gepubliceerd op 28 december 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
8 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 64, eerste lid, 1°, gewijzigd door de wet van 22 februari 1998 en door de wet van 25 januari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 1998 tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging uitgebracht op 6 september 1999;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de budgettaire situatie van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en door de noodzakelijke kwaliteitsvolle zorgverlenling aan de verzekerden, waardoor het dringend noodzakelijk is dat de tussenkomst van de verzekering voor bepaalde prestaties afhankelijk wordt gemaakt van de voorwaarde dat die prestaties worden verleend in diensten die overeenkomstig de daartoe uitgevaardigde normen worden erkend; dat de normen waaraan een dienst moet voldoen waarin een magnetische resonantietomograaf met ingebouwd elektronisch telsysteem wordt opgesteld werden gewijzigd met ingang van 13 augustus 1999 en dat de nomenclatuur aangaande de nucleaire magnetische resonantie overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 april 1999 in werking treedt op dezelfde datum, zodat onderhavig besluit, dat de tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de desbetreffende prestaties afhankelijk maakt van de erkenning van de dienst waarin ze worden uitgevoerd, zo vlug mogelijk moet genomen en bekendgemaakt worden;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 oktober 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 13 februari 1998 tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 5bis.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de verstrekkingen opgenomen in artikel 17, § 1, 11°bis, van de bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 14 september 1984, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat ze worden verricht in een dienst die is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 oktober 1989 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantietomograaf met ingebouwd elektronisch telsysteem wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst, zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987. ».
Art. 2.Gedurende het tijdvak vanaf 13 augustus 1999 tot de datum bedoeld in artikel 3 wordt de terugbetaling van de prestaties bedoeld in artikel 1 van onderhavig besluit afhankelijk gemaakt van de vermelding op het getuigschrift voor verstrekte hulp of het document dat hiervoor in de plaats komt van het identificatienummer, toegekend door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering aan de dienst die is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis, van de wet op de ziekenhuizen.
Art. 3.Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen datum.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE