29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 53, achtste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 maart 1987, 2 juli 1993 en 12 juni 1997;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 26 april 1999;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 1998 bepaalt dat de regeling omtrent het medisch dossier in werking treedt op 1 april 1999, zodat onderhavig besluit, dat een daarmee gepaard gaande maatregel inzake de derdebetalersregeling bevat, derhalve zo vlug mogelijk genomen en bekendgemaakt moet worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 april 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 maart 1987, 2 juli 1993 en 12 juni 1997, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Het toepassen van de derdebetalersregeling is evenmin verboden indien de rechthebbende uitdrukkelijk verzoekt om de toepassing van die regeling voor de verstrekking vermeld onder nummer 102771 in artikel 2 van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984. Elke rechthebbende kan verzoeken om de toepassing van de derdebetalersregeling voor voornoemde verstrekking en indien de rechthebbende erom verzoekt, kan de geneesheer deze toepassing niet weigeren. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1999.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN