Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 april 2004
gepubliceerd op 28 mei 2004

Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035824
pub.
28/05/2004
prom.
30/04/2004
ELI
eli/decreet/2004/04/30/2004035824/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 2004. - Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° het kaderdecreet : het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;2° geestelijke gezondheidszorg : het aanbod van verantwoorde zorg aan personen met een psychische disfunctie met het oog op het herstel van stoornissen en het bereiken van een evenwicht met zichzelf en hun leefomgeving, met inbegrip van het aanleren of stimuleren van attitudes, vaardigheden en kennis die de maatschappelijke integratie en participatie bevorderen;3° integrale jeugdhulp : het aanbieden, op grond van een vraag of behoefte, van een samenhangend geheel van hulp aan de minderjarige of aan de minderjarige en zijn leefomgeving, om de ontplooiingskansen van de minderjarige te vrijwaren en zijn welzijn en gezondheid te verhogen;4° de ziekenhuiswetgeving : de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 en alle andere regelgeving die op een algemene wijze de organisatie en de werking van ziekenhuizen regelt;5° psychiatrisch verzorgingstehuis zoals omschreven in het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van de psychiatrische verzorgingstehuizen;6° dagelijks bestuur : handelingen of verrichtingen die niet verder reiken dan de behoeften van de dagelijkse werking van het agentschap en de behoeften die geen tussenkomst van de raad van bestuur rechtvaardigen vanwege hun minder algemene impact of het hoogdringende karakter ervan. HOOFDSTUK II. - Oprichting

Art. 3.Er wordt een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht als bedoeld in artikel 13 van het kaderdecreet. Dit agentschap draagt als naam Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg.

De Vlaamse regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het agentschap behoort.

De Vlaamse regering bepaalt de vestigingsplaats van de zetel van het agentschap.

De bepalingen van het kaderdecreet zijn van toepassing op het agentschap. HOOFDSTUK III. - Missie en taken

Art. 4.§ 1. Het agentschap heeft als missie zich te ontwikkelen tot een open en geïntegreerde kennisgedreven organisatie voor geestelijke gezondheidszorg waar elke persoon in psychische nood een kwaliteitsvolle behandeling en dienstverlening vindt. § 2. Het agentschap streeft ernaar om aan iedere cliënt de meest adequate geestelijke gezondheidszorg te bieden en baseert zich hierbij op actuele ontwikkelingen in kennis en expertise.

Het agentschap streeft ernaar om aan elke cliënt zorg op maat aan te bieden, geoptimaliseerd in doelgroepgerichte zorgprogramma's en eventueel in samenwerking met partners. § 3. Bij het vervullen van zijn missie stelt het agentschap de cliënt centraal en neemt het de eigenheid, mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt als uitgangspunt.

Bij de uitvoering van zijn activiteiten richt het agentschap zich op het bevorderen van de maatschappelijke integratie en participatie in de samenleving. § 4. Het agentschap bevordert de publieke dienstverlening en het openbare initiatief in de geestelijke gezondheidszorg.

Het agentschap eerbiedigt bij zijn optreden de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging van de personen tot wie het zich richt.

Art. 5.De kerntaak van het agentschap omvat het organiseren van openbare geestelijke gezondheidszorg voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen door bedden en plaatsen te beheren, en activiteiten en diensten te ontwikkelen en te realiseren.

Art. 6.De taak, bedoeld in artikel 5, omvat minstens : 1° het beheer van erkende bedden en plaatsen;2° het beheer en de organisatie van psychiatrische gezinsverpleging;3° de organisatie van forensische psychiatrie in hiertoe geëigende voorzieningen met specifiek ontwikkelde zorgprogramma's;4° het organiseren van geestelijke gezondheidszorg voor specifieke doelgroepen als externe ondersteuning van diensten en voorzieningen inzake welzijn en gezondheid;5° het ontwikkelen van gespecialiseerde kennis en expertise in relevante domeinen en het initiëren en operationaliseren van zorgvernieuwing.

Art. 7.Naast de taken, vermeld in artikelen 5 en 6, kan het agentschap ook meewerken aan de uitvoering van het inclusieve beleid inzake geestelijke gezondheidszorg en integrale jeugdhulp.

Het agentschap ontwikkelt terreinexpertise met betrekking tot de taken, vermeld in artikelen 5, 6 en 7. Het agentschap stelt zijn verworven kennis en expertise ter beschikking van de beleidsondersteuning als bedoeld in artikel 4, § 1, van het kaderdecreet. Het agentschap zorgt voor permanente optimalisering en vernieuwing van zijn dienstverlening op basis van actuele ontwikkelingen inzake kennis en expertise.

Binnen het kader van de missie en de taken van het agentschap kan de Vlaamse regering te allen tijde specifieke taken aan het agentschap toewijzen.

Art. 8.Voor de toepassing van artikel 12 van het kaderdecreet wordt onder taken van beleidsuitvoering verstaan die taken waarvan de uitvoering onderworpen is aan het vereiste van erkenning door de Vlaamse regering of die taken die overeenkomstig artikel 7, derde lid, van dit decreet aan het agentschap worden toegewezen. HOOFDSTUK IV. - Bestuur en werking

Art. 9.Het agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur, samengesteld uit maximaal twaalf leden, met inbegrip van een voorzitter, een ondervoorzitter en onder voorbehoud van de toepassing van artikel 18, § 2, van het kaderdecreet.

De volgende personen maken in elk geval deel uit van de raad van bestuur : 1° personen met deskundigheid op het vlak van geestelijke gezondheidszorg;2° personen met deskundigheid op juridisch vlak;3° personen met deskundigheid op het vlak van management. Van de raad van bestuur kunnen geen personen deel uitmaken die personeelslid zijn van het agentschap, of van organisaties die door het agentschap (mede) beheerd worden, of die vanwege hun professionele of andere activiteiten belangen hebben die strijdig zijn met die van het agentschap.

Het vrijwillige ontslag van een lid van de raad van bestuur moet aanvaard worden door de Vlaamse regering alvorens uitwerking te hebben.

Met toepassing van artikel 18, § 1, tweede lid, van het kaderdecreet voorziet de Vlaamse regering binnen drie maanden in de vervanging van elk lid dat opgehouden heeft deel uit te maken van de raad van bestuur vóór de normale beëindiging van zijn mandaat.

Art. 10.De raad van bestuur vertegenwoordigt de instelling in rechte en in feite.

De raad van bestuur is, onverminderd de bevoegdheden, toegewezen aan het hoofd van het agentschap, en met inachtneming van de bevoegdheden van de medische raden, bevoegd voor het beheer van het agentschap in de meest ruime zin, tenzij het in dit decreet anders is bepaald.

De raad van bestuur bepaalt in een reglement van inwendige orde de bevoegdheden die gedelegeerd worden aan het hoofd van het agentschap en de modaliteiten van deze delegatie. Enkel de volgende bevoegdheden kan de raad van bestuur niet op algemene wijze delegeren : 1° de strategische doelstellingen van het agentschap bepalen;2° de beheersovereenkomst sluiten;3° de begroting opstellen;4° de algemene rekening vaststellen;5° de bevoegdheden die door de ziekenhuiswetgeving worden toegewezen aan de beheerder van een ziekenhuis;6° de bevoegdheden die door de rechtspositieregeling van het personeel worden toegewezen aan de raad van bestuur;7° de investeringskredieten herverdelen;8° rapporteren over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding. De raad van bestuur regelt in het reglement van inwendige orde zijn eigen werking.

Het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur wordt door de raad van bestuur goedgekeurd of gewijzigd met tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Het goedgekeurde of gewijzigde reglement wordt door de raad van bestuur voorgelegd aan de Vlaamse regering ter bekrachtiging. Het reglement treedt in werking na de bekrachtiging door de Vlaamse regering. Als de Vlaamse regering het reglement niet bekrachtigt of afwijst binnen drie maanden na de verzending ervan, treedt het reglement automatisch in werking.

Art. 11.De raad van bestuur stelt het hoofd van het agentschap aan, dat belast is met het dagelijks bestuur.

Het hoofd van het agentschap en een geneesheer, aangewezen door het hoofd van het agentschap voor het medisch beleid van het agentschap, wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stem. HOOFDSTUK V. - Financiële middelen

Art. 12.Het agentschap kan beschikken over de volgende ontvangsten : 1° dotatie(s);2° leningen;3° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen;4° schenkingen en legaten in speciën;5° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden;6° opbrengsten uit de verkoop van eigen participaties;7° de subsidies waarvoor het agentschap als begunstigde in aanmerking komt;8° terugvorderingen van ten onrechte gedane uitgaven;9° vergoedingen voor prestaties aan derden, zoals inkomsten die voortvloeien uit medische, paramedische en technische prestaties, uit verpleging en verblijf van patiënten, en uit alle andere activiteiten, georganiseerd door het agentschap ter uitvoering van zijn taken, volgens de voorwaarden bepaald in de beheersovereenkomst;10° de opbrengst van sponsoring. Tenzij het anders is bepaald in een decreet, worden de ontvangsten, bedoeld in het eerste lid, beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.

Art. 13.Het agentschap kan schenkingen of legaten aanvaarden. Het hoofd van het agentschap beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico's, verbonden aan de aanvaarding.

Art. 14.Het agentschap wordt gemachtigd om een reservefonds aan te leggen. In de begroting situeert het reservefonds zich op het niveau van de totaliteit van het agentschap.

Het agentschap mag de middelen in het reservefonds voor de volgende taken aanwenden : 1° voor de taken, genoemd in artikel 5 en 6, en voor de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt;2° voor het verwerven en beheren van patrimonium dat wordt aangewend voor de realisatie van de taken, genoemd in artikelen 5 en 6, en van de taken die de Vlaamse regering met toepassing van artikel 7 aan het agentschap opdraagt. Het spijzen van het reservefonds is afhankelijk van een machtiging door het Vlaams Parlement in de jaarlijkse begroting. Die machtiging kan enkel betrekking hebben op dat deel van de uitgavenkredieten dat in de begroting aan het agentschap wordt toegekend en dat in het begrotingsjaar zelf niet wordt aangewend.

Art. 15.Het agentschap voert een economische en een analytische boekhouding conform bepalingen, opgelegd in de ziekenhuiswetgeving. De Vlaamse regering bepaalt welke artikelen uit de decreten die voor de Vlaamse Gemeenschap en de eronder ressorterende instellingen een regeling inzake de begroting, de boekhouding, de organisatie van de controle, en de controle op de subsidies invoeren, niet van toepassing zijn op het agentschap. HOOFDSTUK VI. - Coördinatie

Art. 16.§ 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetbepalingen te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen, om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit decreet en van het kaderdecreet.

De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben als ze niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen negen maanden na de datum van de inwerkingtreding ervan. De bekrachtiging werkt terug tot deze laatste datum.

De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering opgedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd, alleen bij een decreet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven. § 2. De Vlaamse regering kan de bepalingen van de decreten betreffende het Vlaams Agentschap voor Geestelijke Gezondheidszorg coördineren, alsook de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij : 1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen. De coördinatie treedt pas in werking nadat ze bij decreet is bekrachtigd. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 17.Behoudens andersluidende bepalingen, worden de begroting en rekeningen opgemaakt en goedgekeurd en de controle uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut van categorie B.

Art. 18.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 april 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen A. BYTTEBIER _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Ontwerp van decreet : 2102 - Nr. 1. - Verslag van het Rekenhof : 2102 - Nr. 2. - Amendementen : 2102 - Nr. 3. - Verslag : 2102 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2102 - Nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 21 april 2004

^