Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 februari 1998
gepubliceerd op 19 maart 1998

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022169
pub.
19/03/1998
prom.
13/02/1998
ELI
eli/besluit/1998/02/13/1998022169/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 FEBRUARI 1998. Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 64 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 64, eerste lid, 1°;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 6 oktober 1997;

Overwegende dat het voor de budgettaire situatie van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en voor de noodzakelijke kwaliteitsvolle zorgverlening aan de verzekerden dringend noodzakelijk is dat de tussenkomst van de verzekering voor bepaalde prestaties afhankelijk wordt gemaakt van de voorwaarde dat die prestaties worden verleend in diensten die overeenkomstig de daartoe uitgevaardigde normen werden erkend; dat onderhavig besluit derhalve zo vlug mogelijk moet genomen en bekendgemaakt worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 november 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de verstrekkingen opgenomen onder de codenummers 470400, 470422, 470433 - 470444 en 470470 - 470481 van artikel 20, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskunidge verzorging en uitkeringen en in de verstrekkingen met codenummers 761493, 761552 en 761515 vermeld in artikel 9undecies van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen die verricht worden door of onder de verantwoordelijkheid van een centrum voor de behandeling van chronische nierinsufficiëntie, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat dat centrum is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 november 1996 houdende vaststelling van de normen waaraan de centra voor de behandeling van chronische nierinsufficiëntie moeten voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst in de zin van artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.

Art. 2.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de prestaties opgenomen onder de codenummers 589013 - 589024, 589035 - 589046, 589153 - 589164, 589190 - 589201 en 589396 - 589400 van artikel 34 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen die verricht worden in een hartcatheterisatiedienst voor interventionele cardiologie zoals bedoeld in artikel 3, b) van het koninklijk besluit van 18 april 1991 tot bepaling van de normen waaraan de hartcatheterisatiedienst moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat die dienst is erkend overeenkomstig laatstgenoemd besluit.

Art. 3.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de prestaties opgenomen onder de codenummers 453110 - 453121, 453132 - 453143, 453950 - 453961, 453972 - 453983 en 458356 - 458360 van artikel 17 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en onder de codenummers 453951 - 453962, 464111 - 464122, 464133 - 464144, 464973 - 464984 en 468355 - 468366 van artikel 17ter van genoemde bijlage die verricht worden in een hartcatheterisatiedienst voor interventionele cardiologie of in een hartcatheterisatiedienst voor invasief onderzoek zoals bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 april 1991 tot bepaling van de normen waaraan de hartcatheterisatiedienst moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat die dienst is erkend overeenkomstig laatstgenoemd besluit.

Art. 4.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de verstrekkingen opgenomen onder de codenummers 440016 - 440020, 440031 - 440042, 440053 - 440064, 440075 - 440031, 440042, 440053 - 440064, 440075 - 440086, 440215 - 440226, 440230 - 440241, 440252 - 440263, 440613 - 440624, 440635 - 440646, 440650 - 440661, 440672 - 440683, 440694 - 440705, 440812 - 440823, 440834 - 440845, 440856 - 440860, 441011 - 441022, 441033 - 441044, 441055 - 441066, 441210 - 441221, 441232 - 441243, 441254 - 441265, 441276 - 441280, 441291 - 441302, 441512 - 441523, 441556 - 441560, 441571 - 441582, 441593 - 441604 en 442035 - 442046 van artikel 18 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen die verricht worden in een dienst radiotherapie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 5 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst radiotherapie moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat die dienst is erkend overeenkomstig laatstgenoemd besluit.

Art. 5.De tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de verstrekkingen opgenomen in artikel 17, § 1, 11° van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, wordt afhankelijk gemaakt van de voorwaarde dat ze worden verricht in een dienst die is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst voor medische beeldvorming waarin een transversale axiale tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 6bis, § 2, 6°bis van de wet op de ziekenhuizen.

Art. 6.Het getuigschrift voor verstrekte hulp of het document dat hiervoor in de plaats komt vermeldt in de rubriek « Dienst erkend onder nummer » het identificatienummer, toegekend door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, van de dienst waarin de verstrekkingen werden uitgevoerd.

In afwachting van de aanpassing van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de documenten die er voor in de plaats komen, en tot uitputting van de bestaande stocks, wordt het identificatienummer bedoeld in alinea 1, evenwel vermeld tegenover de rubriek « Laboratorium erkend onder nummer ».

Art. 7.Het koninklijk besluit van 30 december 1986 tot uitvoering van artikel 63, tweede lid, 1°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 mei 1995, wordt opgeheven.

Art. 8.De bepalingen van dit besluit treden in werking op een door Ons te bepalen datum.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 februari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^