gepubliceerd op 31 mei 2024
Decreet tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen
19 APRIL 2024. - Decreet tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Inleidende bepaling en definities
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);2° niet-fiscale schuldvorderingen: sommen van niet-fiscale aard die worden geïnd of teruggevorderd door de overheidsinstanties die de bepalingen van dit decreet toepassen, in voorkomend geval met inbegrip van administratieve geldboeten;3° onbetwiste niet-fiscale schuldvorderingen: niet-fiscale schuldvorderingen die vaststaand en definitief verschuldigd zijn;4° opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen: niet-fiscale schuldvorderingen waarvoor de betalingstermijn is verstreken;5° toebehoren: interesten, invorderingskosten, rechtsplegingsvergoedingen, gerechtskosten en betekeningskosten. Afdeling 2. - Toepassingsgebied
Art. 3.§ 1. De volgende overheidsinstanties kunnen voor alle of bepaalde onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren de bepalingen van dit decreet toepassen: 1° de Vlaamse administratie, vermeld in artikel I.3, 2°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten; 2° de Vlaamse openbare instellingen die niet behoren tot de Vlaamse administratie, vermeld in artikel I.3, 4°, van het voormelde decreet; 3° de autonome diensten die onder toezicht staan van het Vlaams Parlement, vermeld in artikel I.3, 1°, b), van het voormelde decreet; 4° de lokale overheden, vermeld in artikel I.3, 5°, van het voormelde decreet, die belast zijn met de uitoefening van de gedelegeerde aangelegenheden; 5° de vzw Sociale Dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel. In afwijking van het eerste lid, 1°, zijn de volgende overheidsinstanties gehouden de bepalingen van dit decreet toe te passen, tenzij die overheidsinstanties niet onderworpen willen of kunnen worden aan de bepalingen van dit decreet voor alle of bepaalde onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren, op voorwaarde dat ze hun beweegredenen melden: 1° de departementen, vermeld in artikel I.3, 2°, a), van het voormelde decreet; 2° de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel I.3, 2°, b), van het voormelde decreet; 3° de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, vermeld in artikel I.3, 2°, c), van het voormelde decreet.
Voor zover de melding, vermeld in het tweede lid, schriftelijk wordt gedaan, zijn de bepalingen van dit decreet niet van toepassing.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de melding, vermeld in het tweede lid. § 2. Op de website van de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie wordt een geactualiseerd overzicht bekendgemaakt van: 1° de overheidsinstanties die de bepalingen van dit decreet toepassen;2° de niet-fiscale schuldvorderingen die worden geïnd of teruggevorderd door de overheidsinstanties, vermeld in punt 1°, en die worden ingevorderd conform de bepalingen van dit decreet. HOOFDSTUK 2. - Invordering Afdeling 1. - Algemeen
Art. 4.De Vlaamse Regering stelt de personeelsleden van de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie aan en belast hen met de invordering van de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en met de invordering van de toebehoren.
De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, handelen voor rekening van de overheidsinstanties die de bepalingen van dit decreet toepassen.
Art. 5.De personeelsleden, vermeld in artikel 4 van dit decreet, kunnen het identificatienummer, vermeld in artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht, gebruiken om de schuldenaar te identificeren als die schuldenaar een rechtspersoon is.
De personeelsleden, vermeld in artikel 4 van dit decreet, kunnen het rijksregisternummer of, als dat er niet is, het identificatienummer, vermeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, gebruiken om de schuldenaar te identificeren als die schuldenaar een natuurlijke persoon is.
Art. 6.De personeelsleden, vermeld in artikel 4, zijn gemachtigd om een dwangschrift uit te vaardigen.
Het dwangschrift, vermeld in het eerste lid, wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de personeelsleden, vermeld in artikel 4.
Art. 7.De Vlaamse Regering kan de wijze regelen waarop de personeelsleden, vermeld in artikel 4, moeten handelen, en kan de nadere regels bepalen voor de invordering van de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en voor de invordering van de toebehoren, vermeld in dit hoofdstuk. Afdeling 2. - Rechtstreekse vervolging
Art. 8.§ 1. Op basis van het dwangschrift, vermeld in artikel 6, kan via gerechtsdeurwaardersexploot een dwangbevel betekend worden tot betaling binnen vierentwintig uur op straffe van tenuitvoerlegging door beslag.
In het dwangbevel, vermeld in het eerste lid, wordt verwezen naar het dwangschrift, vermeld in artikel 6, dat samen met het dwangbevel wordt betekend.
Behalve in geval van andersluidende bepalingen zijn op het dwangbevel de bepalingen van deel V van het Gerechtelijk Wetboek houdende bewarend beslag en middelen tot tenuitvoerlegging van toepassing.
Gedeeltelijke betalingen die verricht zijn na de betekening van een dwangbevel, verhinderen de voortzetting van de vervolgingen niet. § 2. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met het oog op de toepassing en de uitwerking van de rechtstreekse vervolging, vermeld in deze afdeling. Afdeling 3. - Onrechtstreekse vervolging
Art. 9.Het dwangschrift, vermeld in artikel 6, wordt aan de schuldenaar ter kennis gebracht voordat de onrechtstreekse vervolging wordt toegepast.
De Vlaamse Regering kan de wijze regelen van de onrechtstreekse vervolging, vermeld in deze afdeling. Afdeling 4. - Invorderingskosten
Art. 10.De Vlaamse Regering kan de regels vaststellen voor de kosten van de rechtstreekse en onrechtstreekse vervolgingen. Afdeling 5. - Onderzoeksbevoegdheden en beroepsgeheim
Onderafdeling 1. - Onderzoeksbevoegdheden
Art. 11.§ 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 4 van dit decreet, beschikken over de onderzoeksbevoegdheden, vermeld in artikel 3.13.1.2.1 tot en met 3.13.1.2.3, 3.13.1.2.5, 3.13.1.2.6, 3.13.1.3.1 tot en met 3.13.1.3.6, 3.13.1.4.1 en 3.13.1.4.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, om de vermogenssituatie van de schuldenaar te bepalen met het oog op de invordering van de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en de invordering van de toebehoren.
De bevoegdheden van de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, worden ook uitgeoefend zonder de beperkingen ten aanzien van de instellingen, vermeld in artikel 3.13.1.2.5, 3.13.1.3.1, § 2 tot en met § 5, en 3.13.1.4.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. § 2. De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de uitoefening van de onderzoeksbevoegdheden, vermeld in deze onderafdeling.
Onderafdeling 2. - Beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht
Art. 12.Artikel 3.19.0.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 is van overeenkomstige toepassing.
Art. 13.De inlichtingen waarover de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie met toepassing van artikel 11 van dit decreet beschikt, vallen onder de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 3.19.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. Afdeling 6. - Betalingsmodaliteiten
Art. 14.Met behoud van de toepassing van specifieke regelingen in wetten, decreten en verordeningen kunnen de personeelsleden, vermeld in artikel 4, op aanvraag van de schuldenaar een spreiding of uitstel van betaling van de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en van de toebehoren toestaan.
De schuldenaar komt in aanmerking voor een spreiding of uitstel van betaling als vermeld in het eerste lid, als hij betalingsmoeilijkheden ondervindt.
De schuldenaar motiveert de aanvraag, vermeld in het eerste lid, en voegt de nodige bewijskrachtige stukken over zijn betalingsmoeilijkheden toe.
Art. 15.De personeelsleden, vermeld in artikel 4, kunnen een volledige of een gedeeltelijke vrijstelling van de interesten verlenen als de schuldenaar kennelijk onvermogend is.
Art. 16.De aanrekening van de betalingen die verricht zijn door de schuldenaar of door een derde, wordt uitgevoerd in de volgende volgorde: 1° op de kosten van alle aard;2° op de interesten;3° op de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvordering.
Art. 17.De Vlaamse Regering kan de nadere regels en de voorwaarden vaststellen voor de betalingsmodaliteiten, vermeld in deze afdeling.
HOOFDSTUK 3. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 18.De bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan persoonsgegevens verwerken als dat noodzakelijk is om een taak van algemeen belang te vervullen, meer bepaald om, conform dit decreet, de invordering van de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen en de invordering van de toebehoren te kunnen verzekeren.
Art. 19.De bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 18 van dit decreet.
Art. 20.De volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen in het kader van de toepassing van artikel 18 van dit decreet worden verwerkt: 1° het rijksregisternummer of het identificatienummer, vermeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; 2° het identificatienummer, vermeld in artikel III.17 van het Wetboek van economisch recht; 3° de persoonlijke identificatiegegevens;4° de persoonlijke kenmerken, meer bepaald de leeftijd, de geboortedatum, de geboorteplaats, de burgerlijke staat en de nationaliteit;5° de financiële bijzonderheden, waaronder gegevens over de invordering;6° het beroep en de betrekking;7° de samenstelling van het gezin;8° de gebouw- en woningkenmerken;9° de leef- en consumptiegewoonten, meer bepaald de gegevens over het bezit van onroerend goed;10° de gerechtelijke gegevens;11° de gegevens die betrekking hebben op fiscale aangelegenheden.
Art. 21.Van de volgende categorieën van betrokkenen kunnen persoonsgegevens worden verwerkt in het kader van de toepassing van artikel 18 van dit decreet: 1° de natuurlijke persoon in wiens hoofde de niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren zijn ontstaan;2° de natuurlijke persoon die met toepassing van dit decreet of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van de niet-fiscale schuldvorderingen en van de toebehoren;3° de wettelijke vertegenwoordigers van de natuurlijke persoon, vermeld in punt 1° en 2°, of de wettelijke vertegenwoordigers van de rechtspersoon in wiens hoofde de niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren zijn ontstaan, of van de rechtspersoon die met toepassing van dit decreet of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van de niet-fiscale schuldvorderingen en van de toebehoren;4° de lasthebbers van de natuurlijke persoon, vermeld in punt 1° en 2°, of de lasthebbers van de rechtspersoon in wiens hoofde de niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren zijn ontstaan, of van de rechtspersoon die met toepassing van dit decreet of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van de niet-fiscale schuldvorderingen en van de toebehoren; 5° de natuurlijke personen, vermeld in artikel 3.13.1.3.1 tot en met 3.13.1.3.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, tot wie de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie zich kan richten in het kader van de uitoefening van de onderzoeksbevoegdheden, vermeld in artikel 11 van dit decreet; 6° de natuurlijke personen tot wie de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie zich richt in het kader van de onrechtstreekse vervolging, vermeld in artikel 9 van dit decreet;7° derden waaraan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie de uitvoering heeft toevertrouwd van handelingen die nodig zijn om taken te vervullen waarmee ze conform dit decreet is belast.
Art. 22.§ 1. Onder voorbehoud van paragraaf 2 kunnen de persoonsgegevens, vermeld in artikel 20 van dit decreet, in het kader van de toepassing van artikel 18 van dit decreet uitgewisseld worden met de volgende categorieën van ontvangers: 1° de overheidsinstanties die de bepalingen van dit decreet toepassen;2° de natuurlijke persoon of de rechtspersoon in wiens hoofde de niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren zijn ontstaan;3° de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die met toepassing van dit decreet of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van de niet-fiscale schuldvorderingen en van de toebehoren;4° de wettelijke vertegenwoordigers van de natuurlijke persoon of van de rechtspersoon, vermeld in punt 2° en 3° ;5° de lasthebbers van de natuurlijke persoon of van de rechtspersoon, vermeld in punt 2° en 3° ; 6° de derden, vermeld in artikel 3.13.1.3.1 tot en met 3.13.1.3.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, en de openbare instellingen en inrichtingen, vermeld in artikel 3.13.1.4.1 en 3.13.1.4.2 van de voormelde codex, tot wie de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie zich richt in het kader van de uitoefening van de onderzoeksbevoegdheden, vermeld in artikel 11 van dit decreet; 7° de derden tot wie de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie zich richt in het kader van de onrechtstreekse vervolging, vermeld in artikel 9 van dit decreet. § 2. Als de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie aan een derde de uitvoering toevertrouwt van handelingen die nodig zijn om taken te vervullen waarmee ze conform dit decreet is belast, is die entiteit gemachtigd, uitsluitend voor de uitvoering van die handelingen, aan die derde de persoonsgegevens, vermeld in artikel 20, mee te delen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die handelingen.
De derde, vermeld in het eerste lid, mag alleen over de beoogde persoonsgegevens beschikken gedurende de tijd die nodig is voor de uitvoering van die handelingen, en hij mag die persoonsgegevens uitsluitend gebruiken voor dat doel en voor doelen die niet onverenigbaar zijn met het voormelde doel.
Art. 23.Met behoud van de toepassing van de noodzakelijke bewaring ervan voor de latere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden, vermeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden de persoonsgegevens, vermeld in artikel 20 van dit decreet, bewaard gedurende de noodzakelijke duur voor de doeleinden, vermeld in artikel 18 van dit decreet, met een maximale bewaartermijn van tien jaar nadat het dossier is afgesloten.
