gepubliceerd op 11 juni 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft
14 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten en gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014, artikel 40, § 3, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004 en 27 november 2015, en artikel 41;
Gelet op het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947;
Gelet op de codex over het welzijn op het werk, Boeken I tot X;
Gelet op de adviezen nr. 198, 204, 207 en 223 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk respectievelijk gegeven op 21 oktober 2016, 14 maart 2017, 24 juli 2017 en 22 februari 2019;
Gelet op advies nr. 65.552 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Actualisering van de terminologie
Artikel 1.In de codex over het welzijn op het werk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 juli 2017 en 7 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht in de Nederlandse tekst: 1° het woord "geneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "arts";2° het woord "geneesheren" wordt telkens vervangen door het woord "artsen";3° het woord "arbeidsgeneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "arbeidsarts;4° het woord "preventieadviseur-arbeidsgeneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "preventieadviseur-arbeidsarts";5° het woord "geneesheer-arbeidsinspecteur" wordt telkens vervangen door het woord "arts sociaal inspecteur";6° het woord "geneesheer sociaal inspecteur" wordt telkens vervangen door het woord "arts sociaal inspecteur";7° het woord "hoofdgeneesheer" wordt telkens vervangen door het woord "hoofdarts";8° het woord "geneesheer-adviseur" wordt telkens vervangen door het woord "adviserend arts;9° de woorden "Orde der Geneesheren" worden telkens vervangen door de woorden "Orde der Artsen". HOOFDSTUK II. - Wijziging van hoofdstuk III van titel 1 van boek I van de codex over het welzijn op het werk
Art. 2.Artikel I.1-4, 6° van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: "6° gezondheidstoezicht: het geheel van preventieve medische handelingen zoals opgesomd in artikel I.4-14, § 1, eerste lid, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsarts met het oog op het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in artikel I.4-2." HOOFDSTUK III. - Wijziging van titel 4 van boek I van de codex over het welzijn op het werk
Art. 3.In artikel I.4-4 van de codex over het welzijn op het werk wordt paragraaf 1 opgeheven.
Art. 4.Artikel I.4-5, § 1, eerste lid, 4° van de codex over het welzijn op het werk wordt opgeheven.
Art. 5.Artikel I.4-9 van de codex over het welzijn op het werk wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De werkgever herinnert alle werknemers, al dan niet onderworpen aan het gezondheidstoezicht, jaarlijks aan de mogelijkheid om een spontane raadpleging te vragen overeenkomstig artikel I.4-37."
Art. 6.Artikel I.4-14, § 1, eerste lid van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: " § 1. De preventieve medische handelingen omvatten: 1° de preventieve medische onderzoeken zoals bepaald in artikel I.4-15, uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts; 2° de aanvullende medische handelingen, uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts of, onder zijn verantwoordelijkheid, door zijn verpleegkundig personeel; 3° het samenstellen en het bijhouden van het gezondheidsdossier conform hoofdstuk VII van deze titel."
Art. 7.Artikel I.4-17, § 1 van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: " § 1. De preventieve medische onderzoeken worden uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts die meewerkt aan de uitvoering van de opdrachten in verband met de risicoanalyse."
Art. 8.In artikel I.4-25 van de codex over het welzijn op het werk waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 ingevoegd, luidende: " § 2. De werknemers die onderworpen zijn aan een voorafgaande gezondheidsbeoordeling overeenkomstig § 1, worden in elk geval na 12 maanden aan een periodieke gezondheidsbeoordeling onderworpen, om de gevoeligheid van de werknemer voor het specifieke risico waaraan hij is blootgesteld na te gaan. Vervolgens geldt de vastgelegde frequentie in functie van het risico zoals bedoeld in bijlage I.4-5."
Art. 9.In afdeling 2 van boek I, titel 4, hoofdstuk IV van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het opschrift "Afdeling 2.- Periodieke gezondheidsbeoordeling" wordt vervangen door het opschrift "Afdeling 2. - Periodiek gezondheidstoezicht"; 2° artikel I.4-29 wordt vervangen als volgt: "Art. I.4-29.- De werknemers bedoeld in artikel I.4-3, § 1 worden aan een periodiek gezondheidstoezicht onderworpen zoals bepaald in bijlage I.4-5." 3° artikel I.4-30 wordt vervangen als volgt: "Art. I.4-30.- § 1. Het periodiek gezondheidstoezicht omvat: 1° een gezondheidsbeoordeling, die bestaat uit een anamnese en een klinisch onderzoek, uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts, om de verenigbaarheid van de gezondheidstoestand met de uitgeoefende arbeid na te gaan;2° aanvullende medische handelingen, uitgevoerd door of onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsarts, die ook de resultaten ervan interpreteert.De aanvullende medische handelingen: a) houden een persoonlijk onderhoud in met de preventieadviseur-arbeidsarts of zijn verpleegkundig personeel;b) houden specifiek verband met het risico waaraan de werknemer wordt blootgesteld wegens het uitoefenen van zijn functie; c) kunnen plaatsvinden voorafgaand aan de periodieke gezondheidsbeoordeling, en/of tussen twee periodieke gezondheidsbeoordelingen in, in functie van wat bepaald wordt in bijlage I.4-5; d) bestaan minstens uit individuele medische vragenlijsten en/of uit andere individuele medische handelingen vermeld in bijlage I.4-5; e) worden uitgevoerd op het tijdstip van de dag, week of jaar dat het meest relevant is voor de evaluatie van het risico en, in voorkomend geval, voor de gezondheidsbeoordeling.Dit tijdstip wordt bepaald door de preventieadviseur-arbeidsarts. § 2. De ingevulde vragenlijsten bedoeld in § 1, 2°, d) worden, al dan niet via elektronische weg, rechtstreeks terugbezorgd aan de preventieadviseur-arbeidsarts of zijn verpleegkundig personeel.
Deze vragenlijsten vermelden in elk geval: a) de contactgegevens van de bevoegde preventieadviseur-arbeidsarts;b) het recht van de werknemer om te allen tijde een spontane raadpleging te vragen;c) de mogelijkheid voor de werknemer om aan te geven dat hij zo snel mogelijk wil worden gecontacteerd door de preventieadviseur-arbeidsarts. § 3. De externe diensten werken samen met het oog op het ontwikkelen van modelvragenlijsten en richtlijnen voor een gestandaardiseerde invulling van de andere aanvullende medische handelingen die specifiek verband houden met het risico waaraan de werknemer wordt blootgesteld wegens het uitoefenen van zijn functie, en melden deze aan de algemene directie HUA. De Minister kan nadere regels en criteria vastleggen voor het ontwikkelen van de modelvragenlijsten en richtlijnen bedoeld in het eerste lid, of hij kan zelf modelvragenlijsten en richtlijnen opstellen. 4° In artikel I.4-31 worden de volgende wijzigingen aangebracht: - In het eerste lid worden de woorden "bijkomende handelingen bedoeld in artikel I.4-27, § 2" vervangen door de woorden "aanvullende medische handelingen bedoeld in bijlage I.4-5"; - Tussen het tweede en het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende: "De preventieadviseur-arbeidsarts motiveert zijn keuze in een document dat door hem wordt ondertekend en dat ter beschikking wordt gehouden van de arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW." 5° Artikel I.4-32 wordt vervangen als volgt: "Art I.4-32.- § 1. De frequentie van de periodieke gezondheidsbeoordeling en van de aanvullende medische handelingen is vastgelegd in bijlage I.4-5 in functie van de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan het risico.
Wanneer een werknemer is blootgesteld aan meerdere risico's waarvoor een verschillende frequentie van periodieke gezondheidsbeoordeling geldt, wordt de hoogste frequentie gevolgd. § 2. Wanneer de aanvullende medische handelingen die in de periode tussen twee periodieke gezondheidsbeoordelingen plaatsvinden, een ongewoon resultaat vertonen, neemt de preventieadviseur-arbeidsarts contact op met de betrokken werknemer om na te gaan of een gezondheidsbeoordeling noodzakelijk is. Hiertoe kan de preventieadviseur-arbeidsarts, telkens hij het nuttig acht en met de toestemming van de werknemer, zich informeren bij zijn behandelend arts.
In dat geval kan de preventieadviseur-arbeidsarts, afhankelijk van de concrete omstandigheden, één of meerdere van de volgende beslissingen nemen: 1° hij onderwerpt de betrokken werknemer aan een gezondheidsbeoordeling;2° hij onderwerpt alle of bepaalde werknemers die worden blootgesteld aan hetzelfde risico, eveneens aan een gezondheidsbeoordeling;3° hij verhoogt de frequentie van de periodieke gezondheidsbeoordelingen en/of van de aanvullende medische handelingen voor de betrokken werknemer, en eventueel ook voor alle of bepaalde werknemers die aan hetzelfde risico worden blootgesteld.De hogere frequentie wordt aangehouden totdat de preventieadviseur-arbeidsarts oordeelt dat het risico onder controle is.
De preventieadviseur-arbeidsarts motiveert zijn beslissing in een document dat door hem wordt ondertekend en dat ter beschikking wordt gehouden van de arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW. § 3. In afwijking van de frequentie bedoeld in bijlage I.4-5, kan de preventieadviseur-arbeidsarts, al dan niet tijdelijk, een hogere frequentie van periodieke gezondheidsbeoordelingen en/of aanvullende medische handelingen vastleggen voor specifieke situaties die volgens zijn oordeel een negatieve impact hebben of kunnen hebben op de gezondheid van de werknemer, bijvoorbeeld omdat de werknemer behoort tot een specifieke risicogroep, of omwille van wijzigingen aan de werkpost of activiteit, of wegens incidenten of ongevallen die zich hebben voorgedaan, of omwille van een overschrijding van actiewaarden.
De preventieadviseur-arbeidsarts motiveert zijn beslissing in een document dat door hem wordt ondertekend en dat ter beschikking wordt gehouden van de arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW. § 4. De arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW kan, zo hij het nodig acht, een hogere frequentie van periodieke gezondheidsbeoordelingen en/of van de aanvullende medische handelingen opleggen, of de inhoud en het tijdstip van de aanvullende medische handelingen aanpassen. § 5. De werknemer die getroffen is door een beroepsgebonden aandoening waarvan de diagnose aan de hand van de in artikel I.4-27 bepaalde handelingen niet voldoende kan worden gesteld, wordt onderworpen aan elk bijkomend onderzoek dat de preventieadviseur-arbeidsarts of de arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW nodig acht. § 6. De preventieadviseur-arbeidsarts verstrekt regelmatig, en minstens één keer per jaar, aan de werkgever en aan het comité een globale rapportering over de resultaten van het periodiek gezondheidstoezicht met het oog op het eventueel voorstellen of aanpassen van preventiemaatregelen."
Art. 10.Artikel I.4-40 van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: "Art. I.4-40.- De kenmerken en de gevolgen van de uitbreiding van het gezondheidstoezicht bedoeld bij artikel I.4-39 worden vastgelegd door de preventieadviseur-arbeidsarts in een document dat door hem ter beschikking wordt gehouden van de arts sociaal inspecteur van de algemene directie TWW. Deze laatste kan eveneens eender welke nieuwe gezondheidsbeoordeling opleggen die hij nodig acht.
De preventieadviseur-arbeidsarts verstrekt over de uitbreiding van het gezondheidstoezicht een globale rapportering aan het comité overeenkomstig artikel I.4-30, § 6."
Art. 11.In artikel I.4-52, tweede lid van de codex over het welzijn op het werk wordt de woorden "geneesheer sociaal inspecteur van de algemene directie TWW." vervangen door de woorden "met het toezicht belaste ambtenaar."
Art. 12.In de codex over het welzijn op het werk wordt een bijlage I.4-5 ingevoegd die als bijlage 1 wordt gevoegd bij dit besluit.
Art. 13.In de codex over het welzijn op het werk wordt de bijlage I.4-2, 3de deel vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de overige titels van de codex over het welzijn op het werk
Art. 14.In artikel II.3-16, § 1, 3° van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "met uitzondering van de bijkomende handelingen bedoeld in artikel I.4-27, § 2" worden opgeheven; 2° "a) wordt vervangen als volgt: "de voorafgaande gezondheidsbeoordeling, de periodieke gezondheidsbeoordeling en de aanvullende medische handelingen."
Art. 15.In artikel VIII.3-10 van de codex over het welzijn op het werk worden het tweede en het derde lid opgeheven.
Art. 16.Artikel VI.2-14, 1°, derde lid van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: "Zolang de blootstelling duurt, wordt een periodieke gezondheidsbeoordeling uitgevoerd."
Art. 17.In artikel VII.1-44 van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De werknemer die wordt blootgesteld aan biologische agentia wordt onderworpen aan periodiek gezondheidstoezicht overeenkomstig bijlage I.4-5, dat bestaat uit een gezondheidsbeoordeling die, naar gelang van het geval, wordt aangevuld door aanvullende medische handelingen die bestaan uit gerichte onderzoeken." 2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 18.In artikel V.5-6 van de codex over het welzijn op het werk, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 19.In titel 4 van boek V van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in artikel V.4-10, tweede lid, 3°, wordt het woord "jaarlijkse" opgeheven; 2° in artikel V.4-16, eerste lid wordt het woord "jaarlijks" opgeheven; 3° in artikel V.4-17, eerste lid wordt het woord "jaarlijks" opgeheven.
Art. 20.In artikel X.1-5 van de codex over het welzijn op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, eerste lid worden de woorden "om de drie jaar, of elk jaar indien het Comité het vraagt" opgeheven;2° in § 2, wordt het tweede lid opgeheven;3° in § 3, eerste lid worden de woorden "jaarlijks verricht en" opgeheven.
Art. 21.Artikel V.2-25 van de codex over het welzijn op het werk wordt vervangen als volgt: "Art. V.2-25.- De betrokken werknemer wordt onderworpen aan een periodieke gezondheidsbeoordeling.
Er wordt een audiometrisch onderzoek uitgevoerd binnen de 12 maanden die volgen op de eerste beoordeling."
Art. 22.In artikel VI.3-33, tweede lid van de codex over het welzijn op het werk worden de woorden "ten minste éénmaal per jaar" opgeheven.
Art. 23.In artikel V.1-14, § 1, tweede lid van de codex over het welzijn op het werk wordt het woord "jaarlijks" opgeheven.
Art. 24.In artikel II.3-18, 2° van de codex over het welzijn op het werk worden de woorden "de bijkomende handelingen in het kader van de opdrachten inzake gezondheidstoezicht" vervangen door de woorden "de bijkomende technische handelingen in het kader van de opdrachten inzake gezondheidstoezicht die niet door de externe dienst zelf kunnen worden uitgevoerd". HOOFDSTUK V. - Wijziging van het Algemeen reglement voor de bescherming van de arbeid
Art. 25.In titel II, hoofdstuk III van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947 wordt bijlage II "Medisch toezicht over de werknemers die blootgesteld zijn aan het risico voor beroepsziekten", vervangen bij het koninklijk besluit van 10 april 1974 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten0, opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 26.Ten vroegste 2 jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, vraagt de minister aan de Hoge Raad om de doeltreffendheid en de effecten van dit besluit in de praktijk te evalueren.
Art. 27.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Wet van 7 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999;
Wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk type wet prom. 10/01/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007001003 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. - Duitse vertaling sluiten, Belgisch Staatsblad van 6 juni 2007;
Besluit van de Regent van 11 februari 1946 Belgisch Staatsblad 3 en 4 april 1946;
Besluit van de Regent van 27 september 1947 Belgisch Staatsblad van 3 en 4 oktober 1947;
Koninklijk besluit van 12 augustus 1993, Belgisch Staatsblad van 29 september 1993;
Koninklijk besluit van 2 december 1993, Belgisch Staatsblad van 29 december 1993;
Koninklijk besluit van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 1 oktober 1996;
Koninklijk besluit van 25 april 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 03/06/1997 numac 1997015057 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot overdracht in de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 van een deel van het krediet ingeschreven op het programma 15-54-1 naar het programma 14-53-4 type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 15/07/1997 numac 1997015087 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1994 tot vaststelling met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst en van de Kanselarijcarrière, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997003294 bron ministerie van financien Koninklijk besluit genomen met toepassing van artikelen 2 en 3, § 1, 2° en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, houdende wijziging van artikel 216 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten, Belgisch Staatsblad van 12 juli 1997;
Koninklijk besluit van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/1999 pub. 06/10/1999 numac 1999022605 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd type koninklijk besluit prom. 29/04/1999 pub. 27/05/1999 numac 1999022421 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 53, achtste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1999;
Koninklijk besluit van 2 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/2002 pub. 03/07/2002 numac 2002012462 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan, in uitvoering van het protocol van collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1999 betreffende de tewerkstelling en vorming, in uitvoering van hoofdstuk II, afdeling IV van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen alsook het koninklijk besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende vorming en tewerkstelling dienen te voldoen type koninklijk besluit prom. 02/04/2002 pub. 23/05/2002 numac 2002012490 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, gesloten voor de jaren 2001-2002 in navolging van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van de werknemers - risicogroepen sluiten, Belgisch Staatsblad van 20 juni 2002;
Koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers sluiten, Belgisch Staatsblad van 16 juni 2003;
Koninklijk besluit van 23 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/2003 pub. 28/01/2004 numac 2003202306 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding betreffende de vervanging van de feestdagen van 1 mei 2004, 15 augustus 2004 en 25 december 2004 (1) type koninklijk besluit prom. 23/12/2003 pub. 29/01/2004 numac 2003202235 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2003 en 2004 type koninklijk besluit prom. 23/12/2003 pub. 20/01/2004 numac 2003202059 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17vicies sexies van 7 oktober 2003, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17vicies van 17 december 1997, nr. 17vicies quater van 19 december 2001 en nr. 17vicies quinquies van 18 december 2002 sluiten, Belgisch Staatsblad van 26 januari 2004;
Koninklijk besluit van 16 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2004 pub. 20/09/2004 numac 2004202400 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 30 juni 2003, tot verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 augustus 1999 betreffende een bijzondere vergoeding voor arbeiders ingeval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken type koninklijk besluit prom. 16/07/2004 pub. 24/08/2004 numac 2004202296 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur, uitzendarbeid en onderaanneming in uitvoering van artikel 6 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003 sluiten, Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2004;
Koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 15/02/2006 numac 2005012770 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van lawaai op het werk type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 februari 2006;
Koninklijk besluit van 4 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten0, Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012.
Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft BIJLAGE I.4-5.
FREQUENTIE EN INHOUD VAN HET PERIODIEK GEZONDHEIDSTOEZICHT Principes Deze bijlage bepaalt hoe het periodiek gezondheidstoezicht eruitziet voor de werknemers die hieraan onderworpen zijn als gevolg van de risico's waaraan zij blootgesteld zijn tijdens de uitvoering van hun werk, zoals omschreven in de codex over het welzijn op het werk.
Het periodiek gezondheidstoezicht bestaat uit: 1. Een periodieke gezondheidsbeoordeling die uitsluitend door de preventieadviseur-arbeidsarts mag gebeuren (art.I.4-30, § 1, 1° ): de frequentie hiervan wordt vastgelegd per risico in onderstaande tabel. 2. in functie van het risico waaraan de werknemer wordt blootgesteld, wordt deze periodieke gezondheidsbeoordeling aangevuld met aanvullende medische handelingen (art.I.4-30, § 1, 2° ), die in voorkomend geval gerichte onderzoeken en tests omvatten, die worden uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsarts, of door verpleegkundig personeel onder verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsarts, en waarvan de resultaten door de preventieadviseur-arbeidsarts geïnterpreteerd moeten worden. De minimale aanvullende medische handelingen en hun frequentie worden vastgelegd in onderstaande tabel, en vinden plaats: a. Voorafgaand aan de gezondheidsbeoordeling (*): hetzij onmiddellijk voorafgaand aan de gezondheidsbeoordeling, hetzij enige tijd vooraf, maar in elk geval op het meest geschikte moment van de dag/week/jaar voor het uitvoeren van deze handelingen in functie van het risico.In elk geval mag er geen (te) lange periode verstrijken tussen het uitvoeren van de voorafgaande aanvullende medische handelingen en de gezondheidsbeoordeling (bv. 1 of 2 weken, max. 1 maand). Als de resultaten van de aanvullende medische handelingen (nog) niet bekend zijn tijdens de gezondheidsbeoordeling en deze vertonen een ongewoon resultaat, dan neemt de preventieadviseur-arbeidsarts contact op met de betrokken werknemer om na te gaan of een gezondheidsbeoordeling noodzakelijk is. b. Tussentijds in de periode tussen twee periodieke gezondheidsbeoordelingen (**), d.w.z. dat er voldoende tijd moet zitten tussen de periodieke gezondheidsbeoordeling (die in de tabel wordt aangeduid als X) en de tussentijdse aanvullende medische handeling (die plaatsvindt 6, 12, 24 enz. maanden na X, conform de tabel), wat toelaat om de evolutie van de gezondheidstoestand van de werknemer van nabij op te volgen. De resultaten van de tussentijdse aanvullende medische handelingen moeten worden beoordeeld door de preventieaviseur-arbeidsarts: als deze resultaten ongewoon zijn of als de werknemer erom vraagt, moet de preventieadviseur-arbeidsarts de werknemer contacteren om na te gaan of een gezondheidsbeoordeling noodzakelijk is. Deze (eventuele) tussentijdse gezondheidsbeoordeling wijzigt de frequentie van gezondheidsbeoordelingen niet.
De bepalingen van deze bijlage doen geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de werknemer om aan de preventieadviseur-arbeidsarts een spontane raadpleging te vragen overeenkomstig artikel I.4-37. Zij doen evenmin afbreuk aan de verplichtingen van de werkgever bedoeld in artikel I.4-4, § 2.
Uit de gezondheidsbeoordeling kan volgen dat er preventiemaatregelen nodig zijn. Deze preventiemaatregelen kunnen de gezondheid van de werknemers betreffen, maar kunnen ook betrekking hebben op het ergonomisch of psychosociaal welzijn van de werknemers, in welk geval zij geen deel uitmaken van het gezondheidstoezicht noch dit vervangen.
BELANGRIJK: overeenkomstig artikel I.4-32, § 3, kan de preventieadviseur-arbeidsarts, in afwijking van de frequentie bedoeld in onderstaande bijlage, al dan niet tijdelijk, een hogere frequentie van periodieke gezondheidsbeoordelingen en/of aanvullende medische handelingen vastleggen voor specifieke situaties die volgens zijn oordeel een negatieve impact hebben of kunnen hebben op de gezondheid van de werknemer, bijvoorbeeld omdat de werknemer behoort tot een specifieke risicogroep, of omwille van wijzigingen aan de werkpost of activiteit, of wegens incidenten of ongevallen die zich hebben voorgedaan, of omwille van een overschrijding van actiewaarden, bv. bij musculoskeletale aandoeningen, bij biologische agentia, ....
Aard van het algemeen en specifiek risico zoals omschreven in de codex over het welzijn op het werk
Periodieke gezondheids-beoordeling PAAA (X)
Minimale aanvullende medische handelingen voorafgaand aan de periodieke gezondheidsbeoordeling*
Minimale tussentijdse aanvullende medische handelingen**
Frequentie
Welke handelingen?
Welke handelingen?
Frequentie
Veiligheidsfunctie
Veiligheidsfunctie
24 maanden.
Vragenlijsten*** en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA zoals een visustest, een audiogram, een elektrocardiogram, ...
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA zoals een visustest, een audiogram, een elektrocardiogram, ...
X + 12 maanden
Veiligheidsfunctie WN ? 50 jaar
PAAA kan in functie van individuele kenmerken en arbeidsomstandigheden een frequentie van 12 maanden vastleggen
/
/
Functie met verhoogde waakzaamheid
Functie met verhoogde waakzaamheid
24 maanden.
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA zoals een visustest, een audiogram, een elektrocardiogram, ...
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA zoals een visustest, een audiogram, een elektrocardiogram, ...
X + 12 maanden
Functie met verhoogde waakzaamheid WN ? 50 jaar
PAAA kan in functie van individuele kenmerken en arbeidsomstandigheden een frequentie van 12 maanden vastleggen
/
/
Activiteit met welbepaald risico
Blootstelling aan chemische, kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia.
Blootstelling aan agentia die vergiftigingen kunnen veroorzaken, zoals bepaald in bijlage VI.1-4
24 maanden
Minstens de handelingen zoals bepaald in bijlagen VI.1-2 en VI.1-4
Minstens de handelingen zoals bepaald in bijlage VI.1-2 en VI.1-4
X + 3/6/9/12 maanden zoals bepaald in bijlage VI.1-4
Blootstelling aan agentia die huidziekten kunnen veroorzaken, zoals bepaald in bijlage VI.1-4
24 maanden
Minstens de handelingen zoals bepaald in de bijlage VI.1-4
Minstens de handelingen zoals bepaald in de bijlage VI.1-4
X + 12 maanden
Blootstelling aan agentia die door inademing ziekten kunnen veroorzaken, zoals bepaald in bijlage VI.1-4
24 maanden
Minstens de handelingen zoals bepaald in de bijlage VI.1-4
Minstens de handelingen zoals bepaald in de bijlage VI.1-4
X+ 6/12 maanden zoals bepaald in bijlage VI.1-4
Blootstelling aan kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia, inclusief asbest
12 maanden
Minstens de handelingen zoals bepaald in bijlage VI.1-4
Minstens de handelingen zoals bepaald in bijlage VI.1-4
X + 3/6/9 maanden zoals bepaald in bijlage VI.1-4
Blootstelling aan andere dan hierboven vermelde chemische agentia, bedoeld in art. VI.1-37
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Blootstelling aan fysische agentia
1.Lawaai
Gemiddelde dagelijkse blootstelling ? 87dB(A) of piekgeluidsdruk van 140 dB
12 maanden
Passend audiogram
/
/
Gemiddelde dagelijkse blootstelling ? 85 dB(A) of piekgeluidsdruk van 137 dB
36 maanden
Passend audiogram
/
/
Gemiddelde dagelijkse blootstelling? 80 dB(A) of piekgeluidsdruk van 135 dB
60 maanden
Passend audiogram
/
/
Blootstelling vanaf 30 dagen aan infratonen of ultratonen
60 maanden
/
Vragenlijsten, gericht onderzoek van het zenuwstelstel en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X+12/24/36/48
2.Trillingen
Blootstelling aan trillingen overeenkomstig artikel V.3-3 en V.3-4
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
3.Thermische omgevingsfactoren
Blootstelling aan koude wanneer de temperatuur lager is dan 8° C overeenkomstig artikel V.1-14, § 1, 1°
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Blootstelling aan warmte volgens de actiewaarden bedoeld in artikel V.1-3, § 2, overeenkomstig artikel V.1-14, § 1, 2°
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Werknemers die gewoonlijk buiten tewerkgesteld worden
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
4.Kunstmatige optische straling
Kunstmatige optische straling
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
5.Ioniserende straling
Inrichtingen van Klasse I
12 maanden
Handelingen voorzien in artikel V.5-6
Vragenlijsten en/of handelingen voorzien in artikel V.5-6
Vanaf een blootstelling gelijk of hoger dan 6 mSv
Inrichtingen van klasse II
12 maanden
Handelingen voorzien in artikel V.5-6
/
/
Inrichtingen van klasse III
24 maanden
Handelingen voorzien in artikel V.5-6
Vragenlijsten en/of handelingen voorzien in artikel V.5-6
X + 12 maanden
Alle inrichtingen (klasse I, II, III)
PAAA kan in functie van de gemeten, berekende of geschatte blootstelling een verhoogde frequentie vastleggen
/
/
/
6.Fysische agentia die huidproblemen kunnen veroorzaken
Mikrotrauma door deeltjes metaal of glas, glaswol, dierenhuiden, haarfragmenten
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Musculoskeletale belasting
1.Manueel hanteren van lasten
WN < 45 jaar
36 maanden
/
/
/
WN ? 45 jaar
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
2. Blootstelling aan een belasting van ergonomische aard of die verbonden is aan de zwaarte van het werk of aan monotoon en tempo-gebonden werk en die een identificeerbaar risico op een fysieke of mentale werkbelasting met zich kan brengen
WN < 45 jaar
36 maanden
/
/
/
WN ? 45 jaar
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Verhoogde blootstelling aan psychosociale risico's op het werk
Een identificeerbaar risico voor de gezondheid van de werknemer, te wijten aan de verhoogde blootstelling aan psychosociale risico's op het werk
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
Nachtarbeid en arbeid in wisselende ploegen (volcontinu - 6/2 en 2/10)
Zonder bijzondere risico's
36 maanden
/
/
/
WN ? 50 jaar zonder bijzondere risico's
12 maanden op vraag van de werknemer
Met bijzondere risico's of lichamelijke of geestelijke spanningen zoals bedoeld in artikel X.1-2
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
WN ? 50 jaar met bijzondere risico's of lichamelijke of geestelijke spanningen zoals bedoeld in artikel X.1-2 en bij wie de PAAA problemen vaststelt
12 maanden
Op vraag van het comité
PAAA kan de frequentie verhogen naar 12 maanden
Blootstelling aan biologische agentia
Blootstelling aan biologische agentia die: - hardnekkige en latente infecties veroorzaken; - Infecties veroorzaken die ondanks behandeling gedurende lange tijd steeds opnieuw de kop opsteken; - Infecties veroorzaken die een ernstige nasleep kunnen hebben.
24 maanden
Gerichte onderzoeken bedoeld in artikel VII.1-44, tweede en derde lid
Gerichte onderzoeken bedoeld in artikel VII.1-44, derde lid
X + 12 maanden
Inentingen en/of tuberculinetests
Volgens het schema van de Hoge Gezondheidsraad & de PAAA
Blootstelling aan andere dan de hierboven vermelde biologische agentia
PAAA bepaalt de frequentie na advies van het Comité
Gerichte onderzoeken bedoeld in artikel VII.1-44, tweede en derde lid
Gerichte onderzoeken bedoeld in artikel VII.1-44, tweede en derde lid
PAAA bepaalt de frequentie na advies van het Comité
Inentingen
Volgens het schema van de Hoge Gezondheidsraad & de PAAA
Blootstelling aan agentia die een overgevoeligheid van de ademhalingswegen of een aandoening van de longen veroorzaken
Blootstelling aan producten van plantaardige of animale oorsprong: haren, leders, pluimen, katoen, hennep, linnen, jute, sisal, parelmoer, melasse, stof
24 maanden
Passende longfunctietests
Passende longfunctietests
X + 12 maanden
Werkzaamheden in een hyperbare omgeving
Caissonarbeid
12 maanden
Gerichte onderzoeken bedoeld in artikel V.4-16, derde lid
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 6 maanden
Duikwerkzaamheden
Blootstelling aan elektromagnetische velden
Blootstelling aan elektromagnetische velden
24 maanden
/
Vragenlijsten en/of andere handelingen te bepalen door de PAAA
X + 12 maanden
*** Vragenlijsten = de individuele medische vragenlijsten bedoeld in artikel I.4-30 van de Codex.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft BIJLAGE 4-2, 3de deel FORMULIER VAN BEROEP Aangetekend Datum: . . . . .
Aan de arts sociaal inspecteur Regionale Directie Toezicht op het Welzijn op het werk . . . . . . . . . .
BETREFT: Beroep tegen de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsarts Dienst voor preventie en bescherming op het werk: Naam arbeidsarts: . . . . .
Telefoon/E-mail: . . . . .
Naam en adres van de dienst: . . . . .
Werkgever: Naam bedrijf: . . . . .
Plaats tewerkstelling: . . . . .
Adres: . . . . .
Ter attentie van de arts sociaal inspecteur, Na kennis te hebben genomen van de mij betekende beslissing d.d. (*) . . . . . van de aan bovengenoemde dienst voor preventie en bescherming verbonden preventieadviseur-arbeidsarts, deel ik u mede dat ik beroep aanteken tegen die beslissing.
Ik heb de hierna vermelde arts verzocht u de medische conclusies toe te sturen die hij oordeelt te moeten formuleren over mijn zaak.
Naam arts: . . . . .
Telefoon/E-mail: . . . . .
Adres: . . . . .
Handtekening, Naam werknemer: . . . . .
Voornaam: . . . . .
Persoonlijk adres: . . . . .
Telefoon : . . . . .
E-mail: . . . . . (*) kopie van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling of de re-integratiebeoordeling met de beslissing waartegen het beroep wordt ingesteld bijvoegen.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS