Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 februari 2003
gepubliceerd op 11 juni 2003

Decreet tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029252
pub.
11/06/2003
prom.
27/02/2003
ELI
eli/decreet/2003/02/27/2003029252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 FEBRUARI 2003. - Decreet tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemeen HOOFDSTUK I. - Toepassingsveld

Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen zoals bedoeld bij het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, hierna het decreet van 5 augustus 1995 genoemd. HOOFDSTUK II. - Algemene organisatie

Art. 2.Een deel van de studies, naar rata van maximum 20 % van het totale aantal lesuren opgenomen in de specifieke uurregeling van de afdeling met als einddoel de uitreiking van de academische graden opgericht bij dit besluit, kan gegeven worden in een andere taal dan de onderwijstaal zoals bepaald door de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs, voorzover de studenten er op de hoogte van worden gesteld vóór het begin van de studiecyclus. De cursussen vreemde talen en de activiteiten tot inschakeling in het arbeidsproces worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal lesuren.

Art. 3.§ 1. De overheid van de hogescholen stelt één enkele specifieke uurregeling vast per studiejaar, per afdeling en studiejaar voor specialisatie, overeenkomstig het door de Regering bepaald model. § 2. De overheid van de hogescholen legt aan de Regering ter goedkeuring, met als doel de inachtneming van artikel 29 van het decreet van 5 augustus 1995 en van de minimale uurregelingen bepaald in dit besluit, de specifieke uurregelingen en hun wijzigingen voor.

De specifieke uurregelingen worden door de Regering goedgekeurd, met inachtneming van de door haar bepaalde procedure. § 3. De overheid van de hogescholen legt aan de Regering, vóór 1 maart, de specifieke uurregelingen voor het volgende academiejaar.

De Regering spreekt zich binnen de twee maanden uit. Na deze termijn, wordt de Regering geacht de specifieke uurregeling te hebben goedgekeurd.

Indien de Regering de specifieke uurregeling niet goedkeurt, kunnen de hogescholen een nieuwe uurregeling voorleggen, gedurende de maand die de ontvangst volgt van de beslissing van de Regering. De Regering spreekt zich binnen de maand uit. Na deze termijn wordt de Regering geacht de nieuwe specifieke uurregeling te hebben goedgekeurd. § 4. De specifieke uurregelingen worden ingevoegd in de regeling van de studies bedoeld bij artikel 27 van het decreet van 5 augustus 1995.

Art. 4.Het onderwijs voor sociale promotie kan ook de graden uitreiken die opgericht werden in dit besluit, mits inachtneming van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie en volgens de nadere regels bepaald door de Regering overeenkomstig dat decreet.

TITEL II. - Verstrekte vormingen en academische graden uitgereikt door de hogescholen HOOFDSTUK I. - De landbouwkundige categorie Afdeling 1. - Landbouwkundig hoger onderwijs van het korte type

Onderafdeling 1. - De afdeling Landbouwkunde

Art. 5.De afdeling « Landbouwkunde » wordt opgericht en gerangschikt in het landbouwkundig hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze afdeling worden de finaliteiten « Agro-industrie en biotechnologie », « Landbouwkunde warme streken », « Milieu », « Bossen en natuur », « Landbouwkundige technieken en beheer », « Tuinbouwkundige technieken en beheer » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Landbouwkunde wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Tuin- en landschapsarchitectuur

Art. 6.De afdeling « Tuin- en landschapsarchitectuur » wordt opgericht en gerangschikt in het landbouwkundig hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de Tuin- en landschapsarchitectuur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Beheer van het stadsmilieu

Art. 7.De afdeling « Beheer van het stadsmilieu » wordt opgericht en gerangschikt in het landbouwkundig hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in het Beheer van het stadsmilieu wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - Landbouwkundig hoger onderwijs van het lange type

Onderafdeling 1. - De afdeling Landbouwkunde

Art. 8.De afdeling « Landbouwkunde » wordt opgericht en gerangschikt in het landbouwkundig hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze afdeling worden de finaliteiten « Landbouw », « Agro-industrie en biotechnologie » en « Tuinbouwkunde » opgericht

Art. 9.De academische graad Kandidaat industrieel ingenieur in de Landbouwkunde wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 10.De academische graad Industrieel ingenieur in de Landbouwkunde wordt opgericht en toegekend. De academische graad Industrieel ingenieur in de Landbouwkunde wordt toegekend en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Landschapsarchitectuur

Art. 11.De afdeling « Landschapsarchitectuur » wordt opgericht en gerangschikt in het landbouwkundig hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Kandidaat in de Landschapsarchitectuur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 12.De academische graad Licentiaat in de Landschapsarchitectuur wordt opgericht en toegekend. De academische graad Industrieel ingenieur in de Landbouwkunde wordt toegekend en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage A-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK II. - De categorie Toegepaste Kunsten Afdeling 1. - De afdeling Grafische Kunsten

Art. 13.De afdeling « Grafische Kunsten » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het korte type voor toegepaste kunsten. Binnen deze afdeling worden de opties « Grafische Kunsten », « Grafische Kunsten en Infografie » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Grafische Kunsten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage B-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - De afdeling Weefselkunsten

Art. 14.De afdeling « Weefselkunsten » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het korte type voor toegepaste kunsten.

De academische graad Gegradueerde in de Weefselkunsten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage B-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 3. - De afdeling Reclame

Art. 15.De afdeling « Reclame » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het korte type voor toegepaste kunsten. Binnen deze afdeling worden de opties « Ruimteinrichting » en « Huidige Media » opgericht De academische graad Gegradueerde in de Reclame wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage B-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 4. - De afdeling Stylist - Modelist

Art. 16.De afdeling « Stylist - Modelist » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het korte type voor toegepaste kunsten.

De academische graad Gegradueerde Stylist - Modelist wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage B-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 5. - De specialisatie Modebenodigdheden

Art. 17.De specialisatie « Modebenodigdheden » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het korte type voor toegepaste kunsten.

De academische graad Gediplomeerde Gespecialiseerde studies Modebenodigdheden wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage B-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK III. - De economische categorie Afdeling 1. - Het economisch hoger onderwijs van het korte type

Onderafdeling 1. - De afdeling Verzekeringen

Art. 18.De afdeling « Verzekeringen » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de Verzekeringen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Buitenlandse Handel

Art. 19.De afdeling « Buitenlandse Handel » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de Buitenlandse Handel wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Boekhouding

Art. 20.De afdeling « Boekhouding » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze afdeling worden de opties « Bank en Financiën », « Fiscaliteit » en « Beheer » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Boekhouding wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Rechten

Art. 21.De afdeling « Rechten » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de Rechten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling E-Business

Art. 22.De afdeling « E-Business » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde E-Business wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 6. - De afdeling Vervoerbeheer en ondernemingslogistiek

Art. 23.De afdeling « Vervoerbeheer en ondernemingslogistiek » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Vervoerbeheer en ondernemingslogistiek wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-6 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 7. - De afdeling Hotelbeheer

Art. 24.De afdeling « Hotelbeheer » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Hotelbeheer wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-7 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 8. - De afdeling Onroerende goederen

Art. 25.De afdeling « Onroerende goederen » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Onroerende goederen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-8 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 9. - De afdeling Beheersinformatica

Art. 26.De afdeling « Beheersinformatica » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Beheersinformatica wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-9 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 10. - De afdeling Marketing

Art. 27.De afdeling « Marketing » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Marketing wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-10 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 11. - De afdeling Public Relations

Art. 28.De afdeling « Public Relations » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Public Relations wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-11 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 12. - De afdeling Bestuurswetenschappen en openbaar bestuur

Art. 29.De afdeling « Bestuurswetenschappen en openbaar bestuur » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Bestuurswetenschappen en openbaar bestuur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-12 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 13. - De afdeling Directiesecretariaat

Art. 30.De afdeling « Directiesecretariaat » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze afdeling worden de opties « Onderneming - Bestuur », « Talen » en « Geneeskunde » opgericht.

De academische graad Gegradueerde Directiesecretariaat wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-13 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 14. - De afdeling Toerisme

Art. 31.De afdeling « Toerisme » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze afdeling worden de opties « Animatie » en « Beheer » opgericht.

De academische graad Gegradueerde Toerisme wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-14 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 15. - De specialisatie Bestuur Rusthuizen

Art. 32.De specialisatie « Bestuur Rusthuizen » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde Gespecialiseerde studies voor het bestuur van rusthuizen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-15 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 16. - De specialisatie Hotelbeheer Management

Art. 33.De specialisatie « Hotelbeheer Management » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde Gespecialiseerde studies voor het Hotelbeheer Management wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-16 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - Economisch hoger onderwijs van het lange type

Onderafdeling 1. - De afdeling Handelswetenschappen

Art. 34.De afdeling « Handelswetenschappen » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het lange type.

Binnen deze afdeling worden de opties « Financiën » en « International Management » opgericht.

Art. 35.De academische graad Kandidaat Handelswetenschappen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-17 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 36.De academische graad Licentiaat Handelswetenschappen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-17 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Bestuurswetenschappen

Art. 37.De afdeling « Bestuurswetenschappen » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Kandidaat Bestuurswetenschappen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-18 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 38.De academische graad Licentiaat Bestuurswetenschappen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-18 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Handelsingenieur

Art. 39.De afdeling « Handelsingenieur » wordt opgericht en gerangschikt in het economisch hoger onderwijs van het lange type.

Art. 40.De academische graad Kandidaat Handelsingenieur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-19 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 41.De academische graad Handelsingenieur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage C-18 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - Aggregatie voor het hoger secundair onderwijs

Art. 42.De academische graad Geaggregeerde Hoger secundair onderwijs wordt opgericht in de economische categorie en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van één jaar studie ingericht overeenkomstig het decreet van 8 februari 2001 tot vaststelling van de initiële opleiding van de geaggregeerden voor het hoger secundair onderwijs. HOOFDSTUK IV. - De paramedische categorie Afdeling 1. - Paramedisch hoger onderwijs van het korte type

Onderafdeling 1. - De afdeling Vroedvrouw

Art. 43.De afdeling « Vroedvrouw » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Vroedvrouw wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Audiologie

Art. 44.De afdeling « Audiologie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Audiologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Bandagisterie - Orthesiologie - Prothesiologie

Art. 45.De afdeling « Bandagisterie - Orthesiologie - Prothesiologie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Bandagisterie - Orthesiologie - Prothesiologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Medische biologie

Art. 46.De afdeling « Medische biologie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de opties « Klinische scheikunde » en « Cytologie » opgericht.

De academische graad Technoloog Medisch laboratorium wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling Diëtetiek

Art. 47.De afdeling « Diëtetiek » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Diëtetiek wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 6. - De afdeling Ergotherapie

Art. 48.De afdeling « Ergotherapie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Ergotherapie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-6 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 7. - De afdeling Logopedie

Art. 49.De afdeling « Logopedie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Logopedie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-7 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 8. - De afdeling Podologie - Podotherapie

Art. 50.De afdeling « Podologie - Podotherapie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Podologie - Podotherapie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-8 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 9. - De afdeling Verpleegzorg

Art. 51.De afdeling « Verpleegzorg » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Verpleegzorg wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-9 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 10. - De afdeling Technologie en medische beeldvorming

Art. 52.De afdeling « Technologie en medische beeldvorming » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Technologie en medische beeldvorming wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-10 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 11. - De specialisatie Medische beeldvorming en radiotherapie

Art. 53.De specialisatie « Medische beeldvorming en radiotherapie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in de Medische beeldvorming en radiotherapie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-11 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 12. - De specialisatie Oncologie

Art. 54.De specialisatie « Oncologie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in Oncologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-12 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 13. - De specialisatie Pediatrie

Art. 55.De specialisatie « Pediatrie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in de Pediatrie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-13 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 14. - De specialisatie Operatiekamer

Art. 56.De specialisatie « Operatiekamer » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in de Operatiekamer wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-14 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 15. - De specialisatie Gemeenschapsgezondheid

Art. 57.De specialisatie « Gemeenschapsgezondheid » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in de Gemeenschapsgezondheid wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-15 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 16. - De specialisatie Geestelijke gezondheid en psychiatrie

Art. 58.De specialisatie « Geestelijke gezondheid en psychiatrie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerd verpleger gespecialiseerd in de Geestelijke gezondheid en psychiatrie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-16 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 17. - De specialisatie Intensieve zorgen en dringende medische hulp

Art. 59.De specialisatie « Intensieve zorgen en dringende medische hulp » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde verpleger gespecialiseerd in de Intensieve zorgen en dringende medische hulp wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-17 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 18. - De specialisatie Farmaceutische en medische biotechnologie

Art. 60.De specialisatie « Farmaceutische en medische biotechnologie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Technoloog Medisch Laboratorium gespecialiseerd in de Farmaceutische en medische biotechnologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-18 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 19. - De specialisatie Sportdiëtetiek

Art. 61.De specialisatie « Sportdiëtetiek » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gegradueerde Dieetleer gespecialiseerd in de Sportdiëtetiek wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-19 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 20. - De specialisatie Opvoeding en revalidatie van sensorische gehandicapten

Art. 62.De specialisatie « Opvoeding en revalidatie van sensorische gehandicapten » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gegradueerde Logopedie gespecialiseerd in de Opvoeding en revalidatie van sensorische gehandicapten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-20 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 21. - De interdisciplinaire specialisatie Geriatrie en Psychogeriatrie

Art. 63.De interdisciplinaire specialisatie « Geriatrie en Psychogeriatrie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde Interdisciplinaire specialisatie in de Geriatrie en Psychogeriatrie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-21 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 22. - De interdisciplinaire specialisatie Revalidatie

Art. 64.De interdisciplinaire specialisatie « Revalidatie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde Interdisciplinaire specialisatie in revalidatie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-22 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - Het paramedisch hoger onderwijs van het lange type

Art. 65.De afdeling « Kinesitherapie » wordt opgericht en gerangschikt in het paramedisch hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Kandidaat in de Kinesitherapie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een eerste studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-23 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 66.De academische graad Licentiaat in de Kinesitherapie wordt opgericht en toegekend. De academische graad Licentiaat in de Kinesitherapie wordt toegekend en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van een tweede studiecyclus ingericht overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage D-23 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK V. - De pedagogische categorie Afdeling 1. - De afdeling Opvoeder gespecialiseerd in de

psycho-opvoedende begeleiding

Art. 67.De afdeling Opvoeder gespecialiseerd in de psycho-opvoedende begeleiding wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Opvoeder gespecialiseerd in de psycho-opvoedende begeleiding wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage E-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - De voorschoolse normaalafdeling

Art. 68.De voorschoolse normaalafdeling wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type.

Het diploma met betrekking tot de academische graad Voorschools(e) onderwijzer(es) opgericht bij het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig datzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de verwijzingstabellen voor de disciplinaire en interdisciplinaire opleiding bepaald bij het decreet van 12 december 2000 houdende vastlegging van de initiële opleiding van de onderwijzers en regenten en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de omvang van de onderwijsactiviteiten vermeld bij de artikelen 4 tot 12 van hetzelfde decreet. Afdeling 3. - De lagere normaalafdeling

Art. 69.De lagere normaalafdeling wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type.

Het diploma met betrekking tot de academische graad Onderwijzer(es) lager onderwijs opgericht bij het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig datzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de verwijzingstabellen voor de disciplinaire en interdisciplinaire opleiding bepaald bij hetzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de omvang van de onderwijsactiviteiten vermeld bij de artikelen 4 tot 12 van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten. Afdeling 4. - De secundaire normaalafdeling

Art. 70.De secundaire normaalafdeling wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de volgende onderafdelingen opgericht : Plastische kunsten, Lichamelijke opvoeding, Frans en Frans als vreemde taal, Frans en zedenleer, Frans en Godsdienst, Germaanse talen, Wiskunde, Wetenschappen : biologie, chemie, fysica, Economische wetenschappen en toegepaste economische wetenschappen, Menswetenschappen : Aardrijkskunde, Geschiedenis en Sociale wetenschappen.

Het diploma met betrekking tot de academische graad Geaggregeerde lager secundair onderwijs opgericht bij het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig datzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de verwijzingstabellen voor de disciplinaire en interdisciplinaire opleiding bepaald bij hetzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de omvang van de onderwijsactiviteiten vermeld bij de artikelen 4 tot 12 van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten. Afdeling 5. - De gemiddelde technische normaalafdeling

Art. 71.De gemiddelde technische normaalafdeling onderwijs wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de volgende onderafdelingen opgericht : « Hout - Bouwkunde », « Familie- en sociale economie », Elektromechanica » en « Kleding ».

Het diploma met betrekking tot de academische graad Geaggregeerde lager secundair onderwijs opgericht bij het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig datzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de verwijzingstabellen voor de disciplinaire en interdisciplinaire opleiding bepaald bij hetzelfde decreet en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 juni 2001 tot bepaling van de omvang van de onderwijsactiviteiten vermeld bij de artikelen 4 tot 12 van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten. Afdeling 6. - De specialisatie Orthopedagogie

Art. 72.De specialisatie « Orthopedagogie » wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor de orthopedagogie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage E-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 7. - De specialisatie in de Psychomotoriek

Art. 73.De specialisatie in de « Psychomotoriek » wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor de psychomotoriek wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage E-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK VI. - De sociale categorie Afdeling 1. - Het hoger sociaal onderwijs van het korte type

Onderafdeling 1. - De afdeling Assistent(e) in de psychologie

Art. 74.De afdeling « Assistent(e) in de psychologie » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de volgende opties opgericht : « Kliniek », « Psychopedagogie en psychomotoriek » en « Arbeidspsychologie en professionele oriëntatie ».

De academische graad Assistent(e) in de psychologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Maatschappelijk(e) assistent(e)

Art. 75.De afdeling « Maatschappelijk(e) assistent(e) » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Maatschappelijk(e) assistent(e) wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Bibliothecaris-documentalist

Art. 76.De afdeling « Bibliothecaris-documentalist » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Bibliothecaris-documentalist wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Communicatie

Art. 77.De afdeling « Communicatie » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de communicatie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling Sociaal adviseur

Art. 78.De afdeling « Sociaal adviseur » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Sociaal adviseur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 6. - De afdeling Sociale ecologie

Art. 79.De afdeling « Sociale ecologie » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in de sociale ecologie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-6 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 7. - De afdeling Multimediaal schrift

Art. 80.De afdeling « Multimediaal schrift » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde Multimediaal schrift wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-7 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 8. - De afdeling Gespecialiseerde opvoeder(ster) sociale sportactiviteiten

Art. 81.De afdeling « Gespecialiseerde opvoeder(ster) sociale sportactiviteiten » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gespecialiseerde opvoeder(ster) sociale sportactiviteiten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-8 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 9. - De afdeling Beheer human resources

Art. 82.De afdeling « Beheer human resources » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gegradueerde in het Beheer van human resources wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-9 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 10. - De specialisatie in het Beheer van multimediale documentaire hulpbronnen

Art. 83.De specialisatie « Beheer van multimediale documentaire hulpbronnen » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor het Beheer van multimediale documentaire hulpbronnen wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-10 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 11. - De specialisatie in het Sociaal beheer

Art. 84.De specialisatie « Sociaal beheer » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor het Sociaal beheer wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-11 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 12. - De specialisatie in het Psychosociaal werk in de geestesgezondheid

Art. 85.De specialisatie in het « Psychosociaal werk in de geestelijke gezondheid » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het korte type.

De graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor het Psychosociaal werk en de geestelijke gezondheid wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-12 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - Het sociaal hoger onderwijs van het lange type

Onderafdeling 1. - De afdeling toegepaste communicatie

Art. 86.De academische graad Kandidaat(date) in de toegepaste communicatie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-13 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Toegepaste communicatie - Sociaal-culturele animatie en permanente opvoeding

Art. 87.De afdeling « Toegepaste communicatie » Sociaal-culturele animatie en permanente opvoeding » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Licentiaat in de Toegepaste communicatie - Sociaal-culturele animatie en permanente opvoeding wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-14 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Toegepaste communicatie - Pers en informatie

Art. 88.De afdeling « Toegepaste communicatie - Pers en informatie » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Licentiaat in de Toegepaste communicatie - Pers en informatie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-15 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Toegepaste communicatie - Reclame

Art. 89.De afdeling « Toegepaste communicatie - Reclame » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Licentiaat in de Toegepaste communicatie - Reclame wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-16 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling Toegepaste communicatie - Public relations

Art. 90.De afdeling « Toegepaste communicatie - Public relations » wordt opgericht en gerangschikt in het sociaal hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad Licentiaat in de Toegepaste communicatie - Public relations wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage F-17 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK VII. - De technische categorie Afdeling 1. - Het hoger technisch onderwijs van het korte type

Onderafdeling 1. - De Luchtvaarttechnische afdeling

Art. 91.De « Luchtvaarttechnische afdeling » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de onderafdelingen « Luchtvaartelektronica », « Luchtvaartkundige constructie » en « Onderhoudstechnieken » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Luchtvaarttechniek wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De Automobiele afdeling

Art. 92.De afdeling « Automobiel » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de opties « Expertise » en « Auto-electronica » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Automobiel wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Chemie

Art. 93.De afdeling « Chemie » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de finaliteiten « Biochemie », « Biotechnologie », « Chemie » en « Milieu » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Chemie wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Bouwkunde

Art. 94.De afdeling « Bouwkunde » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de opties « Gebouwen » en « Civiele bouwkunde » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Bouwkunde wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-4 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling Elektromechanica

Art. 95.De afdeling « Electromechanica » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de finaliteiten « Elektromechanica en onderhoud », « luchtbehandeling en koelingtechnieken » en « Mechanica » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Elektromechanica wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-5 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 6. - De afdeling Elektronica

Art. 96.De afdeling « Elektronica » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de finaliteiten « Toegepaste elektronica » en « Medische elektronica » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Elektronica wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-6 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 7. - De afdeling Informatica en systemen

Art. 97.De afdeling « Informatica en systemen » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de finaliteiten « Bedrijfsinformatica », « Netwerken en Telecommunicatie », « Technologie van de informatica », « Automatiseringswetenschap » en « Technisch beheer van de gebouwen - Domotica » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Informatica wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-7 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 8. - De afdeling Beeldtechnieken

Art. 98.De afdeling « Beeldtechnieken » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de finaliteiten « Bioscooptechnieken » en « Fototechnieken » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Beeldtechnieken wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-8 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 9. - De afdeling grafische technieken

Art. 99.De afdeling « Grafische technieken » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

Binnen deze worden de finaliteiten « Uitgavetechnieken » en « Infografische technieken » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Grafische technieken wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-9 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 10. - De afdeling Industriële technieken en diensten

Art. 100.De afdeling « Industriële technieken en diensten » wordt opgericht en gerangschikt in het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze worden de onderafdelingen « Technisch-commercieel afgevaardigde » en « Industriële technieken en diensten » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Industriële technieken en diensten wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-10 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 11. - De afdeling textiel

Art. 101.De afdeling « Textiel » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type. Binnen deze wordt de finaliteit « Modetechnieken » opgericht.

De academische graad Gegradueerde in de Textiel wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-11 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 12. - De specialisatie Wateronderzoek en -zuivering

Art. 102.De specialisatie « Wateronderzoek en -zuivering » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor Wateronderzoek en -zuivering wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-12 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 13. - De specialisatie in de Medische informatica

Art. 103.De specialisatie « Medische informatica » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gediplomeerde gespecialiseerde studies voor de medische informatica wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-13 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 14. - De specialisatie luchtvaart- en luchthaventechnieken

Art. 104.De specialisatie « Luchtvaart- en luchthaventechnieken » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het korte type.

De academische graad Gediplomeerde in de studies gespecialiseerd in de Luchtvaart- en luchthaventechnieken wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-14 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. -Het hoger technisch onderwijs van het lange type

Onderafdeling 1. - De afdeling industrieel ingenieur

Art. 105.De academische graad Kandidaat industrieel ingenieur wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-15 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 2. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Chemie

Art. 106.De afdeling « Industrieel ingenieur in de chemie » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs. Binnen deze worden de finaliteiten « Chemie » en « Biochemie » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de chemie » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-14 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 3. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Bouwkunde

Art. 107.De afdeling « Industrieel ingenieur in de bouwkunde » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze worden de finaliteiten « bouwkunde » en « landmeter » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de bouwkunde » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-17 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 4. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Elektriciteit

Art. 108.De afdeling « Industrieel ingenieur in de Elektriciteit » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze worden de finaliteiten « elektriciteit », « elektronica » en « informatica » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de elektriciteit » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-18 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 5. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Elektromechanica

Art. 109.De afdeling « Industrieel ingenieur in de Elektromechanica » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze worden de finaliteiten « automatisatie » en « elektromechanica » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de elektromechanica » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-19 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 6. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Fysische en nucleaire technologie

Art. 110.De afdeling « Industrieel ingenieur in de fysische en nucleaire technologie » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze wordt de finaliteit « Fysische en nucleaire technologie » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de fysische en nucleaire technologie » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-20 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 7. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Industrie

Art. 111.De afdeling « Industrieel ingenieur in de Industrie » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de Industrie » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-21 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 8. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Mechanica

Art. 112.De afdeling « Industrieel ingenieur in de Mechanica » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de Mechanica » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-22 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Onderafdeling 9. - De afdeling Industrieel ingenieur in de Textielkunst

Art. 113.De afdeling « Industrieel ingenieur in de Textielkunst » wordt opgericht en gerangschikt in het technisch hoger onderwijs van het lange type. Binnen deze worden de onderafdelingen « Textiel » en « Packing en conditionning » opgericht.

