Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 februari 2022
gepubliceerd op 22 februari 2022

Decreet tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (1)

bron
vlaamse overheid
numac
2022030897
pub.
22/02/2022
prom.
04/02/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 2022. - Decreet tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (IX) (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis (IX) HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Verbod op extra-murosactiviteiten met overnachting

Art. 2.Voor de scholen, academies, centra en instellingen van het basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en volwassenenonderwijs zijn extra-murosactiviteiten met overnachting, met uitzondering van praktijklessen op verplaatsing, verboden vanaf 21 december 2021 tot en met 28 januari 2022. HOOFDSTUK 3. - Afwijkingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997

Art. 3.In afwijking van artikel 13/1, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 worden in het schooljaar 2021-2022 alle afwezigheden op school omwille van collectieve schoolsluitingen, quarantainemaatregelen op klasniveau of verlengingen van schoolvakanties als daadwerkelijke aanwezigheden beschouwd.

Art. 4.Artikel 14/1, § 3, tweede tot en met vierde lid, van hetzelfde decreet is niet van toepassing tijdens het schooljaar 2021-2022.

Art. 5.Ingeval externe diagnostische centra door de veiligheidsmaatregelen in het kader van de beheersing van de COVID-19-pandemie niet in de mogelijkheid zijn om tijdig classificerende diagnoses af te leveren, is in afwijking van artikel 15, § 1, eerste lid, 5°, van hetzelfde decreet de opmaak van een tijdelijk verslag mogelijk in het schooljaar 2021-2022 en met het oog op de start van het schooljaar 2022-2023, als het handelingsgericht diagnostisch traject dat nodig is voor de opmaak van een verslag niet tijdig gefinaliseerd kan worden met de vereiste diagnostiek. Voor de opmaak van een tijdelijk verslag hoeft niet voldaan te worden aan de voorwaarden voor de diagnostiek, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 2°, 3°, 4°, 6°, 7° en 8°, van hetzelfde decreet. Het tijdelijke verslag kan worden opgemaakt voor een instap in het buitengewoon onderwijs of voor de opstart van een IAC in het gewoon onderwijs of als het type van een al bestaand verslag gewijzigd wordt. Het tijdelijke verslag wordt in een definitief verslag omgezet zodra de vereiste diagnose beschikbaar is. Als de vereiste diagnose niet is afgeleverd tegen 31 augustus 2023 wordt het tijdelijke verslag van rechtswege opgeheven bij de start van het schooljaar 2023-2024.

Art. 6.In afwijking van artikel 16, § 3, van hetzelfde decreet blijft het gemotiveerde verslag van een leerling rechtsgeldig bij de overstap van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs in het schooljaar 2021-2022, op voorwaarde dat nog steeds voldaan is aan de criteria, vermeld in artikel 16, § 1, eerste lid, 1° of 2°, van hetzelfde decreet. Als niet langer aan die criteria voldaan is, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het gemotiveerde verslag op. Uiterlijk op 1 september 2022 maakt het centrum voor leerlingenbegeleiding van de secundaire school een nieuw gemotiveerd verslag op als vermeld in artikel 352, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010.

Als er geen nieuw gemotiveerd verslag werd opgemaakt, vervalt de rechtsgeldigheid van het gemotiveerde verslag, vermeld in het eerste lid.

Art. 7.In afwijking van artikel 37, § 2, 7°, en § 3, 5° en 11°, van hetzelfde decreet kan het schoolbestuur of zijn gemandateerde als de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de epidemische noodsituatie door de coronacrisis dat vereisen, beslissen om tijdens het schooljaar 2021-2022 zonder akkoord van de ouders evaluatiemaatregelen te nemen die verschillen van de bepalingen van het schoolreglement. De gewijzigde maatregelen worden schriftelijk of elektronisch aan de betrokken personen gecommuniceerd.

Over die maatregelen wordt vooraf overleg gepleegd met de schoolraad en, als ze gevolgen hebben voor het personeel, met de lokale personeelsvertegenwoordiging onderhandeld in het bevoegd lokaal comité.

Art. 8.In afwijking van artikel 37bis van hetzelfde decreet geldt voor inschrijvingen die plaatsvinden in het schooljaar 2021-2022 voor het schooljaar 2021-2022 en het schooljaar 2022-2023 dat: 1° inschrijvingen waarvoor de fysieke aanwezigheid van de ouders of leerlingen vereist is, worden opgeschort als de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis ten gevolge van de epidemische noodsituatie dat vereisen.Tijdens die periode zijn alleen inschrijvingen op afstand mogelijk; 2° uitzonderlijk en in afwijking van punt 1°, als de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis ten gevolge van de epidemische noodsituatie dat toestaan, de inschrijvingen op afspraak kunnen plaatsvinden in scholen met een aanmeldingsprocedure voor het schooljaar 2022-2023 voor inschrijvingen van toegewezen leerlingen of in scholen die starten met inschrijvingen voor de eerste schooldag van maart 2022 als vermeld in artikel 37ter, § 1, tweede en derde lid, voor het schooljaar 2022-2023 en die geen leerlingen weigeren;3° inschrijvingen niet langer alleen na ondertekening voor akkoord genomen worden, maar ook na schriftelijke of elektronische akkoordverklaring genomen worden.

Art. 9.In afwijking van artikel 37vicies quinquies, § 1 en § 4, van hetzelfde decreet wordt het mogelijk dat voor de inschrijvingen die plaatsvinden in het schooljaar 2021-2022 voor het schooljaar 2022-2023: 1° een schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP na 15 november 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 door de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis alsnog beslist of beslissen om aan te melden. Ze dient of dienen dan uiterlijk op 31 januari 2022 een voorstel van aanmeldingsprocedure in bij de CLR. Ze houdt of houden bij het bepalen van de start en de duur van de aanmeldingsperiode of alle deelperiodes rekening met de mogelijkheid van een bij negatief besluit van de CLR te volgen procedure zoals bepaald in artikel 10 van dit decreet.

De CLR neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure dat uiterlijk op 15 november 2021 is ingediend, uiterlijk op 15 januari 2022 een besluit. De CLR neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure dat na 15 november 2021 is ingediend, uiterlijk op 11 februari 2022 een besluit.

In voorkomend geval kan het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP ervoor kiezen om de start en de duur van de aanmeldingsperiode of deelperiodes in de al goedgekeurde procedure te wijzigen. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP dienen in voorkomend geval de gewijzigde start en de duur van de aanmeldingsperiode of deelperiodes in bij de CLR; 2° een schoolbestuur, de verschillende schoolbesturen samen of het betrokken LOP beslissen na 31 januari 2022 alsnog om aan te melden door de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis.In dit geval neemt of nemen zij een van de volgende initiatieven: a) ofwel meldt of melden ze een aanmeldingsprocedure aan de hand van een standaarddossier aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap.De CLR stelt een standaarddossier ter beschikking; b) ofwel sluit of sluiten ze alsnog aan bij een al door de CLR goedgekeurde aanmeldingsprocedure.Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP melden dat aan de CLR. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP kan of kunnen ervoor kiezen om de al goedgekeurde procedure te wijzigen, indien er na 31 januari 2022 nog één schoolbestuur of verschillende schoolbesturen aansluiten bij hun procedure. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP dient of dienen de gewijzigde procedure in bij de CLR.

Art. 10.In afwijking van artikel 37vicies sexies van hetzelfde decreet kan of kunnen het betrokken schoolbestuur, de verschillende betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP die na 15 november 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 een voorstel van aanmeldingsprocedure hebben ingediend bij de CLR, bij een eerste negatief besluit van de CLR uiterlijk op 11 maart 2022 een van de volgende initiatieven nemen: 1° ofwel een aangepast voorstel van aanmeldingsprocedure indienen bij de CLR.In dat geval toetst de CLR het voorstel overeenkomstig artikel 37vicies quinquies, § 3. De CLR neemt over het aangepaste voorstel van aanmeldingsprocedure een besluit uiterlijk dertig kalenderdagen na de dag van de indiening ervan; 2° ofwel een aangepast voorstel van aanmeldingsprocedure voorleggen aan de Vlaamse Regering.In dat geval toetst de Vlaamse Regering het voorstel over eenkomstig artikel 37vicies quinquies, § 3. De Vlaamse Regering neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure een besluit uiterlijk dertig kalenderdagen na de dag van de indiening ervan.

Bij een tweede negatief besluit van de CLR of bij een negatief besluit van de Vlaamse Regering biedt de CLR een aanmeldingsprocedure aan het betrokken schoolbestuur, de verschillende betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP aan voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2022-2023, zodat ze daarmee alsnog hun inschrijvingen kunnen organiseren voor het schooljaar 2022-2023.

Art. 11.In afwijking van artikel 84 van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan scholen voor gewoon basisonderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per school berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 12.In afwijking van artikel 85sexies van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan scholen voor buitengewoon basisonderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per school berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt. HOOFDSTUK 4. - Afwijkingen en wijzigingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs Afdeling 1. - Afwijkingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende

het volwassenenonderwijs

Art. 13.In afwijking van artikel 25bis van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs kan een centrum tijdens de schooljaren 2021-2022 tot en met 2023-2024 opleidingsaanbod organiseren in de vorm van een open module die voldoet aan de volgende criteria: 1° de module voldoet aan de wettelijke bepalingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;2° het aantal lestijden dat in aanmerking genomen wordt om de subsidiëring of financiering te berekenen, bedraagt tien, twintig, veertig of zestig lestijden;3° de clustering van de eindtermen of basiscompetenties is relevant en consistent;4° de duur staat in verhouding tot de vooropgestelde doelen;5° de wijze van evalueren is duidelijk omschreven. De open module, vermeld in het eerste lid, kan alleen ingericht worden als: 1° de module wordt ingericht in de leergebieden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten.De open module omvat uitsluitend eindtermen of basiscompetenties uit één leergebied; 2° de module wordt ingericht als geletterdheidsmodule als vermeld in artikel 24, § 1bis, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten.De open module omvat uitsluitend eindtermen of basiscompetenties die de Vlaamse Regering bepaalt; 3° de module wordt ingericht in het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 en Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4.De open module Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 omvat uitsluitend basiscompetenties uit het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2. De open module Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4 omvat uitsluitend basiscompetenties uit het studiegebied Nederlands tweede taal richtgraad 3 en 4; 4° de module wordt ingericht in het studiegebied informatie- en communicatietechnologie.De open module omvat uitsluitend basiscompetenties uit het studiegebied informatie- en communicatietechnologie; 5° de module wordt ingericht in de studiegebieden Europese hoofdtalen richtgraad 1 en 2, Europese neventalen richtgraad 1 en 2, Europese talen richtgraad 3 en 4, Hebreeuws, Oosterse Talen, Scandinavische Talen en Slavische Talen.De open module omvat uitsluitend basiscompetenties uit één studiegebied en één taal.

Art. 14.In afwijking van artikel 26, § 4, en 26bis van hetzelfde decreet kan een centrum tijdens de schooljaren 2021-2022 tot en met 2023-2024 geïntegreerd onderwijs organiseren waarbij voor dezelfde groep cursisten een deel van de module gelijktijdig met een of twee modules van een van de volgende opleidingen of modules georganiseerd wordt, zonder dat het totale aantal te organiseren lestijden de som bedraagt van het aantal lestijden dat is bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten: 1° de opleidingen van de leergebieden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;2° de opleiding Start to ICT van het studiegebied Informatie- en Communicatietechnologie;3° de opleiding Aanvullende Algemene Vorming van het studiegebied Aanvullende Algemene Vorming;4° de geletterdheidsmodules, vermeld in artikel 24, § 1bis, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten. Gelijktijdig geïntegreerd onderwijs voldoet ten minste aan de volgende criteria: 1° het voldoet aan de bepalingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;2° het aantal gelijktijdig georganiseerde lestijden van de modules van de opleidingen, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, en de modules, vermeld in het eerste lid, 4°, omvatten maximaal de helft van het aantal lestijden dat is bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;3° het totale aantal lestijden dat in aanmerking genomen wordt om de subsidiering of financiering te berekenen, bedraagt de som van het aantal lestijden dat is bepaald in de opleidingsprofielen, vermeld in artikel 24 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;4° de gelijktijdig georganiseerde lessen worden door ten minste twee leraren gegeven;5° de gelijktijdig georganiseerde lessen zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd.

Art. 15.In afwijking van artikel 28 van hetzelfde decreet kan het volwassenenonderwijs tijdens de schooljaren 2022-2023 en 2023-2024 georganiseerd worden als afstandsonderwijs. Afstandsonderwijs voldoet ten minste aan de volgende criteria: 1° het voldoet aan de wettelijke bepalingen van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten;2° het cursusmateriaal en de didactische middelen zijn geschikt voor multimediaal gebruik;3° de wijze van evalueren is duidelijk omschreven;4° de deelname van cursisten wordt systematisch opgevolgd.

Art. 16.In afwijking van artikel 41, § 4, van hetzelfde decreet bekrachtigt een diploma van het secundair onderwijs tijdens de schooljaren 2021-2022 tot en met 2023-2024 ook de opleiding van het secundair volwassenenonderwijs als vermeld in artikel 42 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, of de opleiding voor een beroepskwalificatie van niveau 5, gecombineerd met een bewijs van slagen voor het algemene gedeelte, eigen aan de gekozen onderverdeling, van een examenprogramma om een diploma secundair onderwijs in het tso of bso voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs te behalen.

Art. 17.In afwijking van artikel 64, § 4, van hetzelfde decreet kan een centrum voor volwassenenonderwijs tijdens de schooljaren 2021-2022 tot en met 2023-2024 na een melding aan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen een bestaande onderwijsbevoegdheid voor een studiegebied als vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, in een andere vestigingsplaats uitoefenen dan in de vestigingsplaats waarvoor ze is toegekend, als het aan een of beide van de volgende voorwaarden voldoet: 1° het centrum heeft onderwijsbevoegdheid voor het studiegebied Informatie- en Communicatietechnologie en meldt dat het die onderwijsbevoegdheid zal uitoefenen in een vestigingsplaats waar onderwijsinstellingen liggen die middelen hebben ontvangen als vermeld in artikel 67/1, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 34/1, § 1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, artikel 91, tweede lid, en artikel 101, tweede lid, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs;2° het centrum heeft onderwijsbevoegdheid voor een studiegebied als vermeld in artikel 7 van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, en meldt dat het die onderwijsbevoegdheid zal uitoefenen: a) in een vestigingsplaats die ligt binnen de referentieregio waarvan het centrum deelneemt aan de regioscan, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten2 tot vaststelling van de regels om aanvullende punten en werkingsmiddelen in het volwassenenonderwijs toe te kennen om een regioscan en de regionale afstemming van het opleidingsaanbod op te zetten ter uitvoering van het relanceplan Edusprong, en na overleg met de centra in de desbetreffende referentieregio;b) of in een vestigingsplaats gelegen in een andere referentieregio dan waar het centrum al een vestigingsplaats heeft en waarvoor een samenwerkingsverband in het kader van de regioscan is aangegaan als vermeld in hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten2, en na overleg met de centra in de desbetreffende referentieregio van het samenwerkingsverband. In het eerste lid wordt verstaan onder Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen: het agentschap dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten1 tot oprichting van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen.

Art. 18.In afwijking van artikel 89 van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan de centra voor basiseducatie een extra werkingstoelage toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per centrum berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 19.In afwijking van artikel 97 van hetzelfde decreet hoeven de centra voor volwassenenonderwijs tijdens het refertejaar 2021 niet te voldoen aan de rationalisatienorm om in aanmerking te komen voor de financiering of subsidiëring voor het schooljaar 2022-2023.

Art. 20.In afwijking van artikel 108 van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan de centra voor volwassenenonderwijs een extra werkingstoelage toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per centrum berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt. Afdeling 2. - Wijzigingen aan het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende

het volwassenenonderwijs

Art. 21.In artikel 2, 36°, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, het laatst gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019, worden tussen het woord "tijdspanne" en het woord "voor" de woorden "van één kalenderjaar" ingevoegd.

Art. 22.In artikel 84, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2014 en 16 maart 2018, wordt de zinsnede "van 1 januari n-1 tot en met 31 december n-1" vervangen door de zinsnede "n-1".

Art. 23.In artikel 85 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 mei 2009 en 16 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de zin "Het totale aantal financieringspunten is de som van het aantal gewogen financieringspunten van alle centra voor basiseducatie." wordt vervangen door de zin "Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor basiseducatie voor alle leergebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1."; b) tussen de woorden "aandeel aan gewogen financieringspunten" en de woorden "dat het centrum gemiddeld" worden de woorden "voor alle leergebieden samen" ingevoegd;c) de zinsnede "referteperiode 1 januari n-3 tot en met 31 december n-1" wordt vervangen door de zinsnede "referteperiodes n-3 tot en met n-1";2° in paragraaf 2, eerste lid, worden tussen de woorden "vte per centrum" en de woorden "is de som van" de woorden "per referteperiode" ingevoegd.

Art. 24.In artikel 87 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2020 pub. 24/08/2020 numac 2020042552 bron vlaamse overheid Decreet over het onderwijs XXX sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de zin "Het totale aantal financieringspunten is de som van het aantal gewogen financieringspunten van alle centra voor basiseducatie." wordt vervangen door de zin "Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor basiseducatie voor alle leergebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1."; b) tussen de woorden "aandeel aan gewogen financieringspunten" en de woorden "dat het centrum gemiddeld" worden de woorden "voor alle leergebieden samen" ingevoegd;c) het woord "referteperiode" wordt vervangen door het woord "referteperiodes";2° in paragraaf 2bis, eerste lid, worden tussen de woorden "punten per centrum" en de woorden "is de som van" de woorden "per referteperiode" ingevoegd.

Art. 25.In artikel 90, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2018 pub. 20/04/2018 numac 2018040080 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs sluiten en gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het woord "leergebieden" en het woord "volgt" wordt het woord "samen" ingevoegd;2° tussen het woord "totale" en de woorden "aantal gewogen" wordt het woord "gemiddeld" ingevoegd;3° tussen het woord "financieringspunten" en de woorden "met het reële groeipercentage" wordt de zinsnede "in de referteperiodes n-3 tot en met n-1" ingevoegd.

Art. 26.In artikel 97, § 6, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 juni 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2017 pub. 18/08/2017 numac 2017030978 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XXVII sluiten en gewijzigd bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2018 pub. 20/04/2018 numac 2018040080 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs sluiten, wordt de zinsnede "van 1 januari n-2 tot en met 31 december n-1" vervangen door de zinsnede "van n-2 tot en met n-1".

Art. 27.In artikel 98 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Voor de berekening van het aantal leraarsuren waarop een centrum recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan leraarsuren voor het volwassenenonderwijs uitgedrukt in financieringspunten.Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het totale aantal gewogen financieringspunten voor: 1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2. Voor de volumes, vermeld in punt 1° en 2°, wordt telkens de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 berekend voor: 1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2. Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan leraarsuren als het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 2, heeft bereikt in: 1° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 1° ;2° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 2°."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden tussen de woorden "per centrum" en de woorden "is de som" de woorden "per referteperiode" ingevoegd.

Art. 28.In artikel 105 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Elk centrum voor volwassenenonderwijs heeft recht op een puntenenveloppe voor de oprichting van betrekkingen in de ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel.Voor de berekening van het aantal punten waarop een centrum recht heeft, wordt het totale beschikbare volume aan punten voor het volwassenenonderwijs uitgedrukt in financieringspunten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het totale aantal gewogen financieringspunten voor: 1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2. Voor de volumes, vermeld in punt 1° en 2°, wordt telkens de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs bereikt hebben in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 berekend voor: 1° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1;2° alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2. Elk centrum heeft op 1 september n recht op hetzelfde aandeel aan punten als het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes n-3 tot en met n-1 volgens de berekeningsformules, vermeld in paragraaf 3bis, heeft bereikt in: 1° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 1° ;2° het totale aantal financieringspunten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, eerste lid, 2°."; 2° in paragraaf 3bis, eerste lid, worden tussen de woorden "per centrum" en de woorden "is de som" de woorden "per referteperiode" ingevoegd.

Art. 29.In artikel 107 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2018 pub. 20/04/2018 numac 2018040080 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs sluiten en gewijzigd bij de decreten van 5 april 2019 en 26 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) tussen het woord "studiegebieden" en de zinsnede ", met uitzondering van" wordt het woord "samen" ingevoegd;b) tussen de woorden "de evolutie van het totale" en het woord "aantal" wordt het woord "gemiddeld" ingevoegd;c) het woord "lesurencursist" wordt vervangen door de zinsnede "gewogen financieringspunten van de referteperiodes n-3 tot en met n-1";2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) tussen de zinsnede "richtgraad 3 en 4" en het woord "volgt" wordt het woord "samen" ingevoegd";b) tussen het woord "totale" en de woorden "aantal gewogen financieringspunten" wordt het woord "gemiddeld" ingevoegd;c) tussen het woord "financieringspunten" en de woorden "met het reële groeipercentage" wordt de zinsnede "van de referteperiodes n-3 tot en met n-1" ingevoegd.

Art. 30.In artikel 108 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2018 pub. 20/04/2018 numac 2018040080 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs sluiten en gewijzigd bij de decreten van 21 december 2018, 20 december 2019, 26 juni 2020 en 3 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de zin "Het totale aantal financieringspunten is de som van het aantal gewogen financieringspunten van alle centra voor volwassenenonderwijs." wordt vervangen door de zin "Het totale aantal gewogen financieringspunten is de som van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten dat alle centra voor volwassenenonderwijs voor alle studiegebieden samen bereikt hebben in de referteperiodes n-4 tot en met n-2."; b) tussen het woord "financieringspunt" en de woorden "en hetzelfde aandeel" wordt de zinsnede "berekend op basis van het gemiddeld aantal ongewogen financieringspunten van de referteperiodes n-4 tot en met n-2 voor alle studiegebieden samen" ingevoegd;c) tussen de woorden "aan gewogen financieringspunten" en de woorden "dat het centrum gemiddeld" worden de woorden "voor alle studiegebieden samen" ingevoegd;d) het woord "referteperiode" wordt vervangen door het woord "referteperiodes";2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) tussen de woorden "per centrum" en de woorden "wordt berekend" worden de woorden "per referteperiode" ingevoegd;b) in punt 3° wordt de zinsnede "1 januari n-2 tot en met 31 december n-2" vervangen door de zinsnede "n-1"; 3° in paragraaf 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het totale volume aan werkingsmiddelen volgt de evolutie van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten in de referteperiodes n-4 tot en met n-2, vermeld in paragraaf 2.".

Art. 31.In artikel 196septies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 16 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/03/2018 pub. 20/04/2018 numac 2018040080 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de rechtspositie van het personeel van de centra voor volwassenenonderwijs en tot wijziging van het financieringsluik van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs sluiten en gewijzigd bij de decreten van 5 april 2019, 20 december 2019, 26 juni 2020 en 3 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 en 2, eerste en tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin wordt de zinsnede "2022-2023" telkens vervangen door de zinsnede "2021-2022";b) punt 4° wordt telkens opgeheven;2° in paragraaf 3, eerste en tweede lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin wordt de zinsnede "2022-2024" telkens vervangen door de zinsnede "2021-2022";b) punt 4° en 5° worden telkens opgeheven;3° in paragraaf 4, eerste tot en met vierde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin wordt de zinsnede "2022-2023" telkens vervangen door de zinsnede "2021-2022";b) punt 3° wordt telkens opgeheven;4° er worden een paragraaf 5 en 6 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 5.Voor het schooljaar 2022-2023 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde VTE, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor basiseducatie, die niet in afbouw zijn: 1° de werkingstoelagen worden toegekend volgens de berekening, vermeld in artikel 89, en 870,24 vte en 13.435 punten, vermeerderd met het reële groeipercentage, vermeld in artikel 90, worden verdeeld over alle centra voor basiseducatie volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten voor alle leergebieden dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2019 tot en met 2021 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, en artikel 87, § 2bis, heeft bereikt; 2° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 33%;3° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° of 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%. Voor het schooljaar 2022-2023 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor volwassenenonderwijs: 1° 2.351.848,87 leraarsuren en 39.501 punten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 1, 1.242.514,62 leraarsuren en 17.836 punten voor alle studiegebieden samen, vermeld in artikel 107, § 2, en 31.116.754,27 werkingstoelagen worden verdeeld over alle centra voor volwassenenonderwijs volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2019 tot en met 2021 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 1 en § 2, 105, § 3 en § 3bis, en 108, § 2 en § 3, heeft bereikt; 2° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2019-2020, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 33%;3° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 1° of 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verlie zen gecompenseerd a rato van 100%;4° voor de centra, die niet in afbouw zijn, worden het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, in mindering gebracht bij het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen voor de centra die geen verlies ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 hebben geleden.Daartoe wordt eerst voor elk van deze centra het verschil berekend tussen het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage die volgen uit de berekening in punt 1° en 2° en het toegekende aan tal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022. Daarna wordt voor elk van deze centra het aandeel bepaald van het per centrum berekende verschil binnen het totale verschil van de centra zonder verlies. Dit aandeel wordt toegepast op het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, en bepaalt zo voor elk van de centra die geen verlies hebben geleden ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen dat bij hen in mindering moet worden gebracht. § 6. Voor het schooljaar 2023-2024 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vte, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor basiseducatie, die niet in afbouw zijn: 1° de werkingstoelagen worden toegekend volgens de berekening, vermeld in artikel 89 en het aantal vte en punten die worden toegekend op basis van de berekening, vermeld in paragraaf 5, en vermeerderd met het reële groeipercentage, vermeld in artikel 90, worden verdeeld over alle centra voor basiseducatie volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten voor alle leergebieden samen dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2020 tot en met 2022 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 85, § 2, en 87, § 2bis, heeft bereikt;2° indien het aantal vte, punten en de werkingstoelage voor een centrum na de berekening in punt 1° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal vte, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%. Voor het schooljaar 2023-2024 worden de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde leraarsuren, punten en werkingstoelagen als volgt toegekend aan de centra voor volwassenenonderwijs: 1° er worden twee volumes voor de studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 1, en voor de studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 2, berekend op basis van het aantal leraarsuren en punten toegekend volgens de berekening, vermeld in paragraaf 5, en waarvan de compensaties toegekend voor het schooljaar 2022-2023 op basis van het aandeel van het gemiddeld aantal gewogen financieringspunten van de respectievelijke studiegebieden, vermeld in artikel 107, § 1, en 107, § 2, voor de referteperiodes 2019 tot en met 2021 ten opzichte van het totaal gemiddeld aantal gewogen financieringspunten voor alle studiegebieden samen voor de referte periodes 2019 tot en met 2021 over deze twee volumes verdeeld worden;2° de werkingstoelagen en de twee volumes met aantal leraarsuren en punten, vermeld in punt 1°, en vermeerderd met 0,8% worden verdeeld over alle centra voor volwassenenonderwijs, die niet in afbouw zijn, volgens het aandeel aan gewogen financieringspunten dat het centrum gemiddeld in de referteperiodes 2020 tot en met 2022 volgens de respectievelijke berekeningsformules, vermeld in artikel 98, § 1 en § 2, 105, § 3 en § 3bis, en 108, § 2 en § 3, heeft bereikt;3° indien het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor een centrum, dat niet in afbouw is, na de berekening in punt 2° minder bedragen dan 100% van het toegekende aantal leraarsuren, punten en de wer kingstoelage voor het schooljaar 2021-2022, dan worden deze verliezen gecompenseerd a rato van 100%;4° het totaal aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 2° worden toegekend aan de centra met verlies, die niet in afbouw zijn, worden in mindering gebracht bij het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen voor de centra die geen verlies ten opzichte van het schooljaar 2020-2021 hebben geleden. Daartoe wordt eerst voor elk van deze centra het verschil berekend tussen het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage die volgen uit de berekening in punt 2° en het toegekende aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelage voor het schooljaar 2021-2022. Daarna wordt voor elk van deze centra het aandeel bepaald van het per centrum berekende verschil binnen het totale verschil van de centra zonder verlies. Dit aandeel wordt toegepast op het totaal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen die na de berekening in punt 3° worden toegekend aan de centra met verlies, en bepaalt zo voor elk van de centra die geen verlies hebben geleden ten opzichte van het schooljaar 2021-2022 het aantal leraarsuren, punten en de werkingstoelagen dat bij hen in mindering moet worden gebracht.". HOOFDSTUK 5. - Afwijkingen van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap

Art. 32.In afwijking van artikel 27 van het decreet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2008 pub. 03/10/2008 numac 2008203342 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap kan de component leren georganiseerd via het deeltijds beroepssecundair onderwijs tijdens het schooljaar 2021-2022 tijdelijk beperkt worden tot 7 of 8 wekelijkse uren.

Deze beperking kan enkel maar ingeroepen worden indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° er is een tekort aan onderwijzend personeel ten gevolge van de COVID-19-maatregelen of ziekte;2° over de beperking van de component leren wordt vooraf overleg gepleegd met de schoolraad en, als ze gevolgen heeft voor het personeel, met de lokale personeelsvertegenwoordiging;3° de periode waarin de leerling werd geacht de lessen te volgen, kan enkel worden ingevuld met arbeidsdeelname.Een invulling met een aanloopcomponent is uitgesloten; 4° er is over het verhogen van de arbeidsdeelname als gevolg van een beperking van de component leren een overeenkomst gesloten tussen de partijen, ver meld in artikel 4, eerste lid, van het decreet van 10 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/06/2016 pub. 17/08/2016 numac 2016036138 bron vlaamse overheid Decreet tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen sluiten tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen. HOOFDSTUK 6. - Afwijking van het decreet van 20 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2009 pub. 29/04/2009 numac 2009201461 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Hogere Zeevaartschool sluiten betreffende de Hogere Zeevaartschool

Art. 33.In afwijking van artikel 2 van het decreet van 20 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2009 pub. 29/04/2009 numac 2009201461 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de Hogere Zeevaartschool sluiten betreffende de Hogere Zeevaartschool kan de Vlaamse Regering tijdens het academiejaar 2021-2022 een bijkomende toelage toekennen aan de Hogere Zeevaartschool. HOOFDSTUK 7. - Afwijkingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010

Art. 34.In afwijking van artikel 110/1 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2020 geldt voor inschrijvingen die plaatsvinden in het schooljaar 2020-2021 voor het schooljaar 2021-2022 en het schooljaar 2022-2023 dat: 1° inschrijvingen waarvoor de fysieke aanwezigheid van de ouders of leerlingen vereist is, worden opgeschort indien de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis dit vereisen.Tijdens deze periode zijn alleen inschrijvingen op afstand mogelijk. Dat geldt niet alleen voor de inschrijvingen in 1A, 1B en het buitengewoon onderwijs, maar ook voor de inschrijvingen in de hogere leerjaren van het gewoon secundair onderwijs en de leertijd; 2° uitzonderlijk en in afwijking van punt 1°, als de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis dat toestaan, de inschrijvingen op afspraak kunnen plaatsvinden in scholen met een aanmeldingsprocedure voor het schooljaar 2021-2022 voor inschrijvingen van toegewezen leerlingen of in scholen die starten met inschrijvingen voor de eerste schooldag van maart 2022 als vermeld in artikel 110/2, § 1, tweede en derde lid, voor het volgende schooljaar en die geen leerlingen weigeren;3° inschrijvingen niet langer alleen na ondertekening voor akkoord, maar ook na schriftelijke of elektronische akkoordverklaring genomen worden.

Art. 35.In afwijking van artikel 110/25 van dezelfde codex wordt het mogelijk dat voor de inschrijvingen die plaatsvinden in het schooljaar 2021-2022 voor het schooljaar 2022-2023: 1° een schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP na 15 november 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 door de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis alsnog beslist of beslissen om aan te melden. Ze dient of dienen dan uiterlijk op 31 januari 2022 een voorstel van aanmeldingsprocedure in bij de CLR. Ze houden bij het bepalen van de start en de duur van de aanmeldingsperiode of alle deelperiodes rekening met de mogelijkheid van een bij negatief besluit van de CLR te volgen procedure zoals bepaald in artikel 36 van dit decreet.

De CLR neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure dat uiterlijk op 15 november 2021 is ingediend, uiterlijk op 15 januari 2022 een besluit. De CLR neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure dat na 15 november 2021 is ingediend, uiterlijk op 11 februari 2022 een besluit.

In voorkomend geval kan het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP ervoor kiezen om de start en de duur van de aanmeldingsperiode of deelperiodes in de al goedgekeurde procedure te wijzigen. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP dienen in voorkomend geval de gewijzigde start en de duur van de aanmeldingsperiode of deelperiodes in bij de CLR; 2° een schoolbestuur, de verschillende schoolbesturen samen of het betrokken LOP dat na 31 januari 2022 alsnog beslist om aan te melden door de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis.In dit geval neemt of nemen zij een van de volgende initiatieven: a) ze meldt of melden een aanmeldingsprocedure aan de hand van een standaarddossier, aan de bevoegde diensten van de Vlaamse Gemeenschap. De CLR stelt een standaarddossier ter beschikking; b) ze sluit of sluiten alsnog aan bij een al door de CLR goedgekeurde aanmeldingsprocedure.Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP melden dat aan de CLR. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP kan of kunnen ervoor kiezen om de al goedgekeurde procedure te wijzigen, indien er na 31 januari 2022 nog één schoolbestuur of verschillende schoolbesturen aansluiten bij hun procedure. Het schoolbestuur, verschillende schoolbesturen samen of het LOP dient of dienen de gewijzigde procedure in bij de CLR.

Art. 36.In afwijking van artikel 110/26 van dezelfde codex kan of kunnen het betrokken schoolbestuur, de verschillende betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP die na 15 november 2021 en uiterlijk op 31 januari 2022 een voorstel van aanmeldingsprocedure hebben ingediend bij de CLR bij een negatief besluit van de CLR uiterlijk op 11 maart 2022 een van de volgende initiatieven nemen: 1° ofwel een aangepast voorstel van aanmeldingsprocedure indienen bij de CLR. In dat geval toetst de CLR het voorstel overeenkomstig artikel 110/25, § 3. De CLR neemt over het aangepaste voorstel van aanmeldingsprocedure een be sluit uiterlijk dertig kalenderdagen na de dag van de indiening ervan; 2° ofwel het voorstel van aanmeldingsprocedure voorleggen aan de Vlaamse Regering.In dat geval toetst de Vlaamse Regering het voorstel overeenkomstig artikel 110/25, § 3. De Vlaamse Regering neemt over het voorstel van aanmeldingsprocedure een besluit uiterlijk dertig kalenderdagen na de dag van de indiening ervan.

Bij een tweede negatief besluit van de CLR of bij een negatief besluit van de Vlaamse Regering biedt de CLR een aanmeldingsprocedure aan het betrokken schoolbestuur, de verschillende betrokken schoolbesturen samen of het betrokken LOP aan voor de inschrijvingen van het schooljaar 2022-2023, zodat ze daarmee alsnog hun inschrijvingen kunnen organiseren voor het schooljaar 2022-2023.

Art. 37.In afwijking van artikel 111, § 1bis, van dezelfde codex kan het school- of centrumbestuur of zijn gemandateerde, als de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de coronacrisis dat vereisen, beslissen om tijdens het schooljaar 2021- 2022 zonder akkoord van de betrokken personen met toepassing van artikel 112, eerste lid, 9°, van dezelfde codex evaluatiemaatregelen te nemen die verschillen van de bepalingen in het school- of centrumreglement, met inbegrip van de regelingen voor graadevaluatie en overgaan binnen een graad met tekorten als vermeld in de vigerende regelgeving op de organisatie van het voltijds secundair onderwijs. De gewijzigde maatregelen worden schriftelijk of elektronisch aan de betrokken personen gecommuniceerd.

Over die maatregelen wordt vooraf overleg gepleegd met de schoolraad en, als ze gevolgen hebben voor het personeel, met de lokale personeelsvertegenwoordiging onderhandeld in het bevoegd lokaal comité.

Art. 38.In afwijking van artikel 248 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan scholen voor gewoon secundair onderwijs en centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per school of per centrum berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 39.Artikel 259, § 4, van dezelfde codex is niet van toepassing tijdens het schooljaar 2021-2022.

Art. 40.Ingeval externe diagnostische centra door de veiligheidsmaatregelen in het kader van de beheersing van de COVID-19-pandemie niet in de mogelijkheid zijn om tijdig classificerende diagnoses af te leveren, is in afwijking van artikel 294, § 2, 1°, e), en 2°, f), van dezelfde codex de opmaak van een tijdelijk verslag mogelijk in het schooljaar 2021-2022 en met het oog op een opstart van het schooljaar 2022-2023, als het handelingsgericht diagnostisch traject dat nodig is voor de opmaak van een verslag, niet tijdig gefinaliseerd kon worden met de vereiste diagnostiek. Voor de opmaak van een tijdelijk verslag hoeft niet voldaan te worden aan de voorwaarden voor de diagnostiek, vermeld in artikel 259, § 1, 2°, 3°, 4°, 6°, 7° en 8°, van dezelfde codex. Het tijdelijke verslag kan opgemaakt worden voor een instap in het buitengewoon onderwijs of voor de opstart van een IAC in het gewoon onderwijs, of als het type of de opleidingsvorm van een al bestaand verslag gewijzigd wordt. Het tijdelijke verslag wordt omgezet in een definitief verslag zodra de vereiste diagnose beschikbaar is. Als de vereiste diagnose niet is afgeleverd tegen 31 augustus 2023, wordt het tijdelijke verslag van rechtswege opgeheven bij de start van het schooljaar 2023-2024.

Art. 41.In afwijking van artikel 328 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan scholen voor buitengewoon secundair onderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per school berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 42.In afwijking van artikel 336, § 1, 4°, van dezelfde codex kan er voor het schooljaar 2021-2022 afgeweken worden van het minimum van 700 uur werkervaring in een regulier bedrijf in de vorm van een leerlingenstage.

Art. 43.In afwijking van artikel 352, § 3, van dezelfde codex is het gemotiveerde verslag, vermeld in artikel 6 van dit decreet, rechtsgeldig bij de overstap van een leerling van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs in het schooljaar 2021-2022, op voorwaarde dat voldaan is aan de criteria, vermeld in artikel 352, § 1, eerste lid, 1° of 2°, van dezelfde codex. Als niet langer aan die criteria voldaan is, heft het centrum voor leerlingenbegeleiding het gemotiveerde verslag op. Uiterlijk op 1 september 2022 maakt het centrum voor leerlingenbegeleiding van de secundaire school een nieuw gemotiveerd verslag als vermeld in artikel 352, § 1, van dezelfde codex op.

Als er geen nieuw gemotiveerd verslag werd opgemaakt, vervalt de rechtsgeldigheid van het gemotiveerde verslag, vermeld in het eerste lid.

Art. 44.In afwijking van artikel 357/25 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per centrum berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt. HOOFDSTUK 8. - Afwijkingen van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013

Art. 45.Universiteiten kunnen de wegings- en selectiecriteria van het bekwaamheidsonderzoek voor de toelating tot de master-na-masteropleiding in het studiegebied Geneeskunde, vermeld in artikel II.190 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, wijzigen voor het academiejaar 2021-2022 om de gelijke behandeling van studenten te waarborgen.

Art. 46.In afwijking van artikel II.202 van dezelfde codex kan een hogeronderwijsinstelling tijdens het academiejaar 2021-2022 eenzijdig de toetredingsovereenkomsten, vermeld in artikel II.273 van dezelfde codex, wijzigen in het kader van de bijzondere regels die ze uitwerkt om de impact van de coronacrisis op de organisatie van de onderwijs- en evaluatieactiviteiten op te vangen.

Een hogeronderwijsinstelling kan de maatregelen, vermeld in het eerste lid, differentiëren voor bepaalde groepen van studenten als ze op basis van objectieve criteria kan aantonen dat er voor die studenten een verschil in impact is door die maatregelen.

De maatregelen, vermeld in het eerste en tweede lid, mogen geen afbreuk doen aan het recht op twee examenkansen van de studenten, vermeld in artikel II.223 van dezelfde codex, tenzij de aard van het opleidingsonderdeel naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken, niet langer toelaat dat er tweemaal wordt geëxamineerd voor het einde van het academiejaar. De hogeronderwijsinstelling motiveert die beslissing.

De maatregelen, vermeld in het eerste en tweede lid, kunnen alleen worden genomen als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de hogeronderwijsinstelling voorziet in een raadpleging van een studenten vertegenwoordiging via de studentenraad of een wijze van studentenvertegenwoordiging op opleidings-, facultair of departementaal niveau waarover de studentenraad geraadpleegd werd, of van de individuele student;2° de hogeronderwijsinstelling communiceert eenduidig en tijdig met de studenten via een permanent raadpleegbaar platform;3° de hogeronderwijsinstelling organiseert het toezicht op de implementatie van die maatregelen en op de transparantie ervan.

Art. 47.Het leerkrediet, vermeld in artikel II.203 van dezelfde codex, van een student die tijdens het academiejaar 2021-2022 was ingeschreven voor een opleidingsonderdeel waarvan de hogeronderwijsinstelling aan de bevoegde instanties van de Vlaamse overheid verklaart dat de evaluatie of het examen niet kon worden georganiseerd ten gevolge van de COVID-19-maatregelen, wordt aan die student teruggegeven voor de opgenomen studiepunten die betrekking hebben op dat opleidingsonderdeel.

Art. 48.§ 1. Het leerkrediet, vermeld in artikel II.203 van dezelfde codex, van een student die tijdens het academiejaar 2021-2022 na deelname aan de laatste examenkans niet geslaagd is voor een opleidingsonderdeel en waarvoor die student verklaart dat hij zich bevond in een overmachtssituatie die toe te schrijven is aan de COVID-19-maatregelen, wordt aan die student teruggegeven voor de opgenomen studiepunten die betrekking hebben op het opleidingsonderdeel waarvoor de student niet geslaagd is.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt het leerkrediet van een student die in het academiejaar 2021-2022 voor 15 maart 2022 van opleiding of instelling veranderd is, of van een student die naar een opleiding van het hoger beroepsonderwijs overgestapt is, aan de student teruggeven voor de opgenomen studiepunten in de initiële opleiding in het academiejaar 2021-2022 waarvoor hij niet geslaagd was in de eerste examenkans van dat academiejaar, als die student verklaart dat hij zich bevond in een overmachtssituatie die toe te schrijven is aan de COVID-19-maatregelen. § 2. Studenten die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, die zich tijdens het academiejaar 2021-2022 in een overmachtssituatie bevonden die toe te schrijven is aan de COVID-19-maatregelen en die daardoor ofwel na deelname aan de laatste examenkans niet geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel, ofwel na deelname aan de eerste examenkans niet geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel en veranderd zijn van opleiding of overgestapt zijn naar een opleiding van het hoger beroepsonderwijs, kunnen bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Regering rechtstreeks een aanvraag indienen om hun leerkrediet aan te passen. Die dienst controleert of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden, past het leerkredietsaldo in voorkomend geval aan en deelt de beslissing aan de student mee. § 3. De student dient de aanvraag, vermeld in paragaaf 2, in bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Regering binnen een vervaltermijn van dertig kalenderdagen na de dag van de proclamatie van de examenresultaten van de laatste zittijd.

De bevoegde dienst van de Vlaamse Regering stelt een aanvraagformulier ter beschikking waarmee studenten een aanvraag kunnen indienen voor de teruggave van leerkrediet in het kader van een overmachtssituatie die toe te schrijven is aan COVID-19-maatregelen. Daarin wordt minstens opgenomen dat de student de volgende gegevens op erewoord verklaart: 1° de naam, het rijksregisternummer en het e-mailadres van de student;2° de naam en het adres van de onderwijsinstelling of onderwijsinstellingen waar de student ingeschreven was tijdens het academiejaar 2021-2022;3° de verklaring dat de student zich in een overmachtssituatie bevond die toe te schrijven was aan COVID-19-maatregelen;4° het aantal opgenomen studiepunten van de opleidingsonderdelen waarvoor de student niet geslaagd is, ofwel na deelname aan de laatste examenkans, ofwel na deelname aan de eerste examenkans waarna de student veranderd is van opleiding of overgestapt is naar een opleiding van het hoger beroepsonderwijs, en waarvoor het leerkrediet wordt teruggevraagd. De bevoegde dienst van de Vlaamse Regering kan aan een student die een aanvraag als vermeld in paragraaf 2 heeft ingediend, vragen om een document van de hogeschool of de universiteit te bezorgen waarin de examenresultaten van de opleidingsonderdelen, vermeld in het tweede lid, 4°, zijn opgenomen.

Art. 49.In afwijking van artikel II.205, eerste lid, van dezelfde codex wordt een student die bij de start van het academiejaar 2022-2023 onvoldoende leerkrediet heeft en die overeenkomstig artikel 48 van dit decreet een aanvraag bij de bevoegde dienst van de Vlaamse Regering heeft ingediend, in afwachting van een definitieve beslissing over de teruggave van zijn leerkrediet, onder voorbehoud ingeschreven onder de voorwaarden die gelden bij een gunstige beslissing van de bevoegde dienst. Na de beslissing van de bevoegde dienst van de Vlaamse Regering neemt de instelling een definitieve beslissing over de inschrijving van die student.

Art. 50.De Vlaamse Regering monitort de impact van de teruggave van het leerkrediet, vermeld in artikel 48 van dit decreet, op de financiering van de hogescholen en de universiteiten.

Op basis van de monitoring, vermeld in het eerste lid, kan de Vlaamse Regering ingrijpen als er door die teruggave verschuivingen in het toekennen van de werkingsmiddelen zouden plaatsvinden die zich zonder die teruggave niet zouden voordoen.

Art. 51.§ 1. Als de bevoegde dienst van de Vlaamse Regering beslist om de teruggave van het leerkrediet overeenkomstig artikel 48 van dit decreet te weigeren, kan die beslissing worden aangevochten bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.

De Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen doet als administratief rechtscollege uitspraak over de beroepen van studenten over de weigering om hun leerkrediet terug te geven. § 2. De beroepen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen worden ingesteld binnen een vervaltermijn van zeven kalenderdagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving van de beslissing, vermeld in paragraaf 1, over de teruggave van het leerkrediet, vermeld in artikel 48.

Als de zevende dag van de vervaltermijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag waarop de postdiensten open zijn. § 3. De beroepen worden ingesteld bij wijze van verzoekschrift. Daarin zijn ten minste de gegevens, vermeld in artikel 48, § 3, opgenomen, alsook een feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren.

Het verzoekschrift is gedateerd en is alleen ontvankelijk als het ondertekend is door de verzoeker of zijn raadsman. § 4. Het verzoekschrift wordt met een aangetekende brief aan de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen bezorgd. § 5. De beroepsprocedure bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen verloopt, na mededeling van een vereenvoudigde procedurekalender, louter schriftelijk. Er volgt geen concrete oproeping van de partijen, tenzij die raad dat noodzakelijk acht voor de behandeling van de zaak of tenzij een van de partijen uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoekt om gehoord te worden. § 6. De uitspraak van de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen wordt met een aangetekende brief aan de partijen bezorgd.

Art. 52.Een hogeronderwijsinstelling kan voor het academiejaar 2021-2022 de evaluatie of deliberatie van een student voor een opleidingsonderdeel of voor een opleiding uitstellen tot een later ogenblik dan het ogenblik dat is opgenomen in het onderwijs- en examenreglement, vermeld in artikel II.220, II.221 en II.222 van dezelfde codex, als die evaluatie of deliberatie door de impact van COVID-19 niet op het vastgestelde ogenblik kan plaatsvinden en de instelling daardoor niet tijdig kan oordelen of de student voor het opleidingsonderdeel of de opleiding geslaagd is.

De hogeronderwijsinstelling legt vooraf vast op welk ogenblik de uitgestelde evaluatie of deliberatie, vermeld in het eerste lid, zal plaatsvinden. Die uitgestelde evaluatie of deliberatie kan in uitzonderlijke gevallen plaatsvinden op een datum die na het beëindigen van het academiejaar 2021-2022 valt.

Als de hogeronderwijsinstelling beslist om de evaluatie of deliberatie uit te stellen overeenkomstig de bepalingen van het eerste en tweede lid, worden de algemene voorwaarden van de toetredingsovereenkomst, vermeld in artikel II.273 van dezelfde codex, daaraan aangepast, op voorwaarde dat de studentenvertegenwoordiging op een van de volgende wijzen wordt geraadpleegd: 1° via de studentenraad;2° via een vorm van studentenvertegenwoordiging op opleidings-, faculteits- of departementsniveau waarover de studentenraad geraadpleegd werd;3° via de individuele student. Studenten van wie de evaluatie of deliberatie door de impact van COVID-19 op een later tijdstip plaatsheeft dan het tijdstip dat is bepaald in het onderwijs- en examenreglement, vermeld in artikel II.220, II.221 en II.222 van dezelfde codex, en van wie daardoor het diploma op een later tijdstip wordt uitgereikt, worden, als ze slagen, toch geproclameerd op de vastgestelde proclamatiedatum.

Art. 53.In afwijking van artikel III.25 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering tijdens het academiejaar 2021-2022 een bijkomende werkingstoelage toekennen aan de hogescholen en universiteiten.

Art. 54.In afwijking van artikel III.67 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering tijdens het academiejaar 2021-2022 een bijkomende sociale toelage toekennen aan de hogescholen en universiteiten.

Art. 55.In afwijking van artikel III.74, III.114, III.118 en III.119 van dezelfde codex kan de Vlaamse Regering tijdens het academiejaar 2021-2022 een bijkomende toelage toekennen aan de Bijzondere Universitaire Instituten, de Evangelische Theologische Faculteit en de Faculteit voor Protestantse Theologie en Religiestudies, de stichtingen van openbaar nut voor postinitieel onderwijs en de hogere instituten en andere instellingen voor Schone Kunsten. HOOFDSTUK 9. - Afwijkingen van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016

Art. 56.In afwijking van artikel III.1 tot en met III.48 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, bekrachtigd bij het decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 09/06/2017 numac 2017011913 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2017 sluiten, kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan de daarin opgesomde internaten en tehuizen extra werkingsbudget toekennen voor de vergoeding van de kosten van de veilige organisatie van het aanbod.

Art. 57.Als met toepassing van artikel III.9, § 2, III.10, § 4, III.17, § 3, III.18, § 3, III.20, § 2, tweede lid, 2°, III.21, III.25, § 2, en III.35 van dezelfde codificatie, voor de berekening van het schooljaar 2022-2023 het aantal internen lager is dan in het schooljaar 2020-2021, wordt voor de berekening het aantal van het schooljaar 2020-2021 opnieuw gehanteerd. HOOFDSTUK 1 0. - Afwijkingen van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/03/2018 pub. 11/05/2018 numac 2018011963 bron vlaamse overheid - Decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende het deeltijds kunstonderwijs

Art. 58.De academies van het deeltijds kunstonderwijs kunnen voor het schooljaar 2021-2022 afwijken van de bepalingen die ze krachtens artikel 58, tweede lid, 2°, 3°, 4°, 7°, 10°, 11° en 13°, en artikel 60 van het decreet van 9 maart 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/03/2018 pub. 11/05/2018 numac 2018011963 bron vlaamse overheid - Decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende het deeltijds kunstonderwijs in hun academiereglement hebben opgenomen. Als die gewijzigde evaluatiemaatregelen gevolgen hebben voor het personeel wordt er vooraf onderhandeld met de lokale personeelsvertegenwoordiging in het bevoegd lokaal comité. De ouders of meerderjarige leerlingen worden schriftelijk of elektronisch van de maatregelen op de hoogte gebracht.

Art. 59.In afwijking van artikel 83 van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan academies van het gesubsidieerd onderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om het onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per academie berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 60.In afwijking van artikel 84 van hetzelfde decreet kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan academies van het gemeenschapsonderwijs extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om het onderwijsaanbod in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per academie berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt.

Art. 61.In afwijking van artikel 114, § 3, 115, § 2, en 117, § 2, van hetzelfde decreet geldt dat academies, domeinen en structuuronderdelen in vestigingsplaatsen die op de teldag 1 oktober 2021 niet aan de geldende normen voldoen, gesubsidieerd of gefinancierd blijven in het schooljaar 2021-2022. Op de teldag van 1 oktober 2022 worden de voorgaande teldagen van 1 oktober 2020 en 1 oktober 2021 niet in rekening gebracht voor de programmatie. HOOFDSTUK 1 1. - Afwijking van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding

Art. 62.In afwijking van artikel 26 van het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/04/2018 pub. 25/06/2018 numac 2018012790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding sluiten betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding kan de Vlaamse Regering in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 aan centra voor leerlingenbegeleiding extra werkingsbudget toekennen om de kosten te compenseren die ze maken om hun werking in veilige omstandigheden te organiseren. De Vlaamse Regering bepaalt de wijze waarop het bedrag per centrum berekend wordt en de wijze waarop het uitbetaald wordt. HOOFDSTUK 1 2. - Afwijking van het besluit de Vlaamse Regering van 28 augustus 2000 inzake het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bij standsregeling

Art. 63.In afwijking van artikel 3, 1, van het besluit de Vlaamse Regering van 28 augustus 2000 inzake het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling worden voor het bepalen van het gemiddelde aantal ingeschreven internen van het tehuis van het Gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van de hulp- en bijstandsregeling, met het oog op het schooljaar 2022-2023, de woorden "één kalenderjaar" gelezen als de woorden "vijf maanden".

Als het gemiddelde aantal ingeschreven internen dat met toepassing van het eerste lid wordt verkregen, lager is dan dat van het schooljaar 2020-2021 wordt het aantal van het schooljaar 2020-2021 opnieuw gehanteerd. HOOFDSTUK 1 3. - Inwerkingtreding

Art. 64.Dit decreet treedt in werking de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad met uitzondering van: 1° artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 21 december 2021;2° artikel 6, 11, 12, 18, 20, 33, 38, 41, 43, 44, 53, 54, 55, 56, 59, 60 en 62, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2022;3° artikel 8, 9, 10, 34, 35 en 36, die uitwerking hebben met ingang van 16 november 2021;4° artikel 61, dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2021. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 februari 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Voorstel van decreet : 1117 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1117 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 2 februari 2022.

^