Art. 24.De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de verwerking van de persoonsgegevens en de passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035884 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035866 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel « Strategische adviesraad » en tot wijziging van diverse andere decreten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035979 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035871 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035885 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 05/08/2004 numac 2004036200 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn sluiten houdende
sociaalrechtelijk toezicht
Art. 25.In artikel 17, § 8, eerste lid, van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035884 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035972 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Letteren type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035866 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel « Strategische adviesraad » en tot wijziging van diverse andere decreten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 29/06/2004 numac 2004035979 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I type decreet prom. 30/04/2004 pub. 08/06/2004 numac 2004035871 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004036500 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen type decreet prom. 30/04/2004 pub. 09/06/2004 numac 2004035885 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 05/08/2004 numac 2004036200 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot uniformisering van de toezichts-, sanctie- en strafbepalingen die zijn opgenomen in de regelgeving van de sociaalrechtelijke aangelegenheden, waarvoor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bevoegd zijn sluiten houdende sociaalrechtelijk toezicht wordt de zinsnede "de decreten van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor, respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, en de instellingen die eronder ressorteren" vervangen door de zinsnede "het decreet van 19 april 2024 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen". Afdeling 2. - Wijziging van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende
het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
Art. 26.In artikel 40, § 2, zevende lid, van het decreet van 7 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/06/2013 pub. 26/07/2013 numac 2013204197 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid sluiten betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wordt de zinsnede "het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren en het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren" vervangen door de zinsnede "het decreet van 19 april 2024 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen". Afdeling 3. - Wijzigingen van het Groeipakketdecreet van 2018
Art. 27.In artikel 150, 5°, a), artikel 163, 7°, a), en artikel 169 van het Groeipakketdecreet van 2018, gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2022, wordt de zinsnede "artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren" vervangen door de zinsnede "het decreet van 19 april 2024 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen".
Art. 28.In artikel 187 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 1 juli 2022, wordt de zinsnede "artikel 2 van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren" vervangen door de zinsnede "het decreet van 19 april 2024 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen". Afdeling 4. - Wijziging van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten
Art. 29.Artikel III.21 van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten wordt opgeheven. Afdeling 5. - Wijziging van het Scheepvaart decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/01/2022 pub. 06/05/2022 numac 2022031332 bron vlaamse overheid Scheepvaartdecreet sluiten
Art. 30.In artikel 79, § 3, tweede lid, van het Scheepvaart decreet van 21 januari 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/01/2022 pub. 06/05/2022 numac 2022031332 bron vlaamse overheid Scheepvaartdecreet sluiten, gewijzigd bij het decreet van 31 maart 2023, wordt de zinsnede "het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren" vervangen door de zinsnede "het decreet van 19 april 2024 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Opheffingsbepaling en overgangsbepaling
Art. 31.De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006, 23 december 2016 en 8 december 2017;2° het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006, 23 december 2016 en 8 december 2017.
Art. 32.De Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren die, vóór de datum van de inwerkingtreding van dit decreet, niet-fiscale schuldvorderingen en toebehoren voor invordering hebben ingediend bij de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen, maken voor de verdere invordering van de voormelde ingediende niet-fiscale schuldvorderingen en toebehoren geen toepassing van de bepalingen van dit decreet.
De niet-fiscale schuldvorderingen en de toebehoren, vermeld in het eerste lid, worden verder ingevorderd in toepassing van: 1° de domaniale wet van 22 december 1949;2° de wet van 18 december 1986 houdende bevoegdverklaring van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen tot invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor rekening van de Gemeenschappen, de Gewesten en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen;3° het decreet van 23 december 1986 houdende bevoegdverklaring van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechtelijke verrichtingen voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap en van de instellingen die ervan afhangen;4° het decreet van 23 december 1986 houdende bevoegdverklaring van de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, Registratie en Domeinen tot het uitvoeren van bepaalde vermogensrechtelijke verrichtingen voor rekening van het Vlaamse Gewest en van de instellingen die ervan afhangen;5° het Wetboek van 13 april 2019 van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen. Afdeling 2. - Inwerkingtredingsbepaling
Art. 33.Dit decreet treedt in werking op een datum die de Vlaamse Regering vaststelt.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 april 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 2037 - Nr.1 - Verslag : 2037 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2037 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 17 april 2024.