De academische graad « Industrieel ingenieur in de Textielkunst » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage G-23 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. HOOFDSTUK VIII. - De categorie Vertaler en tolk Afdeling 1. - De afdeling vertaler

Art. 114.De afdeling « Vertaler » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het lange type voor vertalers en tolken.

Binnen deze worden de opties « Vertaling in het gerechtelijk milieu » en « Pluridisciplinaire vertaling « opgericht.

De academische graad « Kandidaat-vertaler » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage H-1 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

Art. 115.De academische graad « Licentiaat-vertaler » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage H-2 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling. Afdeling 2. - De afdeling tolk

Art. 116.De afdeling « Tolk » wordt opgericht en gerangschikt in het hoger onderwijs van het lange type voor vertalers en tolken.

De academische graad « Licentiaat-tolk » wordt opgericht en het diploma in verband daarmee wordt uitgereikt op het einde van de vorming die wordt verstrekt overeenkomstig de minimale uurregeling vermeld in bijlage H-3 bij dit decreet en de goedgekeurde overeenkomstige specifieke uurregeling.

TITEL III. - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 117.Artikel 1, I, a), van de wet van 11 september 1933 op de bescherming van de titels van hoger onderwijs wordt vervangen door de volgende tekst : « a) van één van de graden van het hoger onderwijs bedoeld in : 1° de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949;2° het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden binnen de Franse Gemeenschap;3° het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen;4° de wetgeving inzake onderwijs voor sociale promotie en inzonderheid op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, overeenkomstig deze wetten of decreten.»

Art. 118.Artikel 1 van de wet van 12 juni 1945 tot bescherming van de titel van maatschappelijk assistent wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Niemand mag de titel van maatschappelijk(e) assistent(e) dragen als hij niet over het diploma beschikt uitgereikt overeenkomstig de wet of het decreet. »

Art. 119.In artikel 1 van het decreet van 5 augustus 1995 wordt de volgende wijziging aangebracht : 11° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 11° optie : het deel van een afdeling met 300 tot 500 uren onderwijsactiviteiten die slechts kunnen worden gegeven, in het onderwijs van het korte type, vanaf het tweede studiejaar en, in het hoger onderwijs van het lange type, vanaf het eerste jaar van de tweede cyclus.»

Art. 120.Artikel 1 van het decreet van 5 augustus 1995 wordt als volgt aangevuld : 17° finaliteit : het deel van een afdeling met 700 tot 900 uren onderwijsactiviteiten van één of meerdere studiejaren;18° studierichting : in het hoger onderwijs van het lange type, het deel van een afdeling met 300 of meer uren onderwijsactiviteiten gekozen onder de onderwijsactiviteiten georganiseerd door de inrichtende macht en vermeld in de specifieke uurregeling;19° onderafdeling : onderverdeling van een studierichting in het hoger pedagogisch onderwijs;20° activiteiten voor de inschakeling in het arbeidsproces : deel van het studieprogramma dat bestaat uit activiteiten in verband met de toepassing van cursussen genomen in een disciplinair of pluridisciplinair kader.Ze kunnen de vorm nemen van een stage, van klinisch onderwijs, een eindwerk, een seminarie, de bestudering van een bijzonder geval enz.; 21° stages : activiteiten voor de inschakeling in het arbeidsproces die verlopen in een sociaal-professionele omgeving in verband met de afdeling;22° minimale uurregeling : de opsomming en de minimale uurverdeling van de stoffen van een studieprogramma dat een afdeling, een finaliteit, een optie of een studiejaar bepaalt alsmede de vaststelling van het aantal uren georganiseerd door elke inrichtende macht;23° specifieke uurregeling : de opsomming en de uurverdeling per studiejaar van de studieactiviteiten in een studieprogramma georganiseerd door een Hogeschool met inbegrip van de bepaling en de uurverdeling van de onderwijsactiviteiten voor de uren georganiseerd door elke inrichtende macht;24° referentie-uurrooster : in de afdelingen van het pedagogisch hoger onderwijs bedoeld bij artikel 2 van het decreet van 12 december 2000, opsomming van de grote domeinen betrokken in de disciplinaire en interdisciplinaire opleiding van de onderwijzers.

Art. 121.Artikel 2, lid 2, van het decreet van 5 augustus 1995 wordt vervangen door het volgend lid : « Met uitzondering van de artikelen 78, § 1, en 83, is dit decreet noch van toepassing op de inrichtingen voor hoger onderwijs die slechts architectuurstudies organiseren, noch op de Hogere kunstscholen. Het is niet van toepassing op de universitaire instellingen, behalve de artikelen 78 en 83 ».

Art. 122.In artikel 12 van het decreet van 5 augustus 1995 worden de woorden « 1° agrarisch hoger onderwijs » worden vervangen door de woorden « 1° agronomisch hoger onderwijs » en de woorden « 2° artistiek hoger onderwijs » door de woorden « 2° hoger onderwijs voor toegepaste kunsten ».

Art. 123.Artikel 15 van datzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het hoger onderwijs van het korte type wordt bekrachtigd met één van de academische graden bedoeld in het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen. »

Art. 124.Artikel 18 van datzelfde decreet wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Het hoger onderwijs van het lange type van de eerste korte cyclus wordt bekrachtigd met één van de academische graden bedoeld bij het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen; § 2. Het hoger onderwijs van het lange type van de tweede cyclus wordt bekrachtigd met één van de academische graden bedoeld bij het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen;

Art. 125.Artikel 27, lid 2, van datzelfde decreet wordt als volgt aangevuld : « 9° de uren waarop de onderwijsactiviteiten kunnen gegeven worden. »

Art. 126.Artikel 22 van datzelfde decreet wordt als volgt aangevuld : « § 4. In het hoger paramedisch en pedagogisch onderwijs kan een bijkomend medisch onderzoek opgelegd worden om te bepalen of de kandidaat in staat is alle onderwijs- en beroepsactiviteiten te volgen. De Regering bepaalt de nadere regels voor dat examen. »

Art. 127.In artikel 29 van datzelfde decreet wordt lid 1 vervangen door het volgend lid : « Mits ze het programma, het minimumaantal uren bedoeld in artikel 21bis, de minimale uurregelingen bepaald bij het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen, en de referentie-uurroosters naleeft, kan elke hogeschool haar uurregeling bepalen, haar programma's en haar specifieke uurregelingen uitwerken.

De pedagogische methodes worden georganiseerd door de overheden van de Hogescholen. »

Art. 128.Artikel 45 van datzelfde decreet wordt aangevuld met dit het volgend lid : « De Regering stelt de modellen vast voor de diploma's en de bijlagen bij het diploma. »

Art. 129.In artikel 1, lid 2, van het decreet van 12 december 2000 tot vastlegging van de initiële opleiding van onderwijzers en regenten, worden de woorden « in artikel 16 van het decreet van 26 april 1999 houdende oprichting van nieuwe studies in de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap » vervangen door de woorden « in artikel 72 van het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen ».

Art. 130.Worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 17 september 1934 tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van het diploma van licentiaat in de handelswetenschappen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 september 1937, 10 januari 1957, 30 juni 1961 en 14 december 1962 et bij de besluiten van de Executieve van 13 mei 1991;2° het koninklijk besluit van 18 september 1934 tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van het diploma van handelsingenieur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 september 1937, 10 januari 1957, 30 juni 1961 en 14 december 1962 en bij de besluiten van de Executieve van 13 mei 1991;3° het ministerieel besluit van 9 juni 1936 tot vaststelling van de formule voor het certificaat van de tweede kandidatuur in de handelswetenschappen;4° het ministerieel besluit van 16 juli 1937 tot vaststelling van de formule voor het certificaat van het eerste examen van de verschillende licentiaten in de handelswetenschappen en van het eerste examen van de graad handelsingenieur;5° het ministerieel besluit van 23 juni 1938 tot vaststelling van de formule voor het certificaat van het tweede examen van de verschillende licentiaten in de handelswetenschappen en van het tweede examen van de graad handelsingenieur;6° Het ministerieel besluit van 3 augustus 1938 tot vaststelling van de formule voor het certificaat van kandidaat in de handelswetenschappen (enig examen) en van het diploma van de verschillende licentiaten in de handelswetenschappen (enig examen) of van handelsingenieur (enig examen);7° het koninklijk besluit van 5 mei 1953 houdende de voorwaarden in zake toelating tot de examens van kandidaat in de handelswetenschappen en het organiek reglement voor de commissie belast met het aanvaarden van de getuigschriften van moderne humaniora (economische afdeling) en met het afnemen van de voorbereidende proef tot de kandidatuur in de handelswetenschappen, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1953 en 17 januari 1955;8° de artikelen 1, 3, 5, 6 en 8 tot 40 van het koninklijk besluit van 28 februari 1952 tot regeling van het Onderwijs van maatschappelijk dienstbetoon, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 november 1953, van 16 augustus 1963 en 17 december 1970;9° het koninklijk besluit van 11 juli 1959 tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden tot de examens van kandidaat in de handelswetenschappen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 maart 1962 en bij het besluit van de Executieve van 13 mei 1991;10° de artikelen 1 tot 4 en 10 tot 15 van het koninklijk besluit van 9 november 1964 tot instelling van het diploma van gegradueerde in de logopedie en vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 13 mei 1991;11° het koninklijk besluit van 15 april 1965 tot regeling van de toekenning van de diploma's van kandidaat-vertaler, licentiaat-vertaler en licentiaat-tolk in het hoger technisch onderwijs van de derde graad, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 april 1968;12° de artikelen 1 tot 6 en 11 tot 21 van het koninklijk besluit van 16 april 1965 houdende instelling van het diploma van gegradueerde in de kinesitherapie en van het diploma van gegradueerde in de arbeidstherapie, en vaststelling van de voorwaarden waaronder deze diploma's worden uitgereikt, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 13 mei 1991 en het decreet van 30 juni 1998;13° het koninklijk besluit van 30 juli 1969 tot vaststelling van de toepassing van het koninklijk besluit van 15 april 1965, tot regeling van de toekenning van de diploma's van kandidaat-vertaler, licentiaat-vertaler en licentiaat-tolk in het hoger technisch onderwijs van de derde graad op de School voor internationale tolken van het Rijksuniversitair Centrum te Bergen;14° het koninklijk besluit van 29 juni 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor het behalen van de diploma's van kandidaat en licentiaat in de bestuurswetenschappen aan het Hoger Instituut voor Bestuurs- en Handelswetenschappen te Elsene, het Hoger Instituut voor Bestuurswetenschappen te Antwerpen, en het « Institut d'Enseignement supérieur Lucien Cooremans » te Brussel;15° de artikelen 1, 2, 5 en 7 tot 20 van de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch onderwijs van het lange type, zoals gewijzigd bij de wet van 7 augustus 1980, de koninklijke besluiten nr.77 van 20 juli 1982 en nr. 460 van 17 september 1986 en bij de decreten van 13 maart 1990, 9 september 1996, 5 juli 2000 en 20 december 2001; 16° het koninklijk besluit van 23 februari 1977 houdende uitvoering van artikel 4, § 4, van de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch hoger onderwijs van het lange type, zoals gewijzigd bij het decreet van 9 september 1996;17° de artikelen 1 en 3 tot 18 van het koninklijk besluit van 20 september 1978 ter uitvoering van artikel 2, § 1, 2°, 3° en 4°, van de wet van 18 februari 1977 betreffende de inrichting van het hoger onderwijs en inzonderheid van het technisch hoger en het agrarisch hoger onderwijs van het lange type, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 juni 1979, het besluit van de Executieve van 19 april 1990, het besluit van de Regering van 30 juni 1998 en de decreten van 5 juli 2000 en 19 juli 2001;18° De hoofdstukken I, II, III en IV van het decreet van 19 juli 1993 tot regeling van het sociaal hoger onderwijs van het lange type in de toegepaste communicatie, zoals gewijzigd bij de decreten van 9 september 1996 en 8 februari 1999;19° De artikelen 4, 5, 18, 20 en 21 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 april 1994 houdende de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw en gegradueerd(e) verpleger of verpleegster wordt toegekend, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van 3 april 1995 en de decreten van 30 juni 1998 en 26 april 1999;20° de artikelen 1 tot 4 van het decreet van 30 juni 1998 tot instelling van het hoger onderwijs van het lange type in de kinesitherapie binnen de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogescholen, zoals gewijzigd bij het decreet van 8 februari 1999;21° de artikelen 54 tot 56 van het decreet van 17 juli 1998 houdende diverse dringende maatregelen in verband met het onderwijs;22° de artikelen 3 tot 54 van het decreet van 26 april 1999 houdende oprichting van nieuwe studies in de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2001;23° het decreet van 5 juli 2000 tot instelling van de nieuwe opleidingen in de hogescholen die zijn ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap vanaf het academiejaar 2000-2001;24° het decreet van 19 juli 2001 tot invoering van nieuwe opleidingen in de hogescholen die worden ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap vanaf het academiejaar 2001-2002.

Art. 131.De studenten die geslaagd zijn voor één of meerdere studiejaren in een afdeling, optie of specialisatiejaar, opgeheven bij artikel 130 van dit decreet of vervangen bij de oprichting van afdelingen, opties en specialisatiejaren opgericht bij dit decreet, worden geacht geslaagd te zijn voor het of de overeenstemmend(e) studiejaar(jaren) in de overeenstemmende afdelingen opgericht bij dit decreet.

Art. 132.De Regering stelt een lijst vast van overeenstemmingen tussen de graden opgericht bij dit decreet en de graden voordien opgericht in het hoger onderwijs. In de gevallen van een graad uitgereikt voor de inwerkingtreding van dit decreet die geen overeenstemming heeft onder de titels opgericht bij dit decreet, moet de Regering, met advies van de Algemene Raad voor Hogescholen, bepalen tot welke graad die behoort.

Art. 133.In afwijking van artikel 3, § 3, van dit decreet, leggen de overheden van de Hogescholen voor 31 maart 2003 de specifieke uurregeling voor het academiejaar 2003-2004 aan de Regering voor.

Art. 134.Dit decreet treedt in werking vanaf het academiejaar 2003-2004, met uitzondering van de artikelen 3 en 133 die in werking treden op 1 januari 2003.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 27 februari 2003.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten en Letteren en van de Audiovisuele Sector, R. MILLER De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad . - Ontwerp van decreet, nr. 365-1. - Verslag, nr. 365-2.

Integraal verslag . - Bespreking en aaneming. - Vergadering van 19 februari 2003.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^