gepubliceerd op 27 februari 2006
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de retributies betreffende de taken toevertrouwd aan de Gewesten door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
13 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de retributies betreffende de taken toevertrouwd aan de Gewesten door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren;
Gelet op het advies van het raadgevend comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 29 juni 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 januari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 juni 2005;
Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 17 september 2004;
Gelet op advies n° 39.408/3 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 : het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen.
Art. 2.Volgende taken die, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren, aan de Gewesten, bij middel van een overeenkomst van onbepaalde duur, werden toevertrouwd, worden aan de betaling van retributies onderworpen : 1° de uitvoering van de officiële controles op schadelijke organismen als bedoeld in artikel 10 van het voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 2005 alsook van de controle en de uitreiking van het plantenpaspoort voor de volgende planten : - aardappelpootgoed; - zaaizaden vermeld in bijlage V, deel A, afdelingen I en II, bij het voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 2005; 2° de uitvoering van de officiële controles en controles op documenten van de schadelijke organismen vermeld in de fytosanitaire reglementeringen van derde landen en bedoeld bij artikel 20 van het voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 2005 met het oog op de uitreiking van het fytosanitair certificaat voor de uitvoer van aardappelpootgoed, landbouwzaden, groentezaden en boszaden.
Art. 3.De retributies betreffende aan de gewesten toevertrouwde taken, bedoeld in artikel 2, worden door de volgende artikelen vastgelegd.
Art. 4.§ 1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de uitreiking van een plantenpaspoort aanvraagt voor aardappelpootgoed dat vooraf voor de certificering werd ingeschreven en waarvoor het geheel van de in artikel 2, 1°, eerste gedachtestreep bedoelde controles werd uitgevoerd, is een retributie van zevenendertig euro per hectare pootgoed verschuldigd. § 2. Wanneer het geheel van de in artikel 2, 1°, eerste gedachtestreep bedoelde controles niet werd uitgevoerd maar tenminste de veldkeuring werd uitgevoerd, is een retributie van tweeëntwintig euro per hectare pootgoed verschuldigd. § 3. Wanneer de prestatie zich beperkt tot de grondbemonstering met het oog op de opsporing van aaltjes van percelen die potentieel voor de vermeerdering van pootgoed kunnen gebruikt worden, is een retributie van zestien euro per hectare verschuldigd.
Art. 5.Iedere natuurlijke of rechtspersoon die officiële controles op schadelijke organismen aanvraagt als bedoeld in artikel 10 van het voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 2005, evenals de controle en de uitreiking van het plantenpaspoort voor de zaaizaden aanvraagt, hernomen in bijlage V, deel A, afdelingen I en II, van het voornoemd koninklijk besluit van 10 augustus 2005, is de retributie verschuldigd zoals vastgelegd in bijlage I, A.1, 2e gedachtestreep van het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw.
Art. 6.Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de uitreiking van een fytosanitair certificaat aanvraagt, is voor de in artikel 2, 2°, bedoelde controles de retributies verschuldigd zoals vastgelegd in artikel 2 en volgende artikelen van het koninklijk besluit van 18 januari 1999 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor afgifte van fytosanitaire certificaten.
Art. 7.De retributies moeten binnen dertig dagen na voorlegging van de factuur gestort worden.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op deze van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4 dat op 1 juli 2006 in werking treedt voor de taken die tot de campagnes 2007 en volgende behoren.
Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 13 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE