallenverzekeraar, aan de Rijksdienst een betaling van een bedrag gelijk aan het resultaat van de formule : A X B X C/D, waarbij : Agelijk is aan 0,9; B gelijk is aan de uitkering betaald voor de beschouwde maand;
C gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de periode van arbeidsongeschiktheid in de beschouwde maand;
D gelijk is aan het belastbaar bedrag van het loon voor de beschouwde maand. § 8. Indien de regelgeving van het bevoegde gewest dit voorziet, en binnen de in deze regelgeving voorziene grenzen, worden de voordelen die werden toegekend voor een tewerkstelling, opnieuw toegekend voor een nieuwe niet-aansluitende tewerkstelling van dezelfde werknemer bij dezelfde werkgever.
In dat geval 1° moet de werkgever niet opnieuw het formulier bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 4°, afleveren;2° wordt niet opnieuw een dossier ingediend in toepassing van artikel 133, § 1, 10°;3° wordt, voor de toepassing van § 5, tweede lid, abstractie gemaakt van onderbrekingen in de tewerkstelling.
Art. 152quinquies.§ 1. De beslissingen omtrent het behoud van uitkeringen en de beslissingen omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies, beroepsopleiding en stage, worden in toepassing van artikel 6, § 1, IX, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld.
De in het eerste lid bedoelde beslissingen en de overeenkomsten voor beroepsopleiding maken in voorkomend geval melding van het feit dat de studies, beroepsopleiding of stage overeenkomstig artikel 35nonies, § 2, van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten beschouwd kunnen worden als voorbereidend op een knelpuntberoep. § 2. De Rijksdienst maakt de aanvragen om behoud van uitkeringen en om vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt in geval van studies en stage, die hij zou ontvangen, over aan de bevoegde gewestinstelling, behalve indien de gewestinstelling toegang heeft tot de betreffende gegevensbank van de Rijksdienst die toelaat de aanvragen te raadplegen. § 3. De door de bevoegde gewestinstelling toegekende vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt houdt een vrijstelling in van de toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56, 58 en 74, § 3, alsmede van de procedure betreffende de controle van het actief zoekgedrag naar werk als uitkeringsgerechtigd volledig werkloze.
De beslissing omtrent de vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, heeft eveneens betrekking op de toepassing van artikel 66, in geval de studies, de opleiding of de stage in het buitenland wordt gevolgd.
De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling. § 4. De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze meedelen welke studies, beroepsopleiding en stages gevolgd kunnen worden met behoud van uitkeringen doch zonder vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt, zonder dat een individuele beslissing wordt genomen.
De bevoegde gewestinstelling kan aan de Rijksdienst op algemene wijze meedelen dat het afsluiten van een overeenkomst voor beroepsopleiding in de zin van artikel 27, 6°, van rechtswege beschouwd wordt als een beslissing betreffende het behoud van uitkeringen en, in voorkomend geval, betreffende vrijstelling van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. § 5. De Rijksdienst vermeldt de beslissingen die door de bevoegde gewestinstelling werden genomen en aan de Rijksdienst werden meegedeeld, de aangiften bedoeld in § 4, eerste lid, en de overeenkomsten voor beroepsopleiding bedoeld in § 4, tweede lid, overeenkomstig artikel 146 op de uitkeringskaart. § 6. Voor zover de bevoegde gewestinstelling dit voorschrijft, moet de volledig werkloze die een vrijstelling geniet maandelijks een getuigschrift van aanwezigheid toevoegen bij zijn controlekaart, behalve voor de maanden tijdens dewelke geen lessen worden georganiseerd omwille van de vakantie.
De werkloze is niet vergoedbaar op de dagen waarop hij volgens het getuigschrift ongewettigd afwezig is.
Het model van het getuigschrift wordt in gemeen overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd.
Art. 152sexies.§ 1. In afwijking van artikel 44 kan de PWA-werknemer, voor zover hij voldoet aan de toelaatbaarheids- en de toekenningsvoorwaarden geldend voor volledig werklozen, aanspraak maken op een PWA-inkomensgarantie-uitkering. Deze uitkering stemt overeen met de uitkering waarop hij in toepassing van dit besluit recht heeft voor de beschouwde maand en wordt, ten belope van 2,96 euro per uur van PWA-activiteit, beschouwd als een gedeelte van het loon waarop de PWA-werknemer recht heeft. De eventueel aan de PWA-werknemer betaalde vergoeding om zijn reële verplaatsingskosten te dekken wordt niet als loon beschouwd.
Voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 110, 114, § 4, en 124, tweede lid, die betrekking hebben op het inkomen van de werkloze of van zijn gezinsleden, wordt abstractie gemaakt van het bedrag van de PWA-cheques dat aan de PWA-werknemer betaald wordt. § 2. De PWA-werknemer moet in het bezit zijn van een prestatieformulier waaruit blijkt dat de door hem verrichte prestaties activiteiten zijn die verricht worden in het kader van de PWA-regeling. Het model van het prestatieformulier wordt in gemeen overleg tussen de Rijksdienst en de bevoegde gewestinstelling vastgelegd.
Indien de werkloze niet voldoet aan de vereiste van het eerste lid, wordt de activiteit beschouwd als arbeid in de zin van artikel 45. § 3. De werkloze wordt tijdens de maanden waarin hij de PWA-activiteit van stadswachter uitoefent, vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58.
De werkloze die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid van ten minste 33 pct. heeft, vastgesteld overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 141, en aantoont dat hij ten minste 180 PWA-activiteitsuren gepresteerd heeft in de loop van een referteperiode van zes kalendermaanden vóór de maand vanaf dewelke de vrijstelling wordt gevraagd, wordt vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58.
De vrijstelling bedoeld in het tweede lid geldt voor een periode van ten hoogste zes kalendermaanden, doch kan op vraag van de werkloze opnieuw worden toegekend indien hij opnieuw de voormelde voorwaarden vervult.
De referteperiode bedoeld in het tweede lid wordt verlengd met de duur van de periodes van arbeid in loondienst en van de vergoede periodes van arbeidsongeschiktheid. Bij de vaststelling van de duur van deze gebeurtenissen wordt slechts rekening gehouden met volledige ononderbroken maanden.
De periode van vrijstelling van zes maanden bedoeld in het tweede lid, kan op vraag van de werknemer verlengd worden met een aantal volledige kalendermaanden gelijk aan het aantal maanden waarvoor de werkloze een uitkering met toepassing van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, ontving. Hierbij wordt evenwel slechts rekening gehouden met ziekteperiodes, die gelegen zijn in de periode van vrijstelling of die daar aansluitend op volgen. § 4. In geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een ongeval overkomen in het kader van een PWA-activiteit, blijft de werkloze in afwijking van de artikelen 56, 58, 60, 61 en 62 van onderhavig besluit, gerechtigd op uitkeringen.
De verzekeringsmaatschappij betaalt in geval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, in afwijking van de artikelen 22 tot 23bis en 34 tot 39 van de wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 11/06/1998 numac 1998000213 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet - Duitse vertaling type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten op de arbeidsongevallen, per dag van ongeschiktheid met uitsluiting van de zondag : 1° aan de Rijksdienst, voor de werkloze gerechtigd op zes daguitkeringen per week, een bedrag dat correspondeert met de daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer; 2° aan de Rijksdienst, voor de werkloze die als vrijwillig deeltijdse werknemer gerechtigd is op halve daguitkeringen, een bedrag dat correspondeert met de halve daguitkering waarop de werkloze de dag vóór het ongeval recht had, gekoppeld aan het op de voormelde dag geldende indexcijfer en vermenigvuldigd met 1/6e van het wekelijks aantal halve uitkeringen.".
Art. 12.Artikel 142 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/02/2003 pub. 27/02/2003 numac 2003200072 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : " § 2. In afwijking van § 1 worden de beslissingen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 5°, 6°, en in voorkomend geval in 7°, b), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen evenwel genomen door de personen die door de bevoegde gewestelijke overheden hiertoe zijn aangesteld.
Het eerste lid heeft geen betrekking op de beslissingen die betrekking hebben op de taken van de Rijksdienst als administratief en technisch operator. Het betreft inzonderheid : 1° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk V - Procedure, indien de Rijksdienst als administratieve en technische operator een aanvraag moet ontvangen en behandelen of indien hij beslissingen van de bevoegde gewestinstelling moet meedelen aan de uitbetalingsinstellingen;2° de beslissingen betreffende de terugvordering van uitkeringen, bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, indien de Rijksdienst vaststelt dat uitkeringen werden genoten in strijd met de beslissing van de bevoegde gewestinstelling;3° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk IX - Terugvordering van uitkeringen, ter uitvoering van een beslissing van de bevoegde gewestinstelling die leidt tot de ontzegging van uitkeringen voor een periode gesitueerd in het verleden;de Rijksdienst neemt in dat geval een beslissing tot terugvordering van de reeds betaalde uitkeringen, gebaseerd op de beslissing tot ontzegging van de bevoegde gewestinstelling; 4° de beslissingen bedoeld in Hoofdstuk VII - Betaling van de uitkering en Hoofdstuk VIII - Indiening en verificatie van de betalingen.".
Art. 13.Artikel 143 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 143.De directeur en de in artikel 142, § 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen eveneens beslissingen nemen inzake het recht op uitkeringen ten aanzien van de werknemer die, de dag waarop de beslissing wordt genomen, de dag waarop ze ter kennis wordt gebracht of de dag waarop ze in werking moet treden, geen uitkeringen verkregen of aangevraagd heeft.".
Art. 14.Artikel 144, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 144.§ 1. Vooraleer in toepassing van artikel 142, § 1, of 149 door de directeur een beslissing genomen wordt inzake ontzegging, uitsluiting of schorsing van het recht op uitkeringen, wordt de werknemer opgeroepen om gehoord te worden omtrent de feitelijke grondslag van de beslissing en omtrent zijn verweermiddelen.".
Art. 15.Artikel 145, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 145.De beslissing van de directeur over het recht op uitkeringen wordt genomen binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op deze waarop het werkloosheidsbureau in het bezit is van het volledig dossier. ".
Art. 16.In artikel 146 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 april 1999, 5 september 2002 en 7 april 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art.146. De beslissing van de directeur wordt vermeld op een uitkeringskaart waarvan het model door de Rijksdienst is vastgesteld.
Het werkloosheidsbureau maakt op deze uitkeringskaart ook melding van de beslissingen die worden genomen door de in artikel 142, § 2, eerste lid, bedoelde personen."; 2° de inleidende zin van het vierde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "De beslissing van de directeur wordt bovendien ter kennis gebracht van de werkloze bij gewone brief indien de beslissing leidt tot : ".
Art. 17.Artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 170.De terugvordering van de onrechtmatig betaalde sommen wordt bevolen door de directeur of door de personen bedoeld in artikel 142, § 2, eerste lid, of door de bevoegde rechtsmacht. Het bedrag van de terugvordering wordt ter kennis gebracht van de werkloze en van de uitbetalingsinstelling.".
Art. 18.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 17/09/2014 numac 2014205168 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten tot wijziging van de artikelen 133, 137 en 138bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering worden de volgende wijzigingen aangebracht aan artikel 138bis : 1° het 1° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "1° het "bewijs van tijdelijke werkloosheid" bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 2°, b, § 2, 3°, b, en § 4, eerste lid, 2°;" 2° het 2° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "2° de prestatiestaat bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid,3°"; 3° het 7° van het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "7° het "activeringsvergoedingsbewijs", bedoeld in artikel 137, § 1, eerste lid, 5°.".
Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid heeft artikel 1 uitwerking met ingang van 1 juli 2015 en treedt artikel 18 in werking op 1 januari 2016.
De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening maakt evenwel verder toepassing van de bepalingen, die golden voor de inwerkingtreding van dit besluit, zolang hij ter uitvoering van artikel 94, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en van de artikelen 75 en 77 van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gedurende een overgangsperiode verder belast blijft met de uitvoering van de betreffende overgedragen materie.
Art. 20.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 juli 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS