gepubliceerd op 27 december 2018
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van Titel IV van Boek III van Deel III van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie, betreffende de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nu
6 DECEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van Titel IV van Boek III van Deel III van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie, betreffende de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nu
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie, de artikelen L3341-1, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3341-2, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en vervangen door het decreet van 4 oktober 2018, L3341-3 à L3341-6, opgeheven bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en hersteld bij het decreet van 4 oktober 2018, L3342-1, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en opgeheven bij het decreet van 4 oktober 2018, L3342-2, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten, L3342-3, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3342-4 tot L3342-6, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten, L3342-7 en L3342-8 ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en opgeheven bij het decreet van 4 oktober 2018, L3342-9 en L3342-10, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3342-11, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten, L3342-12 en L3342-13, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-1, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten, L3343-2, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-3, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en vervangen door het decreet van 4 oktober 2018, L3343-4 tot L3343-6, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-6 bis, ingevoegd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-7, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en vervangen door het decreet van 4 oktober 2018, L3343-7 bis, ingevoegd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-8 en L3343-9, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten en gewijzigd bij het decreet van 4 oktober 2018, L3343-10 en L3343-11, ingevoegd bij het decreet van 6 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/02/2014 pub. 24/02/2014 numac 2014201247 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, wat betreft de subsidies voor sommige investeringen van openbaar nut en tot oprichting van een Gewestelijk Fonds voor de Gemeentelijke Investeringen sluiten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007201967 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van het decreet tot wijziging van de artikelen L3341-1 tot L3341-13 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende sommige investeringen van openbaar nut sluiten ter uitvoering van het decreet tot wijziging van de artikelen L3341-1 en L3341-13 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie betreffende sommige investeringen van openbaar nut;
Gelet op het verslag van 30 juni 2015, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 14 augustus 2018;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 30 augustus 2018;
Gelet op het verzoek om advies binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 26 oktober 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van de Plaatselijke Besturen;
Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk I. - Begripsomschrijvingen en gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister van de Plaatselijke Besturen;2° de administratie : het Departement Gesubsidieerde Infrastructuren van het Operationeel directoraat-generaal Wegen en Gebouwen van de Waalse Overheidsdienst;3° het Wetboek: het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie;4° eenheidsloket : de informaticatool waarmee gemeenten hun formulieren en verantwoordingsstukken voor het investeringsplan en de dossiers, ingeschreven in het gemeentelijk investeringsplan, elektronisch aan de administratie kunnen overmaken.
Art. 2.De aanvrager bezit, indien hij niet houder is van een zakelijk eigendoms- of erfpachtrecht, een genotsrecht op het in te richten gebouw of terrein, voor een minimumduur van twintig jaar ingaand op de datum van indiening van het driejarenprogramma bedoeld in artikel L3342-4 van het Wetboek of van het gemeentelijk investeringsplan bedoeld in artikel L3343-4, § 1, van het Wetboek.
Indien de aanvrager het project van een rechtspersoon vermeld onder artikel L3342-3, 3° tot 6°, van het Wetboek, in verband met een investering bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 4°, b) tot d), en 5°, van het Wetboek waarvoor de aanvrager niet over een genotsrecht beschikt, in zijn driejarenprogramma of in zijn gemeentelijk investeringsplan opneemt, is, ter afwijking van lid 1, de verplichting om over bedoeld genotsrecht te beschikken, van toepassing op die rechtspersoon.
Art. 3.Het bedrag van de in aanmerking komende investeringen is gelijk aan of hoger dan het bedrag vastgesteld in artikel 5, lid 2, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Art. 4.De investeringen bedoeld in artikel L3341-1 van het Wetboek blijven verder, gedurende een periode van minstens vijftien jaar te rekenen van de datum van de voorlopige oplevering van de werken of van de datum van de ondertekening van de authentieke akten bij verwerving, in overeenstemming met één van de in het Wetboek bepaalde bestemmingen of gebruiken.
Bij ontstentenis wordt het aandeel in het driejarenprogramma of in het trekkingsrecht dat betrekking heeft op deze investeringen op de gerechtigde verhaald. Het terugbetalingsbedrag wordt berekend naar verhouding tot de jaren waarin de aanwending niet is nageleefd.
Art. 5.De aanvrager is ertoe gehouden de administratie erover in te lichten of hij al dan niet enige andere financiële tussenkomst gekregen heeft voor de uitvoering van dezelfde investering, overeenkomstig andere wettelijke, reglementaire of contractuele bepalingen.
De informatie bedoeld in lid 1 wordt verstrekt in ieder stadium van de procedure.
De geldelijke inbreng van de gemeenten en de provincies voor de werken en verwervingen op initiatief van de aanvragers bedoeld in artikel L3342-3, 4° tot en met 6°, van het Wetboek wordt evenwel niet als financiële tegemoetkoming beschouwd voor zover de som van die tegemoetkomingen en van het definitieve subsidiebedrag de globale kost van de uitgave niet overschrijdt.
Daarnaast worden de subsidies die ter aanvulling worden toegekend op grond van andere reglementeringen niet afgetrokken van de subsidies bepaald in artikel L3341-1, lid 1, 4° en 5°, van het Wetboek als de totale tegemoetkoming van de verschillende subsidiërende overheden 90 p.c. van de toegekende investering op de betrokken posten niet overschrijdt.
Hoofdstuk II. - Driejarenprogramma Afdeling 1 - Indiening van het programma
Art. 6.De aanvrager maakt het driejarenprogramma aan de administratie over, met het oog op goedkeuring door de Regering.
In ieder stadium van de procedure worden de dossiers elektronisch ingediend, de nadere overmakingsregels worden door de Minister vastgesteld.
Art. 7.Het dossier betreffende de indiening van een driejarenprogramma of de wijziging ervan wordt op grond van het ad hoc formulier ingediend en bevat volgende stukken: 1° de beraadslaging en het besluit van de gemeente- of provincieraad met het oog op goedkeuring van het driejarenprogramma en tot aanvraag van de subsidies;2° het overzicht van de investeringen, gerangschikt per jaar en per prioriteit;3° voor elke investering: a) een plaatsbeschrijving en een omschrijving van de uit te voeren werken;b) een liggingsplan;d) foto's van de plaats;e) de omstandige kostenraming;e) voor dossiers in verband met wegen, een schets van de overwogen inrichting;f) voor de dossiers betreffend een gebouw, een schets van de voorziene inrichtingen met de bestemming van de lokalen;4° de inlichtingen over de financiële draagkracht van de aanvrager ten opzichte van het voorgestelde programma;5° de instemming van het « Société publique de gestion de l'eau » (Openbare waterbeheersmaatschappij) met het plan voor de ontwerpen van wegen. Mochten de eigen gelden onvoldoende draagkrachtig zijn om de financiële last te dragen waarvan sprake onder 4°, leggen de aanvragers bedoeld in artikel L3342-3, 4° en 5°, van het Wetboek een besluit van de gemeente- of provincieraad voor waarbij de gemeente of de provincie beslist de meeruitgave over te nemen
Art. 8.De aanvraag tot wijziging van het driejarenprogramma, bedoeld in artikel L3342-6, § 2, van het Wetboek wordt aan de administratie overgemaakt, met het oog op goedkeuring door de Regering. Afdeling 2 - Plenaire voorontwerpvergadering
Art. 9.De aanvrager wordt het met de administratie eens over de datum waarop de plenaire voorontwerpvergadering belegd wordt.
De aanvrager nodigt iedere persoon of instelling uit die tussenbeide zou kunnen komen in de uitwerking of uitvoering van de investering.
Hij verstuurt de oproepingen minstens 15 dagen vóór de vergadering en voegt er het voorontwerp bij.
Art. 10.Voor de investeringen betreffende de wegen bevat het voorontwerp : 1° een schets, als het ontwerp dit nodig maakt, op grond van een topografische meting ter plaatse, evenals één of meerdere model-dwarsprofielen waarin de plaats wordt aangeduid voor de leidingen voor afvalwater of zuiver water;2° als de investering openbare verlichting omvat, een fotometrische studie samen met een nota waaruit de verbetering van de verlichting van het openbare domein blijkt om de veiligheid van alle gebruikers te verhogen en de leefomgeving te verbeteren. Voor de investeringen betreffende de wegen bevat het voorontwerp : 1° een situatieplan, schetsen en plattegronden op schaal één op honderd;2° een verklarende nota waarin, indien het project dit nodig maakt, de gekozen technische oplossingen voor met name architectuur, speciale technieken, energieperformantie, toegankelijkheid en opvang omschreven worden. Afdeling 3. - Ontwerp
Art. 11.§ 1. De aanvrager maakt het ontwerp, met het oog op goedkeuring door de Regering, aan de administratie over, overeenkomstig artikel L3342-9, § 1, van het Wetboek binnen het jaar waarnaar in het investeringsprogramma verwezen wordt, voor 30 juni van het jaar waarin het ontwerp geprogrammeerd staat.
De administratie bericht ontvangst van het ontwerp als het ontwerp samen met de gezamenlijke verantwoordingsstukken bedoeld in paragraaf 2 wordt ingediend. Bij ontstentenis worden de ontbrekende stukken opgevraagd. § 2. Het ontwerpdossier wordt, behoorlijk ingevuld onder de punten "beschikbaarheid van de gronden" en "stedenbouwkundige vergunning", op grond van het ad hoc formulier ingediend, en bevat volgende verantwoordingsstukken: 1° in voorkomend geval, voor de opdracht voor aanneming van diensten betreffende de studie van het ontwerp: a) de gemotiveerde beraadslaging waarbij het gemeente- of provinciecollege de opdracht gunt;b) het gunningsverslag voor bedoelde opdracht;d) de aanvaarde offerte;2° het besluit waarbij de gemeente- of provincieraad het ontwerp goedkeurt en de wijze van gunning van de opdracht kiest, er de voorwaarden voor vaststelt, de bestanddelen bepaalt van de aankondiging van de opdracht;3° in voorkomend geval, het ontwerp van aankondiging van de opdracht; het ontwerp van bijzonder bestek; 5° de opmeting-begroting en de samenvattende opmeting van de werken waarin, in voorkomend geval, de andere financiële tegemoetkomingen omstandig worden omschreven;6° de uitvoeringsplannen;7° een uiteenzetting waarbij aangetoond wordt dat de passende maatregelen zijn getroffen zodat de personen met verminderde beweeglijkheid de betrokken openbare gebouwen kunnen betreden;8° voor de werken voor openbare verlichting, de fotometrische studie als ze niet overgemaakt is voor de voorontwerpvergadering;9° in voorkomend geval, de machtigingen en vergunningen vereist bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling. De beraadslaging bedoeld in lid 1, 2°, verwijst uitdrukkelijk naar het "driejarenprogramma". Afdeling 4. - Bevoegdheden
Art. 12.De aanvrager maakt het gunningsdossier binnen de vijftien dagen na goedkeuring ervan aan de administratie over.
Het gunningsdossier wordt ingediend op grond van het ad hoc formulier en bevat volgende verantwoordingsstukken: 1° in voorkomend geval, het proces-verbaal van opening van de offertes;2° de in aanmerking genomen offerte;3° in voorkomend geval, het verslag van de coördinator inzake veiligheid en gezondheid;4° het verslag en de beslissing met betrekking tot de selectie van de ondernemingen op kwaliteit;5° het gunningsverslag voor de opdracht, opgemaakt door de projectontwerper;6° de vergelijkende tabel van de eenheidsprijzen waarin de gezamenlijke geselecteerde offertes opgenomen zijn;7° de aanvragen voor verantwoording van de prijzen en de gekregen antwoorden;8° de gemotiveerde beraadslaging waarbij het gemeente- of provinciecollege de aannemer aangewezen wordt en het bedrag van de in aanmerking genomen offerte wordt goedgekeurd;9° indien het dossier, ingediend in het projectstadium, gewijzigd wordt, het bijzonder bestek en de plannen in hun definitieve versie;10° in voorkomend geval, de in het bericht over het ontwerp opgevraagde documenten;11° indien het een onderhandelde procedure zonder voorafgaandelijke bekendmaking betreft, de lijst van de geraadpleegde ondernemingen;12° in voorkomend geval, de bekendgemaakte aankondiging van de opdracht. De Regering keurt het gunningsdossier vóór kennisgeving ervan goed. Afdeling 5. - Verwervingen
Art. 13.Binnen de dertig dagen na de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst of de goedkeuring van de ontwerp-verwervingsakte door de gemeenteraad of de provincieraad, maakt de aanvrager het verwervingsdossier voor de goederen, opgenomen in het goedgekeurd driejarenprogramma, met het oog op goedkeuring door de Regering, aan de administratie over.
Het verwervingsdossier bestaat uit volgende verantwoordingsstukken : 1° het besluit waarbij de aanvrager over de verwerving beslist;2° het uittreksel uit het kadastraal plan;3° een raming van de waarde bepaald door het Aankoopcomité of de Ontvanger van de registratie of vastgesteld, in voorkomend geval, door een notaris, een landmeter-vastgoedexpert ingeschreven op de tabel van landmeters-experten van de Federale Raad van landmeters-experten of een architect ingeschreven bij de Orde der architecten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de kostprijs van het vastgoed en de grondprijs;4° de onderhandse verkoopovereenkomst of de ontwerp-verwervingsakte. De Regering keurt het verwervingsdossier goed. Afdeling 6. - Aanvang van de werken
Art. 14.Door de gerechtigde worden aan de administratie overgemaakt : 1° een afschrift van de kennisgeving van de opdracht;2° het bevel om de werken aan te vatten vanaf de kennisgeving ervan aan de aannemer en binnen hoogstens zes maanden te rekenen van de instemming met het gunningsdossier. Afdeling 7. - Percentage en berekening van de subsidies voor werken en
aankopen
Art. 15.Overeenkomstig artikel L3342-6, § 1, zesde lid, van het Wetboek is het bedrag dat in overweging wordt genomen voor de berekening van het voorlopige subsidiebedrag: 1° voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 1° tot en met 4, a) tot e) van het Wetboek, de omstandige raming van de kostprijs van de werken die in het kader van het driejarenprogramma in aanmerking worden genomen, verhoogd met de kostprijs van de kunstwerken beperkt tot twee p.c., de onderzoekskosten en de kosten voor voortests; 2° voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 5°, van het Wetboek, indien reeds bepaald, de raming van het Aankoopcomité of van de Ontvanger van de registratie en, bij ontstentenis, de raming van de kostprijs van de verwerving. Betreffende lid 1, 1°, worden de onderzoekskosten, beperkt tot vijf p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, in het geval dat een privé-projectontwerper in het geding is, voor de toekenning van de subsidie in aanmerking genomen.
In het geval dat de aanvrager als eigen projectontwerper optreedt, worden de onderzoekskosten, forfaitair vastgesteld op drie p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, in aanmerking genomen voor de toekenning van de subsidie.
De kosten voor tests, beperkt tot vijf p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, met inbegrip van de voortests en de tests noodzakelijk voor de controle van de werken, worden in aanmerking genomen voor de toekenning van de subsidie.
Het subsidiebedrag wordt afgerond naar het lagere tiental euro's.
Art. 16.Overeenkomstig artikel L3342-9, § 3, van het Wetboek en binnen de perken van lid 2 ervan wordt het bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het definitieve subsidiebedrag, vermeerderd met de kostprijs van de kunstwerken, beperkt tot twee p.c. van de kosten voor onderzoek en voortests.
In het geval dat een privé-projectontwerper in het geding is, worden de onderzoekskosten, beperkt tot vijf p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, voor de toekenning van de subsidie in aanmerking genomen.
In het geval dat de aanvrager als eigen projectontwerper optreedt, worden de onderzoekskosten, forfaitair vastgesteld op drie p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, in overweging genomen voor de toekenning van de subsidie.
De kosten voor tests, beperkt tot vijf p.c. van het bedrag van de subsidieerbare werken, met inbegrip van de voortests en de tests noodzakelijk voor de controle van de werken, worden in aanmerking genomen voor de toekenning van de subsidie. 1° voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 1° tot 4°, van het Wetboek, het bedrag van de goedgekeurde offerte met betrekking tot de werken die in het driejarenprogramma zijn vastgelegd;2° voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 5°, van het Wetboek, het bedrag voor de verwerking van het goed, beperkt tot de raming van het Aankoopcomité of van de Ontvanger van de registratie. De raming bedoeld in lid 4, 2°, maakt een onderscheid tussen de waarde van de gebouwde goederen en de waarde van de grond.
Het subsidiebedrag wordt afgerond naar het lagere tiental euro's.
Art. 17.Het subsidiepercentage wordt vastgesteld op zestig p.c. van de bedragen bepaald in de artikelen 15 en 16. Afdeling 8. - Uitvoering van de werken, controle en betaling
Art. 18.§ 1. Voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 1° tot en met 4°, van het Wetboek kan er een voorschot op het subsidiebedrag worden toegekend als het bedrag van de uitgevoerde gesubsidieerde werken dertig p.c. bereikt van het bedrag van de voor subsidiëring toegelaten werken.
Het voorschot bedoeld in lid 1 is gelijk aan zeventig p.c. van de toegezegde subsidie en wordt vereffend nadat de behoorlijk ingevulde vorderingsstaat en de schuldvorderingsverklaring bij de administratie is voorgelegd. § 2. Voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-1, lid 1, 5°, van het Wetboek, wordt de subsidie vereffend na voorlegging van de authentieke aankoopakten van de voor subsidiëring toegelaten goederen bij de administratie. Afdeling 9. - Eindafrekening
Art. 19.§ 1. Binnen de zes maanden te rekenen van de voorlopige oplevering wordt het dossier eindafrekening van de werken via het ad hoc formulier bij de administratie ingediend en bevat volgende verantwoordingsstukken: 1° de eindafrekening van de onderneming, opgemaakt volgens norm NBN B06-006, met inbegrip van de omstandige berekeningen van de herzieningen per staat en de dienovereenkomstige factuur; 2° het verslag, opgemaakt post per post, met verantwoording van de overschrijdingen, met meer dan tien p.c., van de vermoedelijke hoeveelheden van de posten van de initiële opdracht; 3° het proces-verbaal van de voorlopige oplevering;4° het besluit tot goedkeuring van de afrekening;5° de factuur met betrekking tot de onderzoeken;6° het formulier betreffende de afvalstoffen van werken;7° de facturen en de processen-verbaal van de tests samen met het verslag van de projectontwerper met, eventueel, de omstandig omschreven posten die het voorwerp zijn van refacties en de berekening ervan;8° de berekening van de termijn voor de uitvoering van de werken;9° een verslag, met inbegrip van een afschrift van de beraadslagingen en eventueel niet-overgemaakte aanhangsels waarin alle, post per post omstandig omschreven, werken die de initiële opdracht wijzigden, worden vermeld;10° voor de dossiers betreffende de gebouwen, in voorkomend geval : a) desgevallend, het verslag van de regiogebonden brandweerdienst na de werken;b) het proces-verbaal van oplevering door een erkende instelling van een installatie voor elektriciteit, gas, liften of branddetectie. Betreffende lid 1, 6°, worden de bewijzen van afvoer door de gerechtigde bewaard, beschikbaar voor een eventuele controle ter plaatse.
Betreffende lid 1, 8°, dienen de eventuele bevelen tot onderbreking en hervatting van de werf bijgevoegd te worden indien ze niet zijn overgemaakt, evenals in voorkomend geval de verantwoordingen voor bijkomende termijnen en de berekening van boetes voor laattijdige afwerking. § 2. De eventuele aanhangsels, aanvullende of bijkomende werken kunnen, voor het gebruik van de subsidie, globaal in rekening worden gebracht indien ze bij de gunning niet te voorzien waren.
Art. 20.De administratie bepaalt het eindbedrag van de subsidie rekening houdend met de wijzigingen aangebracht met inachtneming van artikel L3342-11 van het Wetboek en maakt het saldo van de toegezegde subsidie vrij.
Indien het bedrag van de eindafrekening van de gesubsidieerde werken lager is dan het bedrag van de in aanmerking genomen offerte zoals bedoeld in artikel 12, lid 2, 2°, wordt de subsidie naar beneden bijgesteld op grond van de werkelijke uitgave rekening houdend met de bepalingen van artikel L3342-11, lid 2, van het Wetboek. Afdeling 11. - Controle en sancties
Art. 21.De administratie controleert ter plaatse het gebruik van de toegewezen subsidies.
Art. 22.De gerechtigde nodigt de administratie uit voor de verrichtingen van voorlopige oplevering van elke investering.
Art. 23.In ieder stadium van de procedure kan de, door de Minister vastgestelde, niet-inachtneming van de technische of wettelijke conformiteit van een project met de gezamenlijke, daarop toepasbare normen als gevolg hebben dat het aandeel van het bedrag van het driejarenprogramma dat voor bedoeld project is toegewezen, ten bedrage van het niet-conforme deel, geschrapt wordt.
Hoofdstuk III. - Gemeentelijk investeringsplan Afdeling 1. - Indiening van het gemeentelijk investeringsplan
Art. 24.De gemeente maakt het gemeentelijk investeringsplan, hierna het "investeringsplan" genoemd, met het oog op goedkeuring door de Regering, aan de administratie over.
In ieder stadium van de procedure worden de dossiers via het eenheidsloket ingediend.
Art. 25.Het dossier betreffende de indiening van een investeringsplan of de wijziging ervan wordt op grond van het ad hoc formulier ingediend en bevat volgende stukken: 1° de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij het investeringsplan wordt ingediend;2° de lijst van de investeringen, opgemaakt volgens het model vastgesteld door de Minister;3° voor elke investering, een steekkaart opgesteld volgens de modellen vastgesteld door de Minister, samen met: a) een plaatsbeschrijving en een omschrijving van de uit te voeren werken;b) een liggingsplan;d) foto's van de plaats;e) een omstandige kostenraming;e) voor dossiers in verband met wegen, een schets van de overwogen inrichting;f) voor de dossiers betreffend een gebouw, een schets van de voorziene inrichtingen met de bestemming van de lokalen;4° de instemming van het « Société publique de gestion de l'eau » (Openbare waterbeheersmaatschappij) met het plan voor de wegenontwerpen;5° de vordering van de fysieke staat van de twee vorige programmeringen vastgesteld op grond van het model vastgesteld door de Minister;6° in voorkomend geval, de gemotiveerde thesauriseringsaanvraag bedoeld in artikel L3343-4, § 5, van het Wetboek.
Art. 26.De gemotiveerde aanvraag tot wijziging van het investeringsplan, bedoeld in artikel L3343-5 van het Wetboek, wordt op dezelfde wijze als het initiële investeringsplan ingediend en behandeld.
Iedere wijzigingsaanvraag wordt gemotiveerd met gegevens die bij de goedkeuring van het initiële investeringsplan niet te voorzien waren en wordt uiterlijk op 30 april van het laatste jaar van de betrokken programmering aan de administratie overgemaakt. Bij ontstententis blijft het goedgekeurd investeringsplan van toepassing. Afdeling 2. - Plenaire voorontwerpvergadering
Art. 27.De gemeente wordt het met de administratie eens over de datum waarop de plenaire voorontwerpvergadering belegd wordt.
De gemeente nodigt iedere persoon of instelling uit die tussenbeide zou kunnen komen in de uitwerking of uitvoering van de investering.
Zij verstuurt de oproepingen minstens 15 dagen vóór de vergadering en voegt er het voorontwerp bij.
Art. 28.Voor de investeringen in wegen bevat het voorontwerp : 1° een schets die, als het project dit nodig maakt, opgesteld is op grond van een topografische plaatsmeting en één of meerdere dwarsprofielen waarbij de ligging wordt bepaald van leidingen voor afvalwater of zuiver water;2° als de investering openbare verlichting inhoudt, een fotometrische studie samen met een nota waaruit blijkt dat het openbaar domein beter verlicht is met het oog op een grotere veiligheid van alle gebruikers en een betere leefomgeving. Voor de investeringen in gebouwen bevat het voorontwerp : 1° een situatieplan, schetsen en plannen op schaal van één p.c.; 2° een toelichtende nota waarin de technische oplossingen, met name inzake architectuur, speciale technieken, energieperformantie, toegankelijkheid en ontvangst omschreven worden als het ontwerp zulks vereist. Afdeling 3. - Ontwerp
Art. 29.§ 1. De gemeente maakt het ontwerp, met het oog op goedkeuring door de Regering, overeenkomstig artikel L3343-6, § 2, van het Wetboek, binnen het jaar waarnaar in het investeringsprogramma verwezen wordt en voor 30 juni, indien het project geprogrammeerd staat in het laatste programmeringsjaar, aan de administratie over.
De administratie bericht ontvangst van het ontwerp indien dit samen ingediend wordt met de gezamenlijke verantwoordingsstukken bedoeld in paragraaf 2. Bij ontstentenis vraagt de administratie de ontbrekende stukken op. § 2. Het projectdossier wordt ingediend via het ad hoc formulier, dat behoorlijk is ingevuld onder de punten "beschikbaarheid van de terreinen" en "stedenbouwkundige vergunning", en omvat volgende verantwoordingsstukken: 1° in voorkomend geval, voor de opdracht voor aanneming van diensten betreffende de studie van het project: a) de gemotiveerde beraadslaging waarbij het gemeentecollege de opdracht gunt;b) het gunningsverslag in verband met de opdracht;c) de in aanmerking genomen offerte;2° de beraadslaging waarbij de gemeenteraad het project goedkeurt en de gunningswijze van de opdracht kiest, er de voorwaarden van vaststelt en de bestanddelen van de aankondiging van de opdracht;3° in voorkomend geval, het ontwerp van aankondiging van de opdracht;4° het ontwerp van bijzonder bestek;5° de opmeting-begroting en de samenvattende opmeting van de werken waarin, in voorkomend geval, de andere financiële tegemoetkomingen omstandig worden omschreven;6° de uitvoeringsplannen;7° een uiteenzetting waarbij aangetoond wordt dat de passende maatregelen zijn getroffen zodat de personen met verminderde beweeglijkheid de betrokken openbare gebouwen kunnen betreden;8° voor de werken voor openbare verlichting, de fotometrische studie als ze niet overgemaakt is voor de voorontwerpvergadering. De beraadslaging bedoeld onder 2° verwijst uitdrukkelijk naar het "Fonds d'investissement des communes" (Investeringsfonds van de gemeenten). Afdeling 4. - Gunning
Art. 30.De gemeente maakt het gunningsdossier binnen de vijftien dagen na goedkeuring ervan aan de administratie over.
Het gunningsdossier wordt ingediend op grond van het ad hoc formulier en bevat volgende verantwoordingsstukken: 1° in voorkomend geval, het proces-verbaal van opening van de offertes;2° de in aanmerking genomen offerte;3° in voorkomend geval, het verslag van de coördinator inzake veiligheid en gezondheid;4° het verslag en de beslissing met betrekking tot de selectie van de ondernemingen op kwaliteit;5° het gunningsverslag voor de opdracht, opgemaakt door de projectontwerper;6° de vergelijkende tabel van de eenheidsprijzen waarin de gezamenlijke geselecteerde offertes opgenomen zijn;7° de aanvragen voor verantwoording van de prijzen en de gekregen antwoorden;8° de gemotiveerde beraadslaging waarbij het gemeentecollege de aannemer aangewezen wordt en het bedrag van de in aanmerking genomen offerte wordt goedgekeurd;9° indien het dossier, ingediend in het projectstadium, gewijzigd wordt, het bijzonder bestek en de plannen in hun definitieve versie;10° in voorkomend geval, de in het bericht over het ontwerp opgevraagde documenten;11° indien het een onderhandelde procedure zonder voorafgaandelijke bekendmaking betreft, de lijst van de geraadpleegde ondernemingen;12° in voorkomend geval, de bekendgemaakte aankondiging van de opdracht. De Regering keurt het gunningsdossier vóór kennisgeving ervan goed. Afdeling 5. - Verwervingen
Art. 31.Binnen de dertig dagen na de ondertekening van de onderhandse verkoopovereenkomst of de goedkeuring van de ontwerp-verwervingsakte door de gemeenteraad, maakt de gemeente het verwervingsdossier voor de goederen, opgenomen in het goedgekeurd investeringsplan over.
Het verwervingsdossier bestaat uit volgende verantwoordingsstukken : 1° het besluit waarbij de aanvrager over de aankoop beslist;2° het uittreksel uit het kadastraal plan;3° een raming van de waarde bepaald door het Aankoopcomité of de Ontvanger van de registratie of vastgesteld, in voorkomend geval, door een notaris, een landmeter-expert ingeschreven op de tabel van landmeters-experten van de Federale Raad van landmeters-experten of een architect ingeschreven bij de Orde der architecten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de kostprijs van het vastgoed en de grondprijs;4° de onderhandse verkoopovereenkomst of de ontwerp-verwervingsakte. De administratie keurt het verwervingsdossier goed. Afdeling 6. - Uitvoering van de werken
Art. 32.Door de gerechtigde worden aan de administratie overgemaakt : 1° een afschrift van de kennisgeving van de opdracht;2° het bevel om de werken aan te vatten vanaf de kennisgeving ervan aan de aannemer en binnen hoogstens zes maanden te rekenen van de instemming met het gunningsdossier. Afdeling 7. - Eindafrekening
Art. 33.§ 1. Binnen de zes maanden te rekenen van de voorlopige oplevering wordt het dossier eindafrekening van de werken via het ad hoc formulier bij de administratie ingediend en bevat volgende verantwoordingsstukken: 1° de eindafrekening van de onderneming, opgemaakt volgens norm NBN B06-006, met inbegrip van de omstandige berekeningen van de herzieningen per staat en de dienovereenkomstige factuur; 2° het verslag, opgemaakt post per post, met verantwoordingen van de overschrijdingen, met meer dan tien p.c., van de vermoedelijke hoeveelheden van de posten van de initiële opdracht; 3° het proces-verbaal van de voorlopige oplevering;4° het besluit tot goedkeuring van de afrekening;5° de factuur met betrekking tot de onderzoeken;6° het formulier betreffende de afvalstoffen van wegen- en rioleringswerken;7° de facturen en de processen-verbaal van de tests samen met het verslag van de projectontwerper met, eventueel, de omstandig omschreven posten die het voorwerp zijn van refacties en de berekening ervan;8° de berekening van de termijn voor de uitvoering van de werken;9° een verslag, met inbegrip van een afschrift van de beraadslagingen en eventueel niet-overgemaakte aanhangsels waarin alle, post per post omstandig omschreven, werken waardoor de initiële opdracht wijzigingen onderging, vermeld worden;10° voor de dossiers betreffende de gebouwen, in voorkomend geval : a) desgevallend, het verslag van de regiogebonden brandweerdienst na de werken;b) het proces-verbaal van oplevering door een erkende instelling van een installatie voor elektriciteit, gas, liften of branddetectie. Betreffende lid 1, 6°, worden de bewijzen van afvoer door de gerechtigde bewaard, beschikbaar voor een eventuele controle ter plaatse.
Betreffende lid 1, 8°, dienen de eventuele bevelen tot onderbreking en hervatting van de werf bijgevoegd te worden indien ze niet zijn overgemaakt, evenals in voorkomend geval de verantwoordingen voor bijkomende termijnen en de berekening van boetes voor laattijdige afwerking. § 2. Voor de verwervingsdossiers maakt de gemeente een afschrift van de authentieke verwervingsakte aan de administratie over. Afdeling 8. - Verdeling van het niet-uitgevoerde deel
Art. 34.De waarde van het niet-uitgevoerde deel, bedoeld in artikel L3343-3, § 1, lid 1, 4°, van het Wetboek wordt door de administratie bepaald op grond van de dossiers, gegund op 31 december van het laatste programmeringsjaar en ingediend met inachtneming van de voorziene procedures. Het bedrag van het niet-uitgevoerde deel wordt aan iedere gemeente medegedeeld. Laatstgenoemde beschikt over een termijn van tien dagen om hun bemerkingen te maken. Als deze termijn verstreken is, wordt het bedrag van het niet-uitgevoerde deel door de gemeente goedgekeurd geacht.
De aldus bepaalde waarde voor de volgende programmering herverdeeld, met inachtneming van de voorwaarden bepaald in artikel L3343-3, § 1, lid 1, 4°, van het Wetboek.
Voor de gemeenten die een niet-uitgevoerd deel vertonen wordt het aandeel van de programmering waarvoor bedoeld niet-uitgevoerd deel wordt vastgesteld, behoorlijk verminderd met het dienovereenkomstig bedrag. De overige betalingen van de lopende programmering en, in voorkomend geval, de volgende programmeringen worden dienovereenkomstig ingeperkt. Afdeling 9. - Controle en sancties
Art. 35.De administratie controleert ter plaatse het gebruik van de toegewezen subsidies.
Art. 36.De gerechtigde nodigt de administratie uit voor de verrichtingen van voorlopige oplevering van elke investering.
Art. 37.In ieder stadium van de procedure kan de, door de Minister vastgestelde, niet-inachtneming van de technische of wettelijke conformiteit van een project met de gezamenlijke, daarop toepasbare normen als gevolg hebben dat het aandeel van het bedrag van het trekkingsrecht dat voor bedoeld project is toegewezen, ten bedrage van het niet-conforme deel, geschrapt wordt.
In dat geval is artikel L3343-3, § 1, lid 1, 4°, van het Wetboek van toepassing.
Art. 38.Het dossier betreffende de eindafrekening wordt uiterlijk binnen de zes jaar volgend op einde van de programmering waaronder het project valt bij de administratie ingediend om in overweging te worden genomen.
Na de behandeling van alle eindafrekeningen van de dossiers van een programmering overgemaakt door de gerechtigde wordt, in het geval dat het bedrag van de uitgevoerde subsidieerbare werken lager is dan het bedrag van die werken in het gunningsstadium, het juiste gebruik van het beschikbare bedrag bepaald en worden de eventueel onterecht geïnde bedragen teruggevorderd. Als alle betalingen van de programmering zijn uitgevoerd, wordt de gemeente verzocht het teveel geïnde deel terug te betalen; zoniet worden de overige betalingen dienovereenkomstig verminderd.
De eventuele aanhangsels, aanvullende of bijkomende werken kunnen, voor het gebruik van de subsidie, globaal in rekening worden gebracht indien ze bij de gunning niet te voorzien waren. In voorkomend geval gaat het bedrag van de globale subsidie die daaruit voortvloeit het eventueel, overeenkomstig artikel 34, lid 3, naar beneden bijgestelde bedrag niet te boven.
Hoofdstuk IV. - Slotbepalingen.
Art. 39.Het besluit van de Waalse Regering van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/05/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007201967 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering ter uitvoering van het decreet tot wijziging van de artikelen L3341-1 tot L3341-13 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie betreffende sommige investeringen van openbaar nut sluiten ter uitvoering van het decreet tot wijziging van de artikelen L3341-1 tot L3341-13 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie betreffende sommige investeringen van openbaar nut wordt opgeheven.
Art. 40.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.
Art. 41.De Minister van de Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 6 december 2018 Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE