Etaamb.openjustice.be
Decreet van 17 juli 2020
gepubliceerd op 04 augustus 2020

Decreet inzake maatregelen ter bestrijding van de schaarste

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2020042512
pub.
04/08/2020
prom.
17/07/2020
ELI
eli/decreet/2020/07/17/2020042512/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2020. - Decreet inzake maatregelen ter bestrijding van de schaarste


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL EEN. - Bepalingen voor een snellere stabilisatie van beginnende leerkrachten door middel van verlof en de valorisatie van de anciënniteit ongeacht de Inrichtende macht EERSTE HOOFDSTUK. - Bepalingen tot invoering van een verlof om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs binnen dezelfde of een andere inrichtende macht te vervullen EERSTE AFDELING . - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 20 december 2012

Artikel 1.In bovengenoemd koninklijk besluit van 15 januari 1974 wordt een artikel 16bis ingevoegd, dat als volgt luidt "Artikel 16bis.- § 1. Het in dit hoofdstuk bedoelde verlof wordt van rechtswege, ten belope van hetzelfde opdrachtvolume, toegekend aan een personeelslid dat een wervingsambt bekleedt en daarom verzoekt, nadat hij het gedurende een volledig schooljaar of academiejaar genoten heeft.

Het recht op deze verlenging is beperkt tot drie keer, d.w.z. drie opeenvolgende school- of academiejaren, indien het verlof betrekking heeft op hetzelfde ambt en bij dezelfde inrichtende macht.

Na deze periode wordt de betrekking waarvan het personeelslid titularis is, definitief vacant.

De aanvraag wordt jaarlijks door het personeelslid bij zijn of haar inrichtende macht ingediend, en uiterlijk op 1 juni van het voorafgaande schooljaar. § 2 Op verzoek van het personeelslid wordt het recht op deze verlenging verhoogd met drie extra achtereenvolgende school- of academiejaren, dat wil zeggen met een maximum van zes jaar, indien het in dit hoofdstuk of in hoofdstuk III bis bedoelde verlof gedurende die periode wordt toegekend aan het personeelslid voor een ander ambt dan dat waarvoor hij oorspronkelijk werd toegelaten, of bij een andere inrichtende macht dan die waarin hij oorspronkelijk werd toegelaten.

In afwijking van § 1, lid 3, komt de betrekking waarvan het personeelslid titularis is na deze zes opeenvolgende jaren definitief vrij.

De aanvraag wordt jaarlijks door het personeelslid bij zijn of haar inrichtende macht ingediend, en uiterlijk aan het einde van elk schooljaar of academiejaar. ».

Art. 2.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, dat als volgt luidt: "HOOFDSTUK IIIbis. - Verlof om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs te vervullen, binnen dezelfde inrichtende macht of bij een andere inrichtende macht.

Artikel 16ter.- Het verlof kan door de inrichtende macht of de afgevaardigde ervan aan de in artikel 1 bedoelde personeelsleden worden verleend om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs, met uitzondering van het universitair onderwijs, binnen dezelfde inrichtende macht of binnen een andere inrichtende macht uit te oefenen.

Het in lid 1 bedoelde verlof wordt bezoldigd en wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit, overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 12 juli 1990 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

Het in het eerste lid bedoelde verlof kan worden toegekend voor alle of een deel van de prestaties die het personeelslid in vast verband verricht.

Artikel 16quater - De bepalingen van dit hoofdstuk zijn eveneens van toepassing op de tijdelijke personeelsleden voor onbepaalde duur van de hogescholen, de hogere kunstscholen en het uitdovingskader van de voormalige hogere instituten voor Architectuur die ten minste zes jaar dienstanciënniteit tellen.

De in het eerste lid bedoelde anciënniteit wordt berekend, naargelang het geval, overeenkomstig de artikelen 38 en 38bis van het decreet van 24 juli 1997 tot vaststelling van het statuut van het leidinggevend en onderwijzend personeel en van het pedagogisch hulppersoneel van de hogescholen die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd of gesubsidieerd of overeenkomstig de artikelen 163 en 163bis van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten).

Artikel 16quinquies - § 1. Het in dit hoofdstuk bedoelde verlof wordt van rechtswege, ten belope van hetzelfde opdrachtvolume, toegekend aan een personeelslid dat een aanwervingsambt bekleedt en daarom verzoekt, na het gedurende een volledig schooljaar of academiejaar genoten te hebben.

Het recht op deze verlenging is beperkt tot drie keer, d.w.z. drie opeenvolgende school- of academiejaren, indien het verlof betrekking heeft op hetzelfde ambt en bij dezelfde inrichtende macht.

Na deze periode wordt de betrekking waarvan het personeelslid titularis is definitief vacant, behalve wanneer verlof is verleend op grond van de bepalingen van artikel 29 quater, 1° ter, 2° en 2° bis van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

De aanvraag wordt jaarlijks door het personeelslid bij zijn of haar inrichtende macht ingediend, en uiterlijk op 1 juni van het voorafgaande schooljaar. § 2 Op verzoek van het personeelslid wordt het recht op deze verlenging verhoogd met drie extra achtereenvolgende school- of academiejaren, dat wil zeggen met een maximum van zes jaar, indien het in dit hoofdstuk of in hoofdstuk III bedoelde verlof gedurende die periode wordt toegekend aan het personeelslid voor een ander ambt dan dat waarvoor hij oorspronkelijk werd toegelaten, of bij een andere inrichtende macht dan die waarin hij oorspronkelijk werd toegelaten.

In afwijking van § 1, lid 3, komt de betrekking waarvan het personeelslid titularis is na deze zes opeenvolgende jaren definitief vrij.

De aanvraag wordt jaarlijks door het personeelslid ingediend bij zijn of haar inrichtende macht, en uiterlijk op het einde van elk schooljaar of academiejaar". Afdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 24 juli

1997 dat het statuut bepaalt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 3.In artikel 42 van het decreet van 24 juli 1997, zoals aangevuld door het decreet van 20 december 2012, wordt in lid 3 een punt 11 bis ingevoegd, dat als volgt luidt : "11 bis° om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs te vervullen, binnen dezelfde inrichtende macht of bij een andere inrichtende macht;". Afdeling III - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 20

december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten)

Art. 4.In artikel 124bis van het decreet van 20 december 2001, zoals ingevoegd bij het decreet van 3 maart 2004, wordt een punt 7 bis ingevoegd dat als volgt luidt: "7bis° een verlof krijgen om tijdelijk hetzelfde ambt in het onderwijs, binnen dezelfde inrichtende macht of binnen een andere inrichtende macht uit te oefenen;".

Art. 5.In artikel 151 van hetzelfde decreet wordt in lid 3 een punt 14 bis ingevoegd, dat als volgt luidt "14bis) om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs uit te oefenen, binnen dezelfde inrichtende macht of binnen een andere inrichtende macht;".

Art. 6.In artikel 251bis van hetzelfde decreet wordt een punt 7bis ingevoegd, dat als volgt luidt: "7bis) een verlof krijgen om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs, binnen dezelfde inrichtende macht of in een andere inrichtende macht uit te oefenen;".

Art. 7.In artikel 381bis van hetzelfde decreet wordt een punt 7 bis ingevoegd, dat als volgt luidt "7bis° een verlof krijgen om voorlopig hetzelfde ambt in het onderwijs, binnen dezelfde inrichtende macht of in een andere inrichtende macht uit te oefenen;". HOOFDSTUK II - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 8.In artikel 18 van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt: "Voor de berekening van de twee in lid 1 bedoelde opeenvolgende jaren wordt ook rekening gehouden met elk ander verlof dan politiek verlof, moederschapsverlof, pleeggezin met het oog op adoptie of informele voogdij, voor vakbondsactiviteiten, voor activiteiten in een ministerieel ambt, voorlopig een ander ambt of hetzelfde ambt in het onderwijs te vervullen, anders dan universitair onderwijs, wegens ziekte of gebrekkigheid of wegens loopbaanonderbreking, dat volgt op of voorafgaat aan de terbeschikkingstelling om persoonlijke redenen, tenzij het personeelslid tussen dit laatste en het andere verlof de daadwerkelijke uitoefening van zijn of haar ambt gedurende ten minste één schooljaar heeft hervat. ». HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs

Art. 9.In artikel 17bis van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, wordt een lid 6 ingevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van het eerste lid wordt de betrekking waarvan een personeelslid titularis is en dat met opdrachtverlof is als bedoeld in artikel 14 vacant op de eerste werkdag van de maand die volgt op de kennisgeving van de ongeschiktheid door de Office médico-social, indien deze ongeschiktheid van blijvende aard is.". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot het laten gelden van de anciënniteit ongeacht de inrichtende macht Eerste afdeling. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Art. 10.In artikel 29quater, punt 14°, van het decreet van 1 februari 1993 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, worden de drie streepjes vervangen door de volgende tekst : "- groep A, van 480 tot 719 dagen anciënniteit; - groep B, van 720 tot 1079 dagen anciënniteit; - groep C, van 1080 tot 1439 dagen anciënniteit". Afdeling II. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 6 juni

1994 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs

Art. 11.In artikel 24 van het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een § 2bis wordt ingevoegd die als volgt luidt : " § 2bis.Zodra de in § 1 bedoelde lijst van prioritaire kandidaten is uitgeput, en overeenkomstig de door de plaatselijke paritaire comités vastgestelde procedures, is de inrichtende macht verplicht een betrekking in hetzelfde ambt aan te bieden aan een tijdelijke personeelslid dat zijn opdracht binnen het gesubsidieerde officiële onderwijsstelsel geheel of gedeeltelijk heeft verloren, mits hij houder is van het in artikel 2 bedoelde bekwaamheidsbewijs en binnen het gesubsidieerde officiële onderwijsstelsel een anciënniteit heeft verworven die vergelijkbaar is met die van de in § 1 bedoelde prioritaire kandidaten.

Voor de toepassing van lid 1 moet het personeelslid binnen de inrichtende macht die hem/haar de betrekking toewijst, over een anciënniteit beschikken van 90 dagen over ten minste twee schooljaren in de afgelopen vijf jaar"; 2° In § 3 worden de woorden "en tijdelijke niet-prioritaire personen bedoeld in § 2bis" ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in § 1" en de woorden ", en volgende";3° In § 5 worden de woorden "in § 1 en § 3" vervangen door de woorden "in §§ 1, 2bis en 3";4° In § 6 worden de woorden "in § 1, lid 1 en § 3" vervangen door de woorden "in §§ 1, leden 1, 2bis en 3";5° in § 8 worden de woorden "in § 1" vervangen door de woorden "in §§ 1 en 2bis".

Art. 12.In artikel 30, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt punt 9° vervangen door de volgende tekst: "600 dagen dienstanciënniteit tellen in het gesubsidieerd officieel onderwijs, inclusief 240 dagen in het bedoelde ambt en 360 dagen bij de Inrichtende macht, met uitzondering van de personeelsleden bedoeld in artikel 33, lid 2; de 600 dagen anciënniteit verworven in het gesubsidieerd officieel onderwijs moeten worden gespreid over ten minste drie schooljaren".

Art. 13.In het vierde lid van artikel 33 van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "onderwijs" en "artistiek" het woord "secundair" toegevoegd.

TITEL II. - Bepalingen om het optimaliseren van de stelsels voor de terbeschikkingstelling en de reaffectaties EERSTE HOOFDSTUK. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 14.In artikel 159quater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de woorden "artikel 159 ter" worden de woorden "lid 2" geschrapt;2° het getal "40" wordt vervangen door het getal "25";3° na de woorden "waarin hij in vast verband is benoemd" worden de woorden "en die voor hem een reistijd van meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer zouden meebrengen" toegevoegd;4° Er wordt een lid 2 ingevoegd, dat als volgt luidt : "Wat de limiet van 25 km betreft, mag de extra opdracht echter verder dan 25 km worden uitgevoerd indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij gedeeltelijk zijn opdracht heeft verloren, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden".

Art. 15.In artikel 167ter.3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de woorden "op grond van de bepalingen" worden de woorden "van de artikelen 159 bis, tweede lid, en 167 ter, tweede lid" geschrapt en vervangen door de woorden "van artikel 167 ter, tweede lid";2° de woorden "op meer dan 40 km van de woonplaats van het personeelslid" worden vervangen door de woorden "op meer dan 25 km van de woonplaats van het personeelslid, waardoor het personeelslid meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer zou moeten reizen";3° Er wordt een lid 2 ingevoegd, dat als volgt luidt : "In afwijking van het voorgaande lid kan de reaffectatie, de voorlopige indienstterugroeping of de terugroeping in dienstactiviteit voor onbepaalde duur plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het tijdstip waarop hij gedeeltelijk zijn opdracht heeft verloren, zich op een grotere afstand bevond, zonder dat hij evenwel verder dan deze afstand kan werken".

Art. 16.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 167 van hetzelfde koninklijk besluit : 1° in § 2 worden de woorden "van meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer" vervangen door de woorden "van meer dan 25 km en meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer";2° in § 2 wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt : "In afwijking van het voorgaande lid kan de indienstterugroeping of de extra opdracht worden uitgevoerd over een afstand van meer dan 25 km indien de vestiging waar het personeelslid werkte op het moment dat hij gedeeltelijk van zijn opdracht werd ontheven, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden;3° in § 3 wordt na lid 4 een vijfde lid ingevoegd, dat als volgt luidt:" indien de reaffectatie van de personeelsleden een traject van meer dan 25 km en meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer omvat, kan het personeelslid deze weigeren". In afwijking van het vorige lid kan de reaffectatie plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij ter beschikking wegens ontstentenis van betrekking, zich op een grotere afstand bevond, maar niet verder dan die afstand". HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen

Art. 17.In artikel 13quinquies van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel van de inrichtingen voor voorschools, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede van de internaten die van deze inrichtingen afhangen, worden tussen de woorden "binnen 25 km van zijn woonplaats" en de woorden "met een reistijd van niet meer dan 4 uur per dag" en het woord "of" herhaald vervangen door het woord "en". HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap

Art. 18.In artikel 47octies, § 1 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "die voor hem niet leiden tot een reistijd van meer dan vier uur per dag, met gebruikmaking van het openbaar vervoer" worden vervangen door de woorden "die voor hem niet leiden tot een reistijd van meer dan 25 km en een reistijd van meer dan vier uur per dag, met gebruikmaking van het openbaar vervoer";2° het derde lid wordt lid 4 en het nieuwe lid 3 wordt als volgt geformuleerd : "In afwijking van het voorgaande lid mag de extra opdracht over een afstand van meer dan 25 km worden uitgevoerd, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment van het gedeeltelijk verlies van opdracht, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden".

Art. 19.In artikel 47duodecies, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In lid 2 worden de woorden "een reis van meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer" vervangen door de woorden "een reis van meer dan 25 km en een reistijd van meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer";2° het derde lid wordt lid 4 en het nieuwe lid 3 wordt als volgt geformuleerd : "In afwijking van het vorige lid kan de terugroeping in dienst worden verricht over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid zijn ambt uitoefende op het moment dat hij wegens ontstentenis van betrekking in dienst werd genomen, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze terugroeping niet verder dan die afstand worden verricht".

Art. 20.In artikel 47duodecies, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit wordt een lid 1bis ingevoegd dat als volgt luidt : "indien de reaffectatie een traject van meer dan 25 km en een reistijd van meer dan vier uur per dag met het openbaar vervoer omvat, kan het personeelslid deze weigeren. Wat de limiet van 25 km betreft, mag de reaffectatie echter meer dan 25 km bedragen als de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij of zij ter beschikking werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs

Art. 21.In artikel 2 van het decreet van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs, wordt in § 4 de zinsnede "in een betrekking van een ander ambt dan dat welk beantwoordt aan de definitie van hetzelfde ambt zoals gedefinieerd door de Regering krachtens artikel 7 van het decreet van 11 april 2014, dat tot dezelfde categorie behoort en voor de uitoefening waarvan het ter beschikking gestelde personeelslid de kwalificaties bezit die vereist zijn volgens de regels voor kwalificaties in het Gemeenschapsonderwijs" vervangen door de woorden "in een betrekking van een ander ambt van dezelfde categorie en onder andere voorwaarden dan die welke gelden voor de reaffectatie".

Art. 22.In artikel 3 van hetzelfde besluit, § 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden tussen de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" en de woorden "voor zover dit" de woorden "of een voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten" toegevoegd;2° het derde streepje wordt geschrapt;3° een laatste lid, dat als volgt luidt, wordt toegevoegd : "Indien het niet mogelijk is geweest het personeelslid te reaffecteren in een ambt dat tot hetzelfde onderwijsniveau behoort als zijn of haar oorspronkelijke ambt, wordt het personeelslid, met zijn of haar instemming en die van de inrichtende macht waarin de commissie hem of haar heeft aangesteld, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij of zij is ter beschikking werd gesteld.

Art. 23.In artikel 5, § 1, 4° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden de woorden "voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "voldoend of vereist bekwaamheidsbewijs";2° punt c) wordt opgeheven.

Art. 24.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt een § 5 ingevoegd, die als volgt luidt : " § 5. Elke inrichtende macht die een personeelslid dat een deel van zijn opdracht heeft verloren, niet heeft kunnen reaffecteren of voorlopig in dienst terugroepen overeenkomstig de voorgaande leden, kan in alle vestigingen die ze organiseert op het grondgebied van dezelfde gemeente, met zijn instemming, een personeelslid dat ze wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld heeft en dat niet in activiteit werd teruggeroepen, belasten met de activiteit: elke betrekking vacant verklaard in een ander ambt in dezelfde categorie waarvoor het een voldoend bekwaamheidsbewijs, een schaarstebekwaamheidsbewijs of een ander bekwaamheidsbewijs heeft.

De bepaling opgenomen in het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat lestijden, bij wijze van tijdelijke terugroeping, worden toegewezen die moeten worden toevertrouwd aan tijdelijke personeelsleden die houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van een hogere categorie of aan personeelsleden met de hoedanigheid van prioritair tijdelijk personeelslid".

Art. 25.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aan § 4 een laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van het vorige lid kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht bij reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken ook verzoeken om beëindiging van de herbenoeming. Deze wordt automatisch toegekend door de centrale commissie voor het beheer van de betrekkingen".

Art. 26.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 16 van hetzelfde besluit : 1° in punt 1 worden twee nieuwe en laatste leden toegevoegd, die als volgt luiden "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de reaffectatie of voorlopige terugroeping in dienst evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij ter beschikking werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn opdracht had verloren, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden. Voor de toepassing van deze paragraaf worden de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwd als één gemeente"; 2° in § 4, eerste lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";3° in § 4, vierde lid, worden de woorden "niet schorst" vervangen door de woorden "schorst";4° In § 8 wordt het eerste lid vervangen door een nieuw lid, dat als volgt luidt: "Indien er een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene ter beschikking heeft gesteld, indien de betrokkene reeds een betrekking voor onbepaalde duur heeft of ten minste tot het einde van het schooljaar bij een andere inrichtende macht, is hij verplicht daar te blijven".

Art. 27.In artikel 17, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In punt 1° wordt het eerste streepje aangevuld met de woorden "van het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs"; 2° In punt 1° wordt een derde streepje ingevoegd, dat als volgt luidt: "personeelsleden die op eigen initiatief een door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijsbetrekking uitoefenen;"; 3° In punt 3° worden de woorden "in tweede instantie" geschrapt en worden de woorden "de beslissingen van de zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen" vervangen door de woorden "haar beslissingen";4° In punt 4° worden de woorden "lid 2, streepjes 2 en 3" vervangen door de woorden "leden 2 en 3";5° Punten 5° en 6°, die als volgt luiden, worden ingevoegd : "5° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn.6° het personeel op basis van de terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie binnen het onderwijsnetwerk van de benoeming of aanwerving in vast verband zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld". HOOFDSTUK V. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs

Art. 28.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd kleuter- en lager onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden na de woorden "heeft het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of voldoend bekwaamheidsbewijs zonder pedagogische component" toegevoegd;2° Er wordt een nieuwe paragraaf 5 ingevoegd, die als volgt luidt : " § 5.Voorlopige terugroeping in dienst. 1° het terugroepen in dienst van een personeelslid naar een ander ambt in dezelfde categorie voor de uitoefening waarvan het personeelslid het schaarstebekwaamheidsbewijs of een ander bekwaamheidsbewijs heeft.2° het terugroepen in dienst van een personeelslid in een betrekking van een ambt in een andere categorie voor de uitoefening waarvan het personeelslid het vereiste bekwaamheidsbewijs of voldoend bekwaamheidsbewijs of het schaarstebekwaamheidsbewijs heeft";3° de §§ 5 en 6 worden de §§ 6 en 7.

Art. 29.In artikel 3 van hetzelfde besluit, § 2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden "of een voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd na de woorden "voor zover ze";2° het derde streepje wordt geschrapt;3° Er wordt een laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "Indien het niet mogelijk is het personeelslid te reaffecteren in een ambt van hetzelfde onderwijsniveau als zijn of haar oorspronkelijke ambt, wordt hij of zij met instemming van de inrichtende macht waarin de commissie hem of haar heeft aangewezen, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij of zij terbeschikkingstelling werd gesteld.

Art. 30.In artikel 5, § 1, 4° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden na de woorden "voldoend bekwaamheidsbewijs" de woorden "of vereist" toegevoegd;2° punt c) wordt opgeheven.

Art. 31.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aan § 4 een derde lid toegevoegd, dat als volgt luidt "In geval van reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken of naar eenzelfde netwerk van verschillende aard, kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht ook verzoeken om beëindiging van de herbenoeming, in welk geval deze automatisch wordt toegekend door de centrale commissie voor het beheer van de betrekkingen.".

Art. 32.In hetzelfde besluit wordt een Afdeling 5bis.met als opschrift "Voorlopige terugroeping in dienst van personeelsleden" ingevoegd, die bestaat uit de artikelen 13bis tot en met 13quater.

Deze afdeling wordt als volgt geformuleerd : "Afdeling 5bis - Voorlopige terugroeping in dienst van personeelsleden

Artikel 13bis.- Elke inrichtende macht die een personeelslid niet heeft kunnen reaffecteren of weer aan het werk heeft kunnen zetten, kan dit personeelslid voorlopig terugroepen tot de dienst in de zin van artikel 2, § 5: - binnen dezelfde instelling; - in de instellingen die zij op het grondgebied van dezelfde gemeente organiseert en, wat het basisonderwijs betreft, in een van haar instellingen die tot dezelfde entiteit behoort.

Artikel 13ter.- Onverminderd het bepaalde in artikel 2, § 5, inzake basisonderwijs, kan de inrichtende macht tevens - een personeelslid dat zij ter beschikking heeft gesteld en niet in staat is geweest te reaffecteren of een ander ambt toe te kennen, met zijn of haar instemming, elke vacante betrekking in een ander ambt van een andere categorie toekennen waarvoor het personeelslid het vereiste, voldoende of schaarstebekwaamheidsbewijs bezit. - een personeelslid dat zij ter beschikking heeft gesteld en niet in staat is geweest te reaffecteren of een ander ambt toe te kennen, met zijn of haar instemming, elke vacante betrekking in een ander ambt van dezelfde categorie toekennen waarvoor het personeelslid het schaarstebekwaamheidsbewijs of een ander bekwaamheidsbewijs bezit.

De bepaling opgenomen in het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat lestijden als voorlopige terugroeping in dienst zouden worden toegewezen die aan een personeelslid met een prioritaire tijdelijke betrekking of aan een tijdelijk personeelslid met een bekwaamheidsbewijs van een hogere categorie zouden moeten worden toevertrouwd.

Artikel 13quater.- § 1. De bepalingen van artikel 13 ter zijn ook van toepassing op elke inrichtende macht die, met instemming van de betrokken ambtenaar en zijn inrichtende macht, een door een andere inrichtende macht ter beschikking gesteld personeelslid voorlopig in dienst terugroept. § 2. Ambten die door middel van een tijdelijke terugroeping in dienst worden toegewezen, geven niet van ambtswege recht op een aanwerving in vast verband in dat ander ambt. ".

Art. 33.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 16 van hetzelfde besluit : 1° in paragraaf 1 worden twee nieuwe en laatste leden toegevoegd, die als volgt luiden : "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de reaffectatie evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn opdracht verloor, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze reaffectatie niet plaatsvinden over een langere afstand. Voor de toepassing van lid 2 worden de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwd als eenzelfde gemeente."; 2° in § 4, eerste en tweede lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";3° in § 4, vijfde lid, worden de woorden "niet schorst" vervangen door de woorden "schorst";4° in § 8 wordt het eerste lid vervangen door een nieuw lid, dat als volgt luidt : "Indien er een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene heeft ter beschikking gesteld, indien de betrokkene reeds een betrekking voor onbepaalde tijd heeft of ten minste tot het einde van het schooljaar bij een andere inrichtende macht bekleedt, is hij verplicht daar te blijven".

Art. 34.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 17, § 1 van hetzelfde besluit : 1° in punt 3° worden de woorden "in tweede instantie" geschrapt en worden de woorden "de beslissingen van de zonale commissies voor het beheer van de betrekkingen" vervangen door de woorden "haar beslissingen";2° punten 5° en 6°, die als volgt luiden, worden ingevoegd : "5° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn.6° het personeel op basis van de terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie binnen het onderwijsnetwerk van de benoeming of aanwerving in vast verband zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld". HOOFDSTUK VI. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd officieel gewoon en gespecialiseerd onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs

Art. 35.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd officieel gewoon en gespecialiseerd onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs, worden in paragraaf 4 de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 2 worden tussen de woorden "vereiste bekwaamheidsbewijzen" en de woorden "en in het laatste geval" de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd;2° in lid 2 wordt het derde streepje geschrapt; 3° Er wordt een nieuw en laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "Indien een personeelslid niet kon worden gereaffecteerd in een ambt van hetzelfde onderwijsniveau als zijn of haar oorspronkelijke ambt, wordt hij of zij, met zijn of haar instemming en die van de inrichtende macht waarin de commissie hem of haar heeft aangewezen, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij of zij ter beschikking is gesteld.".

Art. 36.In artikel 5, § 1, 4° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden de woorden "of vereist" ingevoegd;2° punt c) wordt geschrapt.

Art. 37.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden in paragraaf 2, punt 1°, tweede streepje, na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het bekwaamheidsbewijs met een voldoende pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd.

Art. 38.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt tussen de leden 2 en 3 een nieuw lid 3 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de permanente reaffectatie evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn opdracht verloor, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze reaffectatie niet plaatsvinden over een langere afstand".

Art. 39.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 10 van hetzelfde besluit : 1° in § 1 worden na de woorden "een vereist bekwaamheidsbewijs" de woorden "of een voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd;2° in § 2, derde streepje, worden na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd;3° in § 2 wordt een tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de reaffectatie evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn opdracht verloor, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze reaffectatie niet plaatsvinden over een langere afstand".

Art. 40.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aan § 4 een laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van het vorige lid kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht bij reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken ook verzoeken om beëindiging van de herbenoeming. Deze wordt automatisch toegekend door de centraal commissie voor het beheer van de betrekkingen".

Art. 41.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden in de punten 1° en 2° na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd.

Art. 42.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 13 van hetzelfde besluit : - In § 2, 4° worden de woorden "en waarvoor dit personeelslid eerder een afwijking heeft verkregen krachtens artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van het bekwaamheidsbewijs en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs" geschrapt. - In § 3 worden de woorden "of van het voldoende bekwaamheidsbewijs" toegevoegd na de woorden "houder van het vereiste bekwaamheidsbewijs".

Art. 43.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 15 van hetzelfde besluit : 1° In § 1 worden twee nieuwe en laatste leden ingevoegd, die als volgt luiden : "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de reaffectatie of voorlopige terugroeping in dienst evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn opdracht verloor, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden. Voor de toepassing van lid 2 worden de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwd als eenzelfde gemeente"; 2° In § 3, eerste lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";3° In § 3, vierde lid, worden de woorden "niet schorst" vervangen door "schorst";4° In § 7 wordt het eerste lid vervangen door een nieuw lid, dat als volgt luidt : "Indien er een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene heeft ter beschikking gesteld, indien de betrokkene reeds een betrekking voor onbepaalde tijd heeft of ten minste tot het einde van het schooljaar bij een andere inrichtende macht te werk is gesteld, is hij verplicht daar te blijven".

Art. 44.In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit worden de punten 8° en 9° ingevoegd, die als volgt luiden : "8° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn. 9° het personeel op basis van de terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie binnen het onderwijsnetwerk van de benoeming of aanwerving in vast verband zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld". HOOFDSTUK VII. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs

Art. 45.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan en kunstonderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 4, punt 1°, worden na de woorden "het vereist bekwaamheidsbewijs" en de woorden " de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs " toegevoegd; 2° in paragraaf 5, punt 1°, worden de woorden "of het voldoende bekwaamheidsbewijs," en de woorden "Het personeelslid dat een ander bekwaamheidsbewijs heeft, moet eerst een afwijking hebben verkregen overeenkomstig artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van het bekwaamheidsbewijs en ambten in het basis- en secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en gesubsidieerd voor de uitoefening van deze ambt;" geschrapt; 3° in § 5, punt 2°, worden de woorden "of het voldoend of schaarstebekwaamheidsbewijs" ingevoegd.

Art. 46.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2°, onder b), worden na de woorden "van het vereiste bekwaamhedisbewijs" de woorden "of van het voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten" toegevoegd;2° in punt 3° wordt het derde streepje geschrapt;3° aan hetzelfde punt 3° wordt het volgende nieuwe lid toegevoegd: "Indien het niet mogelijk is geweest het personeelslid te reaffecteren in een ambt van hetzelfde onderwijssniveau als zijn oorspronkelijke ambt, wordt hij, met zijn instemming en die van de inrichtende macht waarin de commissie hem heeft aangewezen, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij ter beschikking is gesteld.

Art. 47.In artikel 9, § 1, 4°, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° b) worden de woorden "of vereist" ingevoegd;2° punt c) wordt geschrapt.

Art. 48.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden in paragraaf 1, bij punt 1° na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd.

Art. 49.In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aan § 4 een derde lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "In geval van reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken of tussen netwerken van hetzelfde onderwijsnetwerk maar van verschillende aard kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht ook verzoeken om beëindiging van de reaffectatie, in welk geval deze van ambtswege wordt toegekend door de centrale commissie voor het beheer van de betrekkingen".

Art. 50.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 17 van hetzelfde besluit : 1° in § 3 worden na de woorden "of een vereist bekwaamheidsbewijs" de woorden "of voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd;2° in § 4 worden de woorden "het voldoend bekwaamheidsbewijs of" geschrapt;3° in § 5 worden de woorden "en waarvoor het eerder een afwijling heeft verkregen krachtens artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van het bekwaamheidsbewijs en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs" geschrapt.

Art. 51.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 40 van hetzelfde besluit : 1° in § 1 wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, dat als volgt luidt : "Wat de limiet van 25 km betreft, kan de reaffectatie, de tewerkstelling of de voorlopige terugroeping in dienst van het personeelslid evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of wegens aangegeven gedeeltelijk opdrachtverlies, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden";2° in § 1, laatste lid, wordt het cijfer "4" vervangen door "5";3° in § 4, eerste en derde lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";4° in § 4, vijfde lid, worden de woorden "niet schorst" vervangen door de woorden "schorst"; 5° in lid 8 wordt het eerste lid vervangen door een nieuwe lid, dat als volgt luidt : "Indien een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene heeft ter beschikking gesteld, of indien de betrokkene reeds voor onbepaalde tijd of ten minste tot het einde van het schooljaar in dienst is van een andere inrichtende macht, is hij verplicht in die dienst te blijven.".

Art. 52.In artikel 41 van hetzelfde besluit, bij paragraaf 2, worden de punten 8° en 9° ingevoegd, luidend als volgt : "8° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn. 9° het personeel op basis van de terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie binnen het onderwijsnetwerk van de benoeming of aanwerving in vast verband zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld".

Art. 53.In artikel 42 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid van paragraaf 2 geschrapt. HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie

Art. 54.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in lid 2 van paragraaf 4 worden na de woorden "van het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of van het voldoend bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten" toegevoegd;2° in lid 2 wordt het derde streepje geschrapt; 3° in paragraaf 4 wordt volgend nieuw lid toegevoegd: "Indien het niet mogelijk is geweest het personeelslid te reaffecteren in een ambt van hetzelfde onderwijsniveau als zijn oorspronkelijke ambt, wordt hij, met zijn instemming en die van de inrichtende macht waarin de commissie hem heeft aangewezen, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij ter beschikking is gesteld.".

Art. 55.In artikel 5, § 1, 3°, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden de woorden "of vereist" toegevoegd na de woorden "voldoend bekwaamheidsbewijs";2° punt c) wordt opgeheven.

Art. 56.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden in paragraaf 2, bij punt 1°, tweede streepje, na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoende bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten" toegevoegd.

Art. 57.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt tussen de leden 2 en 3 een nieuw lid 3, luidend als volgt, ingevoegd : "Wat de limiet van 25 km echter betreft, kan de definitieve reaffectatie evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of wegens aangegeven gedeeltelijk opdrachtverlies, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden.".

Art. 58.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 10 van hetzelfde besluit : 1° in § 1 worden na de woorden "een vereist bekwaamheidsbewijs" de woorden "of voldoend bekwaamheidsbewijs met pedagogische component voor onderwijsopdrachten" toegevoegd;2° in § 2 a) in het derde streepje worden de woorden "of het voldoend bekwaamheidsbewijs met pedagogische component voor onderwijsopdrachten" geschrapt; b) wordt een nieuw en laatste lid ingevoegd, luidend als volgt : "Wat de limiet van 25 km echter betreft, kan de definitieve reaffectatie evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of wegens aangegeven gedeeltelijk opdrachtverlies, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden.".

Art. 59.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aan § 4 een laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van het vorige lid, in geval van reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht ook verzoeken om beëindiging van de verlenging van de reaffectatie, in welk geval deze van ambtswege wordt toegekend door de centrale commissie voor het beheer van de betrekkingen".

Art. 60.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 12 van hetzelfde besluit : 1° in § 1, onder de punten 1° en 2°, worden de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" na de woorden "of het voldoende bekwaamheidsbewijs" toegevoegd;2° in § 4 worden na de woorden "van een vereist bekwaamheidsbewijs" de woorden "of van een voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd;3° in § 5, punt 1°, worden de woorden "het voldoend bekwaamheidsbewijs of" geschrapt;4° in § 5, punt 2°, worden de woorden "en waarvoor dit personeelslid voorafgaandelijk een afwijking heeft verkregen krachtens artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs" geschrapt.

Art. 61.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 14 van hetzelfde besluit : 1° in § 1 worden twee nieuwe en laatste leden ingevoegd, die als volgt luiden : "Wat de limiet van 25 km echter betreft, kan de reaffectatie of tijdelijke terugroeping in dienst evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het moment dat hij werd ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking of omdat hij gedeeltelijk zijn werkopdracht heeft verloren, zich op een grotere afstand bevond, maar mag deze afstand niet worden overschreden. Voor de toepassing van lid 2 worden de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwd als éénzelfde gemeente."; 2° in § 3, eerste lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";3° in § 3, eerste lid, worden de woorden "is niet" vervangen door het woord "is"; 4° in § 7 wordt het eerste lid vervangen door een nieuw lid, dat als volgt luidt: "Indien een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene heeft ter beschikking gesteld, of indien de betrokkene reeds voor onbepaalde tijd of ten minste tot het einde van het schooljaar in dienst is van een andere inrichtende macht, is hij verplicht in die dienst te blijven.".

Art. 62.In artikel 16, § 1, van hetzelfde besluit, worden de punten 5° en 6° ingevoegd, die als volgt luiden : "5° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn.6° het personeel op basis van terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie naar het onderwijsnetwerk van de vaste benoeming of aanwerving zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld". HOOFDSTUK IX. - Bepalingen tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie

Art. 63.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het vrij gesubsidieerd onderwijs voor sociale promotie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4, punt 1°, worden na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoende bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd;2° in § 5 : a) in punt 1° worden de woorden "niet het vereiste bekwaamheidsbewijs" vervangen door "noch het voldoende bekwaamheidsbewijs, noch het vereiste bekwaamheidsbewijs" en worden de woorden "hetzij het voldoend bekwaamheidsbewijs," alsook de woorden "Het personeelslid dat een ander bekwaamheidsbewijs heeft, moet eerst een afwijking hebben verkregen overeenkomstig artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het basis- en secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en gesubsidieerd voor de uitoefening van het ambt waarvoor hij voorlopig in dienst wordt genomen" geschrapt;b) in punt 2° worden na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of voldoend bekwaamheidsbewijs" toegevoegd.

Art. 64.In artikel 3, § 2 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "Met het begrip "hetzelfde ambt" wordt bedoeld:" worden vervangen door de woorden "In het kader van de reaffectatie wordt onder het begrip "hetzelfde ambt" verstaan elk ambt voor de uitoefening of het onderwijs waarvan het personeelslid het vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs heeft met een pedagogische component voor onderwijsambten:"; 2° het derde streepje wordt vervangen door de volgende tekst "- die, wat het leidinggevend en onderwijzend personeel betreft, alleen behoren tot het lager of hoger secundair onderwijs of tot het hoger onderwijs van het korte type;"; 3° er wordt een nieuw lid toegevoegd, dat als volgt luidt : "Indien het niet mogelijk is geweest het personeelslid te reaffecteren in een ambt dat tot hetzelfde onderwijsniveau behoort als zijn oorspronkelijke ambt, wordt het personeelslid, met zijn instemming en die van de inrichtende macht waarin de commissie hem heeft aangesteld, gereaffecteerd in een ambt van een ander onderwijsniveau dan dat waarin hij ter beschikking wordt gesteld.".

Art. 65.In artikel 7, § 1, 3° van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden na de woorden "voldoend bekwaamheidsbewijs" de woorden "of vereist" toegevoegd;2° punt c) wordt opgeheven.

Art. 66.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden in § 1, punt 1, na de woorden "het vereiste bekwaamheidsbewijs" de woorden "of het voldoende bekwaamheidsbewijs met een pedagogische component voor onderwijsopdrachten " toegevoegd.

Art. 67.In artikel 12 van hetzelfde besluit, wordt aan § 4 een laatste lid toegevoegd, dat als volgt luidt: "In afwijking van het vorige lid kan het personeelslid of de ontvangende inrichtende macht, in geval van reaffectatie tussen verschillende onderwijsnetwerken of binnen hetzelfde netwerk, maar van een andere aard, ook verzoeken om beëindiging van de herbenoeming. Deze wordt automatisch toegekend door de centrale commissie voor het beheer van de betrekkingen".

Art. 68.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 17 van hetzelfde besluit : 1° in § 1 wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, dat als volgt luidt: "Wat de limiet van 25 km echter betreft, kan de reaffectatie, de terugkeer naar het werk of de tijdelijke terugroeping in dienst evenwel plaatsvinden over een afstand van meer dan 25 km, indien de vestiging waar het personeelslid werkzaam was op het tijdstip waarop hij of zij wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking werd gesteld of gedeeltelijk zijn onderwijsopdracht verloor, zich op een grotere afstand bevond, maar deze afstand mag niet worden overschreden";2° in § 4, eerste lid, wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vijf";3° in § 4, vierde lid, worden de woorden "niet schorst" vervangen door "schorst";4° in § 8 wordt punt 1° vervangen door een nieuw lid, dat als volgt luidt "1° Indien een tijdelijke vacature ontstaat bij de inrichtende macht die de betrokkene heeft ter beschikking gesteld, indien de betrokkene reeds voor onbepaalde tijd of ten minste tot het einde van het schooljaar in dienst is van een andere inrichtende macht, is hij verplicht daar te blijven.

Art. 69.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de punten 6° en 7° ingevoegd, die als volgt luiden : "6° ambtsbekledingen op initiatief van personeelsleden te bekrachtigen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden voor reaffectatie, zelfs indien de personeelsleden uit een ander onderwijsnetwerk afkomstig zijn. 7° het personeel op basis van terbeschikkingstelling te reaffecteren naar een ander onderwijsnetwerk, nadat de mogelijkheden voor reaffectatie naar het onderwijsnetwerk van vaste benoeming of aanwerving zijn uitgeput.Deze reaffectatie geschiedt met instemming van het personeelslid en van de inrichtende macht waarin het personeelslid door de commissie is aangesteld". HOOFDSTUK X. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs

Art. 70.In lid 2 van artikel 6 van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, wordt punt 1 geschrapt.

Art. 71.In artikel 8, lid 3, van hetzelfde decreet wordt punt 1 geschrapt.

Art. 72.In artikel 10, lid 4, van hetzelfde decreet wordt punt 1 geschrapt.

Art. 73.In lid 4 van artikel 12 van hetzelfde decreet van 12 mei 2004 wordt punt 1 geschrapt.

Art. 74.Aan artikel 27 van hetzelfde decreet worden twee nieuwe leden 3 en 4 toegevoegd, die als volgt luiden : "De personeelsleden die wegens ontstentenis van betrekking of wegens gedeeltelijk verlies van werkopdracht ter beschikking gesteld blijven, worden door het secretariaat van de bevoegde commissie opgenomen in de gegevensbank bedoeld in artikel 27 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs.

Het voorgaande lid is niet van toepassing op personeelsleden die hun opdracht hebben verloren in het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan of het hoger onderwijs voor sociale promotie". HOOFDSTUK XI. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van de rechten en plichten van de kinderverzorgers en houdende diverse bepalingen betreffende de valorisatie van de dagen gepresteerd door het niet-statutair personeel van de Franse Gemeenschap

Art. 75.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 7 van het decreet van 12 mei 2004 tot vaststelling van de rechten en plichten van de kinderverzorgers en houdende diverse bepalingen betreffende de valorisatie van de dagen gepresteerd door het niet-statutair personeel van de Franse Gemeenschap : 1° in § 1, wordt punt 2° opgeheven;2° § 2 wordt aangevuld met de woorden "alsmede het geven van een advies over de in artikel 32, § 2 bedoelde beroepen". HOOFDSTUK XII - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst

Art. 76.In artikel 83, eerste lid, 4° van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt b) worden de woorden "of vereist" toegevoegd;2° punt c) wordt geschrapt. TITEL III. - Bepalingen ter vereenvoudiging van het "bekwaamheidsbewijzen en ambten"-stelsel EERSTE HOOFDSTUK. - Bepaling tot wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 77.In artikel 12bis, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving worden de volgende wijzigingen aangebracht in het derde en laatste lid : 1° de woorden "Dit artikel" worden vervangen door "Het vorige lid";2° de woorden "enerzijds, en aan leraren en godsdienstleraren in het basis-, secundair en hoger onderwijs, anderzijds" worden geschrapt. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen

Art. 78.In artikel 20, § 3 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, worden de woorden "naar aanleiding van het advies van de Commission inter réseaux des titres de capacité (CITICAP)" bedoeld in artikel 16, lid 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs" geschrapt.

Art. 79.In artikel 31, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, zoals vervangen door het besluit van 11 april 2014, wordt punt 5° afgeschaft en vervangen door een punt 5° dat als volgt luidt: "houder zijn van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs dat door de Regering is vastgesteld met betrekking tot het toe te kennen ambt of het voorwerp zijn geweest van opeenvolgende afwijkingen als bedoeld in artikel 20, § 2 en § 3, gedurende ten minste 300 dagen dienst in het ambt, gespreid over ten minste 2 schooljaren voor de tijdelijke houder van een bekwaamheidsbewijs dat behoort tot de categorie van schaarstebekwaamheidsbewijzen en gedurende ten minste 600 dagen anciënniteit in het ambt, gespreid over ten minste 4 opeenvolgende schooljaren, voor de tijdelijke houder van een bekwaamheidsbewijs dat behoort tot de categorie van andere bekwaamheidsbewijzen".

Art. 80.In artikel 31 ter, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, zoals vervangen door het besluit van 11 april 2014, wordt punt 5° bis geschrapt en vervangen door een punt 5° bis dat als volgt luidt: "houder zijn van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs van het secundair onderwijs voor sociale promotie dat door de Regering is vastgesteld in verband met het toe te kennen ambt, of het voorwerp zijn geweest van opeenvolgende afwijkingen als bedoeld in artikel 20, § 2 en § 3", gedurende ten minste 300 dagen dienst in het ambt, gespreid over ten minste 2 schooljaren, voor de tijdelijke houder van een bekwaamheidsbewijs dat valt onder de categorie van de schaarstebewijzen, en gedurende ten minste 600 dagen dienst in het ambt, gespreid over ten minste 4 opeenvolgende schooljaren, voor de tijdelijke houder van een bekwaamheidsbewijs dat valt onder de categorie van de andere bekwaamhaidsbewijzen".

Art. 81.In artikel 39, onder a), van hetzelfde koninklijk besluit wordt het eerste lid geschrapt en vervangen door een lid 1 dat als volgt luidt: "Alleen de daadwerkelijke prestaties in het rijksonderwijs worden in aanmerking genomen, hetzij omdat de kandidaat in het bezit is van het vereist of van het bekwaamheidsbewijs dat volstaat voor het ambt waarvoor hij als prioritair tijdelijk ambtenaar is aangewezen, hetzij wanneer de in artikel 20, § 2 en § 3 bedoelde opeenvolgende afwijkingen zijn toegestaan, vanaf de 301e dag na afloop van het tweede schooljaar voor schaarstebekwaamheidsbewijzen in het betrokken ambt of vanaf de 601e werkdag en bij afloop van het vierde schooljaar voor de andere bekwaamheidsbewijzen in het betrokken ambt".

Art. 82.In artikel 40bis van hetzelfde koninklijk besluit wordt punt 1° geschrapt en vervangen door een punt 1° dat als volgt luidt: "Alleen daadwerkelijk verrichte diensten als hoofdambt in het betrokken ambt en in het kader van het onderwijs voor sociale promotie in de Franse Gemeenschap worden in aanmerking genomen, hetzij omdat de kandidaat het vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs voor het in artikel 31 quater bedoeld ambt heeft, hetzij wanneer de in artikel 20, § 2 en § 3, bedoelde opeenvolgende afwijkingen werden toegekend zijn, vanaf de 301e werkdag bij het verstrijken van het tweede schooljaar in het geval van schaarstebekwaamheidsbewijzen in het bedoeld ambt of vanaf de 601e werkdag en bij het verstrijken van het vierde schooljaar voor de andere bekwaamheidsbewijzen in het bedoeld ambt". HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst der inrichtingen van het rijskonderwijs

Art. 83.In artikel 5, § 3 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst der inrichtingen van het rijksonderwijs, worden de woorden "na advies van de Commission inter réseaux des titres de capacité (CITICAP) bedoeld in artikel 16, § 6, van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs" geschrapt.

Art. 84.In artikel 5quater, § 5 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "aan de kandidaat die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3 van het decreet van 11 april 2014, dan" ingevoegd tussen de woorden "Er wordt voorrang gegeven" en de woorden "aan de kandidaat met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs".

Art. 85.In artikel 12, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, zoals vervangen door het besluit van 11 april 2014, wordt punt 5° geschrapt en vervangen door een punt 5° dat als volgt luidt : "houder zijn van een door de Regering vastgesteld vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs met betrekking tot het te vervullen ambt, of het voorwerp zijn geweest van opeenvolgende afwijkingen als bedoeld in artikel 5, § 3, gedurende ten minste 600 dagen anciënniteit in het ambt, gespreid over ten minste 4 opeenvolgende schooljaren, voor een tijdelijke die in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs dat tot de categorie van de andere bekwaamheidsbewijzen behoort".

Art. 86.In artikel 14, eerste lid, 1°, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de woorden "of het voorwerp is geweest van opeenvolgende afwijkingen als bedoeld in artikel 5, § 3, gedurende ten minste 600 dagen anciënniteit in het ambt, gespreid over ten minste 4 opeenvolgende schooljaren, voor de tijdelijke die houder is van een bekwaamheidsbewijs in de categorie van de andere bekwaamheidsbewijzen " ingevoegd tussen de woorden "houder is van het vereiste, voldoende of schaarstebekwaamheidsbewijs" en de woorden "voor het ambt waarvoor hij de toelating tot de stage aanvraagt". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs

Art. 87.In artikel 29quater van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 5, derde streepje, worden na de woorden "het voldoend bekwaamheidsbewijs" de woorden "of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014" ingevoegd;2° in punt 7, tweede streepje, worden na de woorden "van het voldoend bekwaamheidsbewijs" de woorden "of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014" ingevoegd.

Art. 88.In artikel 34, § 2 van hetzelfde decreet, worden in het tweede streepje de woorden "of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3 van het decreet van 11 april 2014" ingevoegd na de woorden "van het voldoend bekwaamheidsbewijs".

Art. 89.In artikel 35, § 1, van hetzelfde decreet worden in lid 3 de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "hetzij van een vereist bekwaamheidsbewijs, hetzij van een voldoend bekwaamheidsbewijs, hetzij van een ander bekwaamheidsbewijs dat bovendien voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014".

Art. 90.In lid 2 van artikel 42, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs of van een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014". HOOFDSTUK V. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 6 juni 1994 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs

Art. 91.In artikel 24 van het decreet van 6 juni 1994 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, derde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het tweede streepje, in punt 2°, worden na de woorden "een voldoend bekwaamheidsbewijs" de woorden "of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014" ingevoegd;b) In het derde streepje worden de woorden "het vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "het vereist, voldoend bekwaamheidsbewijs of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, lid 3, van het decreet van 11 april 2014".2° In § 2, eerste lid, worden de woorden "of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3 van het decreet van 11 april 2014" ingevoegd tussen de woorden "voldoend bekwaamheidsbewijs" en de woorden "en waarin".

Art. 92.In lid 2 van artikel 30, § 1, van hetzelfde decreet, worden de woorden "van het vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "van het vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs of van een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014". HOOFDSTUK VI. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs

Art. 93.In artikel 2 van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de vaststelling van de schaarste en bepaalde Commissies in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden "31 december" vervangen door de woorden "30 juni";2° In het derde lid worden de woorden "1 november" vervangen door de woorden "31 maart";3° In hetzelfde lid 3 worden de woorden "chambre de la Commission interréseaux des titres de capacité chargée des titres pénurie non listés" vervangen door de woorden "Commission interréseaux des titres de capacité".

Art. 94.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 4 van hetzelfde decreet : 1° In het eerste lid worden de woorden "van de bedoelde kamer" vervangen door het woord "bedoelde";2° In lid 4 wordt punt 1° geschrapt;3° In lid 5 wordt punt 3° geschrapt;4° In lid 6 worden de woorden "bovengenoemde kamer" vervangen door de woorden "Commission interréseaux des titres de capacité". HOOFDSTUK VII. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst

Art. 95.In artikel 18 van het decreet van 10 maart 2006 betreffende de statuten van de leermeesters godsdienst en de leraars godsdienst, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In § 1, eerste lid, worden de woorden "hetzij het vereiste bekwaamheidsbewijs, hetzij het voldoende bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "hetzij het vereiste bekwaamheidsbewijs, hetzij het voldoende bekwaamheidsbewijs, hetzij een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014";2° In § 2 worden de woorden "het vereiste of het voldoende bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "het vereiste of de voldoend bekwaamheidsbewijs, of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014".

Art. 96.In artikel 20, § 2 van hetzelfde decreet, laatst gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Punt 1° wordt geschrapt;2° In punt 2, dat punt 1 wordt, worden de woorden "en van de categorie van bekwaamheidsewijzen" vervangen door het woord "of";3° Punt 3, dat punt 2 wordt, wordt vervangen door de volgende tekst : "na uitputting van de houders van het bekwaamheidsbewijs dat behoort tot de categorie van de vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijzen en de categorie van de schaarstebekwaamheidsbewijzen, een kandidaat houder van een ander bekwaamheidsbewijs, overeenkomstig artikel 16 van het decreet van 11 april 2014".

Art. 97.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 23 van hetzelfde decreet, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016 : 1° In § 1, eerste lid, worden de woorden "een van de bekwaamheidsbewijzen die vereist of voldoend zijn in verband met het toe te kennen ambt" vervangen door de woorden "hetzij een vereist bekwaamheidsbewijs, hetzij een voldoend bekwaamheidsbewijs, hetzij een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014 in verband met het toe te kennen ambt";2° In § 2, eerste lid, worden de woorden "een van de bekwaamheidsbewijzen die vereist of voldoend zijn in verband met het toe te kennen ambt" vervangen door de woorden "een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs, of een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3, van het decreet van 11 april 2014 in verband met het toe te kennen ambt".

Art. 98.In artikel 24, § 1, 5°, laatst gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016, worden de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs, of van een ander bekwaamheidsbewijs dat bovendien voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3 van het decreet van 11 april 2014,".

Art. 99.In artikel 31, § 1, 5°, laatst gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016, worden de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs, of van een ander bekwaamheidsbewijs dat ook voldoet aan de voorwaarden van artikel 36, § 3 van het decreet van 11 april 2014,".

Art. 100.In artikel 32 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2016, worden de woorden "vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 31, § 1, 5° ". HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs

Art. 101.In artikel 2, 14° van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs, worden de woorden "elke andere al dan niet gecertificeerde basiscompetentie die door de in 15° bedoelde Commissie als voldoende wordt erkend bij ontstentenis van het in 10°, 11° en 12° bedoeld bekwaamheidsbewijs voor de tijdelijke uitoefening van een basisambt of onderwijsambt" vervangen door de woorden "elke andere al dan niet gecertificeerde basiscompetentie die bij gebrek aan de in de punten 10°, 11° en 12° bedoelde bekwaamheidsbewijzen voldoende wordt geacht voor de uitoefening van een basisambt of onderwijsambt".

Art. 102.In artikel 16 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het begin van § 2 worden de woorden "Met uitzondering van de categorie van andere bekwaamheidsbewijzen" toegevoegd;2° in het eerste lid van § 6 worden de woorden "de Commissie is gemachtigd om andere bekwaamheidsbewijzen toe te laten overeenkomstig de door de Regering vastgestelde procedures" vervangen door de woorden "elke houder van andere bekwaamheidsbewijzen kan worden aangeworven";3° de tweede tot en met zesde leden van § 6 worden geschrapt;4° § 6bis wordt geschrapt.

Art. 103.In § 1 van artikel 17 van hetzelfde decreet worden de woorden "Behalve de uitzondering bepaald in bijlage II van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juni 2014 betreffende de ambten, bekwaamheidsbewijzen en barema's tot uitvoering van de artikelen 7, 16, 50 en 263 van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs, welke uitzondering enkel van toepassing is op het betrokken ambt," toegevoegd vóór de woorden "Voldoet aan de voorwaarde van het bezit van de passende pedagogische component voor de vorming van een bekwaamheidsbewijs".

Art. 104.Het eerste lid van artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst : "De nieuwaanwervingen worden gedaan door de categorie houders van bekwaamheidsbewijzen met een vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs voorrang te verlenen op de categorie houders van schaarstebekwaamheidsbewijzen en de categorie houders van schaarstebekwaamheidsbewijzen op alle andere bekwaamheidsbewijzen ".

Art. 105.In artikel 27, § 1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt geschrapt;2° in het vierde lid, 4°, worden de woorden "de besluitvormingskamer die krachtens artikel 48 is ingesteld om de opdracht bedoeld in artikel 39, 4°, uit te voeren" vervangen door de woorden "de vroegere besluitvormingskamer voor de schaarste".

Art. 106.In artikel 29 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5, tweede lid, worden de woorden "wanneer zij de houder van een ander bekwaamheidsbewijs dat nog niet voldoet aan de bepalingen van artikel 36, § 3 aanwerft, of die zij aanwerft in het kader van de aanvullende lestijden bedoeld in artikel 5 van het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten " ingevoegd tussen de woorden "deze raadpleging" en de woorden "de inrichtende macht";2° een § 6 wordt ingevoegd die als volgt luidt : " § 6.Naast de decreten en reglementering van toepassing op het gebied van het toezicht en de bekrachtiging van de statutaire bepalingen, worden de methoden voor het toezicht op de naleving door de inrichtende macht van de regels voor de prioriteitstelling van het in dit hoofdstuk IV genoemde bekwaamheidsbewijs door de Regering vastgesteld.".

Art. 107.In artikel 29bis, § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "wanneer zij de houder van een ander bekwaamheidsbewijs aanwerft of wanneer zij aanwerft in het kader van de aanvullende lestijden bedoeld in artikel 5 van het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten " toegevoegd vóór de woorden "De inrichtende macht".

Art. 108.Artikel 29quater van hetzelfde decreet wordt geschrapt.

Art. 109.Artikel 31bis van hetzelfde decreet wordt vervangen door de volgende tekst : "Bij wijze van afwijking, in het kader van de prioriteitstelling van houders van vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijzen ten opzichte van houders van schaarstebekwaamheidsbewijzen, kan de houder van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs die in het kader van de toepassing van artikel 29 of 29 bis is aangeworven en houder van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs of houder van een schaarstebekwaamheidsbewijs die in het kader van de toepassing van artikel 29 of 29 bis is aangeworven en houder van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs die een of meer onvolledige ambten als dusdanig uitoefent, die in totaal ten minste de helft van het voor een volledige ambt vereiste aantal uren uitmaken, zijn opdracht laten verlengen, in het vorm-4 gespecialiseerd onderwijs, in een ambt waarvoor hij een schaarstebekwaamheidsbewijs bezit. Deze uitbreiding is beperkt tot maximaal een kwart van het aantal uren vereist voor een ambt met volledige prestaties.

De uitoefening van de in het eerste lid bedoelde afwijking mag geen afbreuk doen aan een personeelslid met een beter bekwaamheidsbewijs voor hetzelfde ambt of een van deze ambten dat kandidaat is voor een van deze ambten binnen de Inrichtende macht.".

Art. 110.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt geschrapt;2° In § 2, die § 1 is geworden, worden de woorden "vereiste en" ingevoegd tussen het woord "bekwaamheidsbewijzen" en het woord "voldoende";3° in § 5, nu § 4, wordt het cijfer "4" vervangen door het cijfer "3".

Art. 111.In artikel 33 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende tekst : "In afwijking van het voorgaande kan een personeelslid dat in het bezit is van een vereist of voldoend bekwaamheidsbewijs en in vast verband benoemd of aangeworven, een of meer ambten met onvolledige prestaties verricht of heeft verricht die in totaal ten minste een derde uitmaken van het aantal uren vereist voor het verrichten van een ambt met volledige prestaties in het voorafgaande of het lopende schooljaar, zijn of haar opdracht in vorm 4 van het gespecialiseerd onderwijs laten uitbreiden in een of meer ambten waarvoor hij of zij een schaarstebekwaamheidsbewijs bezit.Deze uitbreiding is beperkt tot maximaal een kwart van het aantal uren vereist voor een ambt met volledige prastaties.; 2° In § 2 worden de woorden "voldoende of" geschrapt.

Art. 112.Artikel 34 van hetzelfde decreet wordt geschrapt.

Art. 113.In artikel 35 van hetzelfde decreet worden de woorden "of voldoende" ingevoegd tussen de woorden "andere dan vereiste" en de woorden "kunnen".

Art. 114.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 36 van hetzelfde decreet : 1° een § 3 ingevoegd die als volgt luidt : "In afwijking van § 1 en § 2 kan de houder van een in artikel 1, lid 3, bedoeld wervingsambt, die houder is van een ander bekwaamheidsbewijs, zijn statutaire voorrangsrechten doen gelden voor benoeming of aanstelling op tijdelijke basis, of voor benoeming of aanstelling in vast verband : 1° voor onderwijsambten, d.w.z. een pedagogisch bekwaamheidsbewijs overeenkomstig de bepalingen van artikel 17, rekening houdend met het niveau of de niveaus waarop de opdrachten worden uitgevoerd en met de nuttige beroepservaring, wanneer deze ervaring deel uitmaakt van het vereiste of voldoende bekwaamheidsbewijs; 2° 600 dagen anciënniteit heeft opgebouwd in het ambt in het gesubsidieerd georganiseerd en officieel onderwijs of 720 dagen anciënniteit in het ambt in het gesubsidieerd vrij onderwijs, gespreid over ten minste 4 opeenvolgende jaren binnen éénzelfde Inrichtende macht en berekend volgens de nadere regels die specifiek zijn voor elk statuut."; 2° een § 4 ingevoegd die als volgt luidt : " § 4: In ambten waarvoor de Regering alleen vereiste bekwaamheidsbewijzen heeft vastgesteld, mag een inrichtende macht de houder van een ander bekwaamheidsbewijs niet aanwerven.".

Art. 115.In artikel 37 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden "of gelijkgesteld krachtens artikel 37, § 2bis" geschrapt;2° § 2bis wordt geschrapt;3° in het eerste lid van § 3 worden de woorden "bedoeld in de §§ 2 en 2bis" vervangen door de woorden "bedoeld in § 2";4° lid 2 van § 3 wordt geschrapt.

Art. 116.Artikel 39, lid 2, punt 4°, van hetzelfde decreet wordt geschrapt.

Art. 117.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 48 van hetzelfde decreet : 1° in § 1 worden de woorden "punten 4° en 7°, twee besluitvormingskamers geplaatst" vervangen door de woorden "punt 7°, één besluitvormingskamer geplaatst";2° in § 2 worden de woorden "Deze beslissingskamers zijn elk samengesteld" vervangen door de woorden "Deze beslissingskamer is samengesteld";3° in § 3 wordt het woord "elk" vervangen door het woord "de".

Art. 118.In hetzelfde decreet wordt een artikel 293/4 ingevoegd, dat als volgt luidt : "

Artikel 293/4.- Personeelsleden die het in het voormalige artikel 37, lid 2 bis, bedoeld assimilatiestelsel genoten, genieten het in artikel 36, lid 3, bedoelde afwijkingsstelsel." .

TITEL IV. - Bepalingen ter verduidelijking en verruiming van het toepassingsgebied van de aanvullende lestijden

Art. 119.In artikel 5 van het decreet van 14 maart 2019 houdende diverse bepalingen betreffende de werkorganisatie van de onderwijspersoneelsleden en tot toekenning van meer organisatieflexibiliteit aan de Inrichtende machten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 2 wordt aan lid 6 het volgende toegevoegd "of aan een tijdelijk personeelslid dat is ingedeeld in de eerste groepen bedoeld in artikel 2 §§ 1 en 2 van het koninklijk besluit van 22 juli 1969 tot vaststelling van de regels voor de rangschikking van de kandidaten voor een tijdelijke aanstelling in het rijksonderwijs, ongeacht zijn statuut in de inrichtende macht waarin zij de extra lestijden verstrekken";b) er wordt een § 3 ingevoegd, die als volgt luidt : " § 3.Vallen niet onder het begrip "verlof" bedoeld in § 2, lid 2, onder b en § 2, lid 3, onder c : a) het verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan als bedoeld in het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 3 december 1992 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in het onderwijs en de PMS-centra;b) de terbeschikkingstelling vóór het rustpensioen als bedoeld in het koninklijk besluit nr.297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestatie in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra; c) het verlof voor de voorlopige uitoefening van een selectieambt als bedoeld in artikel 14, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;d) het verlof voor de voorlopige uitoefening van een promotieambt als bedoeld in artikel 14, § 1, 2° van voormeld koninklijk besluit van 15 januari 1974;e) het verlof voor verminderde prestaties in geval van ziekte of gebrekkigheid zoals bedoeld in de artikelen 19 tot 22 bis van bovengenoemd Koninklijk Besluit van 15 januari 1974;f) het verlof voor verminderde prestaties voor personeelsleden ter beschikking gesteld wegens ziekte of invaliditeit om therapeutische doeleinden, zoals bedoeld in de artikelen 22 ter tot en met 22 nonies van voormeld koninklijk besluit van 15 januari 1975;g) het verlof voor verminderde prestaties in geval van een beroepsziekte;h) het verlof voor verminderde prestaties bij een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar het werk;i) het permanent vakbondsverlof bedoeld in artikel 29 van voormeld koninklijk besluit van 15 januari 1974;j) het verlof als gevolg van het gedeeltelijk verlies van een opdracht of de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking zonder dat er een reaffectatie heeft plaatsgevonden;k) het verlof om een proeftijd te vervullen in een ander ambt bedoeld in artikel 9, onder b), van voormeld Koninklijk Besluit van 15 januari 1974;l) het verlof wegens langdurige afwezigheid om familiale redenen, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 25 november 1976 betreffende de afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen;m) het verlof voor de verwijdering van zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven (al dan niet bezoldigd)".

Art. 120.Het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende toekenning van een toelage voor overwerk aan sommige leden van het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt opgeheven.

TITEL V. - Bepalingen om de baremalogica te vereenvoudigen

Art. 121.Aan artikel 50 van voornoemd decreet van 11 april 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, vierde lid, wordt het woord "genieten" vervangen door de woorden "en de houder van een ander bekwaamheidsbewijs, zoals bedoeld in artikel 16, § 6, van dit decreet genieten";2° het vijfde lid van § 1 wordt geschrapt;3° in § 2, vierde lid, wordt het woord "geniet" vervangen door de woorden "en de houder van een ander bekwaamheidsbewijs, zoals bedoeld in artikel 16, § 6, van dit decreet genieten";4° lid 5 van § 2 wordt geschrapt;5° in § 4, vijfde lid, wordt het woord "geniet" vervangen door de woorden "en de houder van een ander bekwaamheidsbewijs, zoals bedoeld in artikel 16, § 6, van dit decreet, dat het in 1° of 2° bedoelde disciplinaire element bevat, genieten";6° het zesde en het zevende lid van § 4 worden geschrapt. TITEL VI. - Bepaling over de omzetting van Richtlijn 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen

Art. 122.In artikel 12bis van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving wordt een § 4 ingevoegd, die als volgt luidt : "Alvorens nieuwe bepalingen aan te nemen die toegang tot of de uitoefening van een ambt door onderwijzend personeel beperken of alvorens dergelijke bestaande bepalingen te wijzigen, wordt een evenredigheidsbeoordeling uitgevoerd.

De nadere regels voor dit onderzoek worden door de Regering vastgesteld met het oog op de omzetting van Richtlijn 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen.".

TITEL VII. - Bepaling voor de programmering van opties in het gewoon secundair kwalificatieonderwijs, alsmede in het gespecialiseerde secundair onderwijs van vorm 4, om de versnippering ervan te voorkomen

Art. 123.In artikel 25 van het decreet van 29 juli 1992 tot organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In lid 2 wordt "voor de schooljaren 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019 en 2019-2020" vervangen door "voor de schooljaren 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019, 2019-2020 en 2020-2021";2° In het tweede lid, 2°, worden de woorden "voor het schooljaar 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018 of 2018-2019, maar die niet konden worden georganiseerd in respectievelijk 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018 of 2018-2019" worden vervangen door de woorden "voor het schooljaar 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019 of 2019-2020, maar die niet konden worden georganiseerd in respectief 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018, 2018-2019 of 2019-2020".» TITEL VIII. - Bepaling over de berekening van de omkadering in het kleuteronderwijs van 1 oktober 2020 als gevolg van de COVID-19-crisis.

Art. 124.In artikel 42 van het decreet van 13 juli 1998 tot organisatie van het gewone kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van de reglementering van het onderwijs wordt een § 3 ingevoegd, die als volgt luidt: " § 3. In afwijking van artikel 41 wordt de op 1 oktober 2020 berekende omkadering niet naar beneden toe herzien indien deze lager is dan de op 1 oktober 2019 berekende omkadering".

TITEL IX. - Slotbepaling

Art. 125.De in dit decreet bedoelde maatregelen ter bestrijding van de schaarste aan leerkrachten worden om de twee jaar door de Regeringsdiensten geëvalueerd.

Over deze evaluatie zal verslag aan het Parlement worden uitgebracht door de Minister van Onderwijs en de Minister van Onderwijs voor sociale promotie.

TITEL X. - Inwerkingtreding

Art. 126.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2020, met uitzondering van titel 3 die in werking treedt voor het schooljaar 2020-2021 en artikel 123 dat in werking treedt op 1 januari 2020.

De artikelen 22, 1° ; 29, 1° ; 35, 1° ; 37; 39, 2° ; 46, 1° ; 54, 1° ; 56; 58, 1° en 2°, a); 63, 1° ; 64, 1° ; 66; 96; 104 en 109 tot 113 houden op uitwerking te hebben op 1 september 2023.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 2020.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vice-Presidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota Zitting 2019-2020 Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 107-1. - Commissieamendement(en), nr. 107-2 - Tekst aangenomen tijdens de commissie, nr. 107-3 - Vergaderingsamendement(en), nr. 107-4 - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering, nr. 107-5.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 16 juli 2020.

^