Etaamb.openjustice.be
Decreet van 15 februari 2008
gepubliceerd op 01 april 2008

Decreet tot instelling van een Hoge Raad voor de Psycho-medisch-sociale centra

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2008029169
pub.
01/04/2008
prom.
15/02/2008
ELI
eli/decreet/2008/02/15/2008029169/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2008. - Decreet tot instelling van een Hoge Raad voor de Psycho-medisch-sociale centra (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en inleidingsbepaling

Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de Psycho-medisch-sociale centra die door de Franse Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd worden.

Art. 2.Het gebruik in dit decreet van de mannelijke vorm voor de verschillende ambten is gemeenslachtig om de leesbaarheid van de tekst te garanderen onverminderd de bepalingen van het decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep. HOOFDSTUK II. - De Hoge Raad

Art. 3.Er wordt een Hoge raad voor de Psycho-medisch-sociale centra ingesteld, hierna de Raad genoemd.

Deze Raad bestaat uit werkende en plaatsvervangende leden.

Voor elk werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangesteld. Het plaatsvervangend lid zetelt slechts in afwezigheid van het werkend lid.

Bij overlijden of ontslagneming van een lid wordt zijn plaatsvervanger aangesteld door de Regering, overeenkomstig artikel 5, om het mandaat van zijn voorganger te voleindigen. Elk lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor het benoemd werd, wordt als ontslagnemend beschouwd.

Art. 4.De Raad heeft als opdracht : 1o Advies te geven over alle vragen die hem door de Regering worden gesteld; 2o De bij de artikelen 6, § 2, 12, 16, 19, en 41 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra bedoelde adviezen te verlenen; 3o De Dienst voor Psycho-medisch-sociale Begeleiding met raad bij te staan inzonderheid inzake organisatie van de psycho-medisch-sociale centra die door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd worden; 4o Op eigen initiatief aanbevelingen te geven over alle vragen die onder de bevoegdheid van de psycho-medisch-sociale centra ressorteren en de versterking van de samenwerkingsverbanden met hun verschillende partners; 5o De uitvoering van de hervormingen te begeleiden; 6o Aan de Sturingscommissie de behoeften van het personeel over te maken betreffende de opleidingen en de voorstellen over de oriëntaties en de thema's betreffende de netoverschrijdende opleidingen gegeven zoals bepaald in artikel 15, 2e lid van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan.

Art. 5.De Raad bestaat uit 22 stemgerechtigde werkende leden die als volgt worden onderverdeeld : 1o Vier door de Regering aangestelde vertegenwoordigers van de psycho-medisch-sociale centra die door de Franse Gemeenschap georganiseerd worden; 2o Vier vertegenwoordigers van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra aangesteld door de Regering op de voordracht van het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten van het gesubsidieerd officieel onderwijs dat de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra overkoepelt; 3o Vier vertegenwoordigers van de gesubsidieerde vrije psycho-medisch-sociale centra aangesteld door de Regering op de voordracht van het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten van het confessioneel vrij onderwijs; 4o Twee vertegenwoordigers van de representatieve federaties van ouderverenigingen aangesteld door de Regering op de voordracht van de representatieve federaties; 5o Een vertegenwoordiger voor elk vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de gesubsidieerde inrichtende machten aangesteld door de Regering op de voordracht van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen; 6o Een vertegenwoordiger van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap aangesteld door de Regering; 7o Een vertegenwoordiger voor elke representatieve vakvereniging aangesteld door de Regering op de voordracht van de representatieve vakverenigingen en die in de sector actief zijn.

Art. 6.De Raad wordt op zodanige wijze samengesteld dat er onder de in 1, 2 en 3 van artikel 5 bedoelde leden als werkend of plaatsvervangend lid minstens een directeur, een psycho-pedagogische raadgever of hulpverlener, een sociale hulpverlener, een paramedische hulpverlener en een arts aanwezig zijn, allen werkend in een psycho-medisch-sociaal centrum.

Daartoe stellen het orgaan dat de inrichtende machten van de psycho-medisch-sociale centra van het gesubsidieerd officieel onderwijs vertegenwoordigt en het orgaan dat de inrichtende machten van de psycho-medisch-sociale centra van het confessioneel vrij gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigt, elk aan de Regering de kandidatuur voor van twee directeurs, twee psycho-pedagogische raadgevers of hulpverleners, twee sociale hulpverleners, twee paramedische hulpverleners en twee artsen.

Art. 7.De volgende personen maken ook deel uit van de Raad, met beraadslagende stem : 1o Een vertegenwoordiger van het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek; 2o Een vertegenwoordiger van de Algemene directie Gezondheid; 3o Een of meerdere vertegenwoordigers aangesteld door de Regering, op eigen initiatief of op voorstel van de Raad, op grond van de samenwerkingsverbanden die moeten worden aangeknoopt of versterkt. Het aantal vertegenwoordigers kan niet hoger zijn dan drie.

Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheid het Leerplichtonderwijs en de Minister tot wiens bevoegdheid de Gezondheidspromotie op school behoort, kunnen elk een vertegenwoordiger aanstellen met beraadslagende stem binnen de Raad.

Art. 9.Met het oog op het verklaren van zijn werkzaamheden, kan de Raad, voor problemen die onder hun bevoegdheid ressorteren, zich beroepen op deskundigen met beraadslagende stem. Het aantal deskundigen kan niet hoger zijn dan het aantal werkende leden.

Art. 10.De leden van de Raad worden benoemd door de Regering voor een periode van vier jaar. Dat mandaat is slechts een keer hernieuwbaar voor de werkende leden bedoeld in artikel 5, punten 1, 2 en 3.

Art. 11.De Raad kiest onder hen een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. De voorzitter en de ondervoorzitter oefenen hun mandaat uit gedurende twee jaar. De mandaten van de voorzitter en de ondervoorzitter worden beurtelings uitgeoefend gedurende twee jaar respectievelijk door een vertegenwoordiger van de officiële PMS-Centra en door een vertegenwoordiger van de confessionele vrije PMS-Centra.

De secretaris kan hulp vragen aan het bestuur dat bevoegd is voor de bestuurstaken.

Art. 12.De Raad stelt haar huishoudelijk reglement vast en legt het voor goedkeuring aan de Regering voor.

Art. 13.De werkende en plaatsvervangende leden alsmede de deskundigen worden vergoed voor de reis- en verblijfkosten die uit de uitoefening van hun opdracht voortvloeien, overeenkomstig de regels van kracht voor het personeel van de ministeries.

Daartoe worden zij gelijkgesteld met ambtenaren houder van een graad van rang 13.

Art. 14.De Raad wordt ofwel op initiatief van de voorzitter ofwel op aanvraag van de Minister tot wiens bevoegdheid het Leerplichtonderwijs behoort, ofwel op aanvraag van minstens zeven werkende leden bijeengeroepen.

De oproepingsbrief moet vijf werkdagen voor de zitting verstuurd worden met vermelding van de agenda van de vergadering.

De Raad beraadslaagt en beslist geldig als minstens twaalf stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

De Raad verleent advies bij consensus of, bij ontstentenis, met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de stemgerechtigde aanwezige leden.

De leden in minderheid gesteld, kunnen vragen dat hun advies in de notulen van de vergadering verschijnt. HOOFDSTUK III. - Opheffings-, wijzigings- en slotbepalingen

Art. 15.Het koninklijk besluit van 30 juni 1976 tot instelling van een Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding en voor studie- en beroepsoriëntering wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra worden de woorden « Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 17.In artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 18.In artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 19.In artikel 19 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 20.In artikel 41 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Hoge Raad voor psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 21.In artikel 5, 1e lid, 6°, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, worden de woorden « Hoge Begeleidingsraad » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 22.In artikel 28, § 1, 4°, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school worden de woorden « de Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « de Hoge raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 23.In artikel 15, 2e lid, van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan worden de woorden « de Hoge Raad voor de psycho-medisch-sociale begeleiding » vervangen door de woorden « de Hoge raad voor de psycho-medisch-sociale centra ».

Art. 24.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel op 15 februari 2008.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Cultuur en de Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota (1) Zitting 2007-2008 : Stukken van de Raad.- Decreetsontwerp nr. 510-1. - Verslag nr. 510-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 12 februari 2008.

^