gepubliceerd op 30 juni 2006
Decreet betreffende de Winwinlening
19 MEI 2006. - Decreet betreffende de Winwinlening (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende de Winwinlening. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. § 2. De verplichtingen en voorwaarden die dit decreet en de in uitvoering ervan genomen maatregelen opleggen, moeten enkel worden nageleefd. of vervuld met het oog op de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk VI van dit decreet.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° Winwinlening : een kredietovereenkomst die tussen een kredietgever en een kredietnemer wordt gesloten, en die voldoet aan de voorwaarden en voorschriften, vastgelegd in dit decreet;2° kredietovereenkomst : een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een kredietnemer krediet verleent of toezegt;hieronder wordt tevens verstaan een lening waarbij een kredietgever aan een kredietnemer geldmiddelen ter beschikking stelt onder de verbintenis van terugbetaling door de kredietnemer; 3° kredietnemer : een KMO die, in het kader van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten, een kredietovereenkomst sluit;4° kredietgever : een natuurlijk persoon die, buiten het kader van zijn handels- of beroepsactiviteiten, een kredietovereenkomst sluit;5° KMO : een kleine, middelgrote of micro-onderneming als gedefinieerd in aanbeveling 2003/361/ EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan, die hetzij wordt gevoerd door een zelfstandige, hetzij de rechtsvorm van een vennootschap aanneemt;6° zelfstandige : een natuurlijk persoon die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 7° bestaande schulden : schulden die vaststaand en opeisbaar waren voor de datum waarop de Winwinlening gesloten werd;8° wettelijke rentevoet : de rentevoet, gedefinieerd in artikel 2 van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden betreffende de partijen bij de Winwinlening
Art. 3.§ 1. De Winwinlening wordt gesloten tussen twee partijen : een kredietgever en een kredietnemer. § 2. Op de datum waarop de Winwinlening gesloten wordt, moet de kredietnemer voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de kredietnemer is niet langer dan drie volledige kalenderjaren ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° de voornaamste exploitatiezetel van de kredietnemer ligt in het Vlaamse Gewest;en 3° als de kredietnemer de rechtsvorm van een vennootschap heeft, moet dat hetzij een handelsvennootschap, hetzij een burgerlijke vennootschap die de rechtsvorm van een handelsvennootschap heeft aangenomen, zijn. § 3. Op de datum waarop de Winwinlening gesloten wordt, moet de kredietgever voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° de kredietgever is een natuurlijk persoon die de Winwinlening sluit buiten het kader van zijn handels- of beroepsactiviteiten;2° de kredietgever is geen werknemer van de kredietnemer;3° als de kredietnemer een zelfstandige is, dan kan de kredietgever niet de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner van de kredietnemer zijn;en 4° als de kredietnemer de rechtsvorm van een vennootschap heeft, dan kan de kredietgever noch een zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van de vennootschap, noch de echtgenoot of de wettelijk samenwonende partner van één van de zaakvoerders, bestuurders of aandeelhouders van de vennootschap zijn. § 4. Gedurende de hele looptijd van de Winwinlening, vermeld in artikel 4, § 1, tweede lid, kan de kredietgever geen kredietnemer zijn bij een andere Winwinlening. HOOFDSTUK III. - Vormvoorwaarden en voorschriften betreffende de Winwinlening
Art. 4.§ 1. De Winwinlening is achtergesteld zowel ten aanzien van de bestaande als van de toekomstige schulden van de kredietnemer.
De Winwinlening heeft een vaste looptijd van acht jaar.
Het totale bedrag, in hoofdsom, dat in het kader van een of meer Winwinleningen aan een of meer kredietnemers uitgeleend of ter beschikking gesteld wordt, bedraagt ten hoogste 50.000 euro.
De interesten die de kredietnemer verschuldigd is, worden jaarlijks betaald. Ze worden berekend aan de hand van een door de Vlaamse Regering vastgelegde formule en op basis van een vaste rentevoet, vastgelegd in de akte, vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid. Die rentevoet mag niet hoger zijn dan de wettelijke rentevoet die van kracht is op de datum waarop de Winwinlening gesloten wordt, en mag niet lager zijn dan de helft van dezelfde wettelijke rentevoet.
De hoofdsom van de Winwinlening moet in één keer terugbetaald worden. § 2. De kredietgever kan op eerste verzoek de Winwinlening vervroegd opeisbaar stellen bij de kredietnemer in de volgende gevallen : 1° in geval van faillissement, kennelijk onvermogen, of vrijwillige of gedwongen vereffening van de kredietnemer;2° als de kredietnemer een zelfstandige is, in geval hij zijn activiteit vrijwillig stopzet of overdraagt;3° als de kredietnemer de rechtsvorm van een vennootschap heeft, in geval de vennootschap onder voorlopig bewindvoerder geplaatst wordt; of 4° in geval van een achterstand van meer dan drie maanden in de betaling van de jaarlijkse interesten van de Winwinlening. Als de kredietnemer een zelfstandige is, kan de kredietgever, in geval van overlijden van de kredietnemer, de Winwinlening op eerste verzoek vervroegd opeisbaar stellen bij de wettelijke erfgenamen van de kredietnemer.
Art. 5.§ 1. De Winwinlening wordt vastgesteld in een akte, opgesteld aan de hand van een modelformulier dat bij besluit van de Vlaamse Regering wordt vastgesteld.
De akte vermeldt minstens de volgende gegevens : 1° het feit dat de akte betrekking heeft op een Winwinlening;2° de hoofdsom van de Winwinlening;3° de begin- en einddatum van de Winwinlening;4° van de kredietgever : zijn voornaam of voornamen, achternaam, woonplaats en rijksregisternummer, en het bankrekeningnummer waarop de jaarlijkse interesten moeten worden gestort;5° van de kredietnemer die een zelfstandige is : zijn voornaam of voornamen, achternaam, woonplaats, voornaamste exploitatiezetel en nummer van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, en het bankrekeningnummer waarop het bedrag van de Winwinlening werd of zal worden gestort;6° van de kredietnemer die de rechtsvorm van een vennootschap aanneemt : de naam van de vennootschap, haar rechtsvorm en de adressen van haar maatschappelijke zetel en voornaamste exploitatiezetel, de identiteit en de hoedanigheid van de personen die haar bij het sluiten van de Winwinlening vertegenwoordigen, haar nummer van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, en het bankrekeningnummer waarop het bedrag van de Winwinlening werd of zal worden gestort;7° precieze vermelding van het doel van de Winwinlening;8° de bedragen en de vervaldata van de interesten die jaarlijks op de Winwinlening moeten worden betaald;9° een verklaring van zowel de kredietgever als de kredietnemer dat aan alle voorwaarden van het decreet voldaan wordt en zal voldaan worden;10° de verklaring van de kredietgever dat het bedrag dat wordt uitgeleend of ter beschikking wordt gesteld, niet is bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. De akte wordt in drie originele exemplaren opgesteld, waarvan één bestemd is voor elke partij, en één moet worden bezorgd aan de instantie, vermeld in § 2, eerste lid. § 2. Binnen een maand nadat de Winwinlening gesloten is, bezorgt de kredietgever een van de originele exemplaren van de akte aan een door de Vlaamse Regering aan te wijzen instantie.
Binnen een maand na ontvangst van een origineel exemplaar van de akte van een Winwinlening gaat de instantie, vermeld in het eerste lid, op basis van de akte na of voldaan is aan de voorwaarden van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen. Als aan alle voorwaarden voldaan is, gaat de instantie over tot de registratie van de akte.
De registratie, vermeld in het tweede lid, bestaat uit het toekennen van een nummer aan de Winwinlening en het opnemen van de Winwinlening in een register. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden vastleggen waaraan dat register moet voldoen.
Binnen een week na de registratie van de akte stelt de instantie, versmeld in het eerste lid, de kredietgever op de hoogte van de registratie aan de hand van een brief, waarin minstens het nummer vermeld wordt dat bij de registratie aan de Winwinlening werd toegekend.
In geval de instantie, vermeld in het eerste lid, de akte niet kan registreren omdat niet aan alle voorwaarden van dit decreet en zijn uitvoeringsmaatregelen voldaan is, zal de instantie de kredietgever daarvan op de hoogte stellen aan de hand van een brief.
De brief, vermeld in het vijfde lid, zal de redenen vermelden waarom er geen registratie kon plaatsvinden en zal verstuurd worden binnen een week nadat het vaststond dat er geen registratie mogelijk was. HOOFDSTUK IV. - Bestemming en herkomst van het kapitaal dat in het kader van de Winwinlening wordt geleend of ter beschikking wordt gesteld
Art. 6.De kredietnemer gebruikt de in het kader van de Winwinlening geleende of ter beschikking gestelde middelen uitsluitend voor ondernemingsdoeleinden.
De Vlaamse Regering kan bepalen welke doeleinden als ondernemingsdoeleinden in de zin van het eerste lid in aanmerking komen. HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse bewijslevering
Art. 7.Te rekenen vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin een Winwinlening is gesloten, levert de kredietgever bij zijn aangifte van de personenbelasting het bewijs dat hij in het belastbare tijdperk in kwestie een of meer Winwinleningen had uitstaan.
De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bewijs, vermeld in het eerste lid, geleverd moet worden.
De bewijslevering, vermeld in het eerste en tweede lid, is een noodzakelijke voorwaarde om van het fiscale voordeel, vermeld in hoofdstuk VI, te kunnen genieten. HOOFDSTUK VI. - Fiscale bepalingen Afdeling I. - Jaarlijkse belastingvermindering
Art. 8.§ 1. Als de kredietgever onderworpen is aan de personenbelasting en inwoner is van het Vlaamse Gewest, wordt in zijn voordeel een belastingvermindering toegekend.
Een inwoner van het Vlaamse Gewest is elk natuurlijk persoon die op 1 januari van het belastbare tijdperk waarin de Winwinlening is gesloten, zijn woonplaats, in de zin van artikel 2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, in het Vlaamse Gewest gevestigd heeft. § 2. De belastingvermindering wordt berekend op basis van de bedragen die de kredietgever uitgeleend of ter beschikking gesteld heeft in het kader van een of meer Winwinleningen. § 3. Het rekenkundig gemiddelde van alle uitgeleende of ter beschikking gestelde bedragen op 1 januari en 31 december van het belastbare tijdperk wordt als berekeningsgrondslag van de belastingvermindering genomen. Die berekeningsgrondslag bedraagt ten hoogste 50.000 euro per belastingplichtige. § 4. De belastingvermindering bedraagt 2,5 percent van de grondslag, vermeld in § 3. § 5. De belastingvermindering wordt toegestaan voor de looptijd van de Winwinlening, te beginnen met het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de Winwinlening werd gesloten.
De belastingvermindering wordt alleen verleend als de kredietgever per aanslagjaar bij de aangifte van de inkomstenbelasting het bewijs levert, vermeld in artikel 7, eerste en tweede lid.
Het fiscale voordeel wordt ontzegd voor het aanslagjaar waarvoor de bewijslevering ontbreekt, niet correct is, of onvolledig is.
Er is geen mogelijkheid tot overdracht van het gederfde fiscale voordeel naar volgende aanslagjaren.
Het fiscale voordeel vervalt vanaf het aanslagjaar dat verbonden is met het belastbare tijdperk waarin de kredietgever de Winwinlening vervroegd opeisbaar heeft gesteld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, § 2, of waarin de kredietgever overleden is. § 6. De belastingvermindering wordt niet toegekend voor de belastbare tijdperken waarin de belastingplichtige geen inwoner is van het Vlaamse Gewest. § 7. De belastingvermindering wordt met de personenbelasting verrekend na aftrek van de verrekenbare en niet-terugbetaalbare bestanddelen en inzonderheid na de onroerende voorheffing vermeld in artikel 277 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, het forfaitaire gedeelte van buitenlandse belasting en de belastingkredieten vermeld in artikelen 285 tot en met 289ter van hetzelfde wetboek.
Het eventuele overschot kan worden terugbetaald, maar is niet overdraagbaar. Afdeling II. - Eenmalige belastingvermindering
Art. 9.§ 1. Als tijdens of binnen maximaal zes maanden na de looptijd van de lening zich een van de gevallen, vermeld in artikel 4, § 2, 1°, voordoet, en als de kredietnemer ten.gevolge daarvan een deel of het geheel van de Winwinlening niet kan terugbetalen, en als de kredietgever onderworpen is aan de personenbelasting, inwoner is van het Vlaamse Gewest en de Winwinlening opeisbaar heeft gesteld, wordt aan de kredietgever een eenmalige belastingvermindering toegekend. § 2. Het bedrag van de hoofdsom dat tijdens het belastbaar tijdperk definitief verloren is gegaan, wordt genomen als berekeningsgrondslag van de belastingvermindering. § 3. De grondslag, vermeld in § 2, bedraagt ten hoogste 50.000 euro. § 4. De eenmalige belastingvermindering bedraagt 30 percent van de grondslag, vermeld in § 2. § 5. De eenmalige belastingvermindering wordt toegekend voor het aanslagjaar dat verbonden is met het belastbare tijdperk waarin vaststaat dat een gedeelte of het geheel van de hoofdsom van de Winwinlening definitief verloren is.
De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop bewezen moet worden dat wegens faillissement, kennelijk onvermogen of vrijwillige of gedwongen vereffening een gedeelte of het geheel van de hoofdsom van de Winwinlening definitief verloren is.
Het recht op de eenmalige belastingvermindering wordt bij overlijden van de kredietgever overgedragen aan zijn rechtverkrijgenden. In dat geval zijn de bepalingen van dit artikel van toepassing op de rechtverkrijgenden in de verhouding dat zij de Winwinlening hebben verkregen. § 6. De eenmalige belastingvermindering wordt met de personenbelasting verrekend na aftrek van de verrekenbare en niet-terugbetaalbare bestanddelen en inzonderheid na de onroerende voorheffing vermeld in artikel 277 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, het forfaitaire gedeelte van buitenlandse belasting en de belastingkredieten vermeld in artikelen 285 tot en met 289ter van hetzelfde Wetboek.
Het eventuele overschot kan worden terugbetaald, maar is niet overdraagbaar. HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling
Art. 10.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 mei 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken. - Ontwerp van decreet : 754 - Nr. 1. - Verslag 754 : Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering 754 : Nr. 3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 10 mei 2006.