gepubliceerd op 28 oktober 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
11 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij de wet van 19 juli 1983 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991, op artikel 5, vervangen bij de wet van 15 december 1998, en op artikel 11, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1983 en 6 juli 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 1985, 7 oktober 1987, 29 mei 1989, 2 juni 1989, 2 augustus 1990, 31 oktober 1990, 10 september 1991, 18 november 1991, 25 mei 1992, 10 april 1995, 25 september 1995, 20 oktober 1995, 16 september 1997, 17 juli 1998, 26 januari 1999, 27 mei 1999 en 13 juni 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op de artikelen 2, 3 en 4 en op artikel 5, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 januari 1999;
Gelet op het protocol nr. 96/2 van 13 januari 1998 van het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 15 januari 1999 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 augustus 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 21, § 2, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 1990, wordt aangevuld met het volgende lid : « Twee vertegenwoordigers van het College van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid zijn van rechtswege lid van de afvaardiging van de overheid van het sectorcomité waarvan de openbare instellingen van sociale zekerheid afhangen ».
Art. 2.Artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1991, wordt aangevuld met het volgende lid : « In het tussenoverlegcomité, of bij gebreke daarvan in het basisoverlegcomité van elke openbare instelling van sociale zekerheid, zoals zij vermeld zijn in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, wordt regelmatig overleg gepleegd omtrent de uitvoering van de bestuursovereenkomst ».
Art. 3.In bijlage I « Sectorcomités opgericht krachtens artikel 19 », van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 juni 1989, 2 augustus 1990, 10 september 1991, 25 mei 1992, 10 april 1995, 20 oktober 1995, 16 september 1997, 17 juli 1998, 26 januari 1999 en 13 juni 1999, worden in de voorafgaande opmerkingen, in 1), de woorden « van I tot XIX » vervangen door de woorden « van I tot XX ».
Art. 4.In dezelfde bijlage, sector V, Landbouw en Middenstand, rubriek C, wordt 6° geschrapt.
Art. 5.In dezelfde bijlage, sector Xl, Tewerkstelling en Arbeid, rubriek C, worden 3° en 5° geschrapt.
Art. 6.In dezelfde bijlage sector Xll, Sociale Zaken, rubriek C., worden 5°, 6°, 8°, 10°, 11°, 13°, 14°, 15°, 16°, 17°, 20° en 21° geschrapt.
Art. 7.Dezelfde bijlage wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Sector XX A. Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid.
B. De Minister bevoegd voor de sociale zekerheid. De Ministers bevoegd voor de werkloosheidsverzekering, het sociaal statuut van de zelfstandigen en de pensioenen zijn ondervoorzitter.
C. 1° De Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid. 2° Het Fonds voor Arbeidsongevallen.3° Het Fonds voor Beroepsziekten.4° De Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden onder Belgische Vlag.5° De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen.6° De Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.7° De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.8° De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.9° De Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie.10° De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.11° De Rijksdienst voor Pensioenen.12° De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.13° De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten.14° Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.15° Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering".
Art. 8.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 oktober 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE