Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 december 2003
gepubliceerd op 22 juli 2004

Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035953
pub.
22/07/2004
prom.
19/12/2003
ELI
eli/decreet/2003/12/19/2004035953/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2003. - Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Kredieten lopend jaar

Artikel 1.Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2004 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 01.

Art. 2.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2004 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 02.

Art. 3.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2004 kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 03.

Art. 4.Voor de uitgaven met betrekking tot de werkingskosten van de organen en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap worden voor het begrotingsjaar 2004 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 01.

Art. 5.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2004 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 02.

Art. 6.Voor de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet worden voor het begrotingsjaar 2004 de variabele kredieten geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die kredieten worden opgesomd in de bij dit decreet gevoegde tabel.

Zij worden aangeduid met code 03.

Art. 7.De terugbetalingen van leningen voorzien onder Titel III worden, wat betreft het begrotingsjaar 2004, geraamd op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Geldvoorschotten

Art. 8.In afwijking van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 1.000.000 euro worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de provinciale gouvernementen.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de Afdelingen der Wegen en Verkeer Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen wordt het maximumplafond der geldvoorschotten vastgesteld op 1.250.000 euro.

Voor de buitengewone rekenplichtigen van de cel Leerlingenvervoer wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 8.700.000 euro.

Voor de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Algemene Administratieve Diensten van het departement EWBL, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten met betrekking tot de uitbetaling van de aanmoedigingspremies ter stimulering van de arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering vastgelegd op 3.700.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige(n) van de afdelingen Scheepvaartbegeleiding en van de rekenplichtige van de DAB Loodswezen (vestigingen te Vlissingen) wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 2.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Toegang belast met de betaling van declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 10.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtige(n) van de D.A.B. Vloot, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 2.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling AOSO - Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen in Gent en Antwerpen), wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten m.b.t. de elektriciteitsrekeningen vastgesteld op 5.000.000 euro.

Voor de buitengewoon rekenplichtigen van de afdelingen AOSO-Elektriciteit en Mechanica (buitenafdelingen te Gent en Antwerpen), belast met de betaling van averijen, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.500.000 euro voor de afdeling Gent en op 1.500.000 euro voor de afdeling Antwerpen.

Voor de buitengewone rekenplichtigen van de afdeling Maritieme Toegang en de Afdeling Zeeschelde, belast met de betalingen lastens de DAB Vlaams Infrastructuurfonds van de dossiers betreffende de financiering van de verwervingen t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het sociaal begeleidingsplan, in uitvoering van de overeenkomst van 10 maart 1999 tussen het Vlaamse Gewest en de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied, wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 6.200.000 euro.

Op onderstaande basisallocaties mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, en dit ten beloop van maximaal 500.000 euro : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de buitengewoon rekenplichtige van het GBCS (Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem) wordt het maximumplafond van de geldvoorschotten vastgesteld op 1.500.000 euro.

Art. 9.Onverminderd de bepalingen van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof : 1. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige bij de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management voor de terugbetaling van ten onrechte geïnde ontvangsten (b.a. 01.01, PR. 24.10) en voor de betaling van schadevergoedingen waarvan de bedragen 7.500 euro per rechthebbende niet overschrijden. De schadevergoedingen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest mogen worden uitbetaald zonder tussenkomst van de deposito- en consignatiekas in afwijking van artikel 100, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit; 2. mogen geldvoorschotten worden verleend voor de vereffening van hulpgelden en toelagen van sociale aard; 3. mogen geldvoorschotten worden aangewend om de honoraria te betalen van de experts uit het buitenland ongeacht het bedrag ervan, en om toelagen te betalen die voortvloeien uit regelingen met vreemde landen waarvan het bedrag 1.250 euro per begunstigde niet bereikt; 4. onverminderd wat voorafgaat, mogen geldvoorschotten gebruikt worden voor de uitbetaling van salarissen en allerlei bijslagen en vergoedingen aan het door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigde personeel;5. mogen de buitengewoon rekenplichtigen voorschotten betalen voor buitenlandse zendingen, ongeacht het bedrag ervan;6. wordt de buitengewoon rekenplichtige van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek ertoe gemachtigd, door middel van geldvoorschotten, de reiskosten te betalen van de personen die uit het buitenland komen of zich naar het buitenland begeven, ongeacht het bedrag ervan;7. op onderstaande basisallocaties mogen geldvoorschotten worden verleend voor de betaling van werkingskosten, ongeacht het bedrag : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 8.mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling Scheepvaartbegeleiding (vestiging te Vlissingen) voor de betaling van salarissen en vergoedingen en van de algemene werkingskosten en dit ongeacht het bedrag op onderstaande basisallocaties Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 9. mogen geldvoorschotten worden verleend om de algemene werkingskosten te betalen, huren inbegrepen, en dit ongeacht het bedrag op basisallocatie 12.01 van het programma 51.90; 10. mogen met geldvoorschotten worden betaald alle schuldvorderingen voortvloeiend uit overheidsopdrachten waarvan het bedrag, BTW inbegrepen, niet hoger is dan 7.500 euro; 11. mogen de buitengewoon rekenplichtigen en de rekenplichtigen van gemengde rekeningen op hun kas aan de personeelsleden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en aan kabinetsverantwoordelijken tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken om kleine en dringende uitgaven in contanten te betalen. Het bedrag van deze voorschotten wordt beperkt tot 2.500 euro.

Indien het gaat om dringende uitgaven voor het begeleiden van internationale delegaties, mag het bedrag van deze voorschotten tijdens de periode dat de internationale delegaties moeten begeleid worden, maximaal 5.000 euro bedragen; 12. mogen, binnen het plafond bepaald in artikel 8 van dit decreet, geldvoorschotten worden aangewend voor de betaling van de algemene werkingskosten van het leerlingenvervoer, ongeacht het bedrag ervan; 13. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtige van de afdeling Maritieme Toegang voor de betaling van de declaraties, inclusief rentedeclaraties, in toepassing van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest, inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde en dit ongeacht het bedrag op basisallocatie 54.01 van het programma 64.20; 14. mag de rekenplichtige van de gemengde rekening op zijn kas aan de personeelsleden van de DAB "Investeren in Vlaanderen" tegen ontvangstbewijs voorschotten verstrekken voor het betalen in speciën van kleine en dringende uitgaven.Het bedrag van de voorschotten is beperkt tot 5.000 euro per personeelslid; 15. mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, alle schuldvorderingen voortvloeiend uit contracten met vervrachters voor het strooien van dooizouten en sneeuwruimen met betrekking tot de winterdienst die werden afgesloten in het jaar waarin de geldvoorschotten werden opgevraagd ook al hebben deze schuldvorderingen betrekking op prestaties geleverd in het volgende begrotingsjaar;16. De buitengewoon rekenplichtigen van de afdeling Scheepvaartbegeleiding, van de DAB Loodswezen en van de DAB Vloot (vestigingen te Vlissingen) worden ertoe gemachtigd salarissen en vergoedingen van de maand december verschuldigd aan het in Vlissingen (Nederland) tewerkgesteld en verblijvend personeel van de afdeling Scheepvaartbegeleiding, van de DAB Loodswezen en van de DAB Vloot te betalen op het einde van de maand december door middel van geldvoorschotten van het desbetreffende jaar; 17. mogen ten laste van het saldo beschikbaar op 31 december 2004 op de geldvoorschotten verleend op basisallocatie 54.01 van het programma 64.20 aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Maritieme Toegang, belast met de betaling van de declaraties, inclusief de rentedeclaraties, in toepassing van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaamse Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde, verbintenissen aangegaan worden tot beloop van maximaal dit saldo; 18. mogen geldvoorschotten worden verleend voor de uitbetaling, op kwartaalbasis, van de aanmoedigingspremies verleend ter stimulering van de arbeidsduurvermindering en arbeidsherverdeling;19. mogen met geldvoorschotten worden betaald ongeacht het bedrag, de onroerende voorheffing op het patrimonium van het Vlaamse Gewest; 20. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewoon rekenplichtigen van het departement Coördinatie op basisallocatie 11.03 van de organisatieafdeling 99, programma 10 voor het terugbetalen van salarissen, vergoedingen en toelagen van het personeel ter beschikking gesteld van de gevolmachtigd vertegenwoordiger van de Vlaamse regering bevoegd voor het buitenlands beleid, beperkt tot een bedrag van 120.000 euro; 21. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtige van de afdeling Maritieme Toegang belast met de betalingen van de financiering van de verwervingen door te voeren t.b.v. de uitbouw van het havengebied op de Linker Scheldeoever en de financiering van het sociaal begeleidingsplan en dit ongeacht het bedrag op de onderstaande basisallocaties van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds : 364F3431 364F7110 22. mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, de aan OVAM verschuldigde milieuheffingen voor het storten van baggerspecie en de aan de VMM verschuldigde milieuheffingen op de verontreiniging van oppervlaktewateren;23. mag de rekenplichtige van de DAB Mina-Fonds geldvoorschotten verlenen aan de buitengewoon rekenplichtigen van de hulprekeningen van het Mina-Fonds om de werkings- en investeringskosten te betalen; 24. mogen met geldvoorschotten worden betaald, ongeacht het bedrag, alle betalingen aan de N.V. Tunnel Liefkenshoek die voortvloeien uit het tolvrij openstellen van de Liefkenshoektunnel ten gevolge van verkeersincidenten of calamiteiten die een belangrijke hinder zullen doen ontstaan op de Ring van Antwerpen, de toegangswegen naar deze Ring of in de Kennedytunnel en dit voor de duur van de verplichte omleiding; 25. mogen geldvoorschotten door de buitengewoon rekenplichtige van het GBCS (Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem) gebruikt worden voor uitgaven waarvan het bedrag niet hoger is dan 37.500 euro; 26. mogen geldvoorschotten worden verleend aan de buitengewone rekenplichtigen van de DAB Loodswezen en de DAB Vloot voor de betaling van salarissen en vergoedingen alsook van de algemene werkingskosten en dit ongeacht het bedrag op de basisallocaties van de begroting van deze DAB's;27. mogen geldvoorschotten worden aangewend om in het kader van aankoop, verkoop of onteigeningen van onroerende goederen door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, voorschotten te storten op de provisierekening van de federale aankoopcomités voor het betalen van bodemattesten, zegelrechten en kadastrale leggers. Vaste uitgaven

Art. 10.Mogen in de vorm van vaste uitgaven uitbetaald worden : a) de salarissen en salaristoelagen van de personeelsleden van de Nederlandstalige peutertuinen en kinderdagverblijven alsmede van de personeelsleden van het voor- en naschoolse toezicht verbonden aan de scholen van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel-Hoofdstad, alsook de salaristoelagen voor het leidinggevend en technisch personeel van de erkende openbare gemeentelijke, provinciale en privaatrechtelijke bibliotheken;b) de salarissen en salaristoelagen, fietsvergoedingen en vervoerkosten van de personeelsleden van het basis-, secundair, hoger met uitzondering van het universitair onderwijs, het buitengewoon onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, het deeltijds kunstonderwijs, de diensten voor beroepsoriëntering, de centra voor leerlingenbegeleiding, en de onderwijsinspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten;c) de vergoedingen wegens begrafeniskosten en de geboortetoelagen;d) de toelagen voor derving van het vrij genot van woning, de gevarentoelagen en de toelagen voor elektrische bediening, de toelagen voor de inning van scheepvaartrechten, de toelagen voor extra en onregelmatige prestaties, de vergoedingen voor kantoorkosten, de vergoedingen voor rijwielen met hulpmotor, alsmede de verplichte bijdrage van de werkgever in de kosten van het woon-werkverkeer van de werknemer;e) de toelagen wegens buitengewone prestaties;f) zonder tussenkomsten van de Deposito- en Consignatiekas : de schadevergoedingen toegewezen op basis van een uitvoerbaar vonnis of arrest in afwijking van artikel 100, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit.Deze schadevergoedingen slaan zowel op de hoofdsom als op de eventuele renten; g) de aflossingen van kapitaal en rente bepaald onder de programma's 24.40, 24.80 en 24.90; h) de renten en terugbetaling in hoofdsom van de geprefinancierde trekkingsrechten op het investeringsfonds, ingeschreven op ba.21.02 en 63.01 van het programma 53.10; i) de aanmoedigingspremies ter stimulering van arbeidsherverdeling en arbeidsduurvermindering;j) de aanmoedigingspremies in het kader van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social Profitsector 2000-2005;k) de betaling van de moratoriumintresten verschuldigd aan belastingplichtigen in het kader van de inning van de onroerende voorheffing door de Vlaamse Gemeenschap, van de heffing ter bestrijding van de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, van de heffing ter bestrijding en voorkoming van de leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Overdrachten kredieten

Art. 11.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 34 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden de vastleggingen samen met de kredietsaldi voor vastleggingen en ordonnancering van de volgende basisallocaties op 31 december van het jaar 2003 naar het begrotingsjaar 2004 overgedragen. De overgedragen kredieten worden met de nieuwe kredieten samengevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 34 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden de vastleggingen samen met de kredietsaldi voor vastleggingen en ordonnancering van de volgende basisallocaties op 31 december van het jaar 2004 naar het begrotingsjaar 2005 overgedragen. De overgedragen kredieten worden met de nieuwe kredieten samengevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. In afwijking van de bepalingen van artikel 35 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit wordt het onbelast kredietsaldo, in vastleggings- en ordonnanceringskrediet, op 31 december 2003 overgedragen naar het jaar 2004 voor onderstaande basisallocaties en samengevoegd met de kredieten voor het begrotingsjaar 2004.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Uitgaven vorige jaren

Art. 12.§ 1. Onderstaande basisallocaties mogen uitgaven dekken met betrekking tot vorige begrotingsjaren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De basisallocaties 12.03,12.20,12.21 en 12.22 van het programma 24.10 mogen uitgaven dekken met betrekking tot voorgaande jaren voor zover deze uitgaven betrekking hebben op kosten gemaakt in het kader van een gedwongen invordering.

Art. 13.§ 1. De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van vastleggingskredieten en vastleggingmachtigingen van basisallocaties of artikelen waarvan de nummering inmiddels gewijzigd werd of overgegaan is in andere basisallocaties of begrotingsartikelen mogen worden aangerekend op de overeenstemmende programmakredieten en basisallocaties van de begroting voor het jaar 2004. § 2. De ordonnanceringen van de verbintenissen die in de loop van vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van de verbintenissenmachtigingen 99.35 en 99.36 van programma 62.40 mogen respectievelijk worden aangerekend op basisallocatie 31.03 en 31.04 van programma 62.40. § 3. De ordonnanceringen van de verbintenissen die in de loop van de vorige jaren werden vastgelegd ten laste van basisallocatie 34.01 van het programma 24.70 mogen worden aangerekend op basisallocatie 34.70 van het programma 62.40. § 4. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd de afrekeningen, contractuele verbintenissen, ordonnanceringen en andere verplichtingen ten laste van b.a. 14.07, van het programma 63.10 aan te rekenen op b.a. 14.08 van dit zelfde programma 63.10.

Subsidies

Art. 14.Binnen de perken van de betrokken basisallocatie kunnen de volgende subsidies worden toegekend : (in duizend euro) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.De Vlaamse openbare instellingen kunnen binnen de perken van de betrokken basisallocaties dotaties krijgen, zelfs als de wet of het decreet houdende oprichting van deze instelling dat niet uitdrukkelijk bepaalt.

Leningsmachtigingen

Art. 16.De minister die bevoegd is voor de huisvesting wordt ertoe gemachtigd het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen in staat te stellen verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van maximaal 208.386.000 euro in het kader van de sociale huisvesting.

De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister die bevoegd is voor de huisvesting, om leningsmachtigingen ten belope van 138.386.000 euro, met de waarborg van het Vlaamse Gewest, toe te kennen aan voormelde instelling voor het voormelde bedrag.

Art. 17.Het niet aangewende deel per 31 december 2003 van de leningsmachtiging voor het UZ Gent, voorzien onder artikel 16 van het decreet van 20 december 2002 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2003, wordt overgedragen naar het begrotingsjaar 2004 en mag aangewend worden gedurende het begrotingsjaar 2004.

Vastleggingsmachtigingen

Art. 18.§ 1. Het Gemeenschapsonderwijs wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van 9.387.000 euro voor kleine infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs. § 2. Het Gemeenschapsonderwijs wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan voor een bedrag van 17.048.000 euro voor grote infrastructuurwerken in schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs.

Art. 19.§ 1. De Investeringsdienst van de Vlaamse Autonome Hogescholen wordt ertoe gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 6.871.000 euro voor het beheer, het onderhoud en de investeringen in schoolgebouwen van de Vlaamse Autonome Hogescholen. § 2. Het op 31 december 2003 niet opgebruikte deel van de machtiging vermeld in § 1 wordt overgedragen naar het jaar 2004 en samengevoegd met de machtiging voor het jaar 2004.

Art. 20.§ 1. De Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs wordt ertoe gemachtigd de hiernavolgende verbintenissen aan te gaan voor het beheer, het onderhoud en de investeringen in schoolgebouwen - 17.617.000 euro voor het gesubsidieerd officieel onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs; - 73.976.000 euro voor het gesubsidieerd vrij onderwijs met uitzondering van het hoger onderwijs; - 1.194.000 euro voor het gesubsidieerd officieel hoger onderwijs; - 11.107.000 euro voor het gesubsidieerd vrij hoger onderwijs. § 2. Het op 31 december 2003 niet opgebruikte deel van de machtiging vermeld in § 1, wordt overgedragen naar het jaar 2004 en samengevoegd met de machtiging voor het jaar 2004.

Art. 21.Kind en Gezin is overeenkomstig het decreet 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden gemachtigd om tijdens het begrotingsjaar 2004 voor een maximumbedrag van 5.823.000 euro vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor de aankoop, bouw, verbouwing, uitbreiding en uitrusting van crèches.

Art. 22.§ 1. Het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap is overeenkomstig het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gemachtigd om voor een maximumbedrag van 17.711.000 euro vastleggingen te verrichten met het oog op het toekennen van toelagen voor aankoop, bouw, verbouwingswerkzaamheden, uitrusting en apparatuur betreffende voorzieningen die in het kader van de programmatie terzake hiervoor in aanmerking komen. § 2. Het op 31 december 2003 niet opgebruikte deel van de machtiging verleend gedurende het begrotingsjaar 2003, en dit beperkt tot maximaal 20.000.000 euro, wordt overgedragen naar het begrotingsjaar 2004 en samengevoegd met de machtiging voor het begrotingsjaar 2004.

Art. 23.Het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van maximaal 4.263.000 euro voor zijn eigen investeringen.

Art. 24.§ 1. Toerisme Vlaanderen wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 14.936.000 euro voor zijn investeringen en investeringstoelagen. § 2. Toerisme Vlaanderen wordt gemachtigd verbintenissen aan te gaan ten beloop van 2.388.000 euro in het kader van de cofinanciering van Europese steunprogramma's.

Art. 25.§ 1. Aan het ESF-Agentschap wordt een vastleggingsmachtiging verleend ter financiering van de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, meer bepaald acties in het kader van de man/vrouw problematiek, ten belope van 1.761.000 euro. § 2. Aan het ESF-Agentschap wordt een vastleggingsmachtiging verleend voor de betaling van subsidies voor permanente vorming en opleiding binnen de bedrijven ten belope van 11.353.000 euro.

Art. 26.Aan het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) wordt een vastleggingsmachtiging verleend voor de projecten op initiatief van bedrijven en innovatie-samenwerkingsverbanden ten beloop van 94.206.000 euro in het kader van zijn opdracht vastgesteld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de oprichting van een Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk-technologisch onderzoek in de industrie en het decreet van 18 mei 1999 betreffende het voeren van een beleid ter aanmoediging van de technologische innovatie.

Het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) wordt ertoe gemachtigd in opdracht van de Vlaamse regering voor een bedrag 13.370.000 euro aan verbintenissen aan te gaan voor acties van technologische innovatie.

IWT-Vlaanderen wordt belast met de uitvoering, de financiële en administratieve afhandeling van de opdrachten.

Het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) wordt ertoe gemachtigd voor een bedrag van 14.130.000 euro aan verbintenissen aan te gaan voor innovatieve mediaprojecten.

De minister bevoegd voor het wetenschaps- en technologische innovatiebeleid kan, na akkoord van de minister bevoegd voor financiën en begroting, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen verleend aan het IWT-Vlaanderen.

De Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting, op de voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het Wetenschapsbeleid, wordt er tevens toe gemachtigd de waarborg van de Vlaamse Gemeenschap te hechten aan leningen aangegaan door het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT Vlaanderen) en/of rechtsopvolger voor het toekennen van terugvorderbare financiële steun. Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 25.000.000 euro.

Het IWT-Vlaanderen wordt gemachtigd gedurende het begrotingsjaar 2004 leningen aan te gaan ten belope van 25.000.000 euro.

Art. 27.In uitvoering van artikel 22 van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds van 26 juni 2002 wordt de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden gemachtigd om aan Dexia de renten en de terugbetaling in hoofdsom van de geprefinancierde trekkingsrechten te betalen, ingeschreven onder basisallocatie 21.02 en 63.01 van het programma 53.10.

Waarborg

Art. 28.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, op voordracht van de minister die bevoegd is voor werkgelegenheid en toerisme, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen, aangegaan door de V.Z.W. Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA), voor de financiering van haar restauratie- en ontwikkelingsprojecten.

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 5.000.000 euro.

Art. 29.De rentelasten van de leningen die de V.Z.W. "De Gezinsbond" onder waarborg van de Gemeenschap uitgeeft voor haar studiefonds, zullen voor het jaar 2004 gedeeltelijk door de Gemeenschap en gedeeltelijk door de V.Z.W. "De Gezinsbond" gedragen worden volgens een tussen de minister die bevoegd is voor onderwijs, en de lener overeen te komen verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel wordt voor het jaar 2004 vastgesteld als volgt : maximaal tweederde van vernoemde rentelasten worden ten laste genomen door de Gemeenschap en minimaal eenderde door de V.Z.W. "De Gezinsbond".

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 3.098.670 euro.

Art. 30.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, op de voordracht van de minister die de watervoorziening in zijn bevoegdheid heeft, wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen uit te geven en de kredieten per jaar op te nemen door de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Deze verbintenissen mogen een totaal bedrag van 49.578.705 euro niet overschrijden.

Art. 31.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op voordracht van de minister die bevoegd is voor het vervoer, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen, aangegaan door de Vlaamse Vervoermaatschappij met het oog op de vernieuwing of uitbreiding van haar voertuigenpark of voor de herfinanciering ervan.

Het plafond van de gewaarborgde leningen bedraagt 52.500.000 euro.

Art. 32.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor economie, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen en participaties aangegaan door de organisaties aangesloten bij de V.Z.W. "Samenwerkingsverband Sociale Economie", met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties eventueel dragen als gevolg van de economische mislukking van projecten inzake sociale economie. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 2.500.000 euro niet overschrijden.

Art. 33.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor ontwikkelingssamenwerking, de waarborg van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap te hechten aan de leningen en participaties, aangegaan door de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties, met het oog op de gedeeltelijke dekking van het verlies dat deze organisaties eventueel dragen als gevolg van de economische mislukking van ontwikkelingsprojecten in de derde wereld. De gewaarborgde leningen en participaties mogen een totaal bedrag van 5.000.000 euro niet overschrijden.

Art. 34.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting, wordt ertoe gemachtigd, op de voordracht van de minister die bevoegd is voor de huisvesting, de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de leningen aan te gaan door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ten beloop van onderstaande bedragen, voor : a) de financiering van het investeringsprogramma van deze maatschappij sector huurwoningen :123.172.940 euro sector eigendomswoningen : 82.078.790 euro b) voor de bancaire financiering van marktconforme leningen aan de SHM : 49.400.000 euro.

Art. 35.De minister die bevoegd is voor het leefmilieu en de minister die bevoegd is voor financiën en begroting, worden gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan leningen aan te gaan door de N.V. Aquafin ten beloop van 74.368.058 euro, met het oog op het uitvoeren van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin.

Het Vlaamse Gewest is slechts gehouden tot betaling van de uitstaande saldi van de in het eerste lid bedoelde leningen, als de uitwinning van de waarborg niet het gevolg is van : - de foutieve uitvoering door de N.V. Aquafin van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin; - of van de uitvoering door de N.V. Aquafin van overeenkomsten met derde partijen.

Art. 36.De Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting, op de voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor het economisch overheidsinstrumentarium, wordt ertoe gemachtigd de waarborg van het Vlaamse Gewest te hechten aan de gedeeltelijke herfinanciering van het consortiumkrediet in hoofde van de N.V. Mijnen.

Voorschotten

Art. 37.Bij wijze van voorschot mogen door de rekenplichtige middelen ter beschikking worden gesteld op een financiële rekening, met protonkaart of creditkaart, van de betrokken ambtenaar die dan achteraf de desbetreffende verantwoording aflegt.

Art. 38.Ten laste van het krediet van de basisallocatie 85.10 van het programma 12.10 mag aan de vertegenwoordigers van de Vlaamse regering een bestendig voorschot van maximaal 25.000 euro per vertegenwoordiger worden verleend voor de prefinanciering van de uitgaven die betrekking hebben op activiteiten, manifestaties, zakenreizen en administratieve kosten van de vertegenwoordigers van de Vlaamse regering en op de werkingskosten van de Vlaamse Vertegenwoordigingen in het buitenland.

De geprefinancierde uitgaven zullen worden aangerekend op het respectieve basisallocaties 12.26 en 12.60 van het programma 12.10.

Op basis van de ingediende verantwoordingsstukken mag de buitengewone rekenplichtige van het departement Coördinatie het voorschot aanvullen tot maximaal het toegekende bedrag.

Art. 39.Ten laste van het krediet van de basisallocatie 85.01 van het programma 54.40 mag aan de landbouwattachés een bestendig voorschot van maximaal 25.000 euro per vertegenwoordiger worden verleend voor de prefinanciering van de uitgaven die betrekking hebben op activiteiten, manifestaties, zakenreizen en administratieve kosten van de attachés.

De geprefinancierde uitgaven worden aangerekend op de respectieve basisallocaties 11.11, 12.13, 12.36 en 74.04 van het programma 99.10 en de basisallocaties 12.06 en 12.07 van het programma 54.40.

Op basis van de ingediende verantwoordingsstukken mag de buitengewoon rekenplichtige van het departement EWBL het voorschot aanvullen tot maximaal het toegekende bedrag.

Art. 40.§ 1. De schatkist wordt ertoe gemachtigd tot een maximumbedrag van 12.400.000 euro de nodige provisies te verstrekken om de uitbetaling, lastens de basisallocaties van de programma's 40 en 80, organisatieafdeling 24, te verzekeren met verplichting deze provisies uiterlijk tegen 31 december 2005 te regulariseren. § 2. Op de te gebruiken thesaurierekening en op de financiële rekening wordt daarvoor tijdelijk een negatief saldo toegelaten.

Art. 41.§ 1. De schatkist wordt gemachtigd voorschotten toe te staan aan niet gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren, wanneer de derdengeldrekening "prefinanciering" bij de V.Z.W. ESF-Agentschap uitgeput is. Deze voorschotten slaan alleen op goedgekeurde begeleidings-, opleidings- of tewerkstellingsprojecten in het kader van de ESF-programmatie. § 2. Onder niet-gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren, zoals bedoeld bij § 1, worden verstaan de privaatrechtelijke promotoren, niet ondernemingen uit de profit en non-profit sector, die via de aanbreng van boekhoudkundig bewijsmateriaal kunnen aantonen dat de organisatie omwille van niet-tijdige Europese betalingen in moeilijkheden verkeren. De Vlaamse regering bepaalt de nadere modaliteiten.. § 3. De niet-gouvernementele organisaties die als promotoren in moeilijkheden verkeren, richten een gemotiveerde vraag, vergezeld van het vereist boekhoudkundig bewijsmateriaal, aan de V.Z.W. ESF Agentschap, die de vraag voorlegt aan een onafhankelijke commissie.

Deze commissie oordeelt over de ontvankelijkheid van de vraag en zal de V.Z.W. ESF Agentschap van haar gemotiveerd oordeel op de hoogte brengen. De Vlaamse minister bevoegd voor de werkgelegenheid bepaalt de samenstelling van de commissie. § 4. De debettoestand wordt beperkt tot maximaal 6.000.000 euro. § 5. Voor deze voorschotten dient een rente betaald die gelijk is aan die welke voor de Vlaamse Gemeenschap van toepassing is voor kortlopend krediet bij haar kassier. Deze rente wordt per dag berekend en aangerekend op programma 52.40, basisallocatie 41.07.

Art. 42.De bevoegde minister wordt ertoe gemachtigd provisies te verlenen aan de advocaten, experts en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest optreden.

Art. 43.Ten laste van het krediet van basisallocatie 54.01 van het programma 64.20 mogen trimestiriele voorschotten ten belope van maximaal 4.000.000 euro worden betaald voor de financiering van de uitgaven die gedaan worden voor de uitvoering van het gezamenlijk onderzoek door het Vlaamse Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden in het kader van het project "Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium".

De modaliteiten van uitbetaling en verantwoording worden geregeld in een memorandum dat door deze overheden wordt afgesloten.

Deze voorschotten worden bepaald op basis van een kostenraming voorgelegd door de bevoegde ambtenaren van Nederland en het Vlaamse Gewest. De rapportage over de gemaakte kosten wordt gestaafd met de verantwoordingsstukken.

Overschrijvingen

Art. 44.De bevoegde ministers worden ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor financiën en begroting, en dit binnen de perken van de kredieten geopend voor de diverse programma's van organisatieafdeling 02 - Kabinetten, overschrijvingen te verrichten tussen de basisallocaties over de programma's heen.

Art. 45.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, en dit binnen de perken van de kredieten geopend voor organisatieafdeling 24 programma 40 en 80, overschrijvingen te verrichten tussen de betrokken basisallocaties over de programma's heen.

Art. 46.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder basisallocatie 40.02, programma 32.10, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 47.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder basisallocatie 40.03, programma 32.10, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 48.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder basisallocatie 12.02, programma 34.50, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 49.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder basisallocatie 12.06, programma 34.50, geheel of gedeeltelijk, over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 50.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder basisallocatie 12.15, programma 20, organisatieafdeling 39, geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 51.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 12.22, programma 20, organisatieafdeling 39 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : - de basisallocaties 11.20, 41.11, 43.40, 43.47, 44.60 en 44.67 van de programma's 31.10, 31.20, 32.10, 32.20 en 34.20; - de basisallocaties 11.03, 43.01, 43.03, 43.11, 43.12, 44.01, 44.02, 44.11 en 44.12 van het programma 34.10.

Art. 52.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 12.63, programma 30, organisatieafdeling 34 en het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 12.02, programma 35.10 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de basisallocatie 12.17 van het programma 99.10.

Art. 53.De minister die bevoegd is voor het onderwijs wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 12.20, programma 39.20 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de onderstaande basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 54.§ 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd de kredieten ingeschreven onder de basisallocatie 33.01. van het programma 40.30 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties onder de organisatieafdelingen 11, 40, 41, 42, 45 en 52. § 2. De minister die bevoegd is voor het welzijn wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, de kredieten ingeschreven onder basisallocatie 41.02 van het programma 41.20 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de basisallocaties 11.03, 12.01, 12.39 en 74.01 van het programma 99.10.

Art. 55.De minister die bevoegd is voor cultuur wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 33.47 van het programma 45.40 geheel of gedeeltelijk over te schrijven naar de basisallocatie 41.05 van hetzelfde programma.

Art. 56.De minister die bevoegd is voor het energiebeleid wordt ertoe gemachtigd, mits akkoord van de minister bevoegd voor begroting, het krediet ingeschreven onder de basisallocatie 50.03 van het programma 51.50 gedeeltelijk over te schrijven naar de hieronder vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 57.De kredieten ingeschreven onder basisallocatie 41.02, 41.05 en 43.01 van het programma 52.40, voor die gedeelten van de onderscheidene tewerkstellingsprogramma's die in aanmerking komen voor regularisering, kunnen, bij besluit van de Vlaamse regering, overgeschreven worden naar door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties.

Art. 58.De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister die bevoegd is voor financiën en begroting, overschrijvingen te verrichten tussen de gesplitste ordonnanceringskredieten van de basisallocaties van het Departement 6 - LIN, van Afdeling 1 van de algemene uitgavenbegroting.

Art. 59.In afwijking van artikel 15 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit wordt de bevoegdheid tot herverdeling van de basisallocaties 11.03, 11.04,11.06, 11.09, 11.10 of 11.11 van programma 99.1 toegewezen aan de Vlaamse minister bevoegd voor ambtenarenzaken, zonder dat daarvoor de instemming van de minister bevoegd voor begroting voor vereist is.

Deze herverdeling is beperkt tot andere basisallocaties van programma 99.1. Elke overschrijving wordt door de Vlaamse minister bevoegd voor financiën en begroting aan het Rekenhof en aan het Vlaams Parlement meegedeeld Provisionele kredieten

Art. 60.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 01.02 programma 24.20 mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de uitgavenbegroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 61.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.17 programma 24.60 mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de uitgavenbegroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 62.Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 00.18 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor uitgaven in het kader van het werkgelegenheidsakkoord.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 63.Het provisioneel krediet ingeschreven onder de basisallocatie 00.19 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor uitgaven in het kader van de betaling van schadevergoedingen.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 64.Het provisionele krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.20 van het programma 24.60 mag aangewend worden m.b.t. de werking en uitrusting van de kabinetten met inbegrip van tekorten op salariskredieten.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 65.Het provisionele krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.21 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor het dekken van verhuiskosten en inrichtingskosten van kabinetten.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de kabinetsbegrotingen door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 66.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.22 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor het dekken van uitgaven in het kader de overdracht van bevoegdheden in uitvoering van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gemeenschappen en de Gewesten.

Het mag volgens de behoeften, geheel of gedeeltelijk, verdeeld worden over de passende, bestaande of eventueel nog nieuw in te schrijven basisallocaties van de begroting, of, in de eventualiteit, aangewend worden voor de terugbetaling van de federale overheid gedane kosten in afwachting van een effectieve overheveling van de desbetreffende materies.

Art. 67.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 00.23 van het programma 24.60 mag aangewend worden voor het dekken van uitgaven die voorheen gefinancierd werden via de gelden ter beschikking gesteld door de Nationale Loterij.

Het mag volgens de behoeften verdeeld worden over de passende basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 68.Het provisionele krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.01 van het programma 24.60 mag aangewend worden tot dekking van de lasten, met inbegrip van die welke betrekking hebben op vorige begrotingsjaren, voor de hele begroting, voortvloeiend uit een eventuele stijging van de prijsindex die berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen en toepassing van de sociale programmatie en tengevolge van lastenstijgingen door uitvoering van CAO's. Het mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties van de begroting door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 69.Het provisionele krediet ingeschreven onder de basisallocatie 11.11 van het programma 39.10 mag aangewend worden tot dekking van de uitgaven voor wedden en weddetoelagen van het onderwijspersoneel die in het lopende jaar met betrekking tot prestaties van het voorgaande begrotingsjaar verschuldigd zijn.

Deze basisallocatie kan door middel van een besluit van de Vlaamse regering geheel of gedeeltelijk overgedragen worden naar de desbetreffende basisallocaties van de onderstaande programma's.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De overdracht mag gebeuren in 3 schijven : - een eerste schijf vanaf 1 mei op basis van de op 30 april gekende uitgaven; - een tweede schijf vanaf 1 september op basis van de op 31 augustus gekende uitgaven; - een derde schijf vanaf 1 december op basis van de op 30 november gekende uitgaven.

Art. 70.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 01.01 van het programma 40.10 mag aangewend worden ter financiering van uitgaven gefinancierd met de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij binnen de sectoren welzijn, gezondheid en ontwikkelingssamenwerking.

Het mag bij besluit van de minister bevoegd voor welzijn en volksgezondheid geheel of gedeeltelijk verdeeld worden over de passende, bestaande of eventueel nog nieuw in te schrijven basisallocaties van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 71.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 01.01 programma 40.30 mag aangewend worden ter uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord in de social profit sector. Het mag bij besluit van de Vlaamse regering, geheel of gedeeltelijk verdeeld worden over door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties onder de organisatieafdelingen 11, 41, 42, 45 en 52.

Art. 72.Het provisioneel gesplitste ordonnanceringskrediet ingeschreven onder basisallocatie 01.01 van het programma 49.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het departement WVC door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Art. 73.Het provisioneel krediet ingeschreven onder basisallocatie 01.01 van het programma 61.10 mag aangewend worden in het kader van de regularisatie van de DAC-statuten binnen de sector Leefmilieu. Het mag bij besluit van de Vlaamse regering, geheel of gedeeltelijk, verdeeld worden over de door de Vlaamse regering aan te duiden programma's en basisallocaties van de organisatieafdeling 61.

Art. 74.Het provisioneel gesplitste ordonnanceringskrediet ingeschreven onder basisallocatie 01.01 van het programma 69.90 mag volgens de behoeften worden verdeeld over de passende organisatieafdelingen, programma's en gesplitste basisallocaties van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap van het departement LIN door middel van een besluit van de Vlaamse regering.

Visum van de controleur van de vastleggingen en controle door het Rekenhof

Art. 75.§ 1. Elke verbintenis aan te gaan krachtens de artikelen 16 (Vlaams Woningfonds), 18 (Gemeenschapsonderwijs), 19 (IVAH), 20 (DIGO), 21 (Kind en Gezin), 22 (VSIPH), 23 (BLOSO), 24 (TV), 26 (IWT), 101 (MINA), 103 (DAB Luchthaven Antwerpen), 104 (DAB Luchthaven Oostende), 106 (VIF), 125 (VIPA), 127(Vlabinvest),129 (VLIF), 131 Financieringsinstrument), 132 (Fonds Flankerend Beleid), 133 (Herplaatsingsfonds), 134 (Fonds Culturele Infrastructuur), 137 (Vlaams Brussel Fonds) en 138 (Garantiefonds Huisvesting) van dit decreet wordt onderworpen aan het visum van de Controleur der Vastleggingen en aan het Rekenhof.

Voor de tiende van iedere maand legt de Controleur der Vastleggingen aan het Rekenhof een in drievoud opgemaakte lijst met de bewijsstukken voor die enerzijds het bedrag vermeldt van de vastleggingen die tijdens de afgelopen maand geviseerd werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de vastleggingen die geviseerd werden sinds het begin van het jaar.

De lijst van de maand december maakt de jaarlijkse verzamelstaat uit.

Binnen tien dagen na ontvangst van de jaarlijkse verzamelstaat stuurt het Rekenhof twee door het Hof afgesloten exemplaren naar de regering terug.

De hiervoor in artikel 20 vermelde verbintenissen (DIGO) worden m.b.t. het visum van de controleur van de vastleggingen gegroepeerd per investeringsschijf. § 2. Worden vrijgesteld van het voorafgaand visum voor vastlegging door de Controleur der Vastleggingen : - de verbintenissen en schuldvorderingen die met geldvoorschotten mogen betaald worden op basis van een decretale toelating of op basis van de reglementering op de rijkscomptabiliteit; - de verbintenissen en schuldvorderingen die in de vorm van vaste uitgaven mogen worden betaald op basis van de reglementering op de rijkscomptabiliteit of op basis van een decretale toelating.

Art. 76.In verband met toelagen voor investeringen van openbaar nut kunnen zowel voor de aangelegenheden bedoeld in artikelen 127 tot 129 als voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet, voorschotten ten beloop van maximum 80 procent van de toelage worden verstrekt onder bij besluit van de Vlaamse regering bepaalde voorwaarden.

De ordonnanties van betaling, betreffende voorschotten op toelagen in kapitaal worden vrijgesteld van het voorafgaand visurn van het Rekenhof; zij zijn onderworpen aan de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit en aan de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.

De betaling van het saldo van de toelage in kapitaal of het beschikbaar stellen door Dexia Bank van het saldo der toelage door deze instelling gefinancierd, wordt vooraf aan het visum van het Rekenhof voorgelegd, gestaafd door de goedgekeurde eindafrekening en alle andere bewijsstukken.

Bij het ter beschikking stellen van het saldo van de toelage door Dexia Bank van België zijn, in voorkomend geval, de bepalingen van de 2e, 3e en 4e alinea van artikel 14 van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof van toepassing.

Art. 77.Onverminderd de in artikelen 41 en 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximum 80 procent van de bedragen opgenomen onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Jeugd en Sport : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid - Europees Muziekfestival van de jeugd te Neerpelt - V.Z.W. ADJ - V.Z.W. VVJ - V.Z.W. Vlaamse Jeugdherbergcentrale - V.Z.W. Centrum voor Jeugdtoerisme - de invoegafdelingen in de culturele sector - de V.Z.W. Instituut Topsport Vlaanderen - het Europees Jeugdorkest - de begunstigden van subsidies aan allerlei initiatieven in verband met sport en sportmanifestaties alsook internationale sportprojecten - de begunstigden van de subsidies voor tewerkstellingsprojecten topsporters - de begunstigden van subsidies i.v.m. sociale en experimentele projecten en uitzonderlijke initiatieven binnen het sportbeleid - het jeugdonderzoeksplatform Volksontwikkeling en Bibliotheken : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenwerk - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal gemeentelijk cultuurbeleid - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 27 oktober 1998 (volkscultuur en culturele vrijetijdsbesteding) - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 22 december 2000 (amateur-kunsten) - V.Z.W. De Rand - de begunstigden in het kader van het organiseren van praktijkgerichte opleidingen voor bijzondere doelgroepen - V.Z.W. cultuur voor bijzondere doelgroepen - de V.Z.W. Kwasimodo - de stichting De Brakke Grond Beeldende Kunst en Musea : - Begunstigden van subsidies voor initiatieven inzake ontsluiting van cultureel erfgoed - V.Z.W. MUHKA - V.Z.W. Kunst in Huis - de V.Z.W. Vlaamse museumvereniging - de V.Z.W. Stedelijk Museum voor Actuele Kunst, Gent - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 20 december 1996 tot erkenning en subsidiering van musea - V.Z.W. Culturele Biografie Vlaanderen - de V.Z.W. Vlaams Architectuur Instituut (VAI) - begunstigden gesubsidieerd op basis van de subsidieregeling erfgoedconvenants - Steunpunt initiatief beeldende kunst - begunstigden gesubsidieerd op basis van de subsidieregeling organisatievormen hedendaagse beeldende kunst - begunstigden gesubsidieerd op basis van het reglement voor de organisatoren van tentoonstellingen van cultuurhistorisch belang - begunstigden gesubsidieerd op basis van de subsidieregeling voor initiatieven op het vlak van de architectuur, de vormgeving en de toegepaste kunst - begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 19 juli 2002 tot subsidiering van privaatrechtelijke archieven, documentatiecentra en bewaarbibliotheken - Memoriaal van de Vlaamse Gemeenschap aan de V.Z.W. Bedevaart naar de graven van de IJzer - begunstigden van initiatieven gefinancierd met de netto opbrengst van de winst van de Nationale Loterij voor beeldende kunst en musea - begunstigden gesubsidieerd op basis van de subsidieregeling voor beeldende kunstenaars - organisatie van het erfgoedweekend Muziek, Letteren en Podiumkunsten : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het muziekdecreet van 31 maart 1998 - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 - het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie - de kunstkritische en culturele tijdschriften - V.Z.W. de Filharmonie - V.Z.W. Koninklijk Ballet van Vlaanderen - V.Z.W. de Singel - Centrum voor de Bibliografie van de Neerlandistiek - V.Z.W. Ancienne Belgique - V.Z.W. Beursschouwburg - de literaire projecten en manifestaties in het kader van de leesbevordering - V.Z.W. Theater Stap - V.Z.W. Lunatheater - de V.Z.W. Stichting Ons Erfdeel - de Brusselse podia - de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde - de V.Z.W. Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor - de Koninklijke Vlaamse Schouwburg ion - V.Z.W. Concertgebouw Brugge - de Stichting Lezen Vlaanderen V.Z.W. - de sociaalartistieke projecten Algemeen cultuurbeleid : - de Nederlandse Taalunie - de begunstigden social profit akkoorden - de begunstigden inzake internationale en interregionale culturele samenwerking - het sociaal fonds voor het sociaal cultureel werk van de Vlaamse Gemeenschap - de V.Z.W. Cultuurnet - de begunstigden inzake grote culturele evenementen - de begunstigden van de subsidie voor de ondersteuning van de aanvullende tewerkstelling in de sectoren cultuur, jeugd en sport.

Art. 78.Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten belope van maximum 80 % van de bedragen voorzien onder de betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : 1. het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) 2.het Vlaams Fonds voor Lastendelging (VFLD) 3. de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM) 4.het Fonds voor bijzondere jeugdbijstand (FBJ) 5. Kind en Gezin (K&G) 6.Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) 7. Toerisme Vlaanderen (TV) 8.Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) 9. Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) 10.Vlaamse Landmaatschappij (VLM) 11. Dienst voor de Scheepvaart (DS) 12.Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) 13. Vlaams Commissariaatgeneraal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie (BLOSO) 14.Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) 15. Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale huisvestingsmaatschappijen (VHM) 16.Vlaamse Radio en Televisie (VRT) 17. Vlaams Instituut voor het zelfstandig ondernemen (VIZO) 18.Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) 19. Vlaams Instituut voor de bevordering van het wetenschappelijk technologisch onderzoek in de industrie (IWT- Vlaanderen) 20.de Dienst met Afzonderlijk Beheer "Fonds voor de Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur" (MINA) 21. de diensten met afzonderlijk beheer "Gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdzorg" 22.de dienst met afzonderlijk beheer "Hogere Zeevaartschool" 23. het Gemeenschapsonderwijs 24.de Dienst voor Infrastructuurwerken voor het Gesubsidieerd Onderwijs (DIGO) 25. de dienst met afzonderlijk beheer "Provinciale Gouvernementen" (artikel 51, wet 20 juli 1991) 26.de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) 27. de dienst met afzonderlijk beheer "Instituut voor het Archeologisch Patrimonium" (IAP) 28.de dienst met afzonderlijk beheer "Kasteel van Gaasbeek" 29. de dienst met afzonderlijk beheer" Koninklijk Museum voor Schone Kunsten - Antwerpen" (KMSKA) 30.het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant (VLABIN.V.EST) 31. de dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuur Fonds (VIF) 32.Domus Flandria N.V. 33. de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen 34.het Amortisatiefonds van leningen voor de sociale huisvesting (ALESH) 35. de dienst met afzonderlijk beheer Investeren in Vlaanderen 36.het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) 37. de V.Z.W. Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing 38. de subsidies aan het FWO-Vlaanderen voor de ondersteuning van het niet-gericht wetenschappelijk onderzoek.39. de dienst met afzonderlijk beheer Landcommanderij Alden Biesen 40.de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen 41. het Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid (Hermes fonds) 42.de Vlaamse Raad voor het Wetenschapsbeleid. (VRWB) 43. het secretariaat van de internationale Maasen Scheldecommissie 44.de dienst met afzonderlijk beheer "Schoonmaak" 45. het Fonds Culturele Infrastructuur (FCI) 46.V.Z.W. Egalisatiefonds Responsabiliseringsbijdrage Vlaams Pensioenfonds 47. de Vlaamse openbare instelling "Vlaamse Opera" (VLOPERA) 48.Export Vlaanderen (EV) 49. de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) 50.het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector (FIVA) 51. Pensioenfonds VRT 52.het Fonds voor de financiering van het urgentieplan van de sociale huisvesting 53. de dienst met afzonderlijk beheer "Luchthaven Oostende" 54.de dienst met afzonderlijk beheer "Luchthaven Antwerpen" 55. de dienst met afzonderlijk beheer "Linkerscheldeoever" 56.de dienst met afzonderlijk beheer "Grondfonds" 57. Vlaams Fonds voor de Letteren 58.de dienst met afzonderlijk beheer "Catering" 59. het "Herplaatsingsfonds" 60.het Instituut Prins Leopold voor Tropische Geneeskunde en de Vlerick Leuven-Gent Management School 61. de investeringsdienst van de Vlaamse Autonome Hogescholen (IVAH) 62.de dienst met afzonderlijk beheer Loodswezen 63. de subsidies vermeld onder de betreffende basisallocaties voor de universiteiten 64.de werkingssubsidie vermeld onder de betreffende basisallocaties van de hogescholen 65. de subsidies voor de hogere instituten voor schone kunsten en andere instellingen voor schone kunsten 66.de toelagen voor projecten in het hoger kunstonderwijs 67. de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs 68.de subsidies vermeld onder de betreffende basisallocaties voor de havenbesturen 69. de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (artikelen 167, 168,169, 169bis en 169quater ) 70.de huurderorganisaties bedoeld bij basisallocatie 33.61 van programma 62.4 71. Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem 72.de sociale verhuurkantoren 73. het Vlaams Fonds voor éénmalige investeringen en schuldafbouw 74.allerhande uitgaven voor personeel, uitrusting en werking ten behoeve van de commissarissen van de Vlaamse regering 75. uitgaven met betrekking tot de terbeschikkinggestelden voorafgaand aan het pensioen 76.de subsidie aan het LUC ten bate van de Transnationale Universiteit Limburg (TUL) 77. de subsidie aan de VUB ten bate van het Instituut voor Europese Studiën (IES) 78.OVAM 79. het Vlaams Brussels Fonds 80.de dienst met afzonderlijk beheer "Kenniscentrum Privaat Publieke Samenwerking (PPS)" 81. de dienst met afzonderlijk beheer "Vloot" 82.de subsidie aan de Universiteit Antwerpen ten bate van het Instituut voor Joodse studies (IJOS) 83. de subsidies voor sociale voorzieningen in het hogescholenonderwijs en hogere zeevaartschool (artikel 209 decreet 13.07.1994) 84. Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel 85.Garantiefonds voor Huisvesting 86. de V.Z.W. Audiovisueel Fonds 87. Topstukkenfonds 88.Het UZ Gent

Art. 79.§ 1. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visurn van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 80 % van de subsidies verstrekt ten laste van basisallocatie 34.27 van het programma 42.10. § 2. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld, van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit ten beloop van maximaal 80 % van de kredieten, de studietoelagen toegekend aan leerlingen en studenten met toepassing van de wet van 19 juli 1971 en van het decreet van 16 februari 2001. § 3. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit ten beloop van maximaal 80 % van de kredieten, de tegemoetkomingen toegekend in de last van hypothecaire leningen aangegaan met het oog op het bouwen, kopen of verbouwen van woningen alsook de tegemoetkomingen bij het bouwen van een nieuwe woning of bij het uitvoeren van werken aan een woning, de aanpassings- en verbeteringspremie en de tegemoetkoming in de huursubsidie. § 4. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de ordonnanties van betaling voor eigen investeringen tot beloop van 80 % per aannemingsopdracht voor infrastructuurwerken of buitengewoon onderhoud aangerekend op gesplitste kredieten. § 5. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximum 80 % van de bedragen opgenomen onder de hierna vermelde basisallocaties voor programma 62.20 : - 33.02 : subsidies voor vormingsbehoeften i.v.m. de bevordering van het vakmanschap ten behoeve van werkzaamheden aan beschermde monumenten; - 33.03 : de subsidie voor de instandhouding, herstelling en het onderhoud van het IJzermonument en het omringende domein in Diksmuide (decreet 23.12.1986); - 33.04 : subsidie aan de Regionale Landschappen V.Z.W.; - 33.05 : de subsidie aan de V.Z.W. Stichting Vlaams Erfgoed; - 33.06 : subsidie aan vrijwilligersverenigingen voor educatieve en sensibiliseringsprojecten in de sector monumenten en landschappen; - 33.07 : de subsidie aan de V.Z.W. Monumentenwacht Vlaanderen; - 33.09 : subsidie aan de V.Z.W. Centrum Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC); - 33.10 : de subsidie aan de V.Z.W. Vlaamse Contactcommissie Monumentenzorg; - 33.11 : subsidie voor regularisatie van de gewezen DAC'ers tewerkgesteld bij V.Z.W.'s en andere instellingen; - 34.02 : de subsidie voor de toekenning van een jaarlijkse monumentenprijs; - 43.09 : subsidies aan opstartende intergemeentelijke archeologische diensten. § 6. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof voorschotten ten beloop van maximaal 80 % van de subsidies verstrekt lastens basisallocatie 34.04 van het programma 41.70. § 7. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof ten beloop van maximaal 80 % van de bedragen opgenomen onder de hierna vermelde basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 8. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit tot beloop van maximaal 80 % van de kredieten, de betaling van alle schuldvorderingen voortvloeiend uit contracten met vervrachters voor het strooien van dooizouten en sneeuwruimen met betrekking tot de winterdienst. § 9. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit ten beloop van maximaal 80 % van de kredieten, de betaling van de onroerende voorheffing op het patrimonium van het Vlaamse Gewest. § 10. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 80 % van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 11. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 80 % van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : Algemeen welzijnsbeleid : - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 26 juni 1991 houdende erkenning en subsidiering van het maatschappelijk opbouwwerk; - de begunstigden gesubsidieerd op basis van het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaams beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden. § 12. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten ten beloop van maximum 80 % van de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden : - uitgaven met betrekking tot de terbeschikkinggestelden voorafgaand aan het pensioen. § 13. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit ten beloop van maximaal 80 % van de kredieten, de betaling van alle schuldvorderingen voortvloeiend uit het tolvrij openstellen van de Liefkenshoektunnel ten gevolge van verkeersincidenten of calamiteiten die een belangrijke hinder zullen doen ontstaan op de Ring van Antwerpen, de toegangswegen naar deze Ring of in de Kennedytunnel en dit voor de duur van de verplichte omleiding. § 14. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, de voorschotten op de bedragen voorzien onder de hierna betreffende basisallocaties voor onderstaande begunstigden en ten belope van onderstaande maxima : - maximum 80 % voor de begunstigden gesubsidieerd op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 houdende coördinatie en ondersteuning van de thuiszorg, zoals tot op heden gewijzigd; - maximum 80 % voor de begunstigden gesubsidieerd op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 houdende erkenning en subsidiering van palliatieve netwerken, zoals tot op heden gewijzigd. § 15. Onverminderd de regels bepaald in artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit en van de regels bepaald in artikel 41 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, worden vrijgesteld van het voorafgaand visurn van het Rekenhof, de betaling van alle schuldvorderingen door de buitengewone rekenplichtige van het GBCS waarvan het bedrag niet hoger is dan 37.500 euro. § 16. Onverminderd de in artikel 41 en artikel 50 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit bepaalde regels, worden vrijgesteld van het voorafgaand visum van het Rekenhof, en dit ten beloop van maximaal 80 % van de uitgaven, de uitgaven verbonden aan de aanwervingen via Jobpunt Vlaanderen.

Diverse andere bepalingen

Art. 80.De minister die bevoegd is voor de begroting, wordt ertoe gemachtigd, namens het Gewest, de verbintenissen aan te gaan tot het betalen op de vervaldag aan de financiële instellingen van respectievelijk de rente ten laste van b.a. 41.04 en respectievelijk de aflossing ten laste van basisallocatie 61.04, programma 24.80, van de volgende door de Vlaamse Milieumaatschappij aangegane eigen leningen : Lening van 24.789.352,48 euro bij de ex-ASLK aangegaan voor de terugbetaling aan de gemeenten en intercommunales van kosten van het verleden.

Saldo op 1 januari 2003 : 13.624.210,61 euro.

Gewaarborgd bij ministerieel besluit van 17 december 1991.

Art. 81.§ 1. De dotatie aan het Gemeenschapsonderwijs, bestemd voor het centraal niveau, is de som van de diverse basisallocaties 41.12, 41.13, 41.16 en 61.01 in het programma 35.40. § 2. De toegekende middelen, in strijd met bestaande wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen betreffende de investeringsmiddelen bedoeld in artikel 18, § 2, van dit decreet worden in mindering gebracht op de laatste schijf van de aan het Gemeenschapsonderwijs of aan de aan zijn instellingen toegekende werkingsmiddelen, conform artikel 192 van het decreet betreffende het onderwijs II van 31 juli 1990.

Art. 82.§ 1. De dotatie aan het gemeenschapsonderwijs, bestemd voor de scholengroepen, is de som van de diverse basisallocaties 41.11 in de programma's : 10 van de organisatieafdeling 31 20 van de organisatieafdeling 31 10 van de organisatieafdeling 32 20 van de organisatieafdeling 32 20 van de organisatieafdeling 34 20 van de organisatieafdeling 35 30 van de organisatieafdeling 35 en de basisallocaties 41.20 en 61.06 in programma 35.40. § 2. De in strijd met bestaande wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen toegekende salarissen en daarmee gelijkgestelde vergoedingen aan personeelsleden bestemd voor de scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs, werkingsmiddelen en investeringsmiddelen bedoeld in artikel 18, § 1, van dit decreet worden in mindering gebracht op de laatste schijf van de aan de scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs toegekende werkingsmiddelen, conform artikel 192 van het decreet betreffende het onderwijs II van 31 juli 1990.

Art. 83.In afwachting van de organieke regeling betreffende de organisatie en de financiering van het open hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, draagt de Vlaamse Gemeenschap bij in de dekking van de kosten van ondersteuning en begeleiding van de studenten die in Vlaanderen een inschrijving hebben genomen voor een cursus van het open hoger onderwijs in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de Open Universiteit Nederland en van de kosten van ontwikkeling van elektronische studie- en leermateriaal.

Het bedrag van de subsidies, die deels of geheel worden uitbetaald aan de studiecentra gevestigd in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Kortrijk en Leuven bestaat uit een vaste component - 12.394,68 euro per studiecentrum - en een variabele component berekend op basis van het aantal inschrijvingen met examenrechten omgerekend naar het aantal eenheidsmodules. Het maximum per eenheidsmodule bedraagt 185,92 euro.

De Vlaamse regering stelt met betrekking tot het voorgaande nadere uitvoeringsregels vast.

Art. 84.De Vlaamse Gemeenschap wordt ertoe gemachtigd om bijkomende dotaties te verstrekken aan universitaire instellingen, die deze kunnen aanwenden voor de aflossing van de leningen, aangegaan in het kader van de wet van 2 augustus 1960, betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en van diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek, gewijzigd inzonderheid bij de wetten van 16 juli 1970, 27 juli 1971, 6 maart 1981 en 9 april 1995.

Art. 85.Het Fonds voor Bijzondere Jeugdbijstand wordt ertoe gemachtigd de kredieten ingeschreven onder basisallocatie 41.02 van het programma 20 van de organisatieafdeling 41 aan te wenden voor de uitgaven voortvloeiend uit het openen, op naam van de in de pleeggezinnen geplaatste minderjarigen, van een compensatoire vergoeding die een deel van het bedrag van de kinderbijslag vervangt.

Art. 86.In afwijking van artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967, neemt het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap voor personen die op 31 december 1990 bij beslissing van de jeugdrechtbank in een instelling verbleven erkend in het kader van voormeld Fonds, de tegemoetkomingen voor zijn rekening tot het einde van de maatregel van de jeugdrechtbanken.

Art. 87.De minister die bevoegd is voor cultuur, wordt gemachtigd subsidies te verstrekken of specifieke opdrachten te geven aan instellingen, groepen of personen voor de uitvoering van internationale uitvoeringsprojecten ook wanneer deze instellingen, groepen of personen, al dan niet nominatim, gesubsidieerd worden op andere basisallocaties met betrekking tot het cultuurbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 88.Met betrekking tot het verlenen van subsidies aan allerlei initiatieven in Midden- en Oost-Europa, wordt de Vlaamse minister die bevoegd is voor het buitenlands beleid ertoe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 500.000 euro aan te gaan.

Art. 89.De minister die bevoegd is voor het leefmilieu, wordt ertoe gemachtigd, na advies van de Inspectie van Financiën, gebruikstoestemmingen te verlenen, hetzij van beperkte, hetzij van onbeperkte duur, van de domeinen, gronden en gebouwen verworven of te verwerven ten laste van artikel 361B7005, 361B7003 en 361B7110 van de begroting van het MINA-fonds bestemd voor aankoop van gronden voor de aanleg van openbare groene zones.

Deze gebruikstoestemmingen mogen, zonder kosteloos opzegbaar te zijn door de Vlaamse Gemeenschap, de duur van negen jaar niet overschrijden behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Art. 90.De minister die bevoegd is voor de ruilverkavelingen, wordt ertoe gemachtigd overeenkomsten voor technisch beheer af te sluiten, hetzij van beperkte duur, hetzij van onbeperkte duur, teneinde de uitvoering van de passende beheersmaatregelen te verzekeren op de onroerende goederen verworven krachtens de bepalingen van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978 houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest en van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.

Deze overeenkomsten mogen de duur van drie jaar niet overschrijden, behalve na instemming van de Vlaamse regering.

Art. 91.Onverminderd de bepalingen van de wet van 28 december 1967 wordt de minister die bevoegd is voor de ruilverkaveling ertoe gemachtigd, binnen de perken van basisallocatie 12.10 en 12.11 van het programma 61.50 de lopende uitgaven van welke aard ook te dragen met het oog op de afwatering, al dan niet door middel van kunstwerken, van de waterlopen van eerste categorie bedoeld door de wet van 28 december 1967, en met het oog op de versteviging en bescherming van de dijken en van de oevers van de onbevaarbare waterlopen.

Art. 92.De minister die bevoegd is voor de landinrichting wordt ertoe gemachtigd, op grond van artikel 13, § 4, van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, ingevoegd bij decreet van 22 november 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1995, de Vlaamse Landmaatschappij te belasten met de uitvoering van gedeelten van landinrichtingsplannen op gronden die eigendom zijn van of beheerd worden door de gemeenten en de provincies.

Art. 93.De minister bevoegd voor de openbare werken wordt ertoe gemachtigd om, binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en deze van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds, en dit binnen het kader opgelegd door de Vlaamse regering met betrekking tot de administratieve en begrotingscontrole, mandaat te verlenen aan enerzijds de Dienst voor de Scheepvaart en anderzijds de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen voor de verbetering, herbouw, vernieuwing, uitbreiding, de structurele herstelling, het onderhoud en het buitengewoon onderhoud van de door hen beheerde infrastructuur en zijn aanhorigheden, met inbegrip van de nodige aankopen, onteigeningen en allerhande uitgaven en aan te rekenen ten laste van de voor deze werken, leveringen en diensten bestemde, kredieten op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, inclusief deze op de begroting van de DAB Vlaams Infrastructuurfonds.

Art. 94.De minister die bevoegd is voor de openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de begroting het Vlaamse aandeel in de herstelling van de oevers van de Westerschelde, noodzakelijk wegens de versnelde inscharing wegens de baggerwerken en ter uitvoering van het verdiepingsprogramma 48'/43'/38' van de Westerschelde en de bouw en aanpassing van de basculebruggen te Terneuzen als tevens het Vlaams aandeel in de uitvoering van het project Lange Termijn Visie Schelde-estuarium aan te rekenen en te vereffenen ten laste van de basisallocatie 54.01, van het programma 20, organisatieafdeling 64.

Art. 95.De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd om de onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in de Schelde in hun geheel te gunnen en de werken jaarlijks op te dragen door middel van dienstbevelen welke afhankelijk zijn van enerzijds de budgettaire middelen ingeschreven in de begroting en anderzijds de gewaarborgde minima ingeschreven in het goedgekeurde contract met de aannemer.

Binnen de enveloppe van de beschikbare budgettaire middelen, worden deze bedragen jaarlijks door middel van provisionele vastleggingen gereserveerd.

Art. 96.De minister die bevoegd is voor de openbare werken, wordt ertoe gemachtigd investeringen uit te voeren in de door de lagere openbare besturen beheerde havens op gronden die hun eigendom zijn of door hen beheerd worden.

Art. 97.De minister die bevoegd is voor de mobiliteit, wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de loodsgelden dat het volgens de vastgestelde verdeling aan België toekomende aandeel overstijgt, terug te betalen aan Nederland.

Art. 98.In verband met de betaling van de verzekeringspremies en de vergoeding van de makelaar van de Vlaamse openbare instellingen, wordt de minister bevoegd voor financiën en begroting ertoe gemachtigd om, indien de betrokken instellingen niet overgaan tot storting van de gevraagde provisies, tot een ambtshalve inhouding van een corresponderend deel van het dotatiebedrag over te gaan.

Inschrijvingen op kapitaal

Art. 99.De minister die bevoegd is voor vervoer, wordt ertoe gemachtigd namens het Gewest de verbintenis aan te gaan, ten beloop van 73.805.000 euro, voor inschrijvingen op het kapitaal van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM).

Cofinanciering

Art. 100.Ten laste van de hierna vermelde basisallocaties mogen op een thesaurierekening begrotingsgelden worden gestort in de rekening van de gewone rekenplichtige belast met de betaling van uitgaven waarvan derden de cofinanciering voor hun rekening nemen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Diensten met afzonderlijk beheer

Art. 101.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuurbehoud", afgekort MINA-fonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 856.972.000 euro en voor de uitgaven 856.972.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

Voor wat het begrotingsjaar 2004 betreft, wordt aan de minister bevoegd voor het leefmilieu een vastleggingsmachtiging verleend van 569.141.000 euro.

De Vlaamse Landmaatschappij wordt ertoe gemachtigd het bedrag van 24.789.352 euro op de reservefondsrekening 435-4538461-08 bij het Centraal Financieringsorgaan op naam van de Vlaamse Landmaatschappij, Mestbank, aan te wenden voor uitgaven in het kader van de opstart van een Grondenbank.

De minister bevoegd voor het leefmilieu wordt ertoe gemachtigd de ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd in het kader van het MINAplan 2 ten laste van de vastleggingskredieten van artikel 361B4143 (ex 2.19), aan te rekenen op de ordonnanceringskredieten van de artikelen 361B1106, 361B1206, 361B4148, 361B5213, 361B6327, 361B7110 en 361B7420.

De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van de vastleggingskredieten van artikels waarvan de nummering inmiddels werd gewijzigd of overgegaan zijn in andere begrotingsartikelen van het MINA-fonds, of die werden overgeheveld naar programma 61.10, 61.20, 61.30 of 61.50 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, mogen worden aangerekend op de overeenstemmende artikelen of basisallocaties van de begroting voor het jaar 2004, waarop de vastleggingen worden geacht te zijn aangerekend en waarnaar zij worden overgebracht.

Binnen de perken van de kredieten op onderstaande basisallocaties van de d.a.b. MINA-fonds wordt de minister bevoegd voor het Leefmilieu gemachtigd om subsidies toe te kennen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu wordt er toe gemachtigd de kredieten vastgelegd tijdens de vorige begrotingsjaren op het artikel 361B6322 (of de vroegere artikelnummers) van het MINA-fonds in het kader van de subsidiëring van gemeentelijke rioleringsprojecten, en die kunnen worden geannuleerd, voor een bedrag van maximaal 13.721.000 euro aan te wenden voor de subsidiëring van andere gemeentelijke rioleringsprojecten.

De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu wordt ertoe gemachtigd voor een bedrag van maximaal 15.000.000 euro te storten op een rekening bij de DAB Vlaams Infrastructuurfonds voor de aanleg van gemeentelijke rioleringen als onderdeel van gecombineerde werken.

Art. 102.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Hogere Zeevaartschool".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.572.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.572.000 euro in vastleggingen en 1.572.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd respectievelijk 0 euro en 0 euro.

Art. 103.§ 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Luchthaven Antwerpen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5.893.000 euro en voor de uitgaven 5.893.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro. § 2. De DAB wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting en in de mate dat de in § 1 vermelde ontvangsten effectief gerealiseerd worden, een bedrag van 5.694.000 euro vast te leggen.

Art. 104.§ 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Luchthaven Oostende".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 10.353.000 euro en voor de uitgaven 10.353.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro. § 2. De DAB wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting en in de mate dat de in § 1 vermelde ontvangsten effectief gerealiseerd worden, een bedrag van 9.953.000 euro vast te leggen.

Art. 105.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Instituut van het Archeologisch Patrimonium".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 3.667.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 3.667.000 euro in vastleggingen en 3.667.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 106.§ 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Vlaams Infrastructuurfonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 945.458.000 euro en voor de uitgaven 945.458.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting en in de mate dat de vermelde ontvangsten effectief gerealiseerd worden, een bedrag van 486.529.000 euro vast te leggen. § 2. De uitgaven verbonden aan de vergoedingen aan de rekenplichtigen van de DAB VIF, ongeacht het begrotingsjaar waarop deze vergoedingen betrekking hebben, worden ten laste gebracht op artikel 369F1215. § 3. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd het gedeelte van de uitgaven die ten laste van het Vlaamse Gewest voortvloeien uit gecombineerde werken en projecten tussen enerzijds het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Wegen en Verkeer en anderzijds de N.V. Aquafin, Dijkstraat 8 te Aartselaar, en voor welke laatstgenoemde instantie optreedt als opdrachtgever, ten laste te brengen van de begroting van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds".

Deze machtiging is onderworpen aan onderstaande voorwaarden : de gecombineerde werken en projecten dienen te geschieden op basis van een overeenkomst; 2. de inbreng in de gecombineerde werken en projecten van de N.V. Aquafin dient minimaal 70 % te zijn; de administratieve en begrotingscontrole is van toepassing op het aandeel van het Vlaamse Gewest. § 4. De DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt ertoe gemachtigd de uitgaven voortvloeiend uit vonnissen en arresten van de hoven en rechtbanken, alsmede in voorkomend geval, van dadingen en andere minnelijke regelingen, aangaande geschillen gerezen ingevolge beslissingen van de krachtige bevoegde overheden en/of rechtsvoorgangers, inzake de aangelegenheden thans bedoeld in artikel 6, § 1, X, 1e tot en met 5de, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, ten laste te brengen van zijn begroting. § 5. Binnen de perken van de kredieten geopend op de volgende basisallocaties van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds" wordt de minister die bevoegd is voor openbare werken, ertoe gemachtigd de volgende subsidies toe te kennen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 6. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de artikelen 363F6300 en 364F6300 de kosten, verbonden aan de verplaatsing van gas-, water en elektriciteitsleidingen en rioleringen in het kader van de verbetering van de infrastructuur van het openbaar vervoer, aan de nutsbedrijven te betalen. § 7. De minister die bevoegd is voor openbare werken, wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op artikel 364F1250, de verschuldigde milieuheffingen voor het storten van baggerspecie te betalen aan de instanties gemachtigd tot het innen van deze heffingen. § 8. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op artikel 364F7321, aan de havenbesturen voorschotten uit te keren op de door het Vlaamse Gewest verschuldigde bedragen ingevolge het sluiten van financieringsovereenkomsten tussen het Vlaamse Gewest en de havenbesturen.

Deze voorschotten worden verleend ten laste van hetzelfde begrotingsartikel waarop de investeringsuitgaven worden verleend.

Deze voorschotten kunnen aan de havenbesturen worden betaald conform de bepalingen van de artikels 9,10,11 en 12 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1993 betreffende het subsidiëringbesluit van de investeringen in de zeehavens voor de in bijlage II van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 opgesomde projecten en volgens artikel 8 van ditzelfde besluit voor de andere projecten. § 9. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds kosten aan te rekenen en voorschotten toe te staan in het kader van het project "Deurganckdok" (met inbegrip van de gemeente Doel) op artikel 364F7110 en voor de uitvoering van het globaal begeleidingsplan voor de bewoners van Doel op artikel 364F3431. § 10. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd met de N.M.B.S. en spoorwegoperatoren, de Dienst voor de Scheepvaart, de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de binnenvaartexploitanten onderhandelingen te voeren en gezamenlijke initiatieven te nemen voor het bevorderen van het intermodaal vervoer via de binnenvaart en/of het spoor, zoals onder meer de opstarting van shuttles en/of bloktreinen gaande van en naar de Vlaamse zeehavens, met inbegrip van de daaraan verbonden kosten voor specifieke studies. De samenwerkingsakkoorden mogen de duur van drie jaar niet overschrijden behalve met instemming van de Vlaamse regering. § 11. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de ingeschreven kredieten kosten aan te rekenen in verband met de aanstelling van een sociaal bemiddelaar, voor de lonen, sociale lasten en toelagen op artikel 369F1110 en voor de werkingskosten op artikel 369F1202. § 12. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd de ontvangsten, uit overdracht van gronden naar de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, toe te wijzen aan het Vlaams Infrastructuurfonds. § 13. De ordonnanceringen van de uitgaven die in de loop van de vorige begrotingsjaren werden vastgelegd ten laste van vastleggingskredieten en vastleggingsmachtigingen van basisallocaties die afgeschaft zijn of overgegaan in andere basisallocaties, mogen worden aangerekend op de overeenstemmende basisallocaties van de begroting voor het jaar 2004. § 14. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd binnen de perken van de ingeschreven kredieten kosten aan te rekenen in verband met de aanstelling van een havencommissaris in uitvoering van het havendecreet, voor de lonen, sociale lasten en toelagen op artikel 369F1110 en voor de werkingskosten op artikel 369F1203. § 15. De administratie Wegen en Verkeer wordt gemachtigd de ontvangsten in het kader van de beteugeling van de aantasting van de wegeninfrastructuur door overgewicht of door overtollige asdruk te innen door middel van betalingen met bankkaarten. De daaraan verbonden kosten komen in mindering van de ontvangsten. § 16. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de kredieten ingeschreven op artikel 363F3200, de kosten verbonden aan de verplichte verkeersomleiding via de Liefkenshoektunnel ten gevolge van verkeersincidenten op de Ring rond Antwerpen, de toegangswegen naar deze Ring of in de Kennedytunnel, aan de N.V. Tunnel Liefkenshoek te betalen. § 17. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de ingeschreven kredieten op de artikelen van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds", voor de uitgaven voor de verbetering, herbouw, vernieuwing, uitbreiding, de structurele herstelling, het buitengewoon onderhoud van de door de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de Dienst voor de Scheepvaart beheerde infrastructuur en zijn aanhorigheden, met inbegrip van de nodige aankopen, onteigeningen en allerhande uitgaven, investeringssubsidies te verlenen aan de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de Dienst voor de Scheepvaart. § 18. Ten laste van het krediet van basisallocatie 364F7321 mogen trimestriële voorschotten worden betaald voor de financiering van de uitgaven die gedaan worden voor de uitvoering van het gezamenlijk onderzoek door het Vlaamse Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden in het kader van het project "Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium".

De modaliteiten van uitbetaling en verantwoording worden geregeld in een memorandum dat door deze overheden wordt afgesloten.

Deze voorschotten worden bepaald op basis van een kostenraming voorgelegd door de bevoegde ambtenaren van Nederland en het Vlaamse Gewest. De rapportage over de gemaakte kosten wordt gestaafd met de verantwoordingsstukken. § 19. De minister die bevoegd is voor openbare werken wordt ertoe gemachtigd om binnen de perken van de kredieten ingeschreven onder artikel 363F7313, de investeringsuitgaven met betrekking tot het stedelijk/gemeentelijk aandeel in de projecten van het Masterplan Antwerpen, ten laste te nemen van de begroting van de DAB "Vlaams Infrastructuurfonds", administratie Wegen en Verkeer.

Art. 107.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Kasteel van Gaasbeek".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 365.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 365.000 euro in vastleggingen en 365.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB "Kasteel van Gaasbeek" een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro. Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Art. 108.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten-Antwerpen" (KMSKA).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 3.325.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 3.325.000 euro in vastleggingen en 3.325.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB "Koninklijk Museum voor Schone Kunsten -Antwerpen" een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro. Het instellingshoofd is ertoe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

De Vlaamse minister bevoegd voor cultuur wordt ertoe gemachtigd om aan de DAB toestemming te geven om bijkomende verbintenissen aan te gaan ten belope van de eventueel door de DAB gerealiseerde meerontvangsten voortvloeiend uit de werking van het jaar 2004.

Art. 109.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2003 van de dienst met afzonderlijk beheer Fonds voor de financiering van het urgentieplan voor de sociale huisvesting.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 36.614.000 euro en voor de uitgaven 36.614.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting 2004 de noodzakelijke bedragen te ordonnanceren en te betalen m.b.t. in 1999 vastgestelde subsidies aan de sociale huisvestingsmaatschappijen en voor de realisatie of de renovatie van sociale woningen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996 houdende subsidiëring van de renovatie van woningen en gebouwen en van de bouw van nieuwe sociale woningen.

Art. 110.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer Investeren in Vlaanderen.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 5.517.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 5.517.000 euro in vastleggingen en 5.517.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 111.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Schoonmaak".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 8.105.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 9.278.000 euro in vastleggingen en 8.105.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 112.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer "Landcommanderij Alden Biesen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.012.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.012.000 euro in vastleggingen en 1.012.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De DAB kan aan het instellingshoofd van de DAB een kasvoorschot voor dringende uitgaven ter beschikking stellen van maximaal 12.000 euro.

Het instellingshoofd is er toe gehouden de aanwending van dit kasvoorschot te verantwoorden.

Art. 113.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand "De Zande".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.228.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.228.000 euro in vastleggingen en 1.228.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

De rekenplichtige van de DAB Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand "De Zande" wordt ertoe verplicht het kasgeld dat niet nodig is voor te verwachten uitgaven regelmatig te storten op hun financiële rekening. In geen geval mag de rekenplichtige een geldsom in kas houden die groter is dan 2.500 euro.

Art. 114.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de dienst met afzonderlijk beheer Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand "De Kempen ".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.300.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.300.000 euro in vastleggingen en 1.300.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

De rekenplichtige van de DAB Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand "De Kempen" wordt ertoe verplicht het kasgeld dat niet nodig is voor te verwachten uitgaven regelmatig te storten op hun financiële rekening. In geen geval mag de rekenplichtige een geldsom in kas houden die groter is dan 2.500 euro.

Art. 115.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Autonome Fiscale Inning".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 122.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 8.000 euro in vastleggingen en 122.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 116.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "CICOV".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 478.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 478.000 euro in vastleggingen en 478.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 117.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Linker Schelde Oever".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 6.532.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 5.782.000 euro in vastleggingen en 6.532.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 118.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Grondfonds".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 12.589.000.

De begroting beloopt voor de uitgaven 12.589.000 euro in vastleggingen en 12.589.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Binnen de perken van de kredieten geopend op de begroting van de DAB "Grondfonds" wordt de minister bevoegd voor ruimtelijke ordening ertoe gemachtigd subsidies toe te kennen in uitvoering van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening op onderstaande basisallocaties : - b.a. 34.02 subsidies voor door overmacht vernielde zonevreemde constructies; - b.a. 34.70 uitgaven voor begeleidingsmaatregelen bij ambtelijke uitvoeringen.

Art. 119.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Catering".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 7.657.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 7.657.000 euro in vastleggingen en 7.657.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 120.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Loodswezen".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 67.575.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 67.575.000 euro in vastleggingen en 67.575.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 121.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Vlaams Kenniscentrum PPS".

De begroting beloopt voor de ontvangsten 1.278.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 1.278.000 euro in vastleggingen en 1.278.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 122.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de DAB "Vloot". De begroting beloopt voor de ontvangsten 43.889.000 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 42.089.000 euro in vastleggingen en 43.899.000 euro in ordonnanceringen.

De begroting beloopt voor de uitgaven 42.089.000 euro in vastleggingen en 43.899.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Instellingen van openbaar nut

Art. 123.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM).

De begroting beloopt voor de ontvangsten 164.625.000 euro en voor de uitgaven 164.625.000 euro.

De ontvangsten en de uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd respectievelijk op 0 euro en 0 euro.

Art. 124.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van de Vlaamse Milieumaatschappij.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 67.651.000 euro en voor de uitgaven 67.651.000 euro.

De ontvangsten en de uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 267.500.000 euro.

Art. 125.§ 1. Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden.

De begroting beloopt voor de ontvangsten en de uitgaven 117.872.000 euro.

De ontvangsten uit huurovereenkomsten met de openbare psychiatrische ziekenhuizen en deze uit huurovereenkomsten van de woningen verbonden aan de gemeenschapsinstellingen kunnen bovenop de verleende machtiging worden aangewend voor herstellings- en onderhoudswerken aan deze instellingen en woningen.

Het kassaldo van het vorige jaar zal in mindering worden gebracht van de dotatie van het lopende jaar.

De ontvangsten in verband met de waarborgverlening van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden worden geraamd op 250.000 euro. Het reservefonds in verband met de uitwinning van de waarborg wordt gebracht op 2.919.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.2.B een bedrag van 55.692.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de ziekenhuizen. Het VIPA mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 68.413.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.2.B een bedrag van 1.116.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Het VIPA mag ten laste van artikel 01.2.A vereffenen ten bedrage van 1.100.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er tevens toe gemachtigd, ten laste van het artikel 01.02.B een bedrag van 33.825.000 euro vast te leggen voor de ouderenvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg en ten laste van het artikel 01.02.A te vereffenen voor een bedrag van 29.320.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.05, een bedrag van 4.982.000 euro vast te leggen en een bedrag van 5.400.000 euro uit te betalen ten gunste van de gemeenschapsinstellingen voor Bijzondere Jeugdbijstand. Het eventuele saldo van de eigen ontvangsten uit huurgelden en verkopen worden overgedragen naar het volgend begrotingsjaar.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.06 een bedrag van 28.000 euro vast te leggen en ten bedrage van 28.000 euro te vereffenen voor het CICOV te Overijse.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.07.vastleggingen en betalingen te doen voor 5.000 euro voor de gezondheidscentra, de centra voor medisch schooltoezicht en de consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen en te vereffenen voor 5.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.08.B een bedrag van 378.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de wijkgezondheidscentra en aanloopadressen beschut wonen. Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden mag ten laste van het artikel 01.08.A vereffenen ten bedrage van 880.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er toe gemachtigd ten laste van artikel 01.03 een bedrag van 5.000.000 euro te vereffenen in het kader van het besluit van de Vlaamse Executieve van 25 november 1992 (alternatieve financiering).

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van het artikel 01.09.B een bedrag van 5.250.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de centra voor algemeen welzijnswerk. Het VIPA mag ten laste van het artikel 01.09.A vereffenen ten bedrage van 3.700.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt ertoe gemachtigd ten laste van artikel 01.10 B een bedrag van 3.775.000 euro vast te leggen voor de per lot gesplitste vastleggingen voor de erkende voorzieningen voor Bijzondere Jeugdbijstand. Het VIPA mag ten laste van het artikel 01.10 A vereffenen ten bedrage van 744.000 euro.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden wordt er ten slotte toe gemachtigd ten laste van het artikel 00.01 een bedrag van 88.000 euro vast te leggen en voor 88.000 euro te ordonnanceren als eigen werkingskredieten. § 2. De bevoegde Vlaamse minister kan, na akkoord van de Vlaamse regering, onderling en gelijktijdig overschrijvingen uitvoeren tussen de vastleggingsmachtigingen en bijbehorende vereffeningskredieten zoals vastgesteld in § 1 van dit artikel.

Art. 126.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging.

De begroting beloopt voor de ontvangsten en uitgaven 53.834.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 127.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor 2004 van het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 6.147.000 euro en voor de uitgaven 6.147.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Investeringsfonds voor Grond- en Woningbeleid voor Vlaams-Brabant wordt ertoe gemachtigd het niet aangewende saldo van de vastleggingsmachtiging 1992 verder over te hevelen naar het begrotingsjaar 2004 en verbintenissen aan te gaan tot maximaal dit saldo.

Art. 128.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Fonds Bijzondere Jeugdbijstand.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 211.348.000 euro en voor de uitgaven 211.348.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor de orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 129.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 38.425.000 euro en voor de uitgaven 38.425.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 57.780.000 euro vast te leggen.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds wordt ertoe gemachtigd zijn waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor investeringen in de land- en tuinbouw voor een totaal gewaarborgd bedrag van 95.984.000 euro.

Art. 130.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Grindfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 31.788.000 euro en voor de uitgaven 31.788.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 131.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector.

De begroting beloopt voor de ontvangsten l.238.000 euro en voor de uitgaven 1.238.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 2.152.000 euro vast te leggen.

Het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquicultuursector wordt ertoe gemachtigd zijn waarborg te verlenen aan leningen bestemd voor investeringen in de visserij- en aquicultuursector voor een totaal gewaarborgd bedrag van 10.000.000 euro.

Art. 132.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Fonds Flankerend Economisch Beleid.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 254.967.000 euro en voor de uitgaven 254.967.000 euro.

Het Fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 242.259.000 euro vast te leggen.

De Vlaamse minister die bevoegd is voor het economisch beleid, wordt ertoe gemachtigd om, zonder inbreuk te maken op het vastleggingsbeginsel van artikel 45, § 4, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, en na akkoord van de Vlaamse minister die bevoegd is voor begroting, de vastlegging van de principieel voorwaardelijk toegekende meertewerkstellingssteun in het kader van de economische expansiewetgeving ten laste het fonds voor het flankerend economisch beleid te beperken tot de steun die overeenstemt met de werkelijk realiseerbare meertewerkstelling.

De minister die bevoegd is voor economie wordt er tevens toe gemachtigd uitgaven kleiner of gelijk aan 500.000 euro aan te gaan die passen in het sociaal, economisch en regionaal beleid van de Vlaamse regering.

De minister die bevoegd is voor economie wordt ertoe gemachtigd kwartaalvoorschotten toe te kennen aan het Vlaams Waarborgfonds voor de dekking van de exploitatieverliezen van het jaar 2004. Deze voorschotten mogen een totaal bedrag van 2.500.000 euro niet overschrijden.

Art. 133.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Herplaatsingsfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 4.465.000 euro en voor de uitgaven 4.465.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden geraamd op respectievelijk 0 euro en 0 euro.

Het Herplaatsingsfonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting verbintenissen aan te gaan ten beloop van maximaal 4.322.000 euro.

Art. 134.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Fonds Culturele Infrastructuur.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 12.010.000 euro en voor de uitgaven 12.010.000 euro.

Het fonds wordt gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag van 11.960.000 euro vast te leggen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 135.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Zorgfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 234.116.000 euro en voor de uitgaven 234.116.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

De minister die bevoegd is voor de bijstand aan personen wordt ertoe gemachtigd een specifieke werkingssubsidie voor recurrente werkingskosten toe te kennen aan de Vlaamse Zorgkas V.Z.W. ten belope van 1.765.000 euro.

Art. 136.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Financieringsfonds voor schuldafbouw en éénmalige investeringsuitgaven.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 749.333.000 euro en voor de uitgaven 348.664.000 in vastleggingen en 749.333.000 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 137.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Brusselfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 7.650.000 euro en voor de uitgaven 7.650.000 euro.

Het fonds wordt ertoe gemachtigd ten laste van zijn begroting een bedrag vast te leggen van 4.182.000 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 138.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Garantiefonds voor Huisvesting.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 200.000 euro en voor de uitgaven 200.000 euro.

Het fonds wordt gemachtigd op zijn begroting een bedrag ten belope van maximaal het overgedragen saldo 2003 vast te leggen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 139.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Vlaams Topstukkenfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 0 euro.

De begroting beloopt voor de uitgaven 0 euro in vastleggingen en 0 euro in ordonnanceringen.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Art. 140.Goedgekeurd wordt de bij dit decreet gevoegde begroting voor het jaar 2004 van het Rubiconfonds.

De begroting beloopt voor de ontvangsten 0 euro en voor de uitgaven 0 euro.

De ontvangsten en uitgaven voor orde worden respectievelijk geraamd op 0 euro en 0 euro.

Thesauriebeheer

Art. 141.§ 1. De ontvangsten en uitgaven van elke individuele renteswap verrichting kunnen worden gesaldeerd. § 2. De uitgaven in verband met de renteswapverrichtingen mogen worden betaald ten laste van de thesaurierekening 24.40.10.29. De Schatkist wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de verrichtingen een debettoestand op deze thesaurierekening veroorzaken. § 3. Zowel de thesaurierekening als de financiele rekening mogen een debetsaldo vertonen. § 4. De thesaurierekening wordt aangezuiverd door de ontvangsten van de renteswapverrichtingen. § 5. De excedenten van de ontvangsten op de uitgaven op deze thesaurierekening worden bij het einde van het begrotingsjaar overgeschreven naar de algemene middelenbegroting. § 6. De excedenten van de uitgaven op de ontvangsten worden jaarlijks budgettair aangezuiverd.

Art. 142.§ 1. Voor derdenbeslag op financiële tegoeden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest wordt een thesaurierekening 24.10.10.40 geopend. Deze thesaurierekening mag een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde som van de beslagnames. § 2. Het negatieve saldo ten gevolge van de uitvoering van het derdenbeslag zal budgettair worden aangezuiverd.

Art. 143.§ 1. De financiële rekening "leningen" mag voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de daarmee verbonden debetintresten in het kader van het kasbeheer op korte termijn ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaams Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest. § 2. De thesaurierekening 24.40.10.65 en de financiële rekening "leningen" mogen een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde debetintresten en de kosten van vervroegde terugbetaling over maximaal één jaar. § 3. De verschuldigde debetintresten van de korte termijnontleningen en de kosten ingeval van vervroegde terugbetaling van leningen worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.65 en jaarlijks aangezuiverd.

Art. 144.§ 1. De financiële rekening "leningen" mag voor de terugbetaling van het geleende kapitaal en de daarmee verbonden debetintresten in het kader van het kasbeheer op korte termijn ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan. § 2. De rekening voor orde 24.40.80.04 en de financiële rekening "leningen" mogen een negatief saldo vertonen ten belope van de gecumuleerde debetintresten en de kosten van vervroegde terugbetaling over maximaal één jaar. § 3. De verschuldigde debetintresten van de korte termijnontleningen en de kosten van vervroegde terugbetaling worden aangerekend op de rekening voor orde 24.40.80.04 en jaarlijks aangezuiverd.

Art. 145.§ 1. Voor de beleggingen van tijdelijke kasoverschotten van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest mag de financiële rekening "beleggingen" ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest. § 2. De beleggingen van tijdelijke kasoverschotten worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.81 en aangezuiverd op de vervaldag van de respectieve beleggingen. § 3. De thesaurierekening 24.40.10.81 en de financiële rekening "beleggingen" mogen een negatief saldo vertonen voor het bedrag en voor de looptijd van de beleggingen.

Art. 146.§ 1. Voor de beleggingen van tijdelijke kasoverschotten van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan, mag de financiële rekening "beleggingen" ambtshalve gedebiteerd worden door de financiële instelling belast met het geldverkeer van de Vlaamse Gemeenschap en van het Vlaamse Gewest, Centraal Financieringsorgaan. § 2. De beleggingen van tijdelijke kasoverschotten worden aangerekend op de rekening voor orde 24.40.80.01 en aangezuiverd op de vervaldag van de respectieve beleggingen. § 3. De rekening voor orde 24.40.80.01 en de financiële rekening "beleggingen" mogen een negatief saldo vertonen ten belope van en voor de looptijd van de beleggingen.

Art. 147.§ 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan op de onderstaande thesaurierekeningen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Zowel de thesaurierekening en als de financiële rekeningen mogen een negatief saldo vertonen. § 3. De thesaurierekeningen 24.10.10.76 en 24.10.10.77 worden jaarlijks budgettair aangezuiverd. § 4. Voor de onderstaande thesaurierekeningen wordt de debettoestand beperkt tot : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 148.§ 1. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd voorschotten toe te staan wanneer de verrichtingen inzake het financieel beheer van de Vlaamse Gemeenschap een debettoestand veroorzaken. § 2. De creditintresten, na inhouding van de roerende voorheffing, en de debetintresten op de zichtrekening van de Vlaamse Gemeenschap bij de kassier mogen maandelijks worden gesaldeerd. § 3. De excedenten van de ontvangsten op de uitgaven worden overgeschreven naar de algemene middelenbegroting op artikel 24.40.26.03. § 4. De excedenten van de uitgaven op de ontvangsten worden aangerekend op de thesaurierekening 24.40.10.83 en jaarlijks aangezuiverd door een overeenkomstige vermindering van de creditintresten bedoeld in § 3 of uit de algemene uitgavenbegroting. § 5. Zowel de thesaurierekening als de financiële rekening mogen een debetsaldo vertonen.

Art. 149.§ 1. Thesaurievoorschotten mogen worden verleend wanneer de operaties in verband met de betaling van de controleorganen bij de openbare instellingen een debettoestand van de financiële rekening veroorzaken. § 2. Als de betrokken instellingen de gevraagde provisies niet storten wordt een corresponderend deel van het dotatiebedrag ambtshalve ingehouden voor aanzuivering van de gedebiteerde orderekening 24.10.87.38. § 3. Deze debetpositie op de financiële rekening en op de orderekening mag maximaal 25.000 euro bedragen.

Art. 150.De thesaurierekening 854108331 mag een negatief saldo vertonen ten belope van het bedrag van 9.226.363 euro.

De financiële rekening 091-2225009-52 mag eveneens een negatief saldo van 9.226.363 euro vertonen.

De thesaurierekening en de financiële rekening worden aangezuiverd met de gerealiseerde ontvangsten.

Art. 151.In toepassing van de bepalingen voorzien in artikel 5.2 onder van de verordening EG nr. 1258/1999 van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, wordt de Vlaamse regering er toe gemachtigd voorschotten toe te staan tot een maximum bedrag van 175.000.000 euro ter dekking van de uitgaven uit hoofde van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw in functie van de behoeften van de tot uitbetaling van deze uitgaven gemachtigde diensten en organen en van de maandelijks door de Commissie van de EG, na de boeking van de met deze financiële middelen gedane uitgaven, gestorte voorschotten.

Zowel de orderekening 85418508 als de financiële rekening 091-2225021-64 waarop de bovenvermelde uitgaven en ontvangsten worden verricht mogen een negatief saldo vertonen ten belope van het bedrag van 175.000.000 euro. De orderekening en de financiële rekening worden aangezuiverd met de gerealiseerde ontvangsten.

Art. 152.De Schatkist mag voorschotten toekennen wanneer de verrichtingen met betrekking tot de orderekening "Quotumfonds" een debetpositie veroorzaken.

Zowel de orderekening 85418344 als de financiële rekening 091-2225024-67 mogen een debetsaldo veroorzaken ten belope van maximaal 250.000 euro.

De orderekening en de financiële rekening worden aangezuiverd met de gerealiseerde ontvangsten.

Art. 153.De Schatkist mag voorschotten toekennen wanneer de verrichtingen met betrekking tot orderekening "EG - middelen betreffende verordening 2792/99 "een debetpositie veroorzaken.

Zowel de orderekening 85418329 als de financiële rekening 091-2225011-54 mogen een debetsaldo veroorzaken van 4.500.000 euro.

De orderekening en de financiële rekening worden aangezuiverd met de gerealiseerde ontvangsten.

Overgangsbepaling

Art. 154.§ 1. De in uitvoering van het kaderdecreet beter bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 opgerichte intern verzelfstandigde agentschappen - met of zonder rechtspersoonlijkheid, de extern verzelfstandigde agentschappen en departementen mogen gedurende het begrotingsjaar 2004 de nodige uitgaven vastleggen, ordonnanceren en betalen ten laste van de in dit decreet voorkomende vastleggingsmachtigingen en kredieten voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse openbare instellingen en de diensten met afzonderlijk beheer.

Uitgaven mogen tevens vastgelegd, geordonnanceerd en betaald worden op orde- en thesaurierekeningen. § 2. De Vlaamse regering wordt ertoe gemachtigd bij Besluit de vastleggingsmachtigingen, de kredietposten van de diverse begrotingen en de orde- en thesaurierekeningen aan te duiden waarop de in § 1 vermelde agentschappen en ministeries hun uitgaven mogen aanrekenen.

Art. 155.De minister die bevoegd is voor financiën en begroting wordt ertoe gemachtigd, op voorstel van de minister die bevoegd is voor sport, een leningsmachtiging ten belope van maximaal 3.250.000 euro toe te kennen aan het Bloso ter financiering van de bouw van het "Vlaams Wieler Centrum Eddy Merckx" te Gent.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 december 2003.

De Minister-President van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stuk. - Advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen : 12-A - Nr. 1 Zitting 2003-2004.

Stukken. - Ontwerp van decreet : 15 - Nr. 1 + Bijlagen. - Amendementen : 15 - Nrs. 2 tot 8. - Verslagen aan de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting : 15 - Nrs. 9-A tot 9-K. - Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting : 15 - Nr. 10 + Errata. - Amendementen : 15 - Nrs. 11 tot 14. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 15 - Nr. 15. - Algemene toelichting : 13 - Nr. 1-A. - Toelichting per programma : 13 - Nr. 1-B + Addendum. - Verslag van het Rekenhof : 16 - Nr. 1 + Erratum.

Handelingen. - Bespreking en aanneming.

TABEL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^