gepubliceerd op 05 september 2013
Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw
10 JULI 2013. - Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2001 pub. 25/07/2001 numac 2001027418 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de beroepsopleiding in de landbouw type decreet prom. 12/07/2001 pub. 12/10/2001 numac 2001033066 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen type decreet prom. 12/07/2001 pub. 02/08/2001 numac 2001029289 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd sluiten betreffende de beroepsopleiding in de landbouw
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Titel I. - Doel en begripsomschrijving
Artikel 1.Bij dit decreet wordt Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden gedeeltelijk omgezet.
Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° "pesticide" : a) een gewasbeschermingsmiddel als omschreven in Verordening nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad; b) een biocide als omschreven in het koninklijk besluit van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2003 pub. 11/07/2003 numac 2003022681 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden sluiten betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden;2° "kwetsbare groepen" : de kwetsbare groepen in de zin van artikel 3 van Verordening 1107/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad;3° "geïntegreerde gewasbescherming " : de zorgvuldige afweging van alle beschikbare gewasbeschermingsmethoden, gevolgd door de integratie van passende maatregelen die de ontwikkeling van populaties van schadelijke organismen tegengaan, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere vormen van interventie tot economisch en ecologisch verantwoorde niveaus beperkt houden en het risico voor de gezondheid van de mens en voor het milieu tot een minimum beperken.Bij de geïntegreerde gewasbescherming ligt de nadruk op de groei van gezonde gewassen, waarbij de landbouwecosystemen zo weinig mogelijk worden verstoord en natuurlijke plaagbestrijding wordt aangemoedigd; 4° "risico-indicator " : het resultaat van een berekeningsmethode die wordt gebruikt bij de beoordeling van de risico's van pesticiden voor de menselijke gezondheid en/of het milieu;5° "niet-chemische methoden" : methoden die een alternatief vormen voor chemische pesticiden voor gewasbescherming en plaagbestrijding zoals bepaald door de Waalse Regering en berusten op landbouwtechnieken of fysische, mechanische of biologische bestrijdingsmethoden. Titel II. - Toepassingsvoorwaarden voor de pesticiden in de openbare ruimten
Art. 3.§ 1. De toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de openbare ruimten is vanaf 1 juni 2014 verboden. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de Regering de voorwaarden bepalen waarin de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen tot 31 mei 2019 wordt toegelaten.
Die voorwaarden bestaan met name in : 1° de verplichting om een plan op te maken en uit te voeren dat betrekking heeft op de beperking van de toepassing van de gewasbeschermingsmiddelen in de openbare ruimten;2° kwalificaties van het personeel belast met de aankoop, de opslag en de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen;3° beperkingen van de vergunningen betreffende met name de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen tot de aard en de kenmerken van de ruimten waarop die producten toegepast moeten worden; 4° voorwaarden m.b.t. de soorten gebruikte gewasbeschermingsmiddelen.
De Regering kan ook de voorwaarden bepalen waarin de toepassing van pesticiden toegelaten of verboden is wegens redenen van openbare gezondheid, hygiëne, veiligheid van de personen, natuurbehoud en behoud van het plantenerfgoed met inachtneming van het principe van de gewasbescherming.
De Regering bepaalt wat onder "openbare ruimten" moet worden verstaan.
Titel III. - Toepassingsvoorwaarden voor de pesticiden in de door het publiek of kwetsbare groepen bezochte ruimten
Art. 4.De Regering kan de toepassing van pesticiden in de door het publiek of kwetsbare groepen bezochte ruimten reglementeren en, indien nodig, verbieden.
Ze kan ook de voorzorgsmaatregelen m.b.t. de toepassing van pesticiden in de nabijheid van die plaatsen bepalen.
Ze kan de toegang tot het gedeelte van de door het publiek bezochte ruimten dat het voorwerp uitmaakt van een behandeling door een gewasbeschermingsmiddel reglementeren of verbieden en de aanplakkings- en bebakeningsvoorwaarden van de behandelde gebieden bepalen.
De Regering bepaalt wat onder "door het publiek bezochte ruimten" moet worden verstaan.
Titel IV. - Waals reductieprogramma voor pesticiden
Art. 5.§ 1. Het in artikel D.46 van Boek I van het Milieuwetboek bedoelde Waalse reductieprogramma voor pesticiden legt de kwantitatieve doelstellingen, de streefdoelen, de maatregelen en de planningen vast om de risico's en de gevolgen van het gebruik van pesticiden op de gezondheid van de mens en het leefmilieu te beperken en om de opstelling en invoering van een geïntegreerde gewasbescherming en alternatieve methoden of technieken aan te moedigen om de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te verminderen.
Die doelstellingen kunnen door verschillende bekommernissen ingegeven worden, zoals de bescherming van het leefmilieu en de gezondheid in een stedelijke omgeving, residuen, het gebruik van bijzondere technieken of het gebruik op bepaalde gewassen.
Het Waalse reductieprogramma voor pesticiden beschrijft ook de wijze volgens welke alle professionele gebruikers ervoor zorgen dat de algemene beginselen inzake geïntegreerde gewasbescherming zoals bepaald door de Regering op de door haar bepaalde datum en in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2014 worden toegepast. § 2. Het Waalse reductieprogramma voor pesticiden omvat ook risico-indicatoren bestemd om toe te zien op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die werkzame stoffen bevatten die bijzonder zorgwekkend zijn, met name wanneer er vervangende methoden bestaan. § 3. Op basis van deze indicatoren en, desgevallend, rekening houdend met risico- of gebruiksreductiedoelstellingen die reeds vóór de aanneming van het gewestelijke reductieprogramma voor pesticiden bereikt werden, legt de Regering planningen en doelstellingen vast voor de reductie van de toepassing, met name wanneer een gebruiksreductie een geschikte manier is om ook het risico te reduceren met betrekking tot de elementen die als prioritair gedefinieerd werden in het verslag over de staat van het Waalse milieu. § 4. Wanneer de Regering het Waalse reductieprogramma voor pesticiden opmaakt of herziet, wordt rekening gehouden met de sanitaire, sociale, economische en ecologische effecten van de overwogen maatregelen en met de nationale, gewestelijke en plaatselijke omstandigheden, net als met alle betrokken partijen. In het Waalse reductieprogramma voor pesticiden beschrijft de Regering de wijze waarop ze de maatregelen zal toepassen om de in § 1 bedoelde doelstellingen te bereiken. § 5. Het Waalse reductieprogramma voor pesticiden houdt rekening met het programma van maatregelen voorzien in artikel D.23 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. § 6. In afwijking van artikel D.45 onderzoekt de Regering het Waalse reductieprogramma voor pesticiden minstens om de vijf jaar opnieuw.
Titel V. - Hantering van gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik
Art. 6.§ 1. De Regering kan de hanteringsverrichtingen van gewasbeschermingsmiddel voor professioneel gebruik en van hun hulpmiddelen in de zin van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad reglementeren.
Ze kan de plaatsen of oppervlakten waarin deze hanteringen worden toegelaten, alsmede te nemen voorzorgsmaatregelen bepalen om de risico's voor verontreiniging van het milieu tijdens de hantering van die producten te beperken of te voorkomen.
Die voorzorgsmaatregelen kunnen zowel de hantering van farmaceutische producten voor professioneel gebruik als het beheer van de verpakkingen, van afvalstoffen van niet-gebruikte pesticiden en van de reiniging van de toepassingsapparatuur betreffen. § 2. De Regering kan verplichtingen vastleggen ten laste van de professionele gebruiker wat betreft de informatie verstrekt aan zijn aangestelden en het bezit van de voor de identificatie van de gebruikte producten nodige documenten.
Titel VI. - Informatie en sensibilisering
Art. 7.§ 1. De Regering treft de nodige maatregelen om het publiek te informeren, en om voorlichtings- en sensibiliseringsprogramma's en de beschikbaarheid van precieze en evenwichtige inlichtingen over de pesticiden voor het publiek te bevorderen en te faciliteren, met name de risico's en eventuele acute en chronische gevolgen voor de gezondheid van de mens, de niet beoogde organismen en het milieu voortvloeiend uit het gebruik ervan alsmede het gebruik van niet-chemische alternatieve methodes. § 2. De Regering voorziet in systemen voor de verzameling van informatie over de acute gevallen van vergiftiging door pesticiden en in voorkomend geval over de gevallen van chronische vergiftiging bij groepen die geregeld blootgesteld kunnen worden aan pesticiden, zoals gebruikers of mensen die in de buurt van de sproeigebieden van pesticiden wonen.
Titel VII. - Geïntegreerde gewasbescherming
Art. 8.§ 1. De Regering neemt alle nodige maatregelen om de bestrijding met lage pesticideninzet te bevorderen, waarbij zij waar mogelijk voorrang geeft aan niet-chemische methoden, zodat professionele gebruikers van pesticiden overschakelen op praktijken en producten die binnen het gehele voor de bestrijding van een bepaald schadelijk organisme ter beschikking staande aanbod het laagste risico voor de gezondheid van de mens en het milieu opleveren.
De bestrijding met lage pesticideninzet omvat geïntegreerde gewasbescherming alsmede biologische landbouw overeenkomstig Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten. § 2. De Regering schept de noodzakelijke voorwaarden, of verleent steun daartoe, voor het in de praktijk brengen van geïntegreerde gewasbescherming. Met name zorgt zij ervoor dat professionele gebruikers kunnen beschikken over informatie en instrumenten voor de bewaking van schadelijke organismen en besluitvorming, alsook over adviesdiensten voor geïntegreerde gewasbescherming. § 3. De Regering voorziet in passende stimulansen om professionele gebruikers aan te sporen tot het vrijwillig toepassen van gewas- of sectorspecifieke richtsnoeren inzake geïntegreerde gewasbescherming.
De Regering en de organisaties die bepaalde professionele gebruikers vertegenwoordigen, kunnen dergelijke richtsnoeren opstellen. De Regering verwijst in haar Waals reductieprogramma voor pesticiden naar de richtsnoeren die zij relevant en passend acht. § 4. Uiterlijk op 30 juni 2013 brengt de Regering bij de Commissie verslag uit over de uitvoering van het bepaalde in de §§ 1 tot 3, en met name over de vraag of de noodzakelijke voorwaarden voor het in praktijk brengen van geïntegreerde gewasbescherming zijn vervuld.
Titel VIII. - Straffen
Art. 9.Er wordt een overtreding van derde categorie in de zin van deel VIII van het decretaal gedeelte van Boek I van het Milieuwetboek begaan door degene die pesticiden in overtreding met de artikelen 3, 4 en 6 van dit decreet, alsook met hun uitvoeringsbesluiten toepast, gebruikt of hanteert.
Er wordt een overtreding van derde categorie in de zin van deel VIII van hetzelfde Wetboek begaan door de overtreder van de algemene beginselen inzake geïntegreerde gewasbescherming zoals bepaald door de Regering overeenkomstig artikel 5, § 1.
Titel IX. - Wijzigingsbepalingen
Art. 10.Artikel 2, eerste lid, van het decreet van 12 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2001 pub. 25/07/2001 numac 2001027418 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de beroepsopleiding in de landbouw type decreet prom. 12/07/2001 pub. 12/10/2001 numac 2001033066 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van 5 december 1986 tot uitvoering van bepaalde artikelen van het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen type decreet prom. 12/07/2001 pub. 02/08/2001 numac 2001029289 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd sluiten, betreffende de beroepsopleiding in de landbouw wordt aangevuld met een punt 5°, luidend als volgt : "5° alle personen die moeten bewijzen dat zij een voldoende kennis hebben om een fytolicentie te krijgen in de zin van artikel 2, 11°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen.".
Art. 11.Artikel D.46, eerste lid, van Boek I van het Milieuwetboek wordt aangevuld met een punt 5°, luidend als volgt : "5° een Waals reductieprogramma voor pesticiden.".
Art. 12.In de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 16bis.De gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen worden afgesloten om de toegang van het vee tot de waterloop tijdens het hele jaar te voorkomen onder voorbehoud van het bestaan van een besluit van de Waalse Regering,waarbij het hele grondgebied van een gemeente aan de toepassing van deze maatregel onttrokken wordt.
Dat besluit wordt op 1 januari 2015 opgeheven voor wat betreft de gronden gelegen in een Natura 2000-locatie of in een gebied met een bijzonder belang aangewezen door de Waalse Regering wegens het risico voor eutrofiëring van het grondwater zoals bepaald in artikel D.2, 34 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt.
Het gedeelte van de langs de waterloop gelegen omheining bevindt zich op een minimale lengte van één meter gemeten landinwaarts vanaf de bovenste rand van de oever van de waterloop. In afwijking is die minimale lengte 0,75 meter voor de omheiningen geplaatst vóór 1 april 2014.
Wanneer het passeren met droge voeten in of in de onmiddellijke nabijheid van de weiden gelegen aan beide kanten van de waterloop onmogelijk is, kunnen hekken in de omheiningen gelegen langs die waterloop geïnstalleerd worden om een doorwaadbare doorgang mogelijk te maken. Tijdens de tijd die nodig is voor de oversteek van de waterloop kunnen die hekken open staan. Het weiden wordt zodanig georganiseerd dat de frequentie en het aantal oversteken worden verminderd.
De omheining wordt geplaatst zonder een hindernis te vormen voor de doorgang van het materiaal dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de gewone werken tot ruiming, onderhoud of herstelling van de waterlopen.
De Regering kan een afwijking voor die verplichting toekennen alleen voor de gronden die het voorwerp uitmaken van een zeer extensieve wei die gunstig is voor biodiversiteit.".
Art. 13.In artikel 17, tweede lid, van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen wordt punt 3° vervangen als volgt : "de overtreder van artikel 16bis of artikel 23, § 3,".
Art. 14.Artikel 23 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : " § 3. In afwijking van § 1 wordt de in artikel 16bis bedoelde verplichting uiterlijk op 31 maart 2014 toegepast wanneer de gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen, gelegen zijn in een gebied aangewezen krachtens de artikelen D.156 en D.157 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en wanneer bovengenoemde waterloop die niet onder de bevaarbare waterlopen door de Regering wordt ingedeeld, stroomopwaarts is van het punt waarin hun stroomgebied minstens 100 hectare bedraagt.".
Art. 15.In Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt een artikel D.42-1 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. D.42-1. De gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen worden afgesloten om de toegang van het vee tot de waterloop tijdens het hele jaar te voorkomen onder voorbehoud van het bestaan van een besluit van de Waalse Regering,waarbij het hele grondgebied van een gemeente aan de toepassing van deze maatregel onttrokken wordt." Dat besluit wordt op 1 januari 2015 opgeheven voor wat betreft de gronden gelegen in een Natura 2000-locatie of in een gebied met een bijzonder belang aangewezen door de Waalse Regering wegens het risico voor eutrofiëring van het grondwater.
Het gedeelte van de langs de waterloop gelegen omheining bevindt zich op een minimale lengte van één meter gemeten landinwaarts vanaf de bovenste rand van de oever van de waterloop. In afwijking is die minimale lengte 0,75 meter voor de omheiningen geplaatst vóór 1 april 2014.
Wanneer het passeren met droge voeten in of in de onmiddellijke nabijheid van de weiden gelegen aan beide kanten van de waterloop onmogelijk is, kunnen hekken in de omheiningen gelegen langs die waterloop geïnstalleerd worden om een doorwaadbare doorgang mogelijk te maken. Tijdens de tijd die nodig is voor de oversteek van de waterloop kunnen die hekken open zijn. Het weiden wordt zodanig georganiseerd dat de frequentie en het aantal oversteken worden verminderd.
De omheining wordt geplaatst zonder een hindernis te vormen voor de doorgang van het materiaal dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de gewone werken tot ruiming, onderhoud of herstelling van de waterlopen.
De Regering kan een afwijking voor die verplichting toekennen alleen voor de gronden die het voorwerp uitmaken van een zeer extensieve wei die gunstig is voor biodiversiteit.".
Art. 16.Hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een artikel D.52-1, luidend als volgt : "Art. D52-1. De in artikel 16bis bedoelde verplichting wordt uiterlijk op 31 maart 2014 toegepast wanneer de gronden die langs een waterloop in de openlucht liggen en als weiland dienen, gelegen zijn in een gebied aangewezen krachtens de artikelen D.156 en D.157 van Boek II van het Milieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt en wanneer bovengenoemde waterloop die niet onder de bevaarbare waterlopen door de Regering wordt ingedeeld, stroomopwaarts is van het punt waarin hun stroomgebied minstens 100 hectare bedraagt.".
Art. 17.In hetzelfde Wetboek wordt artikel D.408, tweede lid, 2°, vervangen als volgt : "2° de overtreder van de bepalingen van de artikelen D.42-1 en D.52-1;".
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 10 juli 2013.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO ___________________ (1) Zitting 2012-2013. Stukken van het Waals Parlement, 824 (2012-2013). Nrs 1 tot 3.
Volledig verslag, plenaire vergadering van 10 juli 2013.
Bespreking Stemming.