Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 februari 2014
gepubliceerd op 24 februari 2014

Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014201247
pub.
24/02/2014
prom.
06/02/2014
ELI
eli/decreet/2014/02/06/2014201247/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2014. - Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen (1)


Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.De artikelen L3341-1 tot L3341-15 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie worden opgeheven.

Art. 2.Na "Titel IV - Subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut" en vóór "Hoofdstuk I - Algemene bepalingen" wordt een artikel L3341-0 ingevoegd, luidend als volgt: "Art. L3341-0. Deze titel is niet van toepassing in het Duitstalige taalgebied.".

Art. 3.In het Derde deel, Boek III, Titel IV van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie wordt een hoofdstuk I ingevoegd met als opschrift "Algemene bepalingen".

Art. 4.In hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel L3341-1 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3341-5. De in deze titel bedoelde subsidies zijn voorbehouden voor aankopen en werken, met inbegrip van de onderzoeken, de voortests en de controletests, die hierna worden vermeld : 1° a) de aanleg, de inrichting en het buitengewoon onderhoud van openbare wegen waarvan de ondergrond eigendom is van een overheid, met inbegrip van toebehoren zoals stadsmeubilair, verkeerstekens, beplantingen en voor de gelegenheid ontworpen kunstwerken;b) de aanleg en de inrichting van parkeerplaatsen op het openbaar domein, voor zover die werken rekening houden met het gemeentelijk mobiliteitsplan indien bestaand en goedgekeurd. Indien de gemeente over een goedgekeurd gemeentelijk mobiliteitsplan beschikt, worden de eventuele afwijkingen van dat plan in het voorontwerp gemotiveerd; 2° de bouw, het herstel en de vernieuwing van waterleidingen en rioleringen, waarbij die laatsten opgenomen zijn als gemeenschappelijk saneringsgebied op het saneringsplan per onderstroomgebied;3° de installatie, de uitbreiding, de verplaatsing en de vernieuwing van de openbare verlichting;4° de bouw, de verbouwing en de vernieuwbouw en de aanleg van de toegangswegen : a) van gebouwen voor de huisvesting van gemeentelijke en provinciale diensten;b) van gebouwen voor de huisvesting van de administratieve lokalen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;c) van gebouwen voor de beoefening van de erkende erediensten en de lekenmoraal;d) van gebouwen voor de huisvesting van de administratieve lokalen van de verenigingen van gemeenten waarvan enkel publiekrechtelijke rechtspersonen lid zijn;e) van gemeentelijke gebouwen bestemd voor de uitoefening van de activiteiten gebonden aan het plaatselijk leven en meer bepaald buurthuizen bedoeld voor de versteviging van het maatschappelijk leven of als ontmoetingsplaats tussen generaties, voor zover zij onvoorwaardelijk toegankelijk zijn voor allen en niet met handelsdoeleinden worden uitgebaat;f) van gebouwen voor de huisvesting van de administratieve en technische lokalen van de aanvragers bedoeld in artikel L3341-3, 6°, van het Wetboek;5° de aankoop, met uitsluiting van de grond, van onroerende goederen bestemd voor het gebruik van de rechtspersonen bedoeld in deze titel; 6° alle andere werken bepaald door de Regering.".

Art. 5.In hoofdstuk I, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel L3341-2 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3341-2. De Regering kan toelaten dat de bewijsstukken en dossiers elektronisch overgezonden wordt aan het Bestuur overeenkomstig de door haar bepaalde nadere regels.".

Art. 6.In het Derde deel, Boek III, Titel IV van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie wordt een hoofdstuk II ingevoegd met als opschrift "Subsidies voor de investeringen van openbaar nut van de publiekrechtelijke rechtspersonen".

Art. 7.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-1 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-1. In de zin van dit hoofdstuk wordt onder "de plenaire voorontwerpvergadering" verstaan, de vergadering die in het schetsstadium plaatsvindt in het bijzijn van elke persoon die bij zou kunnen dragen aan het ontwerp en die tot doel heeft de kwaliteit van de projecten en de veiligheid van de werkzaamheden te waarborgen en, behalve in geval van overmacht, alle nieuwe werkzaamheden te voorkomen binnen de twee jaar in de omtrek van de investering waarvan sprake.".

Art. 8.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-2 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-2. Het Waalse Gewest kent subsidies toe ter aanmoediging van de investeringen van openbaar nut van sommige publiekrechtelijke rechtspersonen.".

Art. 9.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-3 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-3. Binnen de perk van de beschikbare begrotingskredieten komen de volgende publiekrechtelijke rechtspersonen, hierna "aanvrager" genoemd, in aanmerking voor de in dit hoofdstuk bedoelde subsidies : 1° de gemeenten;2° de provincies;3° de verenigingen van gemeenten;4° de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten;5° de rechtspersonen die de goeden, noodzakelijk voor de beoefening van de lekenmoraal, beheren; 6° elke andere rechtspersoon die door de Regering aangewezen is.".

Art. 10.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-4 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L.3342-4. De investeringen bepaald in artikel L3341-1 worden opgenomen in een driejarenprogramma dat door de aanvrager opgesteld is met inachtneming van de door de Regering medegedeelde gewestelijke prioriteiten.

In afwijking van het eerste lid kan de investering die niet in een driejarenprogramma is opgenomen en die niet kon worden voorzien bij uitwerking daarvan, voor subsidiëring in aanmerking komen indien noodzakelijk gemaakt door overmacht of toeval.".

Art. 11.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-5 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-5. De Regering bepaalt : 1° het gebruik van de investeringen bedoeld in artikel L3341-1 die voor subsidiëring in aanmerking kunnen komen; 2°de bijzondere voorwaarden voor toekenning van subsidies, de procedure voor de indiening van de aanvragen en de lijst van de te verstrekken documenten; 3° het over een periode van drie jaar geldende subsidiepercentage, en berekeningswijze ervan.

Art. 12.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-6 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-6. § 1. Het driejarenprogramma wordt door de Regering goedgekeurd.

In de beslissing tot algehele of gedeeltelijke goedkeuring van het driejarenprogramma worden meer bepaald de technische en bedrijfswaarde van de investeringen en de financiële draagkracht van de aanvrager en het Gewest in overweging genomen.

De Regering beslist binnen negentig dagen na ontvangst van het volledige driejarenprogramma.

Zij kan in een gemotiveerde beslissing waarvan voor verstrijken van de termijn kennis wordt gegeven aan de aanvrager de termijn één enkele keer verlengen met een nieuwe termijn van maximum vijfenveertig dagen.

Indien er geen kennisgeving door de Regering plaatsgevonden heeft binnen de vijfenveertig dagen volgend op het verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid, wordt het programma geacht goedgekeurd te zijn.

Indien de Regering instemt met het driejarenprogramma, stelt zij voor elke investering die zij in aanmerking heeft genomen, het voorlopige subsidiebedrag vast. § 2. Het driejarenprogramma kan worden gewijzigd door de aanvrager indien de wijziging behoorlijk verantwoord en door de Regering goedgekeurd wordt.

Als de wijziging van het driejarenprogramma een aanpassing inhoudt van de raming van een investering die in het goedgekeurde driejarenprogramma in aanmerking is genomen, wordt daarom verzocht door de aanvrager uiterlijk bij de goedkeuring van het ontwerp dat betrekking heeft op die investering.

De bepalingen betreffende de uitwerking van het driejarenprogramma gelden ook voor de wijziging.".

Art. 13.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-7 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-7. Elke investering van het driejarenprogramma goedgekeurd overeenkomstig artikel L3342-6 wordt besproken in een plenaire voorontwerpvergadering die door de aanvrager belegd en voorgezeten wordt.

De Regering legt de vergaderwijze vast, evenals de lijst van de personen en instellingen die tussenbeide zouden kunnen komen in de uitwerking en de uitvoering van de investering.".

Art. 14.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-8 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-8. Met het oog op de plenaire voorontwerpvergadering maken de personen die gemachtigd zijn om de instellingen te vertegenwoordigen die tussenbeide zouden kunnen komen in de uitvoering van de investering alle reglementaire en technische gegevens aan de aanvrager over, in een volledige, duidelijke en beknopte vorm zodat hij onverminderd de te krijgen vergunningen het onderzoek in verband met de investering kan afwerken en het ontwerp ter advies aan het bestuur kan voorleggen.

De aanvrager notuleert de vergadering en maakt de notulen binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de plenaire voorontwerpvergadering, over aan de personen waarvan sprake in lid 1.

Die personen beschikken over vijftien dagen te rekenen van de kennisgeving om hun opmerkingen aan de aanvrager over te maken, gestaafd met de aanvullende documenten indien nodig. De notulen worden hen binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van het einde van de termijn voor de ontvangst van de opmerkingen overgemaakt. Zij kunnen niet meer betwist worden. De notulen waarover geen opmerkingen zijn geformuleerd binnen de oorspronkelijke termijn van vijftien dagen worden geacht goedgekeurd te zijn.

De termijnen bedoeld in leden 2 en 3 worden eenmaal verlengd indien zij beginnen of vervallen tijdens de maanden juli en augustus. Zij worden opgeschort tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Ze worden naar de eerstvolgende werkdag verschoven indien ze vervallen op een zaterdag, een zondag of een feestdag.

Indien de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarde van een plenaire voorontwerpvergadering, wordt het voordeel van de subsidie voor de betrokken investering automatisch verworpen.".

Art. 15.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-9 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-9. § 1. De aanvrager legt de investeringsprojecten die in het goedgekeurde driejarenprogramma opgenomen zijn, samen met hun bewijsstukken, ter goedkeuring voor aan de Regering.

De termijn voor de goedkeuring van het project door de Regering bedraagt dertig dagen te rekenen van het bericht van ontvangst van het project en van zijn bewijsstukken door de Waalse Overheidsdienst. Die termijn kan met vijftien dagen verlengd worden. De termijn wordt opgeschort tussen 15 juli en 15 augustus. § 2. Zodra het project goedgekeurd wordt, kan de aanvrager de overheidsopdracht opstarten. 3. § 1.Binnen zestig dagen na de goedkeuring van het project en voor zover aan de over het project geopperde eventuele opmerkingen tegemoet is gekomen, geeft de Regering kennis aan de aanvrager van het subsidiebedrag dat is vastgesteld op grond van de raming van het bedrag van de opdracht in het stadium van het project indien de bij de wet of de begroting bepaalde kredieten of machtigingen tot vastlegging beschikbaar zijn. Die kennisgeving geldt als beginselakkoord met de toekenning van de subsidie. De definitieve vastlegging vindt plaats bij de toekenning.

De definitieve subsidie mag het voorlopige subsidiebedrag bepaald in artikel L3342-6, § 1, lid 5, van het Wetboek, niet met meer dan 10 % overschrijden.

De financiële tegemoetkoming van het Gewest mag niet naar boven herzien worden na de kennisgeving van het beginselakkoord. § 4. Bepaalde posten van werken die voor subsidiëring in aanmerking komen, kunnen vermeerderd worden met 15 % van de subsidiepercentages vastgesteld bij het besluit ter uitvoering van dit decreet indien het bijzondere bestek voor die posten de sociale clausule bevat betreffende de opleiding of de inschakeling van werkzoekenden in de door de Regering vastgestelde beroepen of indien de werken toevertrouwd worden aan sociale inschakelingsondernemingen in de zin van artikel 22 van de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten of wanneer het bestek milieucriteria opneemt in de overheidsopdrachten betreffende het gebruik van stenen en sierstenen voor die posten.

Worden bedoelde posten niet in de in het eerste lid bedoelde voorwaarden uitgevoerd, dan wordt de subsidiëring teruggebracht tot de percentages vastgelegd bij het in het eerste lid bedoelde besluit. § 5. Als de aanvrager geen opdracht binnen twee jaar na de kennisgeving van het beginselakkoord heeft gegund, kan de Regering het verval van het beginselakkoord verklaren. Die termijn kan op gemotiveerd verzoek van de aanvrager verlengd worden door de Regering.".

Art. 16.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-10 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-10. Wanneer de opdracht niet onder het algemene vernietigingstoezicht krachtens de artikelen L3111-1 en volgende van dit Wetboek valt, maakt de aanvrager het aanbestedingsdossier aan de Regering over.".

Art. 17.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-11 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-11. Voorschotten op het bedrag van de subsidies kunnen tegen de door de Regering vastgestelde voorwaarden toegekend worden.

De Regering kan bij de eindafrekening van de werken de in meer of minder afwijkende hoeveelheden en de noodzakelijke aanpassingen van de werken verbonden aan de oorspronkelijk voorziene werken in overweging nemen, zonder het bedrag van de subsidie die toegekend is overeenkomstig artikel L3342-9, § 3, te overschrijden.

Art. 18.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-12 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-12. Jaarlijks stelt de Regering een algemeen verslag op over de toepassing van dit hoofdstuk.

Dat verslag bevat per gemeente minstens de volgende gegevens : 1° de aanvragen ingediend door de personen bedoeld in artikel L3342-3;2° de ontwerpen goedgekeurd in de driejarenprogramma's;3° het percentage en het bedrag van de toegekende subsidies;4° de in percentage uitgedrukte staat van vordering van de werken;5° een kwantitatieve evaluatie. Het verslag wordt uiterlijk op 31 maart van het daarop volgende jaar aan het Parlement overgemaakt.".

Art. 19.In hoofdstuk II, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel L3342-13 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3342-13. § 1. Na Na afloop van de periode gedekt door het driejarenprogramma worden de subsidieaanvragen die op 1 oktober bij de Waalse Overheidsdienst in het stadium van project zijn ingediend maar die nog geen beginselakkoord over het project hebben gekregen, opgenomen in het volgende driejarenprogramma in de vorm van een voorlopig driejarenprogramma op uitdrukkelijk verzoek van de aanvrager. Zo niet vervallen de aanvragen. § 2. De aanvraag van een voorlopig driejarenprogramma wordt behandeld overeenkomstig artikel L3342-6 van dit Wetboek. Het voorlopige bedrag van de in het goedgekeurde voorlopige driejarenprogramma bedoelde subsidie mag evenwel niet verschillend zijn van het bedrag dat vroeger in het driejarenprogramma bedoeld in artikel L3342-6 vastgelegd is en waarvoor de gedekte periode is verstreken. § 3. Zodra het voorlopige driejarenprogramma goedgekeurd wordt, wordt de procedure tot toekenning van de subsidie overeenkomstig de artikelen L3342-9, § 3, en volgende voortgezet.

Art. 20.In het Derde deel, Boek III, Titel IV van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie wordt een hoofdstuk III ingevoegd met als opschrift "Trekkingsrecht van de gemeenten".

Art. 21.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-1 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-1. Als aanbestedende overheid in de zin van de wetgeving over de overheidsopdrachten ontvangen de gemeenten onder de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in dit hoofdstuk een trekkingsrecht voor de uitvoering van sommige infrastructuren.

Art. 22.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-2 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-2. § 1. Het trekkingsrecht van de gemeenten wordt over de duur van een gemeentelijk mandaat georganiseerd in twee afzonderlijke meerjarige programmeringen; de eerste programmering duurt vier jaar en de tweede twee jaar. § 2. Het trekkingsrecht wordt voor elke meerjarige programmering vastgelegd op grond van een jaarlijks bedrag dat minstens gelijk is aan het bedrag van de vorige programmering aangepast aan het percentage van de prijzenontwikkeling en vermenigvuldigd met het aantal boekjaren van de programmering. Indien n het eerste jaar van een meerjarige programmering is, wordt dit jaarlijks bedrag vastgelegd op grond van de index van juli van het jaar n-2 in verhouding tot de index van juli van vier of twee vorige jaren volgens de draagwijdte van de lopende meerjarige programmering. Het jaarlijkse bedrag wordt op minimum 45 miljoen euro bij de meerjarige programmering 2013-2016 bepaald. § 3. Het totaalbedrag van het trekkingsrecht dat aan de gemeenten toekomt, stemt voor een meerjarig programma overeen met de gecumuleerde kredieten van het geheel van de door dit programma gedekte periode.".

Art. 23.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-3 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-3. § 1. De bijdrage van het in artikel L3343-2, § 2, tweede lid, bedoelde bedrag dat aan elke gemeente toekomt, wordt bepaald als volgt : 1° een voorafgaande verdeling tussen de gemeenten van het totaalbedrag bedoeld in artikel L3343-2, tweede lid, wordt uitgevoerd. Een derde van het hierboven vermelde totaalbedrag wordt verdeeld volgens de criteria bepaald in de artikelen L1332-8 tot L1332-19.

De verdeling van het saldo van de twee overige derden van het totaalbedrag wordt bepaald door dit saldo te vermenigvuldigen als volgt : {(Aantal Km wegen van de gemeente/Aantal km gemeentewegen in het Waalse Gewest) * 0,5 + (Aantal inwoners van de gemeente/Totaal aantal inwonders in het Waalse Gewest) * 0,5} * {Gemiddeld inkomen per inwoner in het Waalse Gewest/gemiddeld inkomen per inwoner van de gemeente + (1 - Gemiddeld inkomen per inwoner in het Waalse Gewest/gemiddeld inkomen per inwoner van de gemeente) * 0,25} met dien verstande dat : a) er voor de globale gegevens betreffende het Waalse Gewest, geen rekening gehouden wordt met de gegevens betreffende het gebied van de gemeenten van de Duitstalige Gemeenschap;b) "onder aantal kilometers gemeentelijke wegennet" het aantal kilometers verhard gemeentelijk wegennet verspreid over kleine gemeentewegen en grote verkeerswegen meegedeeld door de provinciale technische diensten wordt verstaan;c) "onder aantal inwoners" het aantal inwoners per gemeente, overeenkomstig de laatste beschikbare statistieken van het NIS wordt verstaan;d) onder "gemiddeld inkomen per inwoner", het gemiddeld inkomen per gezin op basis van de fiscale aangiften per gemeente en overeenkomstig de laatste beschikbare statistieken van het NIS wordt verstaan;2° er wordt een eerste verbetering aangebracht in de voorafgaande verdeling bedoeld in artikel L3343-3, § 1, zodat geen enkele gemeente niet meer dan 5 % van het totaalbedrag bedoeld in artikel L3343, § 2, geniet.In dat geval wordt het overige van de gemeente(n) verdeeld ten gunste van de andere gemeenten van dezelfde provincie naar rato van de bovenvermelde voorafgaande verdeling. 3° er wordt en tweede verbetering aangebracht in de voorafgaande verdeling bedoeld in artikel L3343-3, § § 1 en 2 zodat de gemiddelde subsidiëring per inwoner en per jaar berekend voor het geheel van de gemeenten van elke provincie tussen 11,5 euro en 20 euro inbegrepen is;zo a) mag op schaal van de provincie geen subsidiëring van minder dan 11.5 euro per inwoner per programmeringsjaar bestaan. In dat geval wordt een bijkomende enveloppe, waarbij die drempel kan worden bereikt, toegevoegd en verdeeld tussen de gemeenten van de betrokken provincie volgens de berekeningswijzen bedoeld in 1° en 2° van dit artikel L3343-3, § 1; b) mag op schaal van de provincie geen subsidiëring van meer dan 20 euro per inwoner per programmeringsjaar bestaan.In dat geval wordt de globale dotatie van het geheel van de gemeenten van de betrokken provincie verminderd zodat ze met het hierboven vermelde plafond van 20 € overeenstemt.

Die vermindering treft de bijdrage van elke gemeente van de provincie volgens een verdeling gelijkwaardig aan de berekeningswijze bedoeld in 1° en 2° van dit artikel L3343-, § 1;4° het onuitgevoerde deel voortvloeiend uit problemen in de uitvoering van de programmering zal ten goede komen aan de gemeenten van dezelfde provincie rekening houdende met een voorrang aan de gemeenten waarvan de enveloppe geplafonneerd is als volgt : a) ten belope van het maximale bedrag dat bereikt zou zijn indien geen plafond niet toegepast was;b) vanaf het moment waarop die eenheden het geheel van de toegekende middelen hebben gebruikt. § 2. De Regering berekent het aan elke gemeente toegekende bedrag van het trekkingsrecht overeenkomstig de in § 1 bedoelde bijdrage. § 3. Voor de behoeften van de eerste meerjarige programmering bedoeld in artikel L3343-2, § 1, deelt de Regering het bedrag van het trekkingsrecht aan de gemeenten mede zodat ze de goedkeuring van het in artikel L3343-4 bedoelde plan tijdens het eerste jaar van die programmering kunnen krijgen.

Voor de behoeften van de tweede meerjarige programmering bedoeld in artikel L3343-2, § 1, deelt de Regering het bedrag van het trekkingsrecht aan de gemeenten mede zodat ze de goedkeuring van het in artikel L3343-4 bedoelde plan tijdens het jaar vóór het eerste jaar van die programmering kunnen krijgen. § 4. De Regering bepaalt de gewestelijke prioriteiten en de bijzondere voorwaarden inzake investering.".

Art. 24.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-4 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-4. § 1. Naar gelang van het overeenkomstig artikel L 3343-3, § 2, bedoelde bedrag, maken de gemeenten die in aanmerking willen komen voor een trekkingsrecht, een gemeentelijk investeringsplan op, dat het geheel van de projecten die de gemeente tijdens de betrokken meerjarige programmering wil uitvoeren alsmede een fysische voortgang van de twee laatste programmeringen bevat. § 2. Het gemeentelijk investeringsplan wordt in de vormen bepaald door de Regering voorgelegd en stemt met de volgende principes overeen : 1° het gemeentelijk investeringplan mag slechts werken die overeenkomstig artikel L3341-1 subsidieerbaar zijn, betreffen;2° het gemeentelijk investeringplan moet de prioriteiten en bijzondere voorwaarden bepaald door de Regering overeenkomstig artikel L3343-3, § 4, naleven;3° het gemeentelijk investeringplan mag slechts projecten betreffen die tijdens de betrokken meerjarige programmering toegekend zullen worden;4° het gesubsidieerde deel van het maximaal totaalbedrag van de werken bedoeld in het plan mag niet 150 % van het aan de gemeente toegekende bedrag overschrijden;5° de globale eigen investering van de gemeente in de werken en investeringen bedoeld in het plan moet minstens gelijkwaardig zijn aan de gewestelijke dotatie. § 3. Het gemeentelijk investeringsplan moet binnen 180 dagen na de kennisgeving van het bedrag van het trekkingsrecht toegekend aan de gemeente krachtens artikel L3343-3, § 2 aan de Regering overgemaakt worden. § 4. Indien er bijzondere omstandigheden die het rechtvaardigen bestaan, kan de gemeente bij gemotiveerd verzoek geopperd bij de overmaking van haar investeringsplan een afwijking van de in § 2, 2°, 4° en 5° bedoelde principes aan de Regering vragen. In afwijking van § 2, 5°, kan het investeringsdeel van de gemeente voor sommige posten met 15 % verminderd worden, wanneer het bijzondere bestek voor die posten de sociale clausule bevat betreffende de opleiding of de inschakeling van werkzoekenden in de door de Regering vastgestelde beroepen of indien de werken toevertrouwd worden aan sociale inschakelingsondernemingen in de zin van artikel 18bis van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten of wanneer het bestek milieucriteria opneemt in de overheidsopdrachten betreffende het gebruik van stenen en sierstenen voor die posten. § 5. De gemeente kan ertoe gemachtigd worden om van § 2, eerste lid, 3°, af te wijken voor een deel van het trekkingsrecht gebonden aan de eerste meerjarige programmering van vier jaar met het oog op de uitvoering van werken of een aankoop bij de tweede meerjarige programmering van twee jaar.

De afwijkingsaanvraag wordt bij de overmaking van het investeringsplan ingediend en moet door het gebrek aan beschikbare middelen of door de onvoldoende duur van de betrokken meerjarige programmering ten opzichte van de overwogen projecten gemotiveerd worden.

De Regering bepaalt de voorwaarden waarin een dergelijke afwijking toegekend kan worden. § 6. Het gemeentelijk investeringsplan wordt ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd volgens de door de Regering bepaalde procedure.

De Regering spreekt zich uit binnen zestig dagen na ontvangst van het gemeentelijk investeringsplan. Die termijn wordt opgeschort tussen 15 juli en 15 augustus.

De kennisgeving van de beslissing wordt uiterlijk op de vervaldag van de termijn gestuurd.

Indien de Regering geen beslissing binnen de termijn waarover ze beschikt niet meedeelt, wordt het gemeentelijk investeringsplan geacht goedgekeurd te zijn.

De Regering kan het haar voorgelegde investeringsplan gedeeltelijk goedkeuren.

De gemeente waarvan het investeringsplan niet volledig goedgekeurd is, legt een aangepast plan binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van de Regering aan de Regering voor.".

Art. 25.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-5 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-5. De gemeente kan een met redenen omklede aanvraag tot wijziging van haar investeringsplan bij de Regering indienen volgens de door de Regering bepaalde procedure, voorwaarden en perken.

Indien de gemeente specifieke omstandigheden die het rechtvaardigen, aanvoert, kan deze wijziging afwijken van de principes bedoeld in artikel L3343-4, § 2, eerste lid, 4° en 5°.".

Art. 26.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-6 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-6. § 1. In het door de Regering goedgekeurde investeringsplan kiest de gemeente de projecten die ze wil uitvoeren, met inachtneming van de prioriteiten bepaald door de Regering overeenkomstig artikel L3343-3, § 4. § 2. De gemeente legt de technische dossiers en de bestekken die ze weerhoudt, ter goedkeuring aan de Regering voor.

De Regering bepaalt de inhoud van de dossiers die ze moet goedkeuren. § 3. De Regering gaat na of het project wel opgenomen is in het investeringsplan van de gemeente en verifieert de technische en wettelijke overeenstemming van het project ten opzichte van het geheel van normen die erop toepasselijk zijn.

De termijn voor de goedkeuring van het project bedraagt 30 dagen te rekenen van het bericht van ontvangst van het volledige dossier door de Waalse Overheidsdienst. Die termijn kan met 15 dagen verlengd worden en wordt tussen 15 juli en 15 augustus opgeschort.

De kennisgeving van de beslissing wordt uiterlijk op de vervaldag van de termijn gestuurd.

Bij gebrek aan een uitdrukkelijke beslissing betekend binnen de voorgeschreven termijn wordt het project geacht goedgekeurd te zijn. § 4. De gemeente mag slechts de procedures m.b.t. de overheidsopdrachten lanceren nadat ze de goedkeuring van de Regering over het betrokken project heeft gekregen. § 5. Onverminderd de andere gebruiksvoorwaarden van de subsidie of de afwijkingen toegekend door de Regering krachtens dit hoofdstuk wordt elk project dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een gunning van overheidsopdracht tussen 1 januari van het eerste programmeringsjaar en 31 december van zijn laatste jaar, door de subsidie gedekt.

Art. 27.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-7 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-7. Wanneer de beslissing tot gunning genomen is en indien het bedrag van de opdracht kleiner is dan de bedragen boven welke de opdracht krachtens de artikelen L3111-1 en volgende van dit Wetboek onder het algemene vernietigingstoezicht valt, maakt de aanvrager het gunningsdossier aan de Regering ter informatie over.

Art. 28.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-8 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-8. Het voor elk meerjarig programma bepaalde trekkingsrecht wordt automatisch per opeenvolgende jaarlijkse schijven gestort aan de gemeenten.

Het trekkingsrecht betreffende de eerste meerjarige programmering van de gemeentelijke mandaten wordt gestort volgens het volgende schema :

Programmeringsjaar

Deel van de gestorte enveloppe

N

0 % van de enveloppe

N+1

12,5 % van de enveloppe

N+2

25 % van de enveloppe

N+3

25 % van de enveloppe

N+4

25 % van de enveloppe

N+5

12,5 % van de enveloppe


Het trekkingsrecht betreffende de tweede meerjarige programmering van de gemeentelijke mandaten wordt gestort volgens het volgende schema :

Programmeringsjaar

Deel van de gestorte enveloppe

N

0 % van de enveloppe

N+1

25 % van de enveloppe

N+2

50 % van de enveloppe

N+3

25 % van de enveloppe


In het tweede en het derde lid vertegenwoordigt de letter "N" het eerste jaar van een meerjarig programma.".

Art. 29.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-9 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-9. § 1. De Regering controleert het gebruik dat de gemeenten van het trekkingsrecht heeft gemaakt, aan het einde van de verschillende uitgevoerde projecten en in zijn geheel.

De Regering bepaalt de modaliteiten van deze controle. § 2. De gemeenten verwittigen onverwijld het bestuur wanneer de voorlopige oplevering van een door het trekkingsrecht gefinancierde werf wordt toegekend.

De gemeenten vragen aan de Regering om haar globale definitieve controle op het goede gebruik van het trekkingsrecht uit te oefen wanneer ze de voorlopige oplevering van de laatste werf verricht in het kader van een investeringsplan toekennen.

Indien de gemeente overeenkomstig het eerste lid geen beroep op haar doet, oefent de Regering van ambtswege een eerste tussencontrole binnen drie jaar na het einde van de betrokken meerjarige programmering en een definitieve controle uiterlijk binnen tien jaar na het einde van de betrokken meerjarige programmering uit.".

Art. 30.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-10 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-10. Onverminderd de bepalingen van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de Gemeenschappen en de Gewesten stelt de Regering een specifieke regeling van sancties vast in geval van niet-naleving door de gemeenten van de regels bedoeld in dit decreet.".

Art. 31.In hoofdstuk III, ingevoegd bij artikel 20, wordt een artikel L3343-11 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L3343-11. De Regering maakt een algemeen verslag over de toepassing van dit hoofdstuk aan het einde van elke programmering op.

Dit verslag bevat de volgende elementen : 1° een lijst van de projecten per gemeente die overeenkomstig artikel L3343-6, § 2, goedgekeurd zijn;2° het uitvoeringspercentage van de investeringsplannen;3° een kwantitatieve evaluatie. Het verslag wordt uiterlijk op 31 maart van het daarop volgende jaar aan het Parlement overgemaakt.".

Art. 32.De aanvragen van subsidies die vóór de inwerkingtreding van dit decreet op grond van Titel IV van Boek III van dit Wetboek zijn ingediend, blijven onderworpen aan de bepalingen die op 31 december 2012 van toepassing waren.

De aanvragen van subsidies die op grond van het besluit van de Waalse Regering van 18 juni 2012 betreffende de toekenning van subsidies bestemd voor onderhoudswerken van gemeentewegen voor de jaren 2010 tot 2012 genomen ter uitvoering van artikel 4 van het programmadecreet van 10 december 2009, blijven onderworpen aan de bepalingen van dat besluit.

De investeringen voortvloeiend uit het driejarenprogramma 2010-2012 waarvan de toekenningsbeslissing vóór 31 december 2012 genomen is en die niet in aanmerking zijn gekomen voor een gewestelijke subsidie, kunnen, in afwijking van artikel L 3343-4, § 2, 3°, in het gemeentelijk investeringpslan 2013-2016 opgenomen worden.

De gemeente die bij de goedkeuring van het driejarenprogramma 2010 een beperkte subsidie heeft gekregen, waarvan het percentage wegens een omvangrijk project kleiner is dan het percentage bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007201967 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van het decreet tot wijziging van de artikelen L3341-1 tot L3341-13 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende sommige investeringen van openbaar nut type besluit van de waalse regering prom. 03/05/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007201568 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van artikel 486 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten, wordt ertoe gemachtigd om in afwijking van artikel L3343-4, § 2, 3°, en voor het deel dat niet gedekt is door de subsidie, dit project op te nemen in haar gemeentelijk investeringsplan 2013-2016.

Art. 33.In het kader van de toepassing van artikel L3343-2, § 3, ingevoegd bij artikel 22 van dit decreet, wordt het indexcijfer der consumptieprijzen van juli 2012 gebruikt voor de indexering van het meerjarige programma 2017-2018.

Art. 34.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 6 februari 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, C. DI ANTONIO _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Waals Parlement, 914 (2013-2014) Nrs 1 tot 8.

Volledig verslag, plenaire zitting van 5 februari 2014.

Bespreking.

Stemming.

^