Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2006
gepubliceerd op 25 september 2006

Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2006007256
pub.
25/09/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006007256/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap kunnen titularis zijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 2006 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris gegeven op 21 december 2004;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting gegeven op 28 september 2005;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Openbaar Ambt gegeven op 19 juli 2005;

Gelet op het protocol van 7 maart 2006 van het Sectorcomité XIV;

Gelet op het advies nummer 40.633/4 van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de bijzondere graden in de loopbaan van niveau A

Artikel 1.Bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging worden de volgende graden geschrapt : 1° inspecteur van het maatschappelijk werk;2° adviseur van het maatschappelijk werk;3° adjunct-administrateur-generaal;4° administrateur-generaal.

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hiertegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De klasseanciënniteit van de ambtenaren, benoemd in toepassing van § 1, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen was op 1 december 2004 in de graad waarvan ze titularis waren.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 3. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 4. In afwijking van § 1, en in voorkomend geval, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddenschaal van de graad die ze genoten, voor zover deze gunstiger is.

Art. 3.In afwijking van artikel 25 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren die op 30 november 2004 bezoldigd waren in de weddenschaal 10 A, automatisch de weddenschaal A 12 zodra ze een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar in de vorige graad van inspecteur maatschappelijk werk en in de klasse A1 hebben.

Art. 4.In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover ze erin geslaagd zijn en ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten. HOOFDSTUK II. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 5.De bepalingen bedoeld in de artikelen 227 tot 230 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel zijn van toepassing op de ambtenaren waarvan de geschrapte graad geïntegreerd werd in overeenstemming met artikel 2 van dit besluit.

Art. 6.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 4 augustus 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap; - het koninklijk besluit van 13 juni 1999 houdende vaststelling van de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap kunnen titularis zijn; - het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap.

Het koninklijk besluit van 20 april 2006 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging wordt ingetrokken.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.

Art. 8.